Nnminor 79. Donderdag 1 October 1885. 8e Jaargang. Tt IB Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. u ANTOON TIELEN Graanrechten. BUITENLAND. Belgie Frankrijk. i. UITGEVER: Waalwijk. S Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden t?an den Uitgever. Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel; groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Bij de staten-generaal is een adres ingediend, houdende het verzoek om een inkomend recht op vreemde granen (en meel?) ten bedrage van f 1.50 h f2.per 100 kilogram te doen heffen. 't Haagsche Dagblad dit mededeelende komt al weder met de beweringdat het invoer recht den prijs van het brood niet zou ver- hoogendaar de vreemdeling het betaalt, en dus zijn winst met het invoerrecht wordt verminderd. De praktijk in Frankrijk en üuitschland zou deze theorie hebben bevestigd. vindien bevestigen" dezelfde beteekenis heeft als „logenstraffen" heeft het Dagblad gelijkzegt het Handelsblad. Maar een vergelijking der marktprijzen leert het tegen deel. Dit is juist dezer dagen in Duitschland in het licht gesteldtoen daar dezelfde leer als het Dagblad verkondigtdoor de protec- tionisten werd aangevoerd. In het pas opgerichte blad van Eugen Richter, Die Freisinnige Zeitungwas de aandacht gevestigd op het verschil van no teering van rogge te Berlijn en te Amsterdam op 1 Sept. jl. voor de herfstlevering. De prijzen verschilden per 1000 KG. mark 32,20, nog meer dus dan het invoer recht van 30 mark per 1000 KG. Daartegen kwamen de voorstanders van het hooge invoerrecht op. Zij beriepen zich op de noteeringdie voor Amsterdam luidde 131, voor Berlijn 135,35 mark, zoodat het verschil veel minder zou wezen. Yoor een jaar was de noteering te Amsterdam 154, te Berlijn maar 138 Dat schijnt overtuigend. Maar zooals de Freis. Zeit. opmerktis hierbij slechts vergetendat de noteering van Berlijn ge schiedt in marken en voor 1000 Kg.; die te Arasterdam ra guldens voor 2100 Kg. Herleidt men de cijfers tot denzelfden grond slag dan vindt men ongeveer het bedrag van het invoerrecht, op beide tijdstippen in Duitschland van rogge geheven. Wat blijkt hieruit? Dat de ervaring juist het tegendeel leert van de beweringdat de importeur het invoerrecht draagt. //Het zijn de consumentendie het recht betalen en duurder brood eten./' „In een tijd als deze, waarin zoovele werk lieden toch al gebrek aan werk hebben, het brood duurder te makenware een groot onrechtaldus het Handelsbl. //Een des te grooter onrecht, omdat een graanrecht zou leiden tot verhooging der pachten, en dus uitsluitend ten bate zou komen van een deel der grondeigenaars, ten getale van 90000, (volgens het landbouwverslag)die met hun gezinnen ongeveer een tiende der bevolking uitmaken, maar ten nadeele van de overige 9/10 der bevolking, die thans voor hun brood 15 a 20 millioen minder 's jaars hebben uit te geven dan 20 jaren geleden." Men moet wel denken op blind aannemen van 't geen wordt „geleeraard", wanneer men feiten die zoo voor de hand liggen, verdraait en verdonkermaant. Elke belasting op invoer wordt door den verbruiker betaaldsoms dubbel en drie-dubbel, wijl overal iets aan den strijkstok blijft hangen. De Hollandsche maatschappij van landbouw, in deze zeker eene bevoegde beoordeelaarster, heeft dit ook begrepen. In hare 48e alge- meene vergaderingvoor eenige dagen te Purmerend gehoudenis met eene verplet terende meerderheid van 530 tegen 30 stem men aangenomen de volgende motie 0de vergaderingvan oordeel zijndedat „de heffing van beschermende rechten bij den //invoer van landbouwproducten den toestand z/wel zal verergerenmaar niet verbeteren //draagt aan het hoofdbestuur opal zijn //invloed aan te weuden om die ramp vcor z/ons vaderland te keerenindien er ooit z/door de regeering voorstellen in dien geest //mochten worden gedaan." V. Zooals wij in ons vorig nummer mede deelden is in eene vergadering van Lang- straatsche gemeente- en waterschapsbesturen eene commissie benoemd die een adres zal ontwerpen aan de staten-generaalin dit adres zal worden verzocht, bij de eerlang te behandelen onteigeningswet voor het ver leggen van de uitmonding der Maas, in de bestaande grieven te voorzien. De Langstraat is niet de eenige streek, die in deze hare stem doet hooren; het Nieuws blad voor het kanton Oosterhout van verleden Zondag bevat over hetzelfde onderwerp het volgende artikel; Nogmaals moeten wij een paar woorden aan den Maasmond wijden zeer tot onze spijt. Wij hoopten toch dat het gedaan zou zijn. Wij hadden gezegd wat wij te zeggen hadden wij hadden niet zonder eenige argumenten een aantal bezwaren tegen het ons verderflijk werk ontwikkeld en verwachtten dat de voorstanders „Noordbrabanter" en Roozendaalsche „Grondwet" voorop of er de ijdelheid van zouden aantoonen, öf door hun zwijgen er de gegrondheid van erkennen. In beide gevallen hadden wij niets meer te zeggen. Intusschen deze verwachting werd bitter te leurgesteld. De voorstanders wederlegden onze bezwaren nietdoch zwegen evenmin. „Och ja" zoo zeiden zij, en gedeputeerde staten dezer provincie waren in dezen even als meestal de trouwe echo van de stemmiug in het Noordoosten, „och ja, bezwaren zijn er altijd wel te vinden doch gij begrijpt wel dat de bezadigdigde rechtvaardigeonbevangene staat der Nederlanden of zijn alwijze, almachtige en wereldberoemde waterstaat nooit ofte nimmer een werk zullen ondernemen of uitvoeren, dat niet voor alle schepselen, zelfs voor de afgunstige, nuttig en voordeelig is." Of ons dit tegenvielwij die eene refutatie hadden verwacht en... eene geruststelling ont vingen Blijkbaar intusschen is het overbodig bij zulk eene overgroote en haast kinderlijke berusting var. gedeputeerde staten in „de wijsheid des vaders die in den Haag is," in eene herhaling onzer a priori onbestaanbaar verklaarde bezwaren te treden en nogmaals te betoogen, dat gedeputeerde staten wel vol vertrouwen en de ingenieurs vol wijsheid kunnen zijnen dat toch het water nat is en koeien geen kikvorschen zijn. Wij althans bepalen ons met te verwijzen naar ons nummer van Mei jl., waar een aan tal van die onmogelijke bezwaren staan vermeld welke wij in het bijzonder aan Grondwet en Noordbrabanter ter refutatie aanbevelen. Voor ditmaal wenschen wij in het kort reden te geven waarom zoodanige voorname gerust stelling op ons veeleer het tegenovergestelde gevolg heeft. Er wordt gewoonlijk in deze zaak, zeer tot ons nadeelaldus geredeneerd met de verleg ging van den Maasmond wordt ongetwijfeld bet algemeen nut bevorderd nu kunnen daartegen misschien wel eenige min of meer gegronde bezwaren worden ingebracht doch dit zijn dan particuliere belangen, die zich tegen het algemeen belang verzettenzeer zeker beboort zooveel mogelijk te worden getracht die met elkaar te verzoenen doch anders moeten de eersten maar voor het laatste wijkenwat het zwaarste is moet ook maar het zwaarste wegen. Tegen zoodanige redeneering ware veel meer in te brengen dan wij in deze twee kolommen ook maar kunnen aanstippen; wij willen daarom niets afdingen op dat algemeen belang, dat juist de verlegging van den Maasmond zou vorderen, alsof het er door te baten-gedeelte dezer pro vincie niet veel eenvoudiger door dijkverzwaring en stoombemaling te helpen waredoch wij moeten er tegen opkomen alsof onze belangen van communicatie en afwatering niet evenzeer algemeetie belangen waren. Weet men hoe hel gegaan is? Heel in het begin wilde men van g6ene be zwaren hoegenaamd dezerzijds hooren. Toen zij echter van verschillende zijden luider werden herhaald klonk het antwoord „gij overdrijft." Wij betoogen het tegendeel met velerlei argu menten, doch in plaats eener refutatie volgt andermaal het onverstoorbaar wooid: „gij over drijft." Wij houden aan en herhalen nogmaals en nogmaals de nooit weerlegde argumenten en ten slotte klinkt het eenigzins geraakt„overal zijn wel bezwaren te vinden en in ieder geval zij betreffen slechts particuliere belangen." De Grondwet of de Zoom, het verschiljis som tijds niet grootspraken het uit„het zijn maar particuliere belangen Waren wij in deze zaken in het algemeen en van beide bladen in het bijzonder niet aan zeer vele... laten wij zeggen zonderlingheden gewoon, het zou ons moeilijk vallen hier een uitroep van verbazing te weerhouden. De staat graaft hier zeer tegen onzen zin eene nieuwe rivier, stelt ons aan zeer ernstige ge varen van doorbraak en overstrooming bloot bemoeiclijkt ontegenzeglijk onze gemeenschap met het overland belemmert vooral onze afwatering tot bedervecs toe onzer kostbare landerijen, en als wij dan tegen deze nadeelen zooveel mogelijk wenschen gewaakt te zienals wij voorziening eischen tegen de directe nadeelen eener belem merde waterlossingdan meenen wij dat het niet aangaat uit den hooge te orakelen daarmee hebben wij niets te maken dat zijn maar par ticuliere belangen. Wij voor ons zien niet in waarom de afwate ring der Donge niet even goed vau algemeen belang zou zijn als die der Diezewaarvoor toch grootendeels dit kostbaar werk wordt on dernemen. Wij achten het een eisch van rechtvaardigheid dat zulke kosten niet ten nadeele van een aan zienlijk gedeelte dezer provincie komen dat de hier sints eeuwen bestaande toestanden niet ten óuzeu nadeele worden veranderddat zoo zij niet met al de kosten worden verbeterd zij zeker niet worden verslechterd dat wij na de uitvoe ring minstens even goed kunnen lossen als te voren. En een eisch van rechtvaardigheid is steeds een algemeen belang. Gelukkig behoeven wij hierover niet meer woorden te verkwisten. D>) leus der particuliere belangen heeft vrij wel uitgediend. Blijkens het voorloopig verslag erkent men nagenoeg algemeen dat ook wij hier niet gemaakt zijn om op onze beurt alle rampen eener gebrekkige waterlossing te lijden en dat het dwaas is om zoo vele schatten te besteden tot het verplaatsen der kwaal. Doch hiermee vorderen wij uog weinig, zoo wij niet weten hoe die noodzakelijke gevolgen eener hoogst gebrekkig voorbereide wet zullen worden verholpen hoe om een concreet punt te nemen hoe men het zal aanleggen bijv. om de behoorlijke uitwatering der Donge te verze keren. Dit wilden wij wel eeDs weten en ten volle begrijpen. Eene zekere zwaarwichtige bereddering bij de verzekering „dat zullen wij wel goed arrangeeren, alles zal best terecht komen," stelt ons niet gerust; integendeel. Wij willen wel eens weten hoe dat zal gebeuren Vóór het eerste stuk land wordt aangekocht en de eerste spade in den grond wordt gestokeD, hebben wij recht te weten en met volle weten schap te kennen wat er gedaan en hoe er gewerkt zal worden opdat soms niet te laat de groote moeielijkheid, ja misschien de onmogelijkheid blijke om ons voldoende voor schade te bewaren. Als de onteigeningswet eenmaal is aangenomen, is de kogel door de kerk en zijn wij geleverd aan het departement van waterstaatwel mis schien een zeer wijze maar zeker een zeer ei genwijze meester. Niemand zal het dus wraken dat wij liever te voren weten waaraan ons te houden dat wij verzekerd willen zijn ten eerste dat de mo gelijkheid bestaat om de wet zonder groot nadeel voor ons uit te voeren; een punt waaromtrent bij ons gegronde twijfel bestaatten tweede dat die mogelijkheid al kost het nog zoo veel, ten onzen bate zal worden benuttigd. Een onderzoek door eene gemengde commissie dunkt ons het eenige middel om het eerste punt, waarvan het tweede grootendeels afhangttot klaarheid te brengen het eenig middel om de zekerheidwaarop wij recht hebbente ver schaffen. Dat het Noordoosten er zich tegenkant is eene voortzetting van de sinds jaren gevolgde tactiek om alles in deze quaestie per se volmaakt en zonder moeilijkheden te vinden, 't Is dus niet bevreemdend. Wel echter dai de minister, die toch ook van de vele moeislijkheden diep overtuigd isin deze den wil der kamer niet volgt. Kent men dan ook na de M. v. Ant. den invloed op de Merwede den omvang der werken op den Amer en hunne duurzaamheid Verzekert men de bevaarbaarheid bij Hedikhuizeude lossing der beide uitwateringskanalen en die der Donge, de veiligheid der dijken langs den Amer Deze en zoovele andere punten mogen het onderwerp uitmaken van het in te stellen onder zoek waarop wij hierbij nogmaals aandringen. De Nord laakt hevig het gedrag van den vorst van Bulgarijeen zegt dat de diplomatie zich flink en onpartijdig moet gedragen. Als zij den sultan belet gebruik te maken van zijn recht om den opstand te onderdrukkendan moet zij ook de Bulgaren nopen des sultans gezag en be sluiten te eerbiedigen. De Nord slaat eene per soonlijke vereeniging vau Bulgarije en Roemelie voorwaarbij beiden hunne staatkundige positie en instellingen behouden uitgezonderd de wij zigingen, vvelke mogelijk zijn om hen in harmonie te brengön. Macedonië zou moeten ontvangen de autonomische instellingenvoorzien bij art. 23 van het verdrag van Berlijn. Kolonel Herbingerop wiens bevel en onder wiens leiding de terugtocht der Fransche troepen destijds van Langson heeft plaats gehad en die om hiervan rekenschap te geven naar Parijs is teruggeroepen is zooals men zich herinnert weder door den minister van oorlog uaar Hanoi teruggezondenopdat daar het onderzoek zou geschieden. De krijgsraad te Hanoi wil zich met de zaak niet inlaten zoödat kolonel .Herbinger weder op reis is naar Parijs. Het is thans best mogelijk, dat de geheele quaestie in den doofpot wordt gedaan, daar door het onderzoek der zaak nog wel eens onthullingen omtrent den toenma- ligen toestand in Tonkin gedaan zouden kunnen worden die dc regeering niet gaarue ter kennis van het publiek zou willen hebben De minister van marine laat een transportschip bevrachtendat met den meesten spoed naar Brest moet gaan, om troepen en oorlogsmateriaal voor Madagascar aan boord te nemen. Dit stoom schip dient ter vervanging van de „Scamandre", welke eenige dagen geleden in de straat van Gibraltar door een ander schip in den grond ge varen is. De kamers zullen naar het heet, eerst in de tweede helft van November bijeengeroepen worden. Het congres tot het kiezen van een president der republiek zal den 30sten December bijeenkomen. Zooals men weetis het mandaat van den heer Grevy in het begin van het vol gende jaar geëindigd. De Chineesche gedelegeerden de com missie uitmakende welke de grens van Tonkin moet bepalen zijn benoemd. De commissie zal den 9den November hare werkzaamheden be-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1885 | | pagina 1