Engeland. Duitschland. Rusland. BINNENLAND. In de familie Muiron is een gewelddadige dood geen zeldzaamheid. De vader en de groot vader van den man der vermoorde sloegen de hand aan zichzelven en de overgrootvader was de generaal Muiron, die op de brug van Areola het leven van generaal Bonaparte redde ten koste van het zijne. Men heeft geschreeuwddaken hoog schrijft de Tempsdat de nationale eerdie door het gevecht bij Lang-Son geleden heett gewroken moet worden. Maar er is eene andere meer pijnlijke misschien die onze staatkundige vrienden heel luchthartig schijnen op te nemen: China, deze zoo geminachte tegenstander, geeft ons op dit oogenblik eene merkwaardige les in koelbloedigheid en gezond verstand. Wie zou niet geloofd hebben dat de onderhanaelingen over den vrede plotseling zouden worden afge broken zoodra de tijding van de ontruiming van Lang-Son en van onze rugwaartsche beweging in China bekend zou zijn geworden? De x\ziaten zouden in hunuen hoogmoed het hoofd verhellen; de Chineesche generaals zouden beweren dat zij niet eer stand zullen houden voordat de Efan- schen in zee geworpen waren de bespottelijkste snoeverijen schenen bij hen aan de orde van den dag te zijn. In plaats hiervan wat zien wij gebeuren? De onderhandelingen duren voort, of lieverindien zij stilstaan dan is het omdat er niemand is, met wien te onderhandelen, niet te Peking, maar te Parijs. China blijft dus bij zijn verlangen om over den vrede te handelen. Het tractaat is zefs klaar. Er ontbreekt enkel onze handteekening aan. Maar zie, wij hebben geen minister, die teekenen kan, geen kabinet om eene eervolle tegemoetkoming, die ongetwij feld beantwoordt aan het vurig verlangen der kamer, zich ten nutte te maken. .Zou men niet zeggen dat China de verlichtte en verstandigste der beide volken is en dat wij de barbaren zijn. Officieel is het antwoord van Rusland op de nota van lord Granville betreffende de Afghaan- sche grens-quaestie in zijn geheel nog niet be kend doch wel weet mendat het antwoord zeer uitvoerig en tamelijk vredelieveud gesteld is. De Petersburgsche correspondent van de Standard weet echter reeds den hoofdinhoud mede te deelen en seint aan genoemd blad, dat Rus land er in toestemt, dat de grenscommissie zal bijeenkomenom onder zekere vooraf vast te stellen bepalingen de grenslijn te omscarijven. Het is alleen ten opzichte van het teedere punt, waar de grenslijn zal getrokken worden, dat zich verschil vaD gevoelen voordoet. Naar het schijnt vereenigt Engeland zich met de zuidelijke grens zooals die op 3 Maart door den heer De Staal werd voorgesteld, en met eene noordelijke grens welke van Shir Tepe, op de Heri Rud naar Sari Yazi loopt. De Russische regeering van hare zijde vraagt eene aanmerkelijke uitbreiding van de landstreek naar het zuiden tien werst beneden Zulficar tot Merusthchak en meent daarop volledig recht te hebben. Zij weigert deze bepaling aan het on derzoek der commissie te onderwerpen, tenzij het geheele gebied tot aan de Parapomisus evenzeer worde erkend als voor discussie vatbaar. Het staat te bezien hoe dit argument door de Britsche regeering zal worden opgenomen, en ofschoon de laatste phase in de onderhandelin gen over het algemeen als gunstig voor den vrede kan worden opgenomen, zou het toch voorbarig zijn om lord Granville met eene diplomatieke overwinning geluk te wenschen, of aan Rusland de bedoeling toe te schrijven zijne aanspraken te matigen. De krachtige taal van het Engelsche kabinet en dt: perszoomede de groote toebe reidselen voor een veldtocht hebben ontegenzeg gelijk invloed geoefend„maar het zal toch veel moeite kosten" zegt de correspondent, „om de Russen te overtuigen dat het den heer Glad stone werkelijk ernstig gemeend isen de oor logspartij hoewel gefnuiktis daarom nog niet onderdrukt." In den Zaterdag gehouden ministerraad werd beraadslaagd over de Egyptische aangele genheden en over het antwoord van Rus.and op ford Granville's nota. Nadat de zitting twee uren geduurd hadverliet lord Granville den raad, en had een lang onderhoud met den Russischen gezant. Lord Granville kwam na afloop daarvan in den raad terug, waar daarop de beraadslagingen werden hervat en nog een half uur duurden. Toen had lord Granvil e op nieuw een onderhoud met baron De Staal. Na afloop van den ministerraad confereerde Roth schild met Gladstone en lord Granville over de nieuwe internationale leening voor Egypte. Blum Pacha had eveneens een onderhoud met Glad stone. Ruslands antwoord op Granville's nota wordt te Londen niet geheel bevredigend geoor deelddaarom zwakke stemming der Consols. Nadere berichten aangaande den tocht der Engelschen naar Tamai melden, dat de Arabieien bleven schieten op het pas gevormde Kamp der Engelschen bij de Teula-heuvels, waardoor eeni- gen gewond werden. Toen de Engelschen Tamai naderden, ondekten zij, dat de Arabieren twee van de vijf Tamai-dorpen ontruimd hadden eu bezig waren de overige mede te ontruimen. De Engelschen vonden de waterbronnen opgedroogd, zoodat Graham bevel gaf naar Soeakin terug te gaan. De ruiterij der Engelschen stak de dorpen in brand. De opstand in Canada breidt zich uit: de reo-eering van Canada bestelde hier 1°»^° a(? terladers en drie millioen patronen. De Morning Post verneemt, dat kuiperijen van Rusland de woelingen in Canada veroorzaakten. Het waren de Engelsche troepen die Tamai in brand gestoken hebben. Zij zijn daarna te- ruggetrokkeu naar de zarieba. Het is het plan van generaal Graham voort te laten gaan met den aanleg van eenen spoorweg naar Hanboeb en daarheen zijn kamp over te brengen, om er eenen aanval van Osman Digna af te wachten. Een spion kwam van Erkourt te Soeakin terug met bericht dat de aanhangers van Os- man-Digna openlijk wegloopen en dat deze met 900 aanhangers zich bevindt te Shahatebeene versterkte stelling tnsschen Soeakin en Erkourt. Zooals wij medegedeeld hebben is de stad Bielefeld iu staat van beleg verklaard wegens de bloedige conflicten van werklieden met de open bare macht. Omtrent de oorzaak dezer con flicten diene liet volgende Bielefeld is bekend door zijn linnen-, damast en zijdefabriekendoch telt ook verscheidene ijzerfabrieken en fabrieken van naaimachines. Deze laatsten verschaffen aan 6000 menscuen arbeid. De eigenlijke stad is klein, maar mij .en ver in den omtrek wonen duizendendie in Bielefeld hun brood verdienen. Ongeveer drie weken geleden staakte een gedeelte der werk lieden van de naaimachiuenfabriek van Koch en Co. den arbeidomdat de directie verlangde dat tegen eene verhooging van het stukloon de werklieden zich het kleine gereedschap op eigen kosten zouden aanschaffen. Drie mannen, die door hunne kameraden naar de directie waren gezonden om over dat besluit te klagen, werden dadelijk weggezonden daarop staakten 150 het werk60 bleven. Nieuwe onderhandebugen bleven vruchteloosvooral omdat de directie weigerde de drie weggezondenen weder aan te nemen. Dagelijks was de Bahnhofstrasse, waar de fabriek van Koch en Co. staat, vol werklieden, om te verhinderendat vreemde daar gingen werken. De firma liet bekendmaken, dat wan neer Maandag de arbeid niet werd hervatzij alle werkstakers ontsloeg.De werklieden hielden eene groote volksvergadering en besloten vol te houden. De predikant Von Bodelschwingh kwam toen de firma Koch en Co. te hulp. Hij zond de bewoners der nabijgelegen werkhedenkolonie Wilhelmsdorfdie door hem is gesticht en be stuurd wordt, naar de fabriek. Dit gaf aan leiding tot een oploop. De vensters der fabru k en die van de herberg „Zur Heimath", waard. Wilhelmsdorfers een onderkomen hadden gevon den werden stukgeslagen. De politie, 10 agenten en 1 gendarm sterk, kon niets uitrichten. Vrijdag werd het nog erger. De straat naar het station en de zijstraten «aren vol menscnen meest nieuwsgierigen. De mili taire macht werd te hulp geroepen. De burge meester hield eene redevoering en werd uitge lachen. Nu dreven de soldaten de menigte uiteen. Tien personen werden gearresteerd; geen enkele werkstaker was daaronder. Een vreeselijk gedrang ontstond op de Jahnsplatz. Een postiljon die uit het postkantoor kwam, werd doodelijk gewond; vele anderen werden door kolfstooten of sabel houwen ernstig gekwetstterwijl de soldaten met steenen en flesschen werden geworpen. Zaterdag trokken patrouilles door dc stad, maar het bleef buitengewoon druk op straat, loen werd onder trommelslag en trompetgeschal de staat van beleg afgekondigd en verordend lo. dat samenscholingen van meer dan 6 personen op de openbare straat verboden zijn 2o. dat de vensters in de straten waar menschen zich in weerwil van het verbod verzamelen na zons ondergang moeten verlicht zijn3o. dat alle openbare herbergen 's avonds te 9 uren voor inheemsche gasten moeten zijn gesloten 4o. dat het dragen van wapenen verboden is. Op de overtreding dezer verordeningen stelde de wet gevangenisstraf tot een jaar en op verzet tegen de autoriteiten den dood. Niet op last van den minister maar van den regeerings- president is de staat van beleg afgekondigd, doch de minister heeft het genomen besluit niet afge keurd. De regeering is volgens de wet verplicht, over de afkondiging van den staat van beleg rekenschap te geven aan den landdag. Het landgoed Schönhausen, dat nu aan Bis marck door bet Duitsche volk ten geschenke wordt aangeboden is wel de oorspronkelijke bezitting van zijn geslachtmaar behoorde aan een ouderen tak der familie en het moest indertijd door de eigenaars wegens schulden verkocht worden. Dit landgoed der alte Hof genoemd is tweemaal zoo groot als het Schönhausen, dat reeds Bismarck's eigendom was („der junge Hof"). Een kangaroe-jacht zeker wel de eerste op dit wild in Europa is onlangs gehouden in het bosch van een landeigenaar te Roszlau (Anhalt.) Deze jachtliefhebber heeft zich reeds sedert jaren toegelegd op het inheemsch maken van de springhazen in Duitschland en hij ziet nu zijn pogingen aanvankelijk met goed gevolg bekroond. Er zijn thans nog verscheidene schuilhokken en voerplaatsen voor de kar.garoe's in het bosch noodig maar het blijkt toch, dat zij meer en meer aan het klimaat gewennen. De soort van springhazen waarmede deze proeven genomen worden, is de wollige kangaroe (macropus laniger). Er werden bij deze jacht twee geschoten het vastgestelda getal. De genoemde landeigenaar is voornemens met nog eenige andere in die streek een uitgestrekter jachtgebied voor dit Australische wild te openen. door de Britsch-Indische overheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan merkt de St. Petersbur ger Zeitung van heden o. a. het volgende op „De hertog en hertogin van Connaugt, Abdoer- r'ahman-Kan en de onder-koning lord Dufferin zijn aldaar (te Rawoelpindi) te zamen gekomen en den emir van Afghanistan moet door de buitengewone eerwelke hem bewezen wordt en door de pracht en den glans der samenkomst zand in de oogen worden gestrooidopdat hij aan zijne twijfelachtige grenzen het onderscheid tusschcn recht en onrecht niet duidelijk meer >y zie. In de Mosk. Wjed. is dezer dagen onder de initialen N. K. een artikel opgenomen, waarin de vraag werd behandeld of de Parijsche ver klaring van 1856 omtrent de zeerechten nog van kracht is. De schrijver komt tot de con clusie dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. De verklaring toch zou thans alleen beteekenis kunnen hebben [indien zij door alle zeevarende mogendheden onderteekeöd ware ge werden Spanjede Vereenigde Staten, Mexico, Brazilië, Peru, Chili, China en Japan met eene gezamenlijke bevolking van 530 millioen zielen hebben dit echter [niet gedaan en daaruit meent de schrijer volgt dat Rusland bij het uitbreken van een oorlog zich niet aan de bepalingen der verklaring behoeft te storen en dat het zich derhalve zou kunnen bedienen van kaperschepenals een voortreffelijk oórlogsmid- del ter zee. De beteekenis van dit artikel wordt verhoogd door de omstandigheid dat, volgens telegraphiscn berichtde Nordd. Allgemeine Zeitungnaar aanleiding daarvan als haar gevoelen heeft te kennen gegeven dat de redeneeringvolgens welke de niet aanneming der verklaring door alle mogendheden invloed heeft op hare strekking, in het algemeen gesproken juist is. (N. R. Ct.) Bij het uitbreken van een oorlog met Engeland, waarop de kansen gelukkig niet toenemen zou Rusland naar ik verneem in zes weken tijds een leger van 110,000 man te Askabad aan de Perzische grenzen, kunnen bijeenbrengen. Gene raal Anenkoff, belast met het vervoer der troepen bij een mobilisatie, is naar Saratoff vertrokken, naar het heet om eeüigen tijd op zijne goederen aldaar door te brengen maar werkelijk in ver band met eene eventueele mobilisatie van de in die streken liggende troepen waarvan het eerst zou moeten worden gebruik gemaakt om tegen de Engelsch-Afghaansche legermacht op te treden. Volgens een telegram uit Rawoelpindi (noordelijk Pendsjab) is de emir van Afghanistan aldaar aangekomen en met groote eerbewijzen durft hebben Hij was intusschen achter zijn lessenaar ge- gaan. „Mijnheer Börnervervolgde hij„dat gij uw haat ook op mij overbrengt is eene onrecht vaardigheid...." Börner zag hem met vlammen schietende oogen aan. „Wilt gij mij verwijtingen doen O de op perhoutvester heeft een slechten bode gekozen Ik wensch u geluk met uwe bevordering,., meer kan en wil ik niet doen „Ik dank u mijnheer Börner! Hierdoor hebt gij aan de welvoegelijkheid die den beschaafden man pastvoldaangaan wij nu over om de zaak af te doen die mij eigenlijk tot u bracht. „Eene zaak „ja." „Ik weet nietmijnheer...." „Het betreft de steengroef." De fabrikant werd bleek van woede. „Nog altijd zoo riep hij. „Zijt gij misschien gekomen om aan die zaak eene wending te geven, die mij zal ruineeren? Daar gij nu toch met de zaak bekend schijnt te zijn wil ik ook niets meer voor u verzwijgen. Ik betaal de koopsom niet voor de tweede nraal Nu begreep Erederik de geheele toedracht der „Dit zal niemand van u vorderen, mijnheer Börner!" „De thesaurier heeft ze reeds voor jaren ge vorderd, Waar is nu het gelddat ik den opperhoutvester, uw vader, toen mijn goeden vriendzonder quitantie heb ter hand gesteld Als ik er Grasberg over sprak werd hij boos." „En hij had gelijk hernam Erederik koel. „Gelijk? gelijk? Nu nog mooier." „Gij moet uwen ouden, getrouwen vriend niet van bedrog beschuldigen Mijn vader is een eerlijk man4- „Waarom bezorgt hij mij dan de quitantie niet? Waai om betaalde hij, zoodra er van de zaak sprake washet geld dadelijk uit zijne eigene kas? Omdat hij een onderzoek vreesde. Ik heb zoo lang gezwegen als ik zwijgen konde, maar ik heb onze vriendschap afgebroken. Als ik de zaak niet gerechtelijk liet onderzoeken, heb ik dit alleen gelaten om onze vroegere vriendschap. Maar wat deed mijn vriend?" „Nu, wat deed hij dan?" „Hessier, Hessier, ik kan niet meer spreken!" „Houd u bedaard mijnheer zeide de boek- houder. „Mijn toorn belet mij te spreken Verhaal gij het, opdat de nieuwe opperhoutvester het weten moge hoe zijn waarde tader mij behandeld heeft. Verhaal \n De fabrikant wierp zich op de kleine lederen sofa, die achter den schrijflessenaar stond; hij beefde van opgewondenheid en hield zijn hoofd met beide handen vast. „Lieve heerbegon de boekhouder bedaard, „daar mijn patroon mij de vergunning geeft te spreken zoo zal ik het stilzwijgen afbreken. Wij meenden dat die ellendige geldgeschiedenis geheel was afgeloopen en hielden de zaak, om uwen vader te sparengeheimopdat niemand uit onze naaste omgeving er iets van hooren mocht. Uw vader echter gaf aan zijn wrok bij elke Waalwijk, 8 April 1885. Openbare vergadering van den gemeenteraad Donderdag 9 April n/m 6, uur belegd tot behandeling van onafgedane zaken en nader ingekomen stukken. In den nacht van Zondag op Maandag, tusschen 1 en 2 ure is de machinale schoen fabriek van de firma wed. W. A. Dumoulin Zoon te Bezooien tot den grond toe afgebrand ook het grootste gedeelte der zich in dezelve bevindende goederen is een prooi der vlammen geworden, 't Is vooral te danken aan het spoe dig en krachtdadig optreden van het personeel der Waalwijksche spuit no 1, alsmede aan de goede regeling der werkzaamheden door den eersten wethouder van Bezooien, den heer Ant. Van Delfi dat de woning van den heer Du moulin, en de om zoo te zeggen vast tegen de fabriek aau gebouwde looierij van de gebroeders De Bakker, behouden zijn gebleven. In deze laatste, een kolossaal hoog gebouw, bevond zich een groote voorraad leder en schors welke on getwijfeld overvloedig voedsel aan het vernielend element zouden verschaft hebben. De pogingen der brandweer om het vuur te bestrijden werden zeer bemoeielijkt door gebrek aan water. Zoo heeft men, om spuit 1 te kunnen voeden, zich moeten bedienen van het water, dat zich bevond in de looikuipeu op de looierij van de gebroeders De Bakker. Ook de brandspuit van Bezooien, no 2 van Waalwijk en die van Baardwijk waren op het terrein. Er wordt verondersteld dat de brand is ont staan door een gebrek aan den schoorsteen in het kantoor der fabriek. De schade aan gebouwen, machineriën, voorraad leder, fournituren, heel er. half afgewerkt schoenwerk enz. is door as surantie gedekt. Door deze ramp stonden eensklaps een 70tal werklieden zonder werkwaardoor circa 250 personen .om zoo te zeggen van kostwinning waren beroofd. Gelukkig zijn echter bijna allen reeds weder aan het werk, grootendeels doordat de heer C. G. Van dei Heijden, looier en schoen gelegenheid luchthij wist het zelfs te bewerken dat °mijn patroon opgeroepen werd om rekening en verantwoording te doen der hem toevertrouwde kas en zocht daardoor diens krediet te benadeelen. Vergun mij dat ik niet in bijzonderheden trede en °u slechts de verzekering geve dat zoo de wensch van den opperhoutvester vervuld ware mijnheer Börner thans in het tuchthuis zat. Wat bleef ons nu over te doen Wij betalen met dezelfde munt en wezen hem op de steengroef... De quitantiedie de opperhoutvester^ overlegde, was van eene veel latere dagteekening en van eenen anderen thesaurier geteekend. Meer dan eens stonden wij op het punt eene gerechtelijke aanklacht tegen hem in te leverengij weet immers dat de teruggave de straf niet kwijtscheldt, maar alleen verzachtWij hebben het tot heden niet gedaan. Meer konden wij niet doen Het komt niet aan op de hoegrootheid van het bedragde daad alleen moet hier beslissen.^Het doel van het bedrog is in dit geval duidelijk te zien „Dat is niet zoo spoedig uitgemaaktviel Erederik den boekhouder in de reden. „Hier is de quitantie van den eersten thesaurier, den heer Kohier Hij reikte ze den fabrikant over, die ze nauw keurig onderzocht. „En lees nu ook dezen brief Börner had de weinige regels gelezen toen hij nog besluiteloos bleef staan vraagde Erederik: „Wie heeft mijn vader bij u beschuldigd van eene gerechtelijke vervolging tegen u te hebben willen aanvangen „Dezelfde Kohier, die deze quitantie onder teekend heeftantwoordde Börner bedaarder. „Wie heeft de vijandschap zoodanig aangestookt, dat ze in haat moest veranderen „Kohier antwoordde nu de boekhouder. „Hij zeide zelfs te willen verklaren, dat de opperhout vester niet betaald had." „En voor mijn vader wilde hij het tegendeel getuigen." Börner sprong op „Wranneer wanneer „Nog geen veertien dagen geleden. En nu mijnheer Börner nog eene vraag Hebt gij op mijn vader geschoten De oude staarde hem verbaasd aan. „Of ik op uw vader zou geschoten hebben?" „Jauit uwen tuin." „Lieve hemelik kan niet eens met een geweer omgaan." „Hebt gij mijn jachthond doodgeslagen?" „Ook dat nog „Even weinig als gij van dat alles weet, weet ook mijn vader van datgenewat gij hem te last legt. Kohier is de schelm die er is nu geen twijfel meer aan de beide vaders meer en meer van elkander tracht te verwijderenom duardoor ook eiken band tusschen de beide kinderen krachteloos te maken. Vraagt gij nu, wie op het doen van rekening en verantwoording aangedrongen heeft, dan zal het wederom „Kohier" zijn. En wie heeft u in den moeilijksten tijd uws levens geholpen? Misschien de ambtman? Mijnheer Hessier, nu mag er Diets langer meer verborgen blijven.... Ik weet, dat gij met den dienst bekend zijtdie Suze Peters u bewezen heift(Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1885 | | pagina 2