Nummer 35. Donderdag 30 April 1885. 8e Jaargang. 0 Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Spanje. Engeland. UITGEVER: Waalwijk. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel; groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsin g opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Volgens het oöicieele programma zal de ko ninklijke familie Zaterdag 2 Mei, 'snamiddags te 1.30 uur te Antwerpen aankomen ter offici- eele openening van de internationale tentoonstel ling. Onmiddellijk na de uitvoering der feest cantate van Peter Benoitdoor een orkest en koor van 1400 executanten zal de koning de tentoonstellingszalen bezoeken terwijl te 6 uur in de Beurs een gala-maaltijd door het gemeen tebestuur wordt aangeboden aan de koninklijke familie, aan de ministers, aan de leden van alle hooge staatslichamen aan het corps diplomati- qneaau de Belgische commissieaan de bui- tenlandsche regeeringscommissarissen enz. enz. BRUSSEL 27 April. L'Inaépeudance Beige meldt dat er een nieuw treffen heeft plaats gehad op de Afghaansche grena, waarbij de Russen uiteen werüen gejaagd en met groote verliezen terug moesten trekken. Het blad geeft het nieuws onder alle voorbe houd ondanks de uitstekende bron, waaruit het het ontving. Er zijn weer een aantal berichten ontvangen omtrent de botsing, tusschen de Engelsch-Egyp tische regeering en de Frauscheontstaan naar leiding der schorsing van de Bosphore Egyptien en de schending van huisrechtwelke daarmede gepaard ging. liet blijkt, dat de Fransche zaakgelastigde nog niet vertrokken is, maar, bijwijze van bedreiging, voorloopig slechts van Cairo naar Alexandrië ver huisde. Men verwacht nu eene schikking, waarbij namens Egypte zal erkend worden, dat het open breken van het gebouw van de Bosphore Egyptien eene schending van huisrecht waswaarvoor de Egyptische regeering hare verontschuldigingen aanbieden zal. Van het schorsen van het blad zal geen melding gemaakt worden. Reeds meermalen is medegedeeld, dat ver scheidene gevangen anarchisten als Louise Michel, Krapotkin, Gauthiers enz, kwijtschelding van hun verderen straftijd zouden bekomen. Thans loopt het gerucht weder en men verzekert zelfs dat het decreet van vrijlating heden zal onderteekend worden. Het gerucht dat de heer Camescasse, pre fect van politie zijn ontslag heeft gevraagd is thans bevestigd. In den ministerraad van Don derdag is dit ontslag eervol toegekend. De heer Ferdinand de Lesseps heeft zijn intrede gedaan in de Fransche Academie. De door hem uitgesproken rede werd beantwoord door Ernest llenan. De Télégraphe geeftonder het opschrift: les petits Borgiaeen artikel over „het vergif tigde Parijs." In dit stuk leest men onder an deren „Te midden van den lentetooi te Parijs klinkt de kreet van Lucretia Borgia: „Mijne hee- ren, gij zijt vergiftigd V' want van 709 monsters wijn die in de vorige maand aan het scheikun dig laboratorium der prefectuur onderzocht wer den, bleken slechts 198 niet vervalscht te zijn. De rest bevatte vreemde stoffen of vreemde kleu ren. De melk is nog sterker en niet nog wal gelijker stoffen vervalscht. Ook gemalen koffie thee cacao, poederchocolade zijn kleine Borgias." Trouwens de Télégraphe is niet het eerste blad, dat ach en wee roept over de op reusachtige schaal gedreven vervalsching der levensmiddelen. Twee Parijzenaars stonden dezer dagen naar een straatlocomotief te kijken, „Ook daarin merkte de eene op„herkent men de hand van Bismarck weder." „Och kom Ja zeker. Die kleine machines zullen weldra voor alle rij tuigen pasklaar gemaakt en alom ingevoerd wor den. Waarmede hebben wij ons bij het beleg gevoed Met paardenvleesch. Als nu de Prui sen weerom komen en dat zijn zij van plan dan kunnen wij het geen 2 maanden uithouden, of wij moeten besluiten om straatlocomotie ven te gaan eten Gamahutde moordenaar van mevrouw Ballcrich (wiens misdaad een zoo treurigen na sleep had in den aanval op de redactie van le Cri du Peuplc en den dood van Norbert Balle- rich) heeft te Paiijs zijn doodvonnis ondergaan. De schepen komende uit streken vari China en Indie waar Cholera heerschtzullen aan de quarantaine worden onderworpen. De beul van Madrid stond dezer dagen voor de correctioneele rechtbank onder beschul diging van revolverschoten gelost te hebben op personen die hem op straat beschimpt hadden. Hij was hetdie te Xérès de negen bandieten der bende van de Zwarte Hand ter dood bracht en te Madrid de koningsmoordenaars Oliva en Moncousi. In het geheel werden er 42 dood vonnissen door hem voltrokken. Ondanks al die aan den staat bewezen dienstenwerd hij nu tot een gevangenisstraf van e6n jaar en negen maanden veroordeeld. De verdediger had na tuurlijk tot vrijspraak van zijn beminnelijken cliënt geconcludeerd. Aan de oppervlakte der diplomatieke wateren, aldus schrijft de particuliere correspondent van de N. R. Ct. den 25 dezer uit Londen, is niets bijzonders te ontwaren maar zelfs onder deze oogenschijnlijke kalmte dat leert de ervaring kunnen gevaren verborgen zijn. „Geen nieuws" is in dit gevalniet „goed nieuws". Iedereen heeft gisteren avond de bijzonderebestudeerde terughoudendheid des premiers opgemerktdie op een paar vragen weigerde te antwoorden omdat men zijn bescheid zou kunnen beschouwen als eene verklaring tegen Rusland. Middelerwijl is het luchtruim vervuld van krijgsrumoer. Uit Oost en West, uit de vier windstreken komen gelijktijdig berichten over wederzijdsche wapeningen. Engeland rust zich ten strijde, Rusland wet zijn krijgszwaard. Beide mogendheden bereiden zich tot een kamp, welke iedereen gevoelt dat beslissend moet zijn, evenals het de Fransch-Duitsche worsteling was. Deze tegenwoordige toestand van gewapende afwachting kan niet lang duren daartoe is de spanning te grootte demoraliseerend. Beter een oorlogin vele opzichtendan zulk een dreigende vrede. De Pall Mall Gazette en de Echo blijven verzoening prediken en eerstge- melde gaat voort het eene krankzinnigheid te noemenom nog verder te krakeelen over het gebeurde te Penjdehin plaats van de grens- demarcatie ter hand te nemen. Ongelukkigerwijze is de regeering een ander gevoelen toegedaan en hare taal in het parlement, hare handelingen daar buitön toonen, dat zij het „betreurenswaar dige incident" niet wil laten glippen, zonder genoegdoening van Rusland's zijde. Mocht zij blijven volharden, dan zie ik niet in, hoe een oorlog vermeden kan worden, te minder daar Rusland verklaard moet hebbenzich in geen geval bij eene scheidsrechterlijke uitspraak te kunnen nserleggen. De geruchten over een Russisch-Fransch verbond tegen Engeland komen meer en meer op den voorgrond. Ik houd zulk eene alliantie voor hoogst onwaarschijnlijk, want welk tastbaar voordeel zou deelneming aan den oorlog Frank rijk kunnen bieden Uit Canada luiden de berichten ietwat beter. De gouvernementstroepen zijn er in geslaagd Battleford te bereiken en te ontzetten. Het geschiedde nog juist bij tijds. De nood was er hoog gestegen. Reeds meenden de bloeddorstige Indianen die de plaats belegerdenzeker te zijn van hun prooi, gelijk zij het waren te Fort Pittalwaar zij een afschuwlijk bloedbad onder de blanke bevolking hebben aangericht. Slechts Dickens een zoon van den vermaarden en zijn politie konden te nauvvernood ontsnappen en zijn te Battleford aangekomen. Riel houdt zich onzijdig en blijft werkeloos. Dit is zon derling daar hij zonder voortvarendheid niets uitrichten kar., De opstandelingen en de staats- troepen zijn nu dicht bij elkaaren tenzij de eersten zich terugtrekkenkunrien wij iederen dag van een gevecht hooren. Eene ontzettende ramp, waarbij het verlies van vijf levens te betreuren is, wordt uit Londen bericht. Vrijdagmorgen vroeg had in een huis in de Borough aldaardat bewoond werd door een verf- en oliekoopman eene ontploffing plaats die dadelijk het geheele huis en weldra ook de naburige gebouwen in brand deed vliegen. De brand woedde zoo hevigdat er geen tijd was om op de gewone wijze het huis te verlaten en weldra vertoonde zich de schoonzuster van den bewoner in de grootste wanhoop met de slapende kinderen voor het venster van de tweede verdieping. De joDge dame was echter kalmer en vastberadener dan menige man in die om standigheden zijn zou. Zij verdween even van het veustei doch kwam in een paar seconden terug en wierp een bed naar beneden. Zij knoopte de lakens aan elkander bond die om het lijf van haar vijfjarig nichtje en liet haar zoo naar beneden zakkenhet tweede kind kwam ook goed benedenmaar bij het derde brak het laken het driejarig meisje kwam op het uit hangbord terecht en het bezeerde zich zoodanig, dat de beide beentje afgezet zullen moeten worden. De jonge dame zelve sprong daarop uit het raam doch had het ongeluk de ruggegraat te breken. Zij ligt thans in hopeloozen toestand in het ziekenhuis. Toen men den brand meester wasvond men onder de puinhoopen het lijk van den vader der kinderen. Hij was blijkbaar uit bed gestapt en naar beneden gesneld om zijn kasboek te halen, dat in de rechterhand van het lijk gevonden werd. De vrouw en de zoon lagen verbrand op de tweede verdieping bij het raam waaruit de schoonzuster de kinderen had geworpen. Zoowel het jongste kindje als de hclfdhaftige schoonzuster zullen aan de bekomen wonden moeten stervenzoodat het totale verlies aan menschenlevens dan 5 bedraagt. Men schrijft uit Londen aan het N. v d. D.: De ontploffing in het ministerie van marine bracht hier heel wat opschudding ie weeg. In 't eerst dacht men, dat de omvang der ramp veel grooter was dan werkelijk het geval bleeken allerlei onrustbarende geruchten waren in omloop. Ik behoorde tot de weinige uitverkorenen, wien het gelukte toegang tot de plaats des onheils te verkrijgen, en kort daarop had ik een onderhoud met Sir Thomas Brassy, lord van de admiraliteit en Mojendieden regeeringsinspecteur. Het ministerie van marine van de grootste zeevarende mogendheid ter wereld is het aller onbeduidendst oud uitziende gebouw in Wite- halldat zich evenals de daarnaast gelegen Horse Guards' Buildings van achteren tot aan St. James' Park uitstrekt. Is men het hek dooren het voorplein over, dan treedt men in een vrij ruim voorportaal waar aan weerszijden der deuraan een paar smerige lessenaars op nog armoediger stoelen een paar portiers gezeten zijn die u onder ge wone omstandigheden wanneer ge u over zaken aan het ministerie vertoontnaar gelang van de op uwe kaart uitgedrukte maatschappelijke po sitiemet meer of mindere kortheid weer naar een paar andere beambten verwijzen waarvan er u eindelijk een door de lange dutfe gangen en dikwijls via een aantal dutfe, kleine, ouderwetsche kamertjes naar uwe bestemmingsplaats voert. Daar aangekomen vraagt ge u met de grootste verwondering af, of dit nu de werkplaats van den First Lord of the Admiralty is Jawel, het is zoo, en dut is, natuurlijk, nog de voornaamste kamer in het geheele gebouw; alle andere zien er niet veel beter uit dan wachtka mers. Zoo ook het kantoor van den assixtent- secretaris den heer E. N. Swainson waar de ontploffing plaats had. Dat kantoor is aan het einde van de linker gangaan de achterzijde van het gebouw, uit ziende op St. James Park. De secretaris kwam te 10.15 op zijn bureau, en in het drukke zijner werkzaamheden zijnde had te 6 minuten voor elven een zoo hevige ontploffing plaatsdat hij van zijn stoel werd geslingerd en dubbel gevouwen met het hoofd tegen den muur aan het einde van de kamer geworpen. De zoldering kwam naar beneden, de meubels werden verbrijzeld gaten sloegen in den grond, de deuren werden tot splinters geslagen; in hel kort er was geen stuk heel meer op ziju plaats. Van de metalen klok was het uurwerk uitgesprongen en de zware metalen plaat was verwrongen alsof men er met een moker op geslagen had. De ruiten van alle omliggende kamers waren verbrijzeld maar overigens be paalde zich de schade alleen tot de kamer van den secretaris. Doordien alle ruiten naar buiten vlogen en ook door de gaten in der. grond, kwam men dadelijk tot het vermoeden dat de ont ploffing door dynamiet moest zijn veroorzaakt. Er ontstond brand doch het vuur was weldra gebluscht. De heer Swaison was zeer ernstig verwond en is thans in het St. Thomas hospi taal. Ik had had gelegenheid van den gewonde te vernemen, dat niemand dezen morgen in zijn bureau was geweest tot op het oogenblik der ontploffingen het vermoeden is dusdat hei ontploffingsmiddel door iemand die 's morgens vroeg toegang tot het gebouw heeft weten te verkrijgen, is achtergelaten geworden, en de ma chine door middel van een uurwerk later afge- loopen. De geheele zaak is weerevenals alle vroe gere dynamietontploffir.gen in het duister ge huld en uitzicht om de schuldigen te vatten be staat er volstrekt niet. Ik mag dan ook niet ontkennen dat met alle zoogenaamde waak zaamheid het de gemakkelijkste zaak in de wereld zou geweest zijn een uurwerk of iets dergelijks in het gebouw neer te|leggen, zonder dat een sterveling er iets van zou bemerkt heb ben. Ware het niet dat kolonel Majendie en Sr Thomas Brassy van een tegenovergesteld gevoe len waren dan zou ik veel meer geneigd zijn te gelooven aan eene ontploffing van een ter onderzoeking gezonden projectieldan aan boos opzet. Een telegram uit Silma van Zaterdag meldt: Het vertrek van den hertog van Connaught van Silma had plaats ten gevolge der ontvangst van een telegram uif Engeland, hetwelk, hoewel geen staatkundige berichten behelzende, toch be schouwd wordt als een kenteeken van den uiterst criticken staatkundigen toestand. Da onderkoning heeft een langdurenden krijgsraad gehouden. Men gelooft dat tot eene onmiddellijke concen tratie van troepen te Quettah besloten is. LONDEN, 27 April. De Staal had Zaterdag een lang onderhoud met Granville. Naar bet heet, zou Granville aan De Staal het besluit der Britsche regeering ten opzichte van het ge beurde te Penjdeh hebben medegedeeld. Na afloop van den kabinetsraad zou er eene dépê che naar Petersburg zijn gezonden, iG welke de Britsche regeering haren eisch tot instellen van een militair onderzoek in zake Komaroff's han deling herhaalt. 27 April. In het lagerhuis stelde Gourley de vraag of de regeering wil trachten het geschil met Rusland te onderwerpen aan de uitspraak van den president der Ver. Staten, waarop Glad stone het volgende bescheid gaf: Deze vraag is in hel wezen reeds vroeger door mij beantwoord. Wij zijn ons volkomen de zware verantwoorde lijkheid die op ons druktbewusten streven er naarde eer en de trouw van Engeland on geschonden te houden terwijl wij tegelijkertijd het als onzen plicht beschouwen ieder middel aan te wenden waardoor de oorlog zou kunnen vermeden worden. Aan Sir Stafford Northcote gaf Gladstone ten antwoord dat Sir Peter Lumsden Zaterdag geseind heeft aai* Stephen de opdracht gegeven te heb ben naar Londen te gaan om lord Granville in te lichten over detailquaesties in verband met zijne dépêches en met alle op den tegen de Af- ghanen gepleegden aanval betrekkelijke omstan digheden. Op de vraag van Rifchic of de onderhan-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1885 | | pagina 1