Nummer 18. Donderdag 4 Maart 1886. 9e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. BEKENDMAKING, FEUILLETON. ANTOON TIELEN ZEVEN MILLIOEN. UITGEVER: Waalwijk. Nogmaals onze Langstraatsche be langen in verband met de ver legging der uitmonding van de Maas. Novelle door MAX RING. De Echo van bet Zuiden, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regeJ groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De burgemeester der gemeente Waalwijk maakt bekend lo. dat, ter voldoening aan art. 10 der wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad 125),eenecommissie uit gedeputeerde staten der provincie Noordbra bant, bijgestaan door den daartoe door het alge meen bestuur aangewezen ingenieur en het hoofd van het bestuur der gemeente, in het gemeente huis aldaar zitting zal houden Vrijdag 19 Maart 1886 des voormiddags ten 10 ure', ten einde de bezwaren van belanghebbenden aan te hooren tegen het plan van de verlegging van de uitmon ding van de rivier de Maas naar den Amer en noodigt belanghebbenden uit om hunne bezwaren, ter plaatse en ure vermeld, mondeling of schrif telijk aan genoemde commissie mede te deelen 2o. dat de stukken bedoeld bij de eerste alinea van art. 12 en ter voldoening aan de tweede alinea van dat artikel van voornoemde wet, ter inzage van een ieder worden nedergelegd ter se cretarie dezer gemeente van en met den 1 Maart 1886 tot dat de commissie hare werkzaamheden binnen de gemeente heeft volbracht. 3o. dat het uitgewerkt plan van het geheele werk, bedoeld in de laatste alinea van art. 12 van meergenoemde wet voor een ieder ter inzage zal liggen op de grillie der provincie Noordbrabant van en met den 28 Februari 1886, totflat de com missie hare werkzaamheden in de betrokken ge meenten zul hebben volbracht. Waalwijk, den 24 Februari 1886. De burgemeester, Dr. DE HAAN l.b. Reeds herhaalde malen hebben wij de kolommen van ons blad opengesteld ter be spreking onzer Langstraatsche belangen, die betrokken zijn bij de verlegging der Maas monding. En van verschillende zijden zijn die belangen bepleit, zoowel bij de regeering als bij de vertegenwoordiging. Dochwij moeten het erkennen, tot heden toe hebben de pogingen, aangewend om in de gevaren, die ons dreigente voorzienweinig succes gehad. Zoowel bij de een als bij de ander VIII Door zulke gedachten bezield zocht en vond zij reeds den volgenden dag een geschikte ge legenheid om Flora alleen te spreken, en haar met lofwaardige oprechtheid alle hoop te benemen, door haar de redenen en bedenkingen tegen een verbintenis tusschen haar zoon en een aim meisje, met aristocratische onbescheidenheid uiteen te zetten. Gij zult zelve moeten inzien, mijn lieve kind zei zij tot haar, dat er omstandigheden zijn, die het onmogelijk maken, de neiging van het hart te volgen. Mijn zoon heeft plichten jegens zijne familie, zijn stand en zijn maat schappelijke betrekking die hij niet straffeloos kan schenden. Gij kunt daarom niet verwachten, dat ik mijne toestemming zou geven tot eene verbintenisdie noch voor u noch voor hem eene bron van geluk maar slechts van biltere teleurstellingen en zware zorgen zou zijn, daar gij geen van beiden het noodige vermogen bezit tot een huwelijksleven overeenkomstig onzen tijd. Dat is wel waar, hernam Flora ka'm maar de heer Van Bergen hoopt in zijn nieuw beroep een voldoend bestaan te vinden voor zijn bescheiden eischen en de plichten jegeDs zijne familie slechts des te beter en gemakkelijker te kunnen vervullen. Wat hoopt, gelooft en zegt men niet, als men jong en verliefd is Men misleidt zichzelven en anderen omtrent zijn gevoelens en laat zich door de bedwelming van den hartstocht verleiden tot beloften en stappendie men naderhand bitter betreurt en gaarne ongedaan zou willen was het als aan een doovenmans deur geklopt. Wat numet deze ervaring voor oogen Zullen wij nu maar de handen laten slap hangenen geduldiglijk afwachtenen be rusten in hetgeen de lieeren genadiglijk zullen goed vinden in hunne wijsheid ons op de schouders te leggen, en zullen wij zoo doende ons aller belangen op verregaande wijze laten veronachtzamen en benadpelen Mochten er zulken gevonden worden, die zich dermate aan een soort van apathie hebben overgegeven dat zij door wat ook zich niet laten wakker schudden, en daardoor elke inspanning en ijver zoowel voor hun eigen als voor het algemeen belang schuwen, ons is het wel. Maar wij achten ons in geenen deele verantwoordzoo wij u, inge zetenen van de Langstraat! niet nogmaals in allen ernst en met allen nadruk hebben op gewektom de laatste gelegenheid, die u thans wordt aangeboden, gretig aan te grijpen, en uwe belangen te bepleiten met al de kracht die in u is. Het geldt immers uw eigendommen, uw handel en nijverheid, een groot deel uwer inkomstenuw stoffelijk besfaan En is dit nog niet genoeg om uw lauwheid en onverschilligheid haastiglijk af te schuddeu, en volijverig de handen ineen te doen slaanten einde nog te redden wat mogelijk is Zooals men uit verschillende bekendma kingen in enkele dag- en weekbladen heeft kunnen lezen, zal een commissie uit gede puteerde statenbijgestaan door een daartoe aangewezen ingenieur en den burgemeester der gemeente, op onderscheidene aangewezen dagen in de tweede helft der maand Maart, in de verschillende betrokken gemeenten zitting houden ten einde de bezwaren van belanghebbenden tegen het plan van de ver legging der Maasmonding mondelijk of schrif telijk in ontvangst te nementerwijl het plan met de stukkenvoor zoover elke ge— maken. Dat kan ik van den heer Van Bergen onmogelijk geloovendaartoe heb ik een te goede meening van zijn karakter en van zijn eergevoel. Ook heeft hijvolgens zijn eigene verklaring, het besluit om zijn ontslag te nemen, opgevat reeds iang voor hij mij kenie, ofschoon ik niet kan loochenen dat ik dit goedkeurde en hem heb aangespoord zich aan den bergbouw en het mijnwezen te wijden. Mijn God 1 riep de weduwe driftig, hoe hebt gij dit kunnen doen en hem een zoo ver derflijken raad gegeven I Gij schijnt niet te begrijpen, wat een officier, een Van Bergen, aan zichzelven aan zijne familie en aan zijn stand verplicht is. Mijn zoon kan en mag geen ge woon beroep uitoefenen en een berg- of mijn werker worden, evenmin als het hem geoorloofd is een meisje in een ondergeschikte betrekking en zonder vermogen te huwen, indien hij niet met de groote wereld wil breken, kortom zich onmogelijk wil maken. Bij deze woorden, nog krenkender door hun trotschen toon dan door hun inhoud kromp de bcleedigde Flora onwillekeurig ineen. Reeds wilde zij een scherp antwoord geven, toeD zij aan Koenraad dacht, en aan zijn verzoek om de vooroordeelen van zijn moeder met verschooning te behandelen {om zijnentwil bedwong zy haar opwellenden toorn. Vergeef mijgenadige vrouw zei zij met lichten spotdat ik het gewaagd hebuw zoon een beroep aan te raden dat door zeer achtenswaardige mannen gelijk ook door den vader van juffrouw Richter werd uitgeoefend; mannen, die door ijver en talent zooveel groots hebben tot stand gebrachtdie duizenden ar beiders werk en brood verschaffer.die de wel vaart van geheele provinciën bevorderen en bezielen en zich daarom mogen verheugen in de achting meente aangaat, op de secretarie aldaar, en het geheel op de provinciale griffie voor een ieder ter inzage ligt. Men ziet dus, dat er nogmaals, maar dan ook voor het laatst, een gelegenheid wordt aangebodenom voor de belangen onzer verongelijkte streek op te komen, en met kracht aan te dringen op het wegnemen der verschillende bezwaren, voor zoover dit thans nog kan geschieden. Wij begrijpen zeer wel, dat, thans aan te dringen op het verbinden van de Waalwijksche haven door middel eener schutsluis met de nieuwe rivier, een vruchteloos werk zou zijn. Dit behoort niet nu en niet hier te geschie den daartoe zal zich later nog wel een ge legenheid op doen. En zoo zijn er wellicht nog andere bezwaren, die thans niet aan de orde kunnen komen. Daarentegenal wat betrekking heeft op de waterlossingde irrigatie en de communi catie, is hier uitstekend op zijn plaats. Uit de ter visie liggende stukken kan gezien wordenhoe in een en ander zal voorzien worden, maar ook waarin niet voorzien wordt. Het adresonder dagteekening van den 6 October 1885 door verschillende Langstraat sche gemeente- en polderbesturen aan de tweede kamer ingezo iden, en waarvan in der tijd een afschrift ook in de Echo is opge nomen, kan gereedelijk tot leiddraad strekken. Dusgemeente- en polderbesturenen belanghebbende particulieren laat uw tijd niet voorbijgaan, maar neemt inzage van en bestudeert de ter visie liggende stukken noodigt mannen van erkende bekwaamheic en goeden wil uit om u voor te lichten ten einde goed beslagen voor de zitting houdende commissie te verschijnen, om uw belangen grondig en met klem te kunnen verdedigen. Wat veel zegt, en naar onze meening een zeer gunstige omstandigheid is men komt van de geheele wereld. Ik kon toch ook niet weten dat het een edelman een officier, niet geoorloofd waszich door arbeid te onderschei den, en uit liefde een arm meisje te buwen, dat de trots en de vreugde van iederen anderen man zou zijn. Wij moeten helaas hernam mevrouw Van Bergen verlegen, aan oiuen stand menig offer brengen. Noblesse oblige Een schoon, een heerlijk woord! antwoordde Flora ernstigindien het maar altijd goed begrepen en toegepast werd. Aan zijne leus getrouwmoest de adel zich dan ook aan het hoofd van alle edelen stellen hen voorgaan in den strijd voor het goede en schoone tegen het slechte en gemcenede vaan der eer te allen tijde hoog opgeheven houden, en aan de wereld een schitterend voorbeeld geven van toewijding, zelfopoffering, onbaatzuchtigheid en trouw. Dan zouden wij allen ook zonder afgunst de verdien sten van den adel erkennen, hem gaarne navolgen, en in het vervullen van onze heiligste plichten hand aan hand met hem gaan. Met klimmende verbazing, bijna met bewon dering zag de majoorsweduwe de anders zoo schuchtere gezelschapsjuffer aan zulk eene taal had zij van haar niet verwacht. Tegen haar wil moest zij de gedachten en begrippen van Flora goedkeurenen bekennen, dat haar zoon geen schoonergeen begaafder en edelhartiger echtgenoote, zijzelve geen betere en beminnens waardiger schoondochter weuschen kon, indien er maar niet dat ongelukkige geldelijk bezwaar en die verleidelijke millioenen geweest waren. En al kon zij daarom ook niet besluiten van haar plannen af te zien en hare toestemming tot de voorgenomen verbintenis te geven, toch was er in hare houding tegenover de arme ge zelschapsjuffer eene verandering merkbaarzij liet haar vroegeren trotschen kwetsenden toon voor een commissie van gedeputeerde staten, het collegie, welks leden medegewerkt hebben tot het tot stand komen van het besluit der provinciale staten dd. 15 Juli 1880, bevat tende de bekende voorwaardedat de ge meenschap over de rivier hetzij door bruggen hetzij door stoombooten verzekerd wordeen welk collegie geroepen is om voor de uit voering dier voorwaarde te zorgen. Zal men in deze nu ook met grond iets mogen verwachten van de beide Langstraatsche leden der prov. staten? Men zegge niet die staten zijn slechts ter behartiging van het provinciaal belang. Want, evenals het geheel bestaat uit de som zijner deelen, zoo ook ontstaat het algemeen prov. belang uit de som der verschillende particuliere en ge meentebelangen. Zoodat wij tot geene andere conclusie kunnen komen, dan dat de behar tiging der belangen van een zoo aanzienlijke streek als de Langstraat ontegenzeggelijk en zeer eigenaardig behoort tot den werkkring dier heeren. En de uitkomst zal het leeren, of zij in deze nog eenigen invloed ten goede hebben kunnen of willen uitoefenen op hunne collega's, ofschoon hier in eenigszins andere qualiteit zitting hebbende. Toen in het najaar van 1885 de zaak van den Nieuwen Maasmond in de tweede kamer aan de orde wasmoesten wij de bittere ervaring opdoendat geen der leden, zelfs niet met een enkel woord, voor ons belang is opgekomen. Ten minste van de drie af gevaardigden voor het belangrijkst gedeelte der Langstraat had men toch, na al hetgeen voorafgegaan was, met grond mogen verwach ten dat zij althans voor de Laugstraatsche belangen zouden in de bres gesprongen zijn. Maarhelaas geen hunner schijnt het der moeite waard geacht te hebbenzich om onze belangen ook maar eenigszins te ver- moeiën. Dus, lezersbespaart u nieuwe teleurstel varen en bepaalde zich om zoo welwillend en bescheiden mogelijk op de gronden van hare weigering terug te komen. Evenzoo achtte Flora zich verplicht de zwak heden en vooroordeelen der adellijke dame te verschoonen en haar den betamelijken eerbied te bewijzenzoodat het netelige onderhond vreedzaam afliep en in plaats van een onher stelbare breuk, een bijna vriendschappelijke over eenstemming teweeggebracht. Wat echter Flora boven alles geruststelde en verheugdewas de bevestiging van haar geluk uit den mond der moeder, die zeker tegen haar wil had verraden, dat haar geliefde bereid was haar de grootste offers te brengen. Daarom strekte het gesprek tusschen Flora en «e ma- joorsweduwe slechts om de minnenden voor altijd onafscheidelijk met elkander te verbinden. Voortaan maakten zij gebruik van elke gunstige gelegenheid om elkander te zien en te spreken, zoodat hunne betrekking niet langer verborgen kon blijven, ofschooD r.och de tantenoch juf frouw Richter daarvan schenen notitie te nemen. Daarentegen merkte graaf Randau bij zijn menigvuldige bezoeken met des te grooter ge noegen drze liefde tusschen den luitenant en de gezelschapsjuffer op. Had Bergen zei hij grinnekend in zich zeiven, niet voor zoo dom gehouden om zich aan een arm meisje te verslingeren. Is waar schijnlijk met juffrouw Richter mislukt, en troost zich nu met de gezelschapsjuffer. Kan mij niet anders dan aangenaam zijn, moet oppassen, dat vriend Rohr niets verneemt. Heeft gelukkig niet het minste vermoeden hoe de zaken staan. Twijfel niet of zal hem de loef afsteken en slagen, waar alles voor mij zoo goed gaat als maar wenschen kon. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1886 | | pagina 1