Engeland. Duitschland. Denemarken. Oostenrijk, Italië. Servie. Bulgarije. Egypte. Amerika. BINNENLAND. UITVOERINGEN. De heer Castelar hield ter opening der lezingen van het //handelsgenootschap7' te Madrid eene rede waarin hij zeer vrijmoedig Duitsch- lands koloniale politiek publiek beoordeelde. Hij zeide dat de volken beschaving moesten brengen waar deze ontbrak maar dat continentale mo gendheden nooit koloniseerend konden optreden in spijt van een ijzeren kanselier. In Oost-lndië had Duitschland nooit iets tot stand gebracht. Castelar dreef den spot met de pretentiën der Hamburgsche kooplieden en voegde er bij, dat het arme Duitschlandwaar de menschen van honger omkomen, juist koloniën was gaan zoeken na een oorlogdie milliarden iu het land had gebracht. Ondanks dit moesten jaarlijks nog honderdduizend Duitschers over zee gaan, omdat zij thuis gebrek leden. Castelar besloot, dat de theorie van den Duitschen kanselierals zouden onbezette landstreken aan Duitschland behooren, Europa tot de dagen der barbaarschheid zouden terugvoeren daar het recht aldus voor de macht zou onderdoen. Gladstone heeft zijne verkiezingsreis aanvaard. "Reeds hield hij te Edinburgh eene redevoering, waarin hij op aansluiting der liberalen aandrong, vooral tegenover de pogingen der Ieren om hun land van Engeland te doen afscheiden. Wel wilde hij tegenover Ierland vrijgevig wezen, doch met verstand. Van eene verzwakking van het on derling verband tusschen de dt-elen des rijks mocht, volgens Gladstone, nooit of nimmer sprake wtzen. Dienzelfden dag voerde Parnell te Liverpool het woord. In die redevoering eischts hij van Glaistone, dat deze een plan viu zelfbestuur voor Ierland aan de kiezers zou voorleggen, waardoor de eenheid des rijks niet in gevaar zou worden gebracht. Dit is bij de bekende gezindheid der Ieren, zooveel als de afbeelding van een vierkanten cirkel verlangen. De Engelsche minister van oorlog is voor nemens tien nieuwe bataljons infanterie te vor men. Naar de Times uit Rangoon verneemt heeft de gouverneur Bernard een afschrift ont vangen van eene proclamatie, waarin Thibauvv zijnen officieren en onderdanen beveelt de En- gelschen uit te roeien, Men vreest dat de Eu ropeanen te Mandalay vermoord zijn geworden. Het antwoord van koning Thebaw op het ultimatum van Engeland is thans vertaald en is du9volgens den correspondent van de „Times" te Rangoon in al zijne bijzonderheden bekend. Wat de scheidsrechterlijke beslissing betreft der quaestiedie tusschen het gouvernement van Birma en de „Bombay and Burmah Trading Company" bestaatwelke door Engeland is voorgesteld verklaart de koning datwanneer deze maatschappij eenvoudig in beroep wil komen tegen het vonnis door de Birmasche rechtbank geveld hij de zaak zal onderzoeken, daar hij de buitenlandsche kooplieden in Birma wenscht aan te moedigen, doch hij voegt er bij dat deze zaak geen aanleiding kan geven tot nieuwe diploma tieke onderhandelingen zoodat hij aan Engeland het recht ontzegt tusschenbeide te treden. Wat de buitenlandsche betrekkingen van Birma aangaatwil de koning zich niet aan de con trole van Engelaud onderwerpen zonder hierom trent aan de overige mogendheden vooraf de keuze gelaten te hebben. Ten slotte weigert de koning garantie te beloven voor de onschend baarheid der koopwaren die over Birma naar China gevoerd worden. Hij zegt dat de kooplieden altijd zijn hulp kunnen inroepen wanneer zij deze noodig hebben. Dit is het antwoord dat de Britsche regee ring als vijandig beschouwt en dientengevolge aan het expeditionaire corps last gegeven heeft opper-Blrma binnen tc rukken. Men gelooft dat koning Thebaw zich van ver scheidene Engelsche stoombootendie in de Irrawady in de omstreken van Mandalay lagen, heeft meester gemaakt. EngeUche vakbladen bsspreken met veel belangstelling de merkwaardige proefnemingen van Nussbaumwelke eene vereeniging van lichtgas en electrisch booglicht ten doel hebben. De koolspitsen zijn daarbij hol en dienen tot toevoer van lichtgas. Dit gas krijgt iu de na bij heicl van den electrischen licktboog een zeer hooge temperatuurwordt daardoor ontleed, en terwijl de lichtkracht aanzienlijk vermeerdert, zet zich kool af op de koolspitsen. Nussbaum beweertdat bij behoorlijke rege ling van gastoevoer in verband met electrischen stroom juist kool genoeg kan afgezet worden om tegen het verlies aan kool van de spitsen op te wegen. Zoo dit geluktdan zijn de kost bare en gecompliceerde regulateurs geheel over bodig. Naar de Standard verneemt uit Nisch is het onwaardat de Servische troepen in Bul garije eenen inval hebben gedaan. Uit Konstantinopel wordt aan hetzelfde blad geseind dat er alsnog vele voorloopige zittingen van de conferentie noodig zullen zijn alvorens het op te lossen vraagstuk zelf aan de orde kan komen. Het blijkt intusschen dat de con ferentie hopeloos verdeeld is. Tegenover de drie Oostersche keizerrijken staan Engeland, Frankrijk en Italië. Tusschen de leiders van de Duitsche sociaal-- democraten, Lie'oknecht en Viereck, is verschil ontstaan over het eischen van een normalen arbeidsdag. De eerstgenoemde is daartegen, dè tweede daarvoor. Dientengevolge hevige strijd tusschen beiden. Te Wezel heeft Maandagavond een ernstig ongeluk plaats gehad. De gezagvoerder P. D., van het te Rotterdam te huis behoorende Rijn schip Scheepvaart 12, geraakte bij bet opdraaien tusschen den sleeptros en het roer. Binnen weinige oogenblikken was hij een lijk. De voorloopige strenge wet, door de Deensche regeering tot beperking van de vrijheid der pers en het recht van vergadering uitgevaardigd, is reeds toegepast. Te Aalborg is een lid der socialistische partij, die de regeering iu een openbare bijeenkomst heftig aanviel, terstond in hechtenis genomen. Een der voornaamste en meest geachte bankiers van Kopenhagen, Ludwig Hansen, heeft zijne betalingen gestaakt, en zich schuldig ver klaard aan het verduisteren van hem toever trouwde gelden. Hij is in hechtenis genomen. Het tekort bedraagt 1 a U/2 miliioen kronen. Een groot aantal personen zijn door dit bankroet, waaraan men eerst geen geloof wilde slaan, arm geworden. In de Oosteurijksche delegatie werd graaf Kalnoky geïnterpelleerd over de uitwijziging, door Pruisen gelast. Hij verklaarde in zijn antwoord o. a. dat de maatregel der Pruisische regeering niet zoo omvangrijk was als beweerd werd, en elke staat vrijheid heeft om naar goed dunken het verblijf aan vreemdelingen te ont zeggen. De Pruissische regeering had verklaard, zich om dringende redenen van binnenlandsche politiek tegen de immigratie uit Russisch Polen en Galicië te moeten verzetten. Hij (Kalnoky) had toen op matiging aangedrongen, en het antwoord was alleszins bevredigend geweest. Hij zou ook in het vervolg zijn invloed in Pruisen ten behoeve der Oostenryksche onderdanen doen gelden. De Latijnsche tekst van 's pausen nieuwe en cycliek, Immortale Dei genaamd en handelende over het christelijk bestuur der staten, is open baar geraaadt. Zij beslaat in de Ósservatore Romano veertien kolommen, in den Univers bijua tien. Eene officieele overzetting wordt nu, of is reeds, te Rome gereed gemaakt in vijf talen in het Italiaansch Fransch, Spaansch Engelsch en Duitsch. In afwachting dat deze aan de katholieke bladen toegezonden wordt, heeft het Journal de Bruxelles reeds een paar brok stukken er van aan zijne lezers medegedeeld. Ziehier wat dit blad er van geeft „Wat de regeering door het volk betreft, die men als rechtens bij de menigte wil doen wor telen en volledig afscheiden van God zoo die regeering al uitermate geschikt is den grooten hoop te vleien en al zijne hartstochten in gloed te zetten, zij is niettemin onmogelijk te recht vaardigen voor het verstand, en feitelijk vermag zij niet de openbare gerustheid te geven en een duurzamen en vreedzamen staat van zaken ves tigen. In waarheid, door die leeringen zijn de toestanden van dien aard geworden, dat het bijna een regeerings-axioma is, dat de opstand een wettig recht is. De meening heeft de over hand gekregen, dat de regeeringen niets anders zijn dan eenvoudige zaakwaarnemers, belast met de taak om uitvoering te geven aan den volkswil. Van daar die noodzakelijkheid, dat alles in den staat veranderd kan worden naar de luimen van het volk, en tengevolge daarvan heeft men aldaar voor eene versto. ing der orde te vreezen. „Uil al hetgeen (hierooven) is gezegd, blijkt dat geen enkele regeeringsvorm, uit den aard van dien vorm in strijd is met de beginselen van den katholieken godsdienst, en dat zij alle, indien zij in den dienst der rechtvaardigheid zijn, de staten kunnen doen bloeien. Meer nog: niets verzet er zich tegen dat het volk in meer dere of mindere mate deelneemt aan 's lands bestuur, en er zijn zelfs omstandigheden en voorwaarden, waarin de deelneming niet alleen nuttig, maar ook verplichtend is voor de burgers. Men kan de kerk dus niet beschuldigen te be krompen of te weinig toegevend en de vijandin te zijn van de ware vrijheid. „Die ware vrijheid verdient te allen tijde nagestreefd te worden. Indien de burgers haar in de openbare orde van zaken betrachten, zal zij alle mogelijke voordeelen aanbrengen en den staat vrijwaren voor elk despotisme. De kerk heeft haar altijd verdedigd. Wat zij bestrijdt is de losbandigheideven schadelijk voor de burgermaatschappij als voor het familieleven. De kerk is de vriendin van allen vooruitgang, en men lastert haar als men haar voorstelt als de vijandin van de hedendaagsche staatsregelingen en van alle hedendaagsche ontdekkingen van het menschelijk genie." Het Journal de Bruxelles voegt hierbij, dat bet den tekst van dit in der haast gemaakte uittreksel niet waarborgt, maar dat het instaat voor den zin. De Univers deelt na den Latijnschen tekst nog de volgende dépêche uit Rome omtrent den inhoud mede „De encycliek Immortale Dei vergelijkt de hedendaagsche begrippen aangaande het bestuur der maatschappijen met de leeringen der kerk. Zij tooiit aan dat deze alleen der burgermaat schappij het welzijn verschaften. „De souvereine opperpriester verkondigt dat de kerk onafhankelijk is van het burgerlijk gezag, maar de noodzakelijke vereeniging der beide machten brengt de heilzaamste vruchten voort getuigen de eeuwen van geloof, waarvan Leo XIII een schitterend taferaal geeft. „De souvereine opperpriester zet bovendien uiteen en veroordeelt de hedendaagsche dwalingen. Met dat doel herinnert hij aan de encycliek Mirari vos van Gregorius XVI en aan den syl labus van Pius IX, welks stellingen'18, 39, 55, 79 hij aanhaalt. Intusschen veroordeelt de kerk geen enkelen staatsvorm op zich zelf, evenmin als de rechtmatige vrijheden dat wil zeggen dezulkedie niet indruischcn tegen de wetten Gods. Omtrent al die punten, en vooral omtrent de quaestien der hedendaagsche vrijheden zijn de katholieken gewaarschuwd dat zij hunne meening in te richten hebben naar die van den Heiligen Stoel. Voor wat de deelneming aan de openbare zaak betreft, niet alleen dat,zij hiertoe kunnen overgaan maar dikwijls zijn zij het verplicht tenzij hun geweten er zich tegen verzet. „De paus maant ten slotte tot eensgezindheid, tot liefdadigheid tot gehoorzaamheid aan den Heiligen Sto~l en de bisschoppen aan". Volgens een telegram uit Rome zju lie paus een grondslag gevonden hebben tot over - eenstemming tusschen Spanje en Duitschland in de quaestie der Carolineuen zouden beide regeeringen zich met die schikking hebben ver- eenigd. De politie te Rome moet dezer dagen ontdekt hebben dat daar een geheim genoot schap bestondhetwelk kinderen var. vijf tot tien jaren opkocht, om hen weder te verkoopen aan bedelaars en kunstenmakers of om hen zelf te laten bedelen. Het genootschap had een aantal agenten waaronder ook verscheidene vrouwen en meisjes. Deze reisden van tijd tot tijd door het land rond, om arme lieden hunne kinderen af te koopen. De ouders werden echter niet misleidmen vertelde hun vooraf, waarvoor de kinderen gebruikt zouden worden. Hoe meer lichaamsgebreken een kind had, hoe meer het waard was. Blinde kinderen waren vooral zeer gezocht. De leden der bende zijn in hechtenis genomen. Men vond een aantal nog onverkochte kinderen bij hen die allen naar hunne ouders terugge zonden werden. Het Servische gouvernement verzekert in eene officieele dépêche uit Belgradodat geene schendiug der Bulgaarsche grenzen door Servische troepen heeft plaats gehad. De regeering te Sofia heeft bekend gemaakt, dat zij bevel heeft gegeven dc 300 Serviërs die nog steeds bij Trin zijn als roovers te behan delen. Met de openbare veiligheid in Egypte staat het al zeer treurig geschapen. Roof en diefstal zijn er iets zeer gowoons, en het Nijlland wemelt van Assuan tot aan de Middellandsche zee, van rooverbenden weike uit overblijfselen van het leger van den mahdi, uit ontsnapte misdadigers en allerlei boeven bestaan. Hoe talrijk die roovers zijn blijkt uit het feitdat de krijgsraad voor Opper Egypte den lOen October 11. 60 roovers tot dwangarbeid en 2 ter dood veroordeelde, dat den llen 10 mannen den 12en nog zes man ter dood en vijf anderen tol dwangarbeid veroordeeld werden. Maar na die vonnissen is het aantal rooverijen volstrekt niet minder geworden. Daarbij komt, dat ook de rechtspleging in een betreurenswaardigen toesiand verkeert. Het per- soueel der rechtbanken van inboorlingen is juist gezuiverd moeten worden omdat gebleken is dat omkooperij hei eenige middel was, waarmede men het behandelen van rechtszaken kon doen voortgaan. De ambtenaren van den hoogsten tot den minsten houden de hand op. De voorzitter der rechtbank van Alexandrië is uit zijn ambt outzetomdat hij zich liet omkoopeu, Een ander rechterlijk ambtenaar wien men om dtzelfde reden zijn ontslag wilde geven weigerde daarin te berusten en vei langde een onderzoek om te bewijzen dat hij slechts het voorbeeld van zijn meerderen volgde, als hij geschenken aannam. Dat onderzoek heeft niet plaats gehad en de man heeft zijn ambt be houden. De regeering is bezig met het beramen van middelen om deze onhoudbare toestanden te verbeteren en de khedive zelf moet ook zeer ijveren voor ernstige hervormingen in dezen. Omtrent het vergaan van eene der stoombooten van de Canadian Pacific spoorwegmaatschappij de Algoma op het Lake Superiorworden de volgende bijzonderheden gemeld. Het schip was eene der drie prachtige stalen stoombooten, voor de genoemde Mij. gebouwd aan de Clydeén pas verleden jaar in dienst gesteld op het Bo- venmeer. De boot was van Owen Sound op weg naar Port Arthuren liep in de buurt van laatstgenoemde haven op een rif, terwijl men achter eene rots trachtte beschutting te vinden tegen een verschrikkelijken sneeuwstorm. Ter nauwernood had het schip op het rif gestooten, of het begon te zinken. Te midden van de grootste verwarring en onder het geweeklaag der opvarenden met de passagiers mede 62 menschen werd beproefd de sloepen te water te laten. Ofschoon deze dadelijk daarvoor in orde waren mocht dit nog slechts met ééne gelukken. Daarin wisten zich de kapitein, twee passagiers en tien man van de equipage te bergen. De overigen verdronken. De gespaarden werden opgenomen door de Athabascaeveneens eene boot van de Canadian Pacific Spmij.en naar Port Aurhur gebracht. WAALWIJK. Zondag 15 dezer, 's middags 12 ure, door de liedertafel „Oefening en Vermaak/' van Waalwijk en Bezooien, in de zaal Musis Sacrum 1 Zauber der Nacht Kreutzer. 2 De martelaars in het Colyseum Rille. 4 Soldaten Abschied Marscliner. Waalwijk, 14 November 1885. Tot secretaris der gemeente Waspik en teven9 gemeenteontvanger is door den raad benoemd de heer A. Schoenmakers, aldaar, met 5 van de 7 stemmen. Donderdag namiddag ontstond in eene herberg alhier ruzie, doordat de politieagent eener naburige gemeente onverhoeds in den vinger werd gebeten. De dader werd door de marechaucsée in arrest genomen en tegen hem is proces verbaal opge maakt. De commissaris des konings heeft aan de gemeentebesturen in Noord-Brabant de volgende aanschrijving gericht: Uit een brief van den procureur-generaal fungeerend directeur van politie, is mij Overtuigd geblekendat de vrij algemeen heerschende meening over gebrekkige uitvoering der drank wet in dit gewestniet overdreven is. Op onderscheidene plaatsenzoo luidt het berichtdoet zich op vrij grootehier en daar zelfs op zeer ruime schaalhet feit voordat sterke drank in het klein verkocht wordt zonder vergunning, ook zeer ten nadeele van hen, die vergunning verkregen en betaald hebben. Eene gemeente is genoemd waar dit wel op 200 plaatsen het geval zou zijn. In verschillende gemeenten wordt sterke drank verkocht in lokalen die met eene andere win kelnering binnenshuis gemeenschap hebben, zon der dat door gedeputeerde staten ontheffing van het verbod is verleend. Waar de wet op eene dergelijke wijze wordt uitgevoerd kan zij aan hare bestemming niet beantwoorden. De bepalingen der wet zijn ijdel, als de gemeentebesturen oogluikend toeliten, dat de wet straffeloos wordt overgetreden. Krachtige medewerking dér gemeentebesturen is een eerste eisch vooral hier, waar het geldt de uitvoering van eene wetdie bestemd is eene diep gewortelde volkskwaal te bestrijdeD, en die juist daarom van vele zijden een krachtigen tegenstand ondervindt. Met kracht en toe wijding behoort de taak te worden vervuldal zoudsn ook bijzondere belaDgen daaraan nu eu dan in meerdere of mindere mate worden ten offer gebracht. Het gezag der wet die in het al gemeen belang is uitgevaardigd mag niet aan bijzondere belangen u orden ten offer gebracht. Met aandrang roep ik uwe medewerking in om aan de misbruiken die ten aanzien van de uitvoering der drankwet allengs zijn ingeslopen, een einde te maken. Aan de beambten der politie behoort de last te worden verstrekt om nauwlettend toe te zien en van iedere overtredingzonder aanzien des persoons proces-verbaal op te maken. Mbt den procureur-generaal ben ik van mee- r.ing dat het hoogst nuttig zou zijn wanneer dóór u, waar dit noodig mocht zijn, aan de be ambten der politie de schriftelijke last werd ver strekt bedoeld in de derde zinsnede van artikel 25 der wet. Ik verzoek u, mij vóór het einde dezer maand te berichten, welk gevolg aan de«.e aanschrijving gegeven is en of, in weerwil van de door u aangewende pogingen, nog altijd misbruiken blij ven bestaan en zoo ja welke De korporaalkleermaker J. J. E., oud 34 jarenbehoorende tot het te Geertruidenberg iu garnizoen liggend gedeelte van het 6de regi ment infanterie was al sedert geruimen tijd voor het meerendeel wegens kleermakersartikelen, eene niet onbelangrijke som verschuldigd aan den heer A. M. M., passementwerker in de Lange Brugstraat te Breda. Aangezien E., ofschoon er onderscheidene raaien toe aangemaand, zijne schuld niet afdeed gaf de heer M. deze zaak in handen van de algemeene schuldinvordering- Mij. te Amsterdam. Nadat E. van die maat schappij eene aanschrijving had ontvangen, kwam hij Zondag namiddag naar Breda om met den heer M. te spreken. t-Tot eene voorloopige rege ling der schuld willende overgaan vertoonde E. aene quitantiewaaruit moest blijken dat door hem in Februari 11. f 65 in mindering was be taald, 'tgeen nochtans volgens den heer M. niet meer dan f35 had bedragen. Bij het hierover outstaaud geschil riep E., ter beslissing daarvan, twee toevallig voorbijkomende marechaussées bin nen. In deze evenwel had hij slechte verdedigers gevonden, dewijl zij tot de overtuiging kwamen, dat er met die quitantie werkelijk fraude was gepleegdwaarom zij haar in beslag namen. Toen E. die quitantie later aan het bureau der rijkspolitie kwam terugvragen dewijl hij ze, zoo hij voorgaf, bij zijne afrekening met den heer M. noodig had meende de wachtmeester der marechaussée daaraan niet te moeten vol doen omdat ook hij zich overtuigd hield dat fir bedrog had plaats gehadwaarom hij E. daarover zeer ernstig onderhield. Dit had tot gevolg dat laatstgenoemde tot bekentenis gebracht en als beschuldigd van valschheid in geschrifte werd gearresteerd. (B. CD

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1885 | | pagina 2