Nummer 15. Donderdag 19 Februari 1885. 8e Jaargang.
II,
"feuilleton.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
BUITENLAND.
Frankrijk.
De soldaat van de landweer.
Spanje*
Engeland.
UITGEVER:
Waalwijk.
Eene Novelle.
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel;
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin g
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent pér regel.
Generaal Brière de 1' lsle heeft aan de regeering
eene dépêche gezonden van 1 ure 's namiddags
waarin gemeld wordt dat de Fransche vlag
op het middaguur op de citadel te Lang-Son
geheschen en dat Ki-lua door de Franschec
bezet is. liet Chineesche leger is sedert den
vorigen avond in vollen aftocht na een warm
gevecht, dat op 8 kilometer van Lang-Son
geleverd is.
Volgens een gerucht zijn de Fransche schepen
met Chineesche bij Shei-po slaags geraakt. De
uitslag er van is niet bekend.
De consul van Frankrijk te Zanzibar heeft
in een brief aan het Aardrijkskundig Genootschap
te Parijs verschrikkelijke bijzonderheden rakende
den Afrikaanschen slavenhandel medegedeeld. Bij
na overal in Midden-Afrika heerscht thans zulk
een hongersnooddat de ongelukkige negers
om aan den dood te ontkomen zich troepsgewijze
bij de Arabische handelaars aanmelden om hunne
vrouwenkinderen en zich zeiven als slaven aan
die lieden te verkoopen. De menschelijke koop
waar is zóó in prijs gedaalddat krachtige
mannen zooveel men maar wilvoor vier francs
en vrouwen voor negen francs per hoofd op de
markt verkrijgbaar zijn
De behandeling aan boord der Fransche
transportschepenzegt het Bat. Hbld., schijnt
veel te wenschen over te laten. Weder f hebben
een zevental soldaten, tot het légion Etrangère
behoorendede kogels getrotseerd en door over
boord te springen trachten te deserteeren. Dit
gebeurde aan boord van de Chandernager in de
haven van Singapore. Een hunner vertelt, dat hij
door den commandant met 25 dagen opsluiting
in de boeien is gestraftomdat hijop wacht
staandehet ongeluk had zijn sabel in zee te
laten vallen.
Naar de Straits-Times meldtheeft het vuren
op die schepelingen in een Engelsche haven, door
en op last van den Franschen bevelhebber, een
officieel vertoog uitgelokt.
LXX.
„Ik heb heerlijk geslapen riep hij.
„Gij hebt dezen morgen een vermoeienden
marsch gemaakt, vader!"
„Voor heden ten minste zal ik mijn dagwerk
voor geëindigd houden."
„Daar doet gij wel aan, vader!"
„Tegen den avond breng ik den ambtman een
bezoek."
Maria bracht haren echtgenoot pijp en tabak.
Anton
„Wat wilt gij oudje?"
Hij stak zijn pijp aan.
„Uwe vriendschap met den ambtman wordt
met den dag inniger."
„Omdat Kohier een oprechte kerel is."
„Ik vertrouw hem niet."
„Waarom niet?"
„Eigenlijk heb ik er geen reden voor, ten minste
ik kan het zoo niet zeggen
„Oordeel niet overijld, Mariegeef mij een
kop koffie."
Grasberg rookte en dronk zijn kop koffie.
Frederik hield zijn blik op zijn vader gericht.
De lofdien deze den ambtman had toegezwaaid,
pleitte voor de meening zijner moeder. Kohier
moest trachten zijn buurman aan zich te boeien,
anders hadden de beide mannen, wier karakters
zoo zeer uiieenliepenniet op zulk een vriendo
schappelijken voet kunnen zijn vroeger hadden
zij elkander nimmer bezocht. Er moet eene bij
zondere reden tot deze toenadering zijn,
„Frederik!" riep de opperhoutvester.
„Wat belieft uvader
Nadat er twee protectionistische redevoeringen
waren gehouden heeft de kamer van afgevaar
digden met 364 tegen 136 stemmen de algemeene
beschouwingen gesloten om over te gaan tot de
behandeling der artikelen.
Voor de rechtbank der Seine staan drie
mannen BuretSoudry en Chesnelterecht
die gezamelijk een handel dreven in ridderorden
en ambten en daarbij alierlei oplichterijen pleegden.
Een kapitalist o. a. die begeerig was naar
het Legioen van Eer stortte voor dat doel 5,000
fi. in hun kas en kreeg noch het roode lintje
noch een penning van zijn geld terug. Een
a.ider betaalde hun voor het zelfde doel 22,000
fr. Weer een ander betaalde een som teneinde
de Christusorde een van de goedkoopste
onderscheidingen voor zichzelven en twee
andere vreemde orden voor zijn vader en zijn
schoonvader te bekomen. Een gewezen onder
prefect stortte 14,750 fr. om zich, door de be
moeiingen der compagnieschap tot prefect be
noemd te zien, maar hij ontving, toen die pogingen
mislukten slechts een klein gedeelte der gestorte
som terug enz.
Voorts komen nog verscheidene andere knoeie
rijen aan het lichteen zekere Markies d'Uvre
d'Aubaisdie een reis naar het Oosten deed en
door de firma een verslag daarvan liet maken
om daarvoor gedecoreerd te worden. Een fabri
kant, die door hen leverautiëu voor het leger
zou krijgen. Een dienstplichtige die door hunne
bemoeiingen afgekeurd zou worden enz. enz.
De drie beschuldigden erkennen dat zij in
verschillende kringen onder hooge en lage amb
tenaren hunne connectiën haddenen dat zij
zich hunne eigen diensten en die van deze tus-
schenpersonen lieten betalen. Maar zij vinden
daarin niets strafwaardigs en begrijpen niethoe
men hen wegens oplichterij vervolgt. De recht
bank zal echter de zaak wel anders inzien dan zij.
Het meerendeel der bedrogenen heeft zich
geschaamd als getuigen optetreden in dit voor
hen zoo weinig eervoile proceszij betaalden
liever de 100 francs boeteop niet-verschijnen
gesteld.
Verscheidene geachte personen getuigden ten
gunste van de beschuldigden.
De uitspraak volgt later.
„Gij moet dezen middag naar de houthakkers."
„Ja vaderik ga dadelijk."
„Neem mijn paard."
„Gij gaat naar den ambtman en zult toch niet
te voet daarheen gaan."
„Het is heden Dinsdag niet waar?"
„Ja."
„Dan komt de ambtman bij mij."
De houtvester zag zijuc moeder aan deze
kniktealsof zij zeggen wildeik zal op mijne
hoede zijn.
„Maak een soupertje klaar, Marie; Kohier zal
voor heden onze gast zijn."
„Dat zal ik doen."
En gijFrederik moet u wat spoeden om
naar huis te komen wij zullen onder een glas
wijn een genoegelijken avond hebben. De ambtman
mag u bijzonder gaarne lijden.... Neem daarom
mijn paard en haast u."
Frederik vertrok.
Tien minuten later verliet hij het voorplein.
Zijn vaderdie aan het venster stond, zag hem
na.
„Een knappe kerelzeide hij zacht „Neen
BörnerBörner gij zult mij en hem niet in het
verderf storten."
Zijne vrouw had echter deze woorden, hoe zacht
ook gesproken gehoord.
„Wat zegt gij daar?" vraagde zij.
„Ik verheug mij in mijn zoon."
„Gij noemdet den naam Börner."
„Dan hebt gij mij niet gopd verstaan oude!
herinner mij echter aan dien man niethij is
een schelm
Anton
Maar Anton hoorde niet naar haarhij ging
naar buiten en deed eene wandeling in den tuin,
dien hij sedert lang niet bezocht had. Maria kon
ook nu weder niets vernemen en ging treurig
gestemd naar de keukenom hare bevelen voor
De Fransche regeering moet van de politie
in Engeland het bericht hebben ontvangen dat
hare onderzoekingen tot het ontdekken geleid
hebbendat dynamiet niet alleen uit Amerika
maar ook uit Frankrijken wel over Calais
in Engeland is ingevoerd. Tengevolge dezer
mededeeling heeft de Fransche regeering naspo
ringen bevolen en zij zou nu overtuiging heb
ben gekregen dat het hier bedoelde dynamiet
in Zwitserland is vervaardigden slechts over Frank
rijk naar Engeland is verscheept.
De commissie tot voorloopig onderzoek van
de plannen betreffende de wereldtentoonstelling
in 1889 heeft haren arbeid voltooid. Zij heeft
de gezamelijke kosten op 50 millioen geschat.
Nog altijd zijn de aardbevingen in Spanje
niet opgehouden. Ir. het gebergte Tejada worden
nog telkens sehokken gevoeld, 's Nachts ziet
men er een ftauw lichtschijnsel en rook als een
vulkaan.
Generaal Brackenbury die thans de zooge
naamde kolonne van Earle naar Berber aanvoert
sedert laatst genoemde gevallen isheeft naar
reeds vroeger per telegraaf is gemeld eene zon
derlinge bevestiging erlangd van den val van
Khartoem. Door een gewoon soldaat werd
onder een ezelszadelin den omtrek van het
kamp der Arabieren nabij Doelka-eilandeen
afschrift gevonden eener missive van den goever-
neur-generaal te BerberMohammed Kheir Ab-
doellah Khey Faliaan den leger-commandant
in het Nijldal. Het stuk is gedagteekend 13
Babi (30 Januari)en daarop staat „ontvangen
20 Baki (6 Februari)".
Daarin meldt de gouverneur van Berber dat
hij „heden"na het middagsgebed ontvangen
heeft eene missive van den getrouwen Khalifa
Abdoellah Eben Mohammed te Khartoem, waaruit
blijkt dat Khartoem inderdaad den 9en Babi
alzoo den 26sten Januarigevallen is. De brief-
schijver meldt de gebeurtenis in tamelijk leuke
bewoordingen „De mahdi noodigde de der-
de toebereidselen tot het avondeten te geven.
Toen de avond begon te vallen reed een ruiter
het voorplein ophet was de ambtman. De
opperhoutvester had hem met alle teekenen van
ongeduld verwacht hij liep hem te gemoet en
trad met hem arm in arm in huis. De echt
genoot van den opperhoutvester ontving haren
gast zeer vriendelijkzij wilde het niet doen
blijken dat zij in het geheim een plan gevormd
had. Kohier bewees een vroolijk gast te zijn
die zich zeer goed in gezelschap wist voor te
doen en toonde zich zoo ongedwongen, dat men
hem tot geene laagheid in staat zou achten.
Zijn donker oog straalde zijn gastheer en gast
vrouw zoo vriendelijk tegen hij schertste en
lachte als of hij zich geheel op zijn gemak ge
voelde. Het was reeds lang geleden dat mevrouw
Maria hem ontmoet hadzij vond echterdat
hij in dien tijd zeer verouderd was. En die man
stond naar de hand der jeugdigebekoorlijke
Hermine hij had haar zelfs willen dwingen hem
te huwen. De vleierijendie hij tot de opper-
houtvesterin richttewaren zeer overdreven;
hij wenschte haar met de terugkomst van
haren zoon geluk en voorspelde dezen eene schit
terende carrière vooral wanneer de familie van
den landraad met die van den opperhoutvester
geparenteerd zou zijn. Hij kends dus het hu
welijksplan van Grasberg wellicht was hij er zelf
ontwerper van.
„Hebt gij u reeds geheel van uwen schrik
hersteld, mijn vriend?" vraagde de ambtmaD.
„Wat bedoelt gij
„Ik denk nog altijd met ontzetting aan het
schot."
„Ja jazuchte de oude „zoo zijn de men-
schen."
„Het moet Börner in het hoofd geslagen zijn."
„Hij is een booswichtviel Grasberg driftig
uit.
wischen en zijne troepen uit om naar de ves
tingwerken van Khartoem op te rukken. Daaraan
werd gevolg gegevenen binnen een kwartier
uurs hield de groote man zijne intrede. Zij
doodden den verrader Gordon en vermeesterden
zijne stoomers en vaartuigen. God heeft hem
heerlijk gemaakt.En dan gaat de missive
voort: „Wees daukbaar en prijs God voor zijne
grenzelooze genade. Ik doe u bericht. Vertel
het uwen troepen."
De Engelschen te Doelka-eiland zijn verder
voortgerukt naar Berberdat echter Dog een
200 mijlen verwijderd ligt. De tijd moet ons
leeren of Lord Wolseley gelijk krijgen zalen
of zijne troepen Berber zullen kunnen genaken
zonder verderen strijd. De ondervindingmet
de Arabieren opgedaan pleit geenszins voor deze
beweringen toont tevens het waardelooze aan
van meldingen als die uit Korti aan Daily News
volgens welke de „rebellen" reeds hunne beste
strijdmannen zouden hebben verloren. Integen
deel er bestaat meer reden om aan te nemen
dat de groote veldslagen nog komen moeten
en dat de moeielijkheden der Engelschen slechts
een aanvang hebben genomen.
Er wordt nog een andere Gordon dan de
beroemde held van Khartoem vermist, nl. kapitein
W. H. Gordon. Hij was bij den aanvang van
den veldtocht aan den Nijl berichtgever van
Keuter en later correspondent van den Manchester
Guardian. Men zag hem het laatst alleen in de
woestijn, op 20 mijlen afstands van Korti, den
18 Jan., en sedert dien dag is niets meer van
hem vernomen.
Aan the Standard wordt uit Durban geseind,
dat men in de Transvaal oorlog verwachtals
gevolg van de Bechuanaland quaestie.
De vrijbuiters zegt de berichtgever
zullen bepaaldelijk door de Transvaalsche boeren
geholpen wordendie door hunne leiders, wier
gezag inderdaad slechts in naam bestaatniet
kunnen worden tegengehouden.
Indien dit zoo iszegt de berichtgever van
the Standard, zal er een ernstige strijd ontstaan,
want de Boeren uit den Vrijstaat zullen zich
zeker bij de Transvalers voegen als het eenmaal
tot vechteD komt.
„En elke misdaad wordt vroeger of later ge
straft. Men zegt dat de fabrikant zich in de
grootste vergelegenheid bevindt en zich alleen
door kunstmiddelen staaüde kan houden.... Nu
zoekt hij een rijken schoonzoon die zijn zin
kende zaak weer boveD water kan brengen."
Mevrouw Grasberg kon niet nalaten er schert
send bij te voegen
„Hermine zou eene uitmuntende partij voor
u zijn mijnheer
„Voor mij
„Gij zijt ongehuwd en rijkBörner zoekt
zoo als gij zegt, een rijken schoonzoon, zoo zoudt
gij beiden geholpen zijn."
„Kohier beschouwde lachend zijn gouden zegel
ring en zeide zacht
„Ik ben de man niet die ooit een bruikbaar
echtgenoot zou zijn daarenboven ben ik te oud
en te voorzichtig.... Neenik blijf ongehuwd
tot aan mijn dood."
„Hebt gij dan nooit over een huwelijk ge
dacht
„Ja, het is reeds jaren geleden; ik dank het
noodlot dat mij verhinderd heeft eene dwaas
heid te begaan."
„Is het huwelijk dan eene dwaasheid
„Ten minste voor een man die er niet voor
geschapen is. De vrouw zou inderdaad te bekla
gen zijn die zich aan mij laat verbinden.... Ik
ben nu mettertijd een oude vrijer van het rein
ste water geworden.... Oik acht de vrouwen
hoogik weet hare verdiensten met betrekking
tot hare echtgenooten wel te waardeerenen
daarom juist bewaar ik haar voor een onaange
naam huwelijk met mij."
De opperhoutvester blies een dikke rookwolk
uit zijne pijp naar den zolder.
(Wordt vervolgd.)