Engeland. Duitschland. Italië. Bulgarije. Rusland. Amerika. BINNENLAND. gegeven. Een der waschhuizen bij de brug over de Manzanares stortte in en acht waschvrouweü, volgens eene andere opgave acht en twintig, ver dronken in de rivier. Vreeselijk heeft die brug, de Toledo brug genaamd geleden. In de wijk, het Hospitaal geheeten, stortte in een onmezien eenzien een nieuw opgerichte gaarkeuken in. De bouwvallen kwamen neer op omstreeks 150 per sonen van welke er 60 a 70 min of meer zwaar gewond werden. In den strijd der elementen sloeg de bliksem in het Nieuwe Hospitaal. De vlammen sloegen onmiddellijk naar buiten. Gelukkig werden deze spoedig gestuit. Over de geheele uitgestrektheid van het district Madrid is eene onberekenbare schade aan den oogst toegebracht. De koningin-regentes heeftondanks haren hoogzwangeren toestand, het verlangen te kennen gegeven het tooneel van verwoesting te bezoeken; wel hebben hare gcneesheereu het haar volstrek- telijk verboden, maar zij is toch vele ongelukkigen gaan bezoeken heett hun persoonlijk geld uit gedeeld en beloofd de weezen onder hare be scherming te zullen nemen. Zij heeft besloten zich aan het hoofd te stellen van eene commissie van ondersteuning, die reeds dadelijk in het ko ninklijk paleis zou bijeenkomen. De gemeenteraad heeft de hulp der hooge re geering ingeroepen. MADRID17 Mei. De koningin is bevallen van een zoon. Het lot van Gladstones Home Rule voordracht geldt reeds als beslist. Alleen wordt nog be rekend met. hoe groote meerderheid ze zal worden verworpen en deze wordt door de verschillende bladen opgegeven als variëerende tusschen 1 en 90. Een aantal weifelende liberalen zijn voor goed van Gladstone afgekeerd na eene bijeenkomst met Hartingtonwaarin deze verklaarde de verantwoordelijkheid voor de verwerping en des noods ook de vorming 7an een kabinet op zich te willen nemen. Bij het Pruisische huis van afgevaardigden is een rapport ingekomen van de commissiein wier handen gesteld is het wetsvoorstel betreffende het Rijn-Eemskanaal. De voor Nederland gewichtigste plaats in dat rapport luidt aldus „Onder de bij dit ontwerp betrokken handels- en oeconomische belangen werd door leden der commissie aangevoerd, dat Duitschland en in het bijzonder Pruisen, er hoog belang bij hebben, eene van het buitenland onafhankelijke Noordzeehaven te bezitten welke in verbinding te water staat met den Rijn en met het groote Rijnsch West- faalscke productiegebied. In dezen zin beteekent het kanaal de verlegging der Rijnmonding naar de Duitsche Noordzee. Het buitenland zal met feiten moeten rekenen en dan in internationale commercieele quaestiën de consideratièn gebruiken, welke sedert lang in het bewustzijn van eene beheerschende stelling gemist werdenzoodat dit bijv. iu de verhandelingen over het Rijn- Maaskanaal waarbij voor het Roerbekken en den geheelen Beneden-Rijn levensbelangen zijn betrokken in het licht getreden is. De ko loniale handel zal dan in plaats van over Ne- derlandsche en Belgische havens, voor het grootste deel over Emden naar West-Duitschland, in elk geval naar het consumptie gebied in Westfalen en Rijnland getrokken worden. De commissie verklaart zich voor den aanleg van het kanaal. Te Krossen (in de provincie Brandenburg) is Vrijdag door eene windhoos eene geduchte vernieling aangericht. Verscheidene huizen zijn ingestort. Van bijna al de overige zijn de daken en vensters beschadigd. De kerktoren is om- vergeslagen. De militairen en de brandweer zijn bezig met de puinhoopen weg te ruimen. Er ziju menschen omgekomen en eenige zwaar gekwetst. In den Oder zijn twee schepen gezonken en vijf menschen verdronken. Boeza Sandor wordt nog bij duizenden exem plaren op alle jaarmarkten verkocht. Savanya Joszi was nog zulk een rooverhoofdman van den ouden etempel. Men verhaalt allerlei romantische avonturen van hem. Maar de romantische riddertijden zijn voorbij. Savanyn Joszi zal met zijn bende als een gewoon misdadiger terechtstaan wegens 27 misdaden moorden diefstallen enz.en hij mag blij zijn als hij den strop ontkomt. De moord van de Italiaansche expeditie van graaf Porro, in Harar, wordt door den aanvoerder van de karavaan Arie Gheli Gadaburstiden eenigen die het bloedbad ontkwam, in hoofdzaak als volgt verhaald „De expeditie bestond uit 8 Europeanen3 Abyssinische bedienden en 10 inboorlingen. Op de drie Abyssiniers na waren allen met achter- laadgeweren gewapend. Van Zejla tot aan Bussa ging alles goed. Daar vernamen wij de gevan genneming der Engelsche bezetting van Dschul- deesa (Gildezza). Wij deelden die tijding aan de Italianen mede, en verzochten hen terug te keeren omdat het verder reizen gevaarlijk was. Maar hun aanvoerder zeide: „Wij keeren niet terug. We gaan voort. „Hierna trokken wij naar Artu en rustten bij het water. Ongeveer een uur later zagen wij 15 gewapende mannen van de heuvels afkomen. Wij riepen hun „halt,,! toe, en de lange Italiaan (Romagnoli) ging naar hen toeom met hen te spreken. Ze zeiden dat de weg vrij was. Zij kwamen daarop bij ons in een tent, en de Ita lianen zeiden tot hen „Wij willen geen oorlog voeren en niemand kwaad doen.,, De mannen van Harrar betuigden hun vriendschap en brachten den nacht bij ons door. „Bij het aanbreken van den dag waren de hoogteu door ongeveer 600 mannen van Harrar bezet. Zij kwamen in het kamp en bonden ons, inboorlingende handen. Maar den Italianen lieten zij hunne wapenen behouden en zij noo- digden hen uithunne reis te vervolgen. De kameelen werden beladen, en men steeg te paard, en de stoet trok voort. „Na verloop van een half uur beraads'aagden de mannen van Harrar onder elkanderen het gevolg was dat allen begonnen te schieten op de Italianendie oogenblikkelijk dood nedervielen, en van al hunne kleederen beroofd werden. Ons bracht men naar Dschuldessawaar wij de En gelsche soldaten geboeid vonden.,, Het karavaanhoofd vond bij een oproer van de Somalis te Gildezza gelegenheid om te ont vluchten. Uit Bulgarije groot nieuws, wat op verzoening met Rusland schijnt te wijzen. Met eene beleefd heid, te meer in het oog loopend ua de oflicieele lompheden der laatste tijden heeft de Russische consul generaal te Philippopeltoen vor6t Ale xander daar onlangs aankwamdezen in groot tenue zijn opwachting gemaakt. Het moet geschied zijn op uitdrukkelijken last van den czar en heeftgelijk te begrijpen is eenen allergunstigsten indruk gemaakt. De Times verneemt uit Konstantinopel dat particuliere depêches uit Bulgarije melden dat de nationale vergaderingwelke spoedig bijeenkomtwaarschijnlijk Bulgarije tot een koninkrijk zal proclameereu. Het Journal de St. Pétersbourg spreekt alle berichten ten stelligste tegen omtrent eene span ning tusschen Rusland en China naar aanleiding van de grensregeling in het Ussurigebied. De Wholesale Clothing Association te Chicago heeft besloten dat haar personeel in eene loonsver mindering moet berusten. Dientengevolge zullen 27,000 kleermakers den arbeid staken. Het eerste strafgeding over de bedriegerij voorschreven wet, op de secretarie der gemeente ter kennisneming is ter visie gelegd en dat op den 14den dag na de dagteekening dezes, zijnde den 25 dezer, door burgemeester en wethouders des voormiddags ten 11 ure op het gemeentehuis eene zitting zal worden gehouden, ten einde ieder gelegenheid te geven zijne bezwaren tegen die oprichting mondeling of schriftelijk in te brengen. Waalwijk, 11 Mei 1886. Het gemeentebest. voorn., A. VAN GROTENHUIS. De secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Waalwijk 19 Mei 1886. 't Begint waarlijk grappig te worden De „Provinciale7', die door de ontijdige mededeeling in haar nummer van verleden Donderdag bekend maaktedat er tusschen de regels door voor ingewijden iets zou te lezen zijn in bet geïncrimineerde stukje van 2 Mei, in ons blad, die daardoor de nieuws gierigheid van het publiek opwekte en dus de oorzaak was van grooter ruchtbaarheid tracht de aandacht daarvan af te leiden door holle frasen en zoogenaamde geestigheden. Nu, wij gunnen haar de pret. Wij hebben zeer klaar en duidelijk de reden opgegevendie ons terughield den inzender te noemen. Dat de „Provinciale" dit niet verstaan heeft, is haar minder kwalijk te nemen; oude lui moet men wat toegeven. Ook zijn wij nog in 't geheel niet over tuigd, dat er uit bedoeld bericht meer zou te lezen zijn dan er werkelijk staat. Dat de een of ander oude vrijer ge woonlijk een zeer kregel soort van menschen beweert in een verhaal bespottelijk voorgesteld te worden, is nog geen bewijs, zelfs als eene courant, zoo eerbiedwaardig als de Provinciale, daarmede instemt. A?ndoenlijk is 't wezenlijk de eenstemmig heid te zien, waarmede wij van vele zijden zijn aangemaand den naam des inzenders publiek te maken, in 't belang der pers zelve. Maar, eerlijk gezegd, wij gevoelen ons niet geroepen, betrekkelijk jong als wij zijn, aan onze oudere zusters groote voorbeelden te stellen. Meermalen toch vinden wij in de couranten berichten, die later blijken valsch of geheel onjuist te zijn. Als de „Provinciale" harer geweten eens wil onderzoekenzal zij zich ook wel aan die fout schuldig moeten bekennen. Nooit echter zijn wij tot de ervaring gekomen, dat zij den naam des inzenders genoemd heeft. De Meierijsche courantvan welker in stemming de „Provinciale" de vorige week gewaagde, of ten minste de uitgever van dat blad, is nog kort geleden, meenen wij, ge rechtelijk veroordeeld naar aanleiding van een daarin opgenomen artikel. Heeft de redactie van die courant den inzender bekend gemaakt Voor zoover wij weten int geheel niet. Daar wij de bladen, die zich nu tegenover ons stelleneischen zien doen, waaraan zij zich zelf onttrekken, wenschen wij vooralsnog niet anders te handelen dan zij. Wij zullen doen volgens hunne werkenniet volgens hunne woorden. Dat de oudere couranten met goede voorbeelden voorgaan, dit is niet meer dan billijk en zou zeker uitstekend werken. A tout seigneur, tout honneur En hiermede stappen wij voor goed van dit onderwerp af en zullen er ons niet om bekommeren of anderen ons op dien weg daar de handhaving der voorstellen omtrent de grondwetsherziening geen bepaalde voorwaarde was en deze had kunnen worden ontgaan door eene nadere besprekiugof eene toevoeging van een nieuw hoofdstuk 10 door de rechterzijde. De heer Mackay betoogde, dat wel degelijk die geeischte handhaving de aanneming der opdracht onmogelijk maakte. De indiening van een ander hoofdstuk 10 was onmogelijk voor de rechterzijde. De heer Schaepman keurde de houding der regeering af. De heer Gleichman noemde de houding des heeren Mackay correct. De natie zou nu uitspraak doen over het non poseumus in de politiek der rechterzijde. De minister Heemskerk ontkende tegenover den heer Lohman dat de regeering eene schijn- demissie zou genomen hebben. Verecnigde zitting der heide kamers, op Dinsdag 18 Mei 1886. Tot sluiting vac de gewone vergadering der staten-generaal. Geopend ten 3 ure. De heer Van Eysinga, voorzitter der eerste kamer, bekleedt den voorzittersstoel. De voorzitter laat door den griffier der eerste kamer voorlezen een koninklijk besluit van 11 Mei 1886 (Stbl. no 105), waarbij aan den minis ter van binoenlandsche zaken de taak wordt opgedragen om zich heden namiddag ten 3 ure te begeven naar de vergaderzaal der staten generaal en daar, uit naam des konings, de tegenwoordige zitting van de staten generaal te sluiten. De voorzitter benoemd eene commissie van acht leden der eerste en der tweede kamer, om den minister van binnenlandsche zaken in- en uitgeleide te doen. Kort daarna wordt de minister van binnen landsche zaken, die zich op de gewone statelijke wijze naar de vergaderzaal der staten generaal heeft begeven, de zaal binnenge'eid. De heer Heemskerkminister van staat en van binnenlandsche zaken, plaatst zich vóór den troon en houdt eene aanspraak, waarin hij wijst op de af^eloopen zitting als een niet onvrucht baar veld van arbeid, en herinnert aan de vast stelling van het gewijzigd wetboek van straf vordering, vijf wetten tot invoering van hei nieuwe strafwetboek, verscheidene maatregelen tot duur zame verbetering der financiën van het moederland en de herziening van het indisch tarief. Voorts noemt hij het zalmtractaat en de markwet. Met leedwezen vermeldt hij den tot dusverre niet bevredigenden uitslag van de behandeling der voorstellen omtrent de grondwetsherziening. Nadat namens ongeveer de helft der leden der tweede kamer was verklaard dat, zoo niet hoofdstuk 10 naar hunne overtuiging werd veranderd, hun medewerking ook zou ontbreken aan de herzie ning der overige hoofdstukken, werden alle voor stellen betrekkelijk hoofdstuk 10 afgestemd. Het ministerie verzocht daarop van zijn taak ontheven te worden. Naar 's konings overtuiging, die door de verantwoordelijke raadslieden der kroon geheel wordt gedeeldmocht het gebeurde geen aan leiding zijn om de voorstellen der grondwets herziening terug te nemen, maar moest worden ver langd dai deze naar hunne eigene verdiensten door de volksvertegenwoordiging werden beoordeeld. Het scheen echter wenschelijk en constitutioneel aangewezen dat zijvan wie de bezwaren waren uitgegaan, geroepen werden om die op te lossen en aldus naar hun eigen beginselen de herzie ning der hoogste staatswet tot stand te brengen, waarvan zij in het algemeen het nut niet hadden onikend. Doch eene opdracht aan een waardig en invloedrijk lid der rechterzijde werd afgewezen en dientengevolge de regeeringstaak weder aan het bestaande ministerie toevertrouwd. Op diens voordracht heeft de koning goedgedacht kamer ontbinding uit te spreken. Of uit de verkiezin gen een parlemeutaire meerderheid zal ontstaan, is aan niemand bekend maar zij kan in ieder geval van beslissenden invloed zijn op den ver deren loop der grondwetsherzieningwelke de regeering zich voorstelt weder aan de nieuwe kamer te onderwerpen. Den minister van binnenlacdsche zaken wordt, na het uitspreken dezer sluitingsrededoor de

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1886 | | pagina 2