Nummer 10. Donderdag 4 Februari 1886. 9e Jaargang.
rn
FEünXËTQir^
UllU
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN
BUITENLAND.
Frankrijk.
ZE YEN MILLIOEN.
Spanje.
Engeland.
Duitsehland.
UITGEVER:
Waalwijk.
Novelle door MAX RING.
De Echo van bet Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per post door iiet gelieele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 1—7 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Zoowel in de kamer van afgevaardigden als
daar buiten is de moord op den prefect van het
Eure departementden heer Barrême gepleegd
nog steeds een raadsel. Nog niet het minste licht
is in deze duistere zaak opgegaan, en't is daarom
dat de heer Scvaistre een lid der rechterzijde
zich gedwongen gevoelde eenige vragen tot het
gouvernement te richten. Hij wenscht namelijk
eenige inlichtingen te hebben omtrent de nalatig
heden die de pers en de publieke opinie den
regeeringsambtenaren en verschillenden ambte
naren verweten hebben. Wanneer het onderzoek
in deze treurige zaak, besloot de heer Sevaistre.
nog geen stap verder is gekomen, gelooft gij dan
niet dat dit is tengevolge der nalatigheden? Wat
zult gij doen, heeren ministers, om voortaan den
ijver uwer ondergeschikten aan ie moedigeR
Door drie personen werd de heer Sevaistre
beantwoord en wel door de ministers van justitie
en openbare werken alsmede door den nieuwen
staatssecretaris van binuenlandsche zaken den
heer Bernard. Eerst hebben de leden der regeering
getracht hunne ambtenaren te verdedigen en
vervolgens de geruchten, die omtrent de nalatigheid
der ambtenaren loopen, als overdreven verklaard.
Nadat de heer Sevaistre als zijne meening te
kennen gegeven had, dat de oorzaak van het slechte
ambtenaarspersoneel was dat de regeering meer
zag naar personen, die de politieke meening waren
toegedaan dan die bewijzen van bekwaamheid
kunnen leveren werd het debat gesloten.
Men verneemtdat de regeering geneigd
schijnt te zijn om zich aan het plan Alglove en
Jules Roche voor een alcohol monopolie aan te
sluitenzij wil echter de beslissing over het
nieuwe belastingstelsel aan de begrootings com
missie overlaten. Een deel der uiterste linkerzijde
verklaart zich onvoorwaardelijk tegen elk mono
polie.
Er zijn te Decazeville vijf personen gevat
en naar de gevangenis te Villefranche gebracht,
als beschuldigd van moord op den heer Watrin.
Een dezerCaussanel genaamd is een jongeling
van achttien jaar. Onder de vijf gevangen ge
nomen personen is er ook eene vrouw. Zij werd
herkend als een dergenen die den heer Watrin,
toen hij uit het venster geworpen wasgetrapt
hebben.
De afgevaardigde Basly (hij is bij de jongste
verkiezingen in het departement der Seine ge
kozen) vroeger herbergier en de voornaamste
bewerker van de bekende werkstaking te Anzin,
III
De woningzei de dokter verontschuldi
gend, is zeker een weinig afgelegen en bekrom
pen, maar de dames houden van de eenzaamheid,
en wenschen, gelijk zij mij gezegd hebben, onbekend
te blijven. Anders hadden zij immers, zooals van
zelfs spreekt, de prachtigste villa kunnen huren.
Is toch zonderling, hernam de graaf na
denkend. Schijnen een vreemden smaak te
hebben. Ben u zeer verplicht, beste dokter,
voor uwe belangrijke mededeelingen.
Die heb ik u gaarne gegeven. Ik moet
evenwel, mijnheer de graaf, geheimhouding ver
zoeken. Gij weet dat een dokter niet klappen
mag.
Begrepen Kunt u op mij verlaten zal
stom zijn als het graf
Nadat de dienstvaardige dokter vertrokken
was, verzonk de graaf opnieuw in zuik een diep
gep eins, dat hij zijne sigaar liet uitgaan, en
vergat die weder aan te steken.
Nu? vroeg hem de nieuwsgierige grond
eigenaar, wat hebt gij van den dokter vernomen?
1Alles in de beste orde; jonge dame bezit
is te Decazeville aangekomen. De Gri du Peuple,
die gezegd heeft dat het geval te Decazeville geen
moord is maar een incident in den strijd tusschen
het kapitaal en den arbeid heeft er een zijner
voornaamste medewerkers heengezonden.
'f Prins Krapotkine heeft aan het blad le
Révolte een brief geschreven waarin hij zegt,
dat hij in December 1882 in dat blad cene reeks
artikelen was begonnen te schrijven over de
onteigening. Door zijne gevangenneming te dien
tijde moest hij de voortzetting dier artikelen
staken. Thansnu hij zoo gelukkig is weer bij
de zijnen te wezen gaat hij weer aan het werk
om ze te vervolgen.
Le Revolte meldt in antwoord hierop dat
het eerstvolgende nommer van het blad met de
nieuwe reeks artikelen van Krapotkine beginnen
zal.
Generaal Fajardo, gouverneur van Carthagena,
is overleden aan de gevolgen der wonden die
hij gekregen had toen een bende oproerlingen
zich van het kasteel van San Julian had meester
gemaakt en de generaal het kwam opeischen.
Een //betooging,, te Madrid van werklieden
zonder werk is rustig uiteen gegaan op eene
belofte van werkverschaffing door den prefect.
Dit Madrid wordt van 1 Februari geseind.
Er werd heden eene nieuwe manifestatie ge
houden door een honderd werklieden die naar
het ministerie van binnenlandsche zaken trokken
en werk verlangden. De prefect sprak de me
nigte toe. Wanordelijkheden hadden er niet plaats.
Twaalf personen werden gevat.
De koningin heeft aan Gladstone het samen
stellen van het nieuwe kabinet opgedragen.
Zaterdag morgen werden de leiders der liberale
parlij door hunnen overste ingelicht nopens
hetgeen er was voorgevallen.
Vermoedelijk wilde Gladstone eerst zijne ge
wezen ambtgenooten polsen over eene gemeen
schappelijke of afzonderlijke gedragslijn, om alsdan
der koningin verslag te doen van den stand der
partijen. Ettelijke bijeenkomsten met lord Gran
ville lord Hartington lord Richard Grosvenor,
sir Henry James en andere hoofden meer, waren
daarvan het uitvloeisel. Wil men de Standard
gelooven dan is lord Hartington van zijn zuur-
kijken en pruilen genezen en wil hij nu weer
meedoen zoodra Gladstone optreedt. Men zou
gaarne eens weten op welken grondslag deze
verzoening plaats vond indien zij plaats vond.
Ziet Gladstone van Home Rule af, of is de
nobele markies daartoe bekeerd
zeven millioen. Wat zegt ge daarvan, neef?
Indien de dokter niet overdrijft, zou ik
in uwe plaats met beide handen toegrijpen.
Zeven millioen is geen gekheid voor dien prijs
kan men wel een oog toedrukken en den stam
boom over het hoofd zien
Juist mijn gevoelen. Oude adel en nieuw
geld passen zeer goed bij elkander. Moeten
met den tijd meegaan, en dwaze vooroordeelen
laten varen, als het noodig is. Kunnen het geld
best gebruiken. Papa slecht huisgehouden, ma
joraat bezwaard. Weet maar niet hoe aan te
vangen. Kan toch niet zoo met de deur in
huis vallen en eenvoudig maar zeggen dat ik
juffrouw wil huwen?
Gij moet zeker voorzichtig te werk gaan,
en eerst onder een aannemelijk voorwendsel
kennis trachten te maken.
Is niet zoo gemakkelijk als gij denkt
moet rijpelijk worden overwogen. Zuike meisjes
willen om zichzelven bemind worden. Merken
gauw baatzuchtige oogmerken en trekken zich
terug. Valt mij eené gedachte in. Zal kameraad
Van Bergen opzoeken, die met de damss in
hetzelfde huis woont; moet mij bij haar intro-
duceerea. Zullen zich vereerdzeer gevleid
gevoelen, als ik verschijn om persoonlijk tot de
partij uit te noodigen.
Dat is zoo kwaad niethernam de heer
von Reibnitz. Ik vrees slechts dat van Bergen
Het toppunt van onbeschaamdheid heeft
wel een Londensche dief bereikt die tegen den
persoondien hij heeft willen besteleneen
aanklacht indiende. Den 5den Januari verliet
Chapmande stalmeester van den hertog van
Cambridge, de opera toen hij eensklaps een ge
weldigen ruk aan zijn horlogeketting voelde en
spoedig daarop een man pijnlijk zag voortsnellen.
Den 30sten klaagde de vluchteling Chapman aan
wegens ernstige lichamelijke verwonding. Het
horlogedal de dief had willen stelen, was na
melijk van een kunstig mechaniek voorzieu en
toer. de dief het had willen grijpen ging een
haarfijne pen hem door de hand hetgeen een
wond veroorzaakte die de verlamming van de
handspier tengevolge had. Trotsch riep de dief
uit Men mag mij straffen maar hem ook
Deze vrome wensch werd niet vervuld, Chapman
had het recht zijn eigendom naar goedviuden te
beschermen. De dief bekwam 6 maanden
dwangarbeid.
LONDEN, 1 Februari. Sir M. Hicks Beach
heeft in het Lager- en Lord Salisbury in het
hoogerhuis medegedeeld dat de koningin het
ontsiag van het het kabinet heeft aangenomen
en dat de heer Gladstone te Osborne de opdracht
heeft aanvaard om een nieuw ministerie te vor
men. De zitting der beide huizen is verdaagd
tot aanstaanden Donderdag.
Men meent te weten dat Gladstone aan de
koningin de volgende ministerieele lijst heeft
voorgelegd
Gladstone, premier en kanselier van de schat
kist; Sir Farrer Herschell, lord kanselier Har-
courtbinnenlandsche zaken Granville voor
zitter van den geheimen raad Childers, oorlog.
Voorts zouden Spencer, Roseberry en Kimberley
onder elkander men weet nog niet hoe
de portefeuilles van buitenlandsche zaken ko
loniën en Indische zaken verdeelen. Men ver-*
moedt dat Chamberlain als minister van marine,
en Morley als minister voor Ierland zal optreden;
doch hieromtrent is nog niets beslist.
De rede van prins Bismarck, die ongeveer
twee uren Donderdagmiddag in den Pruisischen
landdag heeft geduurd, lokt vele beschouwingen
uit. Eugen Richter, zegt in zijne „Freisinnige
Zeit." dat hij in Bismarck's aanval tegen den
weerspannigen rijksdag meer dan eene bedreiging
ziet, welke alleen het besluit in de Polen-quaestie
betreft. Hij beschouwt de woorden van den
rijkskanselier als een openbaar dreigement met
een staatsgreep, wanneer de rijksdag het mono
polie op het gedistilleerd verwerpt. Immers
Bismarck zeide toch, dat hij zich niet door
onraad zal merken, en u eene streep door de
rekening zal halen, indien hij verneemt, welk
een goudvischje bij hem in huis woont.
Zal niet zoo dom zijn hem dat aan den
neus te hangen. Ben overigens ook niet bang
voor Van Bergen goede kerel, maar onnoozele
hals tegenover dames te beschroomd, staat wel
drie paardelengten achter mij; scntimenteele dwee-
per. Maar mag geen tijd verliezen, zal terstond
terrein gaan verkennen en strikken uitzetten.
Met dit loffelijk voornemen begaf de graaf
zich onverwijld naar zijn kamer, waar hij met
de hulp van zijn bediende zorgvuldig toilet
maakte. Zoo verscheen hij in de nederige wo
ning van den luitenant, die over dit onverwacht
bezoek niet weinig verbaasd was.
Kan niet nalatenzei de voorname gast
in het voorbijgaan een oud kameraad te bezoeken,
en roevrouw van Bergen mijn nederigst compli
ment te maken.
Gij zijt inderdaad al te beleefd, heer graafl
hernam de gevleide dame. Mijn zoon had mij
reeds verteld, dat hij u had ontmoet, en dat gij
zoo vriendelijk waart geweest, hem tot de aan
staande partij uit te noodigen.
Hoop dat de genadige vrouw ons ook die
eer zal vergunnen
Met het grootste genoegen, indien mijn
zoon er aan deelnemen mocht.
Twijfel daar niet aan. Uitgelezen gezel-
//majoritaten" liet dwarsboomen en liever den
keizer en de bondsregëeringen zou aanraden om
zich, voor zoover de grondwet dit veroorloofde,
onafhankelijk te maken van den rijksdag.
Het was de heer Windthorst, die het voor
de Polen opnam, toen de rijkskanselier verklaarde,
dat de Pruisische regeering geen haar breed zou
toegeven en het als haar plicht beschouwde, om
het Poolsche element in Pruisen met alle mid
delen te bestrijden. Vooral deed de leider van
het centrum uitkomendat de Polen in alle
oorlogen voor Pruisen hadden gestreden. Hun
legercorps bestormde de Duppler-schansen en
onderscheidde zich ook in Frankrijk roemrijk,
zoodat zij meer waardeering verdienen dan door
de regeering als landverraders behandeld te
worden.
De afgevaardigde Stablewski brandmerkte de
beweringdat de Polen met geweld de grenzen
van Pruisen trachten te wijzigen en de hoop op
herstel van het Poolsche rijk nog niet hebben
opgegeven, als onbewezen en onbewijsbaar, waarop
de minister Van Puttkamer verklaarde, dat het
streven van de Polen tot herstel hunner onaf
hankelijkheid als landverraad moest worden be
schouwd.
De regeering is niet voornemens inbreuk te
maken op de Poolsche taal of den Poolschen
godsdienst; zij wil alleen eene gevaarlijke bewe
ging onderdrukken en een dam opwerpen tegen
de enorme uitbreiding van de Poolsche nationa
liteit in Po9en, Opper-Silezië en in Oost-Pruisen.
De heer von Bismarck weerlegde de bewe
ringen van den afgevaarde Windthorst, en be
toogde dat herstel van het Poolsche rijk langs
wettelijken weg niet mogelijk zal zijn.
Ook moest hij opkomen tegen het gezegde
van den atgevaardigde Richter, die in den rijks
dag verklaarde, dat de rijkskanselier zou hebben
gedreigd met een staatsgreep, indien het alcohol
monopolie mocht worden verworpen.
Deze bewering is volkomen onwaar; indien de
rijksdag het monopolie verwerpt, dan zal de
Pruisische regeering de belasting op het gedistil
leerd langs anderen weg productiever trachten
te maken.
Wat het alcohol-monopolie betreft, denkt de
regeering er niet aan, den rijksdag te doen
ontbinden.
De president las daarop een pas ingediend
voorstel van de Duitsch-vrijzinnigo partij voor,
waarin een nauwkeurig onderzoek wordt verlangd
naar alle voorstellen, die op de bevordering en
handhaving van het Duitsche element in de
oostelijke provinciën betrekking hebben.
In de zitting van Zaterdag werd na eene
zittingdie bijna 8 uren duurde, het voorstel
van Achenbacli aangenomen, nadat een voorstel
van Richter, om dat deel van het voorstel, liét-
schap keur der badgasten. Zullen allen zich
verheugen met de genadige vrouw kennis te
maken, vooral neef Reibnitz en nicht Mathilda.
Ik heb reeds lang gewenscht hel gezel
schap te ontmoeten, maar de gezondheid van
Koenraad heeft het tot dusverre niet toegelaten.
Wij leven hier als kluizenaars en verkeeren roet
niemand behalve onze burinnen, eenige Opper
Silezische dames, wel is waar burgerlijke, maar
toch zeer fatsoenlijke lieden.
Heb van dokter Brustlein veel goeds van
die dames gehoord hernam de graaf, die van
de hem aangeboden gelegenheid gretig gebruik
maakte. De weduwe van den opperbaljuw
Grond cn hare nicht moeten zeer achtenswaardig
zijn. Ben voornemens haar insgelijks uit te
noodigen. Wat dunkt u, kameraad? Zal haar
zeker zeer aangenaam zijn.
Dat kan ik niet weten, antwoordde de
luitenant, die tot dusverre gezwegen had. Dat
zttU gij de dames zei ven moeten vragen.
Spreekt van zelf. Wilde u slechts ver
zoeken mij aan haar voor te stellen. Zijn toch
te huis en te spreken
Indien ik mij niet vergis, viel mevrouw
van Bergen in, zonder het antwoord van haar
zoon af te wachten, zitten de dames in den
tuin onder hare tent; zij zullen zich stellig zeer
verheugen over uwe uitnoodiging.
Gelijk van zelf sprak was graaf Randau ter-