Handelsberichten. 1042 m. 957 vr. 29 9 22 29 51 m. 38 vr. 991 919 vr. 320de STAATSLOTERIJ. STAAT VAN BRIEVEN nijverheid voor het oogenblik moeielijkheden doen ontstaan. Burgemeester en wethouders van Capelle hebben de tusschenkorast van gedeputeerde staten ingeroepenteneinde te bevorderen, dat bij den aanleg van de werken tot ver legging van den Maasmond, het zoogenaamde Kapelsche veer niet worde verlegd, maar op de tegenwoordige plaats behouden blijve. Bij den raad van state kwam in het koninklijk besluit, in zake het bekende ad ministratief geschil over de weigering door gedeputeerde staten van Noord bra bant tot goedkeuring eener regeling tusschen de ge meenten Reuzel en Hooge Mierde, over de toelating van kinderen uit Reuzel op de openbare school te Hooge Mierde. Het kon. besluit verklaart, dat het gemeenschappelijk besluit der beide gemeenteraden niet voor goedkeuring vatbaar is. Het bestuur van de vereeniging tot bestrijding van knoeierij in den boterhandel is gemachtigd zich bij adres tot de regeering te wendenmet verzoek om den eerlijkeu boterhandel te bevorderen en het verkoopen van vervalschte waar onder den naam van boter strafbaar te stellen. In aansluiting daarmede kan reeds gemeld worden, dat vol gens mededeeling in het Dagblad, tegen de vervalsching van natuurboter door kunstboter, voor zooverre het nieuwe strafwetboek daar tegen niet reeds voorziet, nadere maatregelen van regeeriugswege zullen worden genomen. Gedep. staten van Noordbrabant hadden hunne goedkeuring onthouden aan het kohier van den hoofdelijken omslag der gemeente St. Oedenrode voor 1885, op grond, dat het niet was ingericht naar de voorschriften in hunne aanschrijving van 9 October 1884 gegeven en het daarbij gevoegde model, en de gemeenteraad bij de regeling der aan slagen noch de bepaling van art. 243 der gemeentewet in acht genomen, noch naar de bedoeling van het heffingsbesluit gehandeld heeft. De gemeenteraad voorzag zich van deze beslissing bij den koning in hooger beroep en bij koninkl. besluit van 16 Jan. os in deze zaak beslist, in den volgenden zin dat de gemeentewet aan gedep. staten de bevoegdheid niet verleent voorschriften te geven betreffende de inrichting der kohieren van den hoofdelijken of personeelen omslag; dat de hier gegeven voorschriften boven dien in strijd zijn met het koninkl. besluit van 5 Februari 1866, waarbij de hoofdelijke omslag van de gemeente St. Oedenrode, vol gens vaste grondslagen te heffenwordt goedgekeurd, en dat, als overeenkomstig het verlangen van gedep. staten op het kohier het inkomen van ieder aangeslagene werd ingevuld, volgens de schatting van burgem. en wethouders en volgens die van den raad, dit tot vele en uiteenloopende discussiën en tal van reclames aanleiding zoude geven dat in de eerste plaats moet beslist worden of de raad van St. Oedenrode bevoegd is van het bovengemelde besluit van gedep. staten van Noordbrabant bij ons in beroep te komen; dat de artt. 264-266 der gemeentewet geen beroep openstellen tegen besluiten van gedep. staten, waarbij goedkeuring verleend of onthouden wordt aan kohieren van hoof delijke omslagen en andere directe plaatselijke belastingen dat bovengemelde vraag dus ontkennend moet worden beantwoord. Hebben besloten den appellant niet ont vankelijk te verklaren in zijn beroep. Sedert eenigen tijd wordt vee uit Ne derland ook naar Ita'ie uitgevoerd. Daar dit vee meer melkgevend is dan het Zwit- sersche, vreesden de Zwitsers, dat zij in Italië door Nederland zouden verdrongen worden. Doch het Nederlandsche vee schijnt het kli maat in Italië niet recht te kunnen ver dragen. In het vorig nummer deelden wij een incident mede, in den Bredaschen gemeente raad voorgekomen. De zaak heeft zich volgens het verslag der //Bredasche courant", toegedragen als volgt De ingekomen stukken hiermede afgehan deld zijnde, vraagt de voorzitter of er ook heeren zijndie verslagen hebben uit te brengen. De heer Heijlaerts heeftzegt hijwel geen verslag uit te brengenmaar wenscht toch mededeeling te doen van zijn onderzoek in de zaak van den agent van politie der le klasse J. Korn, betreffeude het in beslagne- men van een zieke koe, welk feit door hem in de ochtendzitting van 21 Nov. 11. ter sprake is gebracht. Dit onderzoek heeft hem de overtuiging geschonkendat die agentzoo volgens de getuigenis van den keurmeester van het vleesch als van den commissaris van politie, zich daarbij uitstekend heeft gedragen en werkelijk meer heeft gedaan dan zijn plicht hem voorschreef. Dit is iets zegt de voorzitter, dat geheel buiten de orde is, dewijl hij alleen gevraagd heeft of er heeren zijn, die verslagen hebben uit te brengen en daarop nog door niemand is geantwoord. De heer Heijlaerts antwoordt, dat hem was opgedragen omtrent, het door hem ge noemd feit inlichtingen in te winnen, en dat daarvau nu door hem verslag wordt gedaan, zoodat hij vermeent niet buiten de orde te gaan De voorzitter repliceertdat den heer Heijlaerts dienaangaande niets is opgedragen, en hij (voorzitter) omtrent deze zaak gehee' anders is ingelicht. De heer Heijlaerts beroept zich andermaal op de getuigenis van den keurmeester van het vleesch en den commissaris van politie. Hebben, herneemt de voorzitter, die keur meester en de commissaris van politie zoodanige getuigenis gegeven, dan zijn zij hunne be voegdheid te buiten gegaan; maar bovendien, hij meent dat hier wat achter zit, waarom trent hij zijne meening niet zeggen wil. De heer Heijlaerts verzoekt hieropdat de voorzitter zich nader zal verklaren en zijne meening hieromtrent mededeelen. De voorzitter weigert dit, op grond, dat hij niet kan verplicht worden te zeggen wat hij denkt. Mijnheer de voorzitter, hervat hierop de heer Heijlaertsu stelt mij in mora, en u zal toch wel niet denken dat ik geknoeic heb? Hierover, geeft de voorzitter tot antwoord, laat ik mij niet uit, ik zeg niet wat u gedaan heeft. Zoo iets isvervolgt de heer Heijlaerts, mij nog nooit gezegden ik zal weten wat mij in deze te doen staat. Dit is een incident, zegt de voorzitter zooals er ook al eens een moet plaats hebben, en stelt verder voor om de aangehouden zaken in behandeling te nemen. De heer Heijlaerts verlaat hierop de ver gadering. Ofschoon de hardrijderij Dinsdag te Hamburg uitgesteld werdhad er toch een liefhebberswedstrijd in het schoonrijden plaats, waarvan het //Handelsblad" de volgende beschrijving geeft Eerst reden twee dames; meer hadden zich niet gemeld, en ik moet getuigen, tot nu zag ik nooit zoo mooi en sierlijk rijden als deze beide vrouwen deden. Zij dreven den spot met alle bezwaren, dan eens achteruit rijdende, dan weer op de punten der schaatsen beschreven zij allerlei lijnen en figuren. De jury achtte het dan ook niet meer dan haren plicht om de beide dames te complimenteeren, waarmede het publiek door luid handgeklap zijne instemming toonde. Een prijs werd niet uitgeloofd, zooals de jury bij monde van den heer Kolster mede deelde: „omdat morgen eerst het programma zou uitgevoerd worden en dit rijden, met welwillende medewerking der rijders plaats hadom het talrijk opgekomen publiek niet te veel teleur te stellen." Toen volgde de Amerikaan Curtis, gekleed in blauwe, nauwsluitende kleedii»gkorte broek, donkere kousen en het hoofd door een mutsje bedekt'. Hij is een goed gebouwd man, niet groot en ook niet klein van gestalte en met een gentlemanlike uiterlijk. 'Met hem kwamen de beide Paulsens, Werner en Groth in het strijdperk. Ik zoude niet gaarne tot de jury behoord hebbenwant waarlijk ik zou niet geweten hebbenwie het meest op onderscheiding aanspraak mocht maken. De moeielijkste kunsttoeren schenen voor deze artisten" kin derspel te zijnzij bewogen zich op hunne schaatsen van verschillenden vorm even ge makkelijk als wij het op een niet gladden vloer zouden gedaan hebben. Moeilijkheden schenen zij niet te kennen. Nu eens draaiden zij de armen uitgestrekt, als een tol op hunne schaatsen rond, dan weer sprongen de rijders van het eene been op het andere, om na voldoende vaart gekregen te hebben, door een twee of drie malen herhaalde buiteling, de kroon op hun kunstrijden te zetten. Axel Paulsen wilde voor Curtis die vrij wel op gelijke lijn met hem stond, niet onder doen en deed alles, wat Curtis verrichtte, hem terstond na. Toen Curtis met groote stappen over het spiegelgladde ijs sprong en toen op eens do voeten sluitende en zich dwars plaat sende over het ijs voortgleed, deed Paulsen hem dat dadelijk na. Zij deden mij waarlijk denken aan twee schooljongens, die glijbaantje spelen. Toen nu Curtis op allerzonderlingste wijze over het ijs dribbelde, deed Paulsen, tot groote vroolijkheid van het publiek, on middellijk hetzelfde. De muziekdie hare lustige tonen zonder ophouden liet weerklin ken, hield een oogenblik op, om een krach tige fanfare te doen hooren; het gold de komst van een nieuwen kampioen Wernerdie zich tot dusverre op den achtergrond had gehouden, wilde eenige proeven van zijn be hendigheid in het kunstrijden geven. Sierlijk walste hij op de maat der muziek om daarna, beentje—over gaande voor en achteruit te rijden. Op het einde tegenover de jury gekomen, waar ook uw reporter zich bevondnam hij een aanloop en vloog in loomelooze vaart op ons toe. We keken reeds of we ons ook zouden kunnen onttrekken aan een minder aangename botsing met dien Noor, maar geen centimeter vlak vóór ons hield hij plotseling op. De stukken ijs vlogen ons om de ooren het knarste en kraakte,maar hij stond pal bewegingloos voor ons, de armen op de borst gekruist. Het publiek barstte in daverende bravo's los. Wij haalden eerst eens ruim ademoefoeftoen riepen we ook „bravo" en klapten als dollen in de han den. De rechtbank te Arnhem heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak Bulkley c. s. Kloppers was alleen tegenwoordig. De rechtbank verklaart allen schuldig wegens begin van uitvoering volgens artikelen 207 227 216 Wetboek van Strafvordering, 52, 55 354, 2 en 463 W. v. S. R., 10 en 20 van 29 Juni 1854, art. 1, 2, 3 en 28 wet 1851, eenig artikel 24 Juni 1871, en ver oordeelde de wed. Bulkley tot 18 maanden, Kloppers tot 1 jaar en mej. Shliugeman tot 45 dagen celstraf. Van Vrijdag avond 8 uur 50 mie. wordt uit Hamburg geseind: Aan den eersten wedstrijd op schaatsen, twee en half maal de baan of omstreeks 1600 meter, werd door 13 mededingers in 6 afdeeiingen deelgenomen, waarna de snelste rijders van elke afdeeling nog tegen elkaar te rijden hebben. De eerste afdeeling vormden W. Groneman (Ham- bnrg) en H. Oordts (Hamburg); de tweede A. van den Berg (Nederland) en H. Feggers (Ham burg); de derde T. B. Veninga (Nederland) en Th. Groth (Kopenhagen); de vierde Axel Paulsen (Noorwegen) en Pieter Bruinsma (Nederland); de vijfde De Vries (Nederland) en Zijlstra (Ne derland), en de zesde B. Kingma (Nederland), O. Hansen (Hamburg) en Straathuis (Nederland). De eerstgenoemden waren in alle afdeeliugen de winner». Aan den grooten wedstrijdongeveer 3300 meter namelijk vijfmalen de baan, werd door 4 afdeeliugen deelgenomen. De uitslag daarvan lste afdeeling, Van den Berg 9 min. 10 was sec., Groth 9 min. 232/g sec.; 2de afdeeling Kingma 8 m. 13 sec., Werner (Christiania) 8 miu. 163/5 sec.; 3e afdeeling, Axel Paulsen 7 min. 40 sec., Bruinsma 8 min. 56Ys sec.; 4de afdeeling, Veninga 8 min. 23 sec., Zijlstra 8 min. 58 sec. Dientengevolge moeten nog tegen elkaar rijden Axel Paulsen, Kingma, Werner en Veninga. De uitslag zal echter eerst laat bekend zijn, maar Paulsen zai, zooals het zich thans laat aanzien wel overwinnaar blijven. De prijzen worden morgen uitgereikt. Een aantal werklieden in de steengroeven bij Valkenbuig zijn aan een ontzettend gevaar ontsnapt. Een twintigtal hunner zoo meldt men aan het D. v. N. waren werkzaam met het uit kappen van mcrgelblokken iu de groene die aan de gemeente Öud Valkenburg (dorp Sibbe) 'oebehoort. Naar het schijnt, is men op eigen gezag verder gegaan dan op aanwijzing van deu ingenieur der mijnen mocht geschieden en ziju er steunpilaren weggenomen, die bestaan moesten blijven; althans gisteravond omstreeks zeven uren, hoorden eenige werklieden een ongewoon geraas en gekraak in den berg. Met achterlating van hunne gereedschappen vluchtten zij zoo spoedig mogelijken vlak achter hen stortte de berg met donderend geweld in. De aardmassa, waar onder de gang bedolven is is niet te berekenen; men schat den ingevallen grond op meer dan 3000 karren. Behalve hunne gereedschappenhebben de bergwerkers een groot verlies geleden aan uitge kapte blokken die in den berg waren enkele hunner hebben voor eenige honderden guldens schade. Toen de tijding te Valkenburg bekend werd bemerkte men dat nog een drietal mannen in den berg waren die van het gevaar onbewust schenen. Op het flink initiatief van den heer hotelhouder te Valkenburgdie niet rustte voordat de bergopzichter K. verklaard had, dat hij die werklieden zou gaan waarschuwen en besloten had hot gevaarvolle werk zelf te onder nemen indien de opzichter weigerde te gaan werden ook die drie arbeiders nog tijdig ge waarschuwd maar het was ook de hoogste tijd, want kort na hun vertrek had ook daar een aardstorting plaats. Door een hevigen brand zijn in korten tijd de voorraadschuren van den landbouwer J. v. B.te Mierlomet al wat daarin waseene prooi der vlammen geworden. Alles was ver zekerd. De oorzaak is onbekend. hij eenig geld had gestolen. Hij bekende zijn misdaad en werd door V. aan de politie over geleverd. Aan den Heeseltschen dijk, onder Tiel, werd Woensdag het lijk van een man gevonden. Waarschijnlijk is hij uitgegleden, zoodat hij me t het hoofd op de bazaltsteenen is terechtgekomen. Door de rijkspolitie te Sprundel is eene goede vangst gedaan. Niet minder dan 14 zoutsmokkelaarsdie 685 kilogr. zout met zich voerden vielen haar in handen. Men meldt uit Vlissingen Dezer, morgen vroeg ontdekte de nachtwacht bij de rondte op de Dokkade een man, die terugkeerde toen hij door hen ontdekt werd. Hunne rondte vervolgendekwamen zij aan den winkel van de heer Ovaa en zagen daar den kelder opengebroken. Dadelijk werd bovenbedoelde persoondie een anderen weg was ingeslagen in het hout^ verborgen gevonden met eene in den kelder door hem uit een vat afgetapte kruik met geneverdie hij echter had weggeworpen. Op hem werden nog eenige halve fleschjes drank van bovengenoemden winkelier gevonden. Hij is een oude bekende der justitie en werd reeds vroeger voor diefstal gestraft. Hij is kostganger bij eene vrouw, die er een kroegje op nahoudt, en wier man op zee vaart. Hij is in hechtenis genomen en naar Middelburg overgebracht. S.opzichter bij de stadsreiniging te Am sterdam, was o.a. belast met het opmaken van de lijsten, die aanwijzen, hoeveel uren ieder werkman heeft gearbeid. De werklieden ontvangen nl. betaling naar het aantal uren, dat zij volgens den door den opzichter ingtleverdeu staat, gewerkt hebben. S. leverde nu veertien malen valsche lijsten in door voor sommige werklieden meer uren op te geven dan zij werkelijk gearbeid hadden; die werklieden o.itvingen zoodoende meer loon dan waarop zij aanspraak hadden maar het te veel ontvangene keerden zij weer aan den opzichter uil. Het hof te Amsterdam heeft nu den ontrouwen opzichter veroordeeld tot i/2 jaar celstraf en 27 boeten van f50, subs. 54 dagen cel. In de naburige gemeente Ierseke zoo meldt men ons uil Goes heeft men op dit oogenblik eene niet onbelangrijke quaestie op het gebied van het gemeentebestuur. De burgemeester heeft een nieuw benoemd lid van den raad be ëdigd en tot deelneming aan de werkzaamheden toegelaten in dezelfde vergaderingwaarin diens geloofsbrieven waren onderzocht en waarin tot toelating was besloten. Hij meende daartoe ge rechtigd te zijn omdat de raad voltallig was niemand bezwaar tegen de toelating had en op het oproepiDgsbiljet vermeld stond, dat het be noemde lid zou beëedigd worden zoo er geene bezwaren ingebracht werden. Anderen zijn echter van oordeeldat de bur gemeester gehandeld heeft tegen art. 35 der gemeentewetwaarin bepaald wordtdat gedep. staten binnen 8 dagen na het besluit tot toe lating omtrent die beslissing uitspraak doen en dat eerst daarna de nieuwe leden hunne betrekking aanvaarden. In dit geval zouden de in die zitting genomen besluiten nietig zijn, ook die, welke op voorstel van hei nieuwbenoemde lid waren genomen en waarbij de gemeente groot belang heeft. SPRANG, 19 Januari. Op 1 Januari 1885 bevolking van Sprang 980 m. 889 vr. in 1885 zijn geboren 37 43 ingekomen 25 25 overleden vertrokken Op 1 Januari 1886 verdeeld naar de godsdienstige gezindheid in 1545 Ned. herv. 175 Roomsch kath. 164 Chr. geref. 21 Ned. Israël. rIR knecht van den laudbouwer V.te Welsum die Maandagavond half elf Log aan het werk was bemerkte bij zijne tehuiskomst onraad. Weldra vond men een persoon, die zich in den paardenstal heimelijk verborgen had. V» herkende in hem zijn vroegeren knecht. Het bleek dat deze bij V. had ingebroken en een kist van den knecht had opengemaaktwaaruit Getrokken prijzen naar de geschreven lijst. Trekking op 20 Jan. 1886. No. 10930 f50000; no. 5985 6877 8092 8194 f 1000 no. 8691 12519 12525 12989 14778 f400; co. 2816 4995 12547 17203 f200 no. 6940 6957 12870 13624 en 20026 elk f 100. Trekking van 21 Jan. No. 12141 16290 19289 f 1000 no. 3328 14751 f400, no. 17944 f200; no. 2346 4504 5959 7779 9116 12866 17462 18063 19506 en 19606 elk f 100. geadresseerd aan on bekenden. Verzonden gedurende de le helft van Dec. Van Waalwijk. L. Andriesse 's Hertogenbosch. Kunnende de brieven door tusschenkomst van het postkantoor terugbekomen worden. De directeur, BAGGERMAN. WAALWIJK, 22 Januari. Ondanks het aanhouderd winterweder was de aanvoer van hoornvee tamelijk beduidend en de handel vlug. Kalfkoeien golden f 135 260. Dito vaarzen f115 a 160. Ter botermarkt aangevoerd 1987 KG.; van 1.04 a 1.17 per KG. verkocht. Eieren f 4.00 k 5,50 per 100 stuks

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1886 | | pagina 3