Nummer 8. Donderdag 28 Januari 1886. 9e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
ANTOON TIELEN,
BUITENLAND.
Belgie.
ZEVEN MILLIOEN.
Frankrijk.
jiiuj .imiu.uwu,
UITGEVER:
Waalwijk.
Novelle door MAX RING.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag vond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,1)
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., fanco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Namens de centrale sectie is het rapport over
de nationale reservezooals de regeering daarin
wil voorzien bij de kamer ingediend. De centrale
sectiegeheel uit clericale afgevaardigden saam-
gesteld heeft met 5 tegen 2 stemmen tot goed
keuring geadviseerd.
De rechtbank van koophandel heeft verleden
week den minister van financiënden heer
Beernaertin het ongelijk gesteld in de zaak
der conversie van do obligatis der spoorweg
maatschappij Grand Luxembourg.
Uit de bescheiden, die de minister Thonissen
op verzoek van den heer Frère-Orban aan de
kamer heeft overgelegd, betreffende de onder
wijszaken, blijkt het volgende: Sedert de maand
October 1884 zijn niet minder dan 2184 scholen
geslotenwelke bezocht werden door 44,996
leerlingen. Deze 2184 scholen zijn vervangen
door 1465 geadopteerde scholen waarvan 338
door geestelijken worden bestuurd. Het personeel
dier scholen bestaat uit 2756 onderwijzers en.
onderwijzeressen waarvau niet minder dan 1409
tot den geestelijken stand behoorec terwijl van
deze 1409 geestelijke onderwijzers en onderwij
zeressen 1071 niet gediplomeerd zijn, en dus
eigenlijk het recht missen onderricht te geven.
De tegenwoordige ministers hebben vroeger
beweerd dat die gansche omwenteling in het
onderwijs voor gevolg zou hebben aanzienlijke
besparingen te doen.
Minister Thonissen bekent nu dat er geene
besparingen gebeurd zijn. Hetgeen de staal min
betaalt, betalen de gemeenten en provinciën heden
in zijn plaats.
De gemeenten en de provinciën samen betalen
heden voor net lager onderwijs 2,295,208 frank,
zegge twee millioen twee honderd vijf en negentig
duizend twee honderd acht frank meer dan onder
het vorige ministerie.
Ook zijn de belastingen met geenen cent
verminderd geworden.
De Gentsche schatplichtigen alleen verliezen
uit dien hoofde ODgeveer 200,000 frank.
I
Dc geliefkoosde badplaats aan de Oostzee
met haar heerlijk strand en schoonen bosch
rijken omtrek, was, gelijk ieder jaar, ook dezen
zomer weer druk bezocht door gasten, die deels
werkelijk genezing van hunne kwalen en herstel
van hunue krachten, deels slechts verstrooiing
en vermaak zochten. De laatsten kozen hun
verblijf in de groote hotels en appartementen
die op de gunstige punten gelegen, alle gemak
ken aanboden, die men billijkerwijze, ver van
de groote steden, mocht verwachten. Wien het
daarentegen om ontspanning, rust en eenzaam
heid te doen wasdie vond kleine, zindelijke
en niet te dure woningen in de talrijke, ver
strooide huisjes der visschersdie allen hunne
beste kamers aan de badgasten verhuurden.
In een dezer visschershuisjes, eenigszins afge
zonderd aan den zoom van het beukenwoud
gelegen, er. vanwaar men een verrukkelijk ver
gezicht over de zee genoothad eenige dagen
geleden de luitenant-ingenieur Koeuraad van
Bergen zijn intrek genomen. Aanhoudende
zenuwachtige hoofdpijn had hem genoodzaakt
een langer verlof aan te vragen en daar noch
zijn beperkte middelen, noch zijn lijdende toe
stand hem veroorloofden deel te nemen aan de
woelige vermaken der aanzienlijke badgasten,
had hij opzettelijk dat afgelegen huisje tot ver
blijf gekozen waar hij onopgemerkt geheel
overeenkomstig zijne neigingen en behoeften kon
leven. Hij werd vergezeld door zijne moeder,
de weduwe van den majoor van Bergen een
waardige dameslechts een weinig trotsch op
De correctioneele rechtbank te Brussel heeft
Zaterdag uitspraak gedaan in het proces tegen
den burggraaf Edgar Dupleix de Cadignan. Zij
ïeeft hem schuldig verklaard aan oplichting
'ijfmaal gepleegd en hem deswege veroordeeld
ot 3maal 3 maanden tot 5 maanden en tot
maanden gevangenisstraf benevens eene boete
an 100 fr. en 5 boeten van 50 fr. elk, te zamen
erhalve tot 16 maanden gevangenisstraf en 350
boete.
Zijn mcdebeklaagde Dubus die door knoeie-
jen met wissels de oplichterij van den burggraaf
hvorderd heeft, is tot 14 maanden gevangenis-
iraf veroordeeld. De kosten van het proces
bmen voor 4/5 ten laste van de Cadignan en
t>or 1/5 ten laste van Dubus.
In het pleidooi ten gunste van den tweeden
Bklaagde heeft zich een ernstig incident voor-
gdaan. De advocaatmr. Robert zeide dat
d schuld van Dubus in geen enkel opzicht be-
wzen is. Waarom trouwens is hij vervolgd?
Meen om uit het proces tegen de Cadignan een
gelige te ecarteeren die voor dezen van het
hogste belang was en zekere vijandelijke invloeden
tepn den eersten beklaagde door zijne getuigenis
krchteloos gemaakt zou hebben. Dubus is zoo
ondoorzichtig geweestte vroeg te laten blijken
wal hij n het proces tegen Cadignan verklaren
zou, en de heer Van der Smissen had er het
groitste belang bij dat hij niet als getuige het
spel bederven zou en dat zijne verklaringen
krachteloos werden gemaakt door hem mede op
dc baik der beschuldigden te plaatsen. Zijne
terechtstelling is alleen het gevolg van schandelijke
knoeierien, waarin zelfs de griffier van den rechter
van insructie gemengd is.
De pesident viel den spreker in de rede eR
verklaarle, niet te kunnen toelaten, dat dergelijke
beschuldging tegen een rechterlijk ambtenaar
uitgesproken werd, waarop mr. Robert antwoord
de „Ui eerbied voor u, mijnheer de president,
trek ik nijoe woorden in."
De anbtenaar van het openbaar ministerie, de
heer Dietdonné, liet echter hierop volgen, dat
hij met (hrgelijke voorwaardelijke intrekking geen
genoegen kon nemen.
De heer Robert. «Welnu, dan trek ik niets
in. Dan vervolge men mij maar."
haar ouden adelop haar achtenswaardig ge
slacht, en vooral op haar voortreffelijken zoon
de haar opgelegde bekrimpingen en het gemis
van geschift gezelschap droeg zij slechts morrend.
Intusschen bekwamen de frissche zeelucht en de
versterkend; baden den officier zoo goed, dat
hij binnen korten tijd zichtbaar begon te her
stellen.
In dezelfde mate evenwel als zijn gezond
heidstoestand verbeterde, drong zijne moeder bij
hem aan, dat hij zijn afgezonderde levenswijze
zou veranderen en onder de aanwezige bad
gasten omgang zou zoeken overeenkomstig zijn
stand.
~~7. "^a ..UÏT.e P'aats zel zij °P zekeren morgen,
terwijl zij in het kleine tuintje voor het huis
het ontbijt gebruikten zou ik heden sens naar
het curhuis gaan.
Waarom hernam Koenraad, ik zou niet
weten wat ik daar zou doen.
Mijn hemel Gy zult daar den een of
anderen kameraad in een aangenaam onderhoud
vinden. Gelijk ik uit de badlijst heb gezien
zijn er hier verscheidene adelijke familiër., aan
wie men zich zou kunnen voorstellen en aan
sluiten.
Gij weet, dut ik geen bijzonder vriend van
zoodanige badkennissen ben, die meestal de
moeite niet beloonen. De rust doet mij goed
en ik vrees, dat mijne hoofdpijn zou terugkomen,
indien ik mij in gezelschap vermoeide.
De dokter, hernam zij met de haar eigene
onverzettelijkheid heeft u een kleine uitspanning
geenszins verboden, maar zelfs zeer aanbevo'en.
Daaraan ontbreekt het mij ook niet. Ik
gebruik de baden, wandel dagelijks eeaige uren
in het bosch en aan het strand leesteeken,
roei in de boot van onzen huisheer op de zee
zoodat de tijd mij niet lang valt. Ik koester
slechts één wensch zoolang mogelijk alleen te
De heer Dieudonné. „Dat is mijne taak.
Ik zal het ook zeker doen."
De heer Robert. „Uitmuntend. Ik provoceer
u daartoe."
Na afloop van de pleidooien is inderdaad door
den rechter commissaris de voorloopige instructie
in deze zaak geopend.
Een bewoner vau Namen heeft uit Neder-
landsch Indië zijn doodacte volkomen in orde
ontvangen. Hij is in België soldaat geweest en
het is waarschijnlijk dat een deserteur zich van
zijn livret bediend heeft om voor Indië dienst
te nemen en dat hij a'daar is gestorven.
In de Ardennen is zooveel sneeuw gevallen,
dat de communicatie luaschen verschillende dorpen
onmogelijk is.
In het opera-gebouw te Brussel ontstond
Vrijdag een opschudding doordat in een entr'acte
de bekende Brusselsche uitgever Kistemaekers
den directeur van een clericaal blad twee hevige
vuistslagen in het aangezicht gaf. De beleedigde
verzocht eenvoudig aan den aanwezigen officier
van politie van den aanval nota ie nemen.
De politie van Brussel heeft Vrijdagmorgen
een soort van razzia in de logementen gehouden.
Tusschen 5 en 8 uur werden niet minder dan
46 arrestatiën gedaan van personen, die zich aan
landlooperij en andere misdrijven schuldig hadden
gemaakt.
De kamer heeft met al de 346 uitgebrachte
stemmen de orde van den dag aangenomen
waarbij het gedrag der regeering wordt goedge
keurd en het gouvernement uitgenoodigd wordt,
de republiek tegen hare vijanden te verdedigen.
De rechterzijde nam geen deel aan de stemming.
De beslissing werd begroet met gejuch van de
linkerzijde.
Eeuige bijzonderheden omtrent het ver
brande papier in het kabinet van Barrême, pre
fect van Eure gevonden zijn aan het licht ge
komen. Door een der employés van den ver
moorden prefect zijn notities verbrand over amb
tenaren van het departement Eure, welke de em
ployé niet noodig oordeelde dat zij in handen
blijven, en door niemand gestoord le worden.
Doch de moeder liet zich daarmee niet af
schepen maar stelde al haar vrouwelijke be
spraaktheid in het werk om haar menschen-
schuwen zoon te bekeereu en hem van de
noodzakelijkheid en de genoegens van een omgang
naar zijn stand te overtuigen.
Een jong officierhernam zij terwijl zij
zich nog een kop koffie inschonk, moet zich
niet van de wereld afzonderen om als een klui
zenaar te leven. Indien gij u nergens vertoont
en geen kennissen zoekt, zult gij ook nooit uw
fortuin maken. Met uw voorkomen, uw naam
en uwe talenten hadt ge reeds lang een schit
terende partij
Lieve Mama I viel Koenraad haar wrevelig
in de redeik moet u dringend verzoeken, van
uw huwelijksplannen te zwijgen, die mij, gelijk
gij weet, hoogst onaangenaam zijn.
Tevens stond hij op, om aan alle verder
onderhoud over dit onderwerp een einde te
maken, en sloeg den weg naar het bosch in.
In weerwil van zijn tegenzin tegen alle der
gelijke aansporingeu was de jonge luitenant toch
geenszins een menschenhater, en nog minder een
verachter van vrouwelijke schoonheid en bemin
nelijkheid maar slechts van een te ernstig en
degelijk karakter om behagen te kunnen vinden
in de gewone badgezelschappen, en te ideaal om
de oogmerken van zijn practische moeder te
kunnen deelen, die in een rijk huwelijk het
hoogste geluk voor hem zag.
Hierbij kwamen nog andere gewichtige redenen
om Koenraad in zijne kluizenaarsneigingen te
versterken. Als officier zonder vermogen kende
hij maar al te goed de blinkende armoede van
zijn staDd en den nood van een armen luitenant,
die zich onder een glinsterend uiterlijk moest
verbergen. Zijn klein traktement en het matige
pensioen van eene majoorsweduwe waren ter
van den opvolger van Barrême kwamen. De
commissaris van politie van Mantes waar men
meende den moordenaar gezien te hebben, heeft
den volgenden zonderlingen brief ontvangen
„Wanneer gij dezen brief leest, zal ik er niet
meer zijn zoek den moordenaar niet. Na mijn
vrouw beleedigd te hebben, is Barrême voorne
mens geweest het ook mijn dochter te doen. Bij
lijds kreeg ik van dit plan kennis en ik besloot
mijn eigen rechter te zijn. Geloof niet dat het
in zijn slaap is geweest dat ik hem heb ver
moord. God laat-zulke lafheden niet toe. Ik
heb hem tien minuten gegevenna dien tijd
heeft geweend en van zijne vrouw en kinderen
gesproken. Maar mijn laaghartig beleedigde vrouw
en dochter eischten zij geen wraak Daarna
heeft hij de oogen gesloten; ik heb hem gedood.
Mijn vrouw en mijn dochter keeren naar Ame
rika hun vaderlandterug. Mijn lijk zal ook
teruggevonden worden, maar aan de menschelijke
wraak is voldaan."
Men gelooft dat deze brief afkomstig is van
een krankzinnige echter is het hoofd der vei
ligheidspolitie toch belast met de opsporing van
den schrijver.
Donderdag heeft een hevige brand het ge
bouw tot verhuring van stoomkracht, in de Rue
des trois couronnes te Parijs, vernield. Een aantal
personen die daarin werkzaam waren hebben
zich trachten te redden door uit de vensters
te springenmaar hebben voor 't meerendeel
ernstige kneuzingen bekomen. Ook zijn er eeni-
gen in de vlammen omgekomen hun aantal is
nog niet bekend.
De motie van vertrouwen jegens het nieuwe
ministerie, door de Fransche kamer Zaterdag aan
genomen, werd uitgelokt door de hevige aanvallen
van den afgevaardigden Dufaure op de republiek.
Aan de orde was de houding der ambtenaren bij
de verkiezicgen in het departement de Lot. De
minister van binnenlandsche zaken verdedigde
den maatregel, welken de regeering had genomen
en vond daarbij steun bij de geheele republi-
keinsche partij. Een voorstel om de handelwijze
der regeering goed te keuren en haar uit te
noodigen steeds krachtig voort te gaan met de
bestrijding van de vijanden der republiek, werd,
met 346 tegen 2 stemmen aangenomen.
nauwernood toereikend voor de noodzakelijkste
behoeften en voor het onderhoud van zijn min
derjarige broeders en zusters die bij bloedver
wanten waren opgenomen.
Onder zoodanige omstandigheden bleef hem
niets anders, dan zich, ten einde niet in schulden
te geraken zooveel mogelijk te bezuinigen, en
zich alle genoegens te ontzeggen, zonder zich er
om te bekommeren, dat hij daardoor den naam
kreeg van een menschenhatendeu zonderling en
een ongezelligen kypochondrist. Sedert eenigen
tijd dacht hij er zelfs aan, een anderen, minder
schitterenden maar voordeeliger werkkring te
kiezen, en als civiel-ingenieur of als technicus
partij te trekken van zijn uitgebreide mathema
tische en phyaische kennis. Indien hij nog
weifelde en aarzelde zijn ontslag te nemen, dan
was dit enkel met het oog op zijne moeder,
die met haar geheele ziel hing aan de adellijke
en militaire overleveringen van haar geslacht.
In gedachten verdiept wandelde van Bergen
thans door het schoone bosch, zonder op zyne
omgeving te letten, toen hij plotseling door het
luide gehinnik van naderende paarden uit zijn
gepeins werd gewekt. Terwijl hij zich onwille
keurig omkeerdebemerkte hij door de hooge
beuken een cavalcade van elegante heeren en
dames, onder welke hij een voormaligen krijgs
makker, graaf Bodo van Randau, herkende.
In zijn tegenwoordige stemming was hem de
ontmoeting met den eleganteo, door het geluk
begunstigden garde officier des te minder aan
genaam, daar deze zich in een groot gezelschap
bevond. Om deze reden wilde hij met een
vlucatigen groet voortgaan, toen een luide uitroep
van den graaf hem noodzaakte stil te staan
indien hij niet onbeleefd wilde schijnen.
Bonjour, Bergen, oude vriend! Reeds lang
hier
Sedert drie weken.