Nummer 74. Zondag 19 September 1886. 9e Jaargang.
E l*
De Burgemeester van Moerkleij.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
BEKENDMAKING,
FEUILLETON.
ill
ANTOON TIELEN,
Iets over SPAREN.
BUITENLAND.
Belgie.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
UITGEVER:
Waalwijk.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarbo.eu 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
and worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel
De commissie voor de teekenscliool van Waal
wijk maakt bekend dat de teekencursus over
1886/87 een aanvang zal nemen op Maandag
den 4 October 1886 dat zij die tot de lessen
wenschen toegelaten te worden zich voor het
einde dezer maand kunnen aanmelden ter secre
tarie alhier en bij den directeur der teekenschool
den heer Th. A. van Delft.
Waalwijk, 18 September 1886.
De commissie voornoemd
JUD. TIMMERMANS Wz.
secretaris.
Wij leven in een betrekkelijk gelukkige
streek. Elders gemor over lage loonen
weegeklaag over schaarschte aan of erger
nog over stilstand van werk en dus ook van
verdienstenelders, en wel voornamelijk in
de groote centrums der bevolking, waar alles
op 't eerste gezicht ons zoo verleidelijk en
zoo weelderig toeschijnt, armoede, niet zelden
naakte afzichtelijke hongerige armoede
gehuisvest in vuige krottenof zonder dak
omdwalende langs 's Heeren wegen. Hier
werk voor allen, die kunnen en willen werken,
hier voor niet zeer zwaren of kunstigen
arbeid een loon, dat menig bekwaam werkman
in de stad benijden moet, hier zekere weelde
in leefwijze, kleeding, voeding en huisvesting,
in één woord hier welvaart. Maar toch ook
hier geen kapitaal in de kast, hoe gering
ook, bij de arbeidende klasse en in den regel
weinig lust om te zorgeu voor den ouden
dagte garen voor vrouw en kroost. Het
verschijnsel is opmerkelijk en in 't oog loopend
Schoenmaker blijf bij je leest.
genoeg, om er een oogenblik de aandacht
op te vestigen.
Bij den niet te loochenen welstand in onze
streek moet de vraag kan hier in ruimere
mate gespaard wordendan thans het geval
is heslist met ja! worden beantwoord. Kent
dan de ambachtsman in de Langstraat het
nut niet van het sparen Zijn misschien de
behoeften dermate gestegen met de verdiensten,
dat het spreekwoord //zoo gewonnenzoo
geronnen* hier, jammer genoeg, bij velen
toepassing vindt Hebben de weinige moei
ten en de luttele keunis, vereischt om hier
een goed werkman te worden en een flink
weekloon te verdienen de waarde van dit
laatste minder doen gevoelen In de beant
woording dezer vragen ligt misschien de sleu
tel vau het raadselwaarom toch onder de
arbeidende klasse over het geheel genomen
hier zoo weinig gespaard wordt, niettegen
staande de mogelijkheid daartoe in alle op
zichten bestaat. „Sparen is moeilijk!* roept
er een. Volkomen waaren hij mag er
bijvoegen voor velen is het sparen van
stuivers moeilijkerdan het verdienen van
guldens. Wanneer gij de gewoonte hebt
dagelijks vijf borrels jenever te gebruiken
dan kost het onzettende inspanning, dan is
het een harde beproeving u eiken dag te
vreden te stellen met één glaasje. Elke
onthouding valt den mensch zwaar, te zwaar
der, naarmate de gewoonte om zich niet te
spenen langer geduurd heeft. Omgekeerd
echter kan hij die gewend is te sparen, er
moeilijk toe besluitengeld uit te geven
voor zakenwelke hem of schadelijk zijn
of slechts strekken kunnen tot halve vol
doening van een gril of een hartstocht. Zoo
en dat ge hem de kosten die hij gemaakt heeft
zult betalen."
„Zak veur zoone schoenmaker men eigen ver
nederen nee dè nie hoor, ik wou nog liever
bij zin teratrak tegen me in 't publiek dèttie het
verd.... om af te breken er. of'k hem al een
iemand zegt waarschijnlijk„sparen is ge
makkelijk dat doet men als van zelf" en
ook hij is in zijn volle recht. Het begin
van alle werk is in den regel moeilijk en
de gewoonte wordt een tweede natuur, zoo
wel in 't goedeals in 't kwade.
Het schijnt weldat vele huisgezinnen
de kracht en de waarde niet beseffen van
het kleine, en toch juist dit is het, wat in
talrijke gevallen het middel moet heeten
waardoor arme werklieden mettertijd gewor
den zijn bemiddelde burgers, soms kapita
listen van den eersten rang.
Wie eiken dag een kwartje bespaart, dit
uitzet tegen 5 percent interest op interest,
bezit na verloop van één jaar vier en negentig
guldenin zes jaren groeit het aan tot het
aardige sommetje van omstreeks vijf honderd
vijf en zestig gulden en na twintig jaren is
het eene kwartje twaalf duizend maal zooveel
geworden en vermeerderd tot een kapitaal
van drie duizend gulden.
Een werkman, die van zijn twintigste jaar,
op welken leeftijd hij toch in den regel meer
moet kunnen verdienen dan den kost alleen,
tot zijn zestigste elk jaar vijftig gulden be
spaart, deze uitzet tegen 5 percent en voort
durend den interest bij het kapitaal voegt
is na verloop van dien tijd in het bezit
van zes duizend gulden; welk bedrag meer
dan voldoende is, om hem het overige van
zijn leven in welverdiende onbekommerde
rust te doen genieten.
Al de stoffelijke voordeelen aan te voeren
van het sparen zou een onbegonnen werk
zijn. Daarenboven is het niet het stoffelijke
alleendat den mensch daartoe moet aan
sporen ook het veredelendehet zedelijke
bedrogen schoenmaker te vragen.
De maréchaussée's wisten den schoenmaker
tactvol te overreden om toch maar goedwillig tot
de afbraak te besluiten en betreurden het dat zij
er zoo waren ingeloopen. Hadden zij geweten
hoe de vork aar. de steel zat, zij hadden Marten
verknoeide zaakje
er van heeft zijn beteekenis. De spaarzame
voelt beter dan de zorgelooze verkwister den
ernst des levens„werken en denken en
leeren is 't leven" zong de Genesteten hij
had er bij kunnen voegen lijden en strijden
en ontberen. Waarlijkhet leven kan geen
smulpartijtje zijn waarbij men aanzit en den
tijd doodt in zotte klap of brooddronken
vroolijkheid. Er moet getobd en gezwoegd
wordener moet ook gespaard worden
zoovel als 't kan al ware 't maar alleen
opdat de nakomelingschap daardoor leere
arbeiden en ontberen; de gelukkigste mensch
immers op aarde is hijdie de minste be
hoeften heeft.
Er was eens een oude vaderdie hoogst
spaarzaam leefde. Toen zijne kinderendie
reeds groot en sterk waren en bekwaam in
hun vak hem eens vroegen: „vader, waarom
leven wij toch zoo zuinigzuiniger, dan
velen die minder bezitten dan wij ant
woordde hij„gij zult zeer waarschijnlijk
allen langer leven dan ik ik spaar dus niet
voor mij zeivengun mij het genoegen, dat
ik u bij mijl» sterven zooveel nalaat, als in
mijn vermogen isdoe dan met de nalaten
schap wat u goeddunkt." En zijne zonen
waren beschaamd over dit antwoordwant
zij meenden weleer in zijne zuinigheid min
der liefde te bespeuren ten aanzien zijner
kinderen. En zij eerden hem nog meer, dan
vroeger.
Naar uit Rome wordt gemeld zon de paus
langs officieusen weg aan de Belgische regeeriüg
bij wijze van douceurtje voor eenigen tyd de
jaarwedde van den secretaris te doen genieten.
De raad had daarbij echter geen rekening
gehouden met de hebbelijkheid van Marten, die
het leeuwenaandeel van het secretaristractement
in den zak stak en zijn zoon met eenig zakgeld
W
Si
araraww