Nummer 88. Zondag 7 November 1886, 9e Jaargang, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Nog iets over het burgerlijk gezag. ANTOON TIELEN, BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. JUUJI IIUIUJIIWU, UITGEVER: Waalwijk. Op de week halen. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden/LOO. Franco per post door het geheele rijk f 1,15.. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels f 0,60 daarbo/eu 8 cent per regeJ, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- and worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel Eenigen tijd geleden trachtten wij in een hoofdartikel aari te toonen van hoe groot belang het is, dat het burgerlijk gezag ge handhaafd en geëerbiedigd worde in onze samenleving, en gaven de meening te kennen, dat de verslapping der tucht in het ouderlijke gezin misschien wel een der eerste oorzaken is, waarom de achting voor het gezag in het groote huisgezin van den staat hier en daar te wenschen overlaat. Ter wille van dien eerbied werd in enkele trekken aangegeven, wat de eerste vereischten zijn in hen, die geroepen worden het te dragen en te schragen, en dat in zake het gezag nooit of te nimmer het kleed alleen den .nanin casu den ge zaghebbende vormt. 't Schijnt echter dat sommigen een ander gevoelen zijn toegedaan, die zouden willen dat men alles goedkeurde, wat iemand, met gezag bekleed, doetalleen reeds daarom, dat hij het gezag vertegenwoordigt. Wij zijn niet van die school. 'fc Is onze innige overtuigingdat in een constitutioueelen staatonder werking der N ederlandsche gemeentewet, ieder eenigszius ontwikkeld burger niet alleen het recht heeft, maar zelfs zedelijk verplicht is, de hande lingen te controleeren van hen wier taak het is onze burgerlijke en maatschappelijke belangen te behartigen en met al liun ver mogen voor te staan en te bevorderen. De eerbied voor het gezag is hier tegen woordig een artikel aan de orde van den dag; 'tis schering en inslag van alles wat men hoort. Vroeger is zoo iets nooit waar genomen. Toen de handelingen van een vorig overheidspersoon aan dikwijls scherpe kritiek werden onderworpen en hij nu en dan hevig werd aangevallen over zijn beleid, is daarover liet hem aan zijn lot over en vond dat hij ivel wat verdiende. Maar dat was iemand met een zelfstan dig en onafhankelijk karakter, van wien men niets te wachten had. Wanneer men dit een en ander in ver band breugt, dan krijgt het den schijn, alsof men bezig is het burgerlijk gezag ouder liefkozingen dood te drukken, in de hoop nog meer macht le krijgen dan men reeds bezit. Voorzichtiger ware 't misschien wel, niet zoo vrijmoedig voor ons gevoelen uit te ko men maar wij hebben dit steeds gedaan, wanneer het de algemeene zaak gold, en zijn in 't minst niet van plan vooi de toekomst van gedragslijn te veranderen. Wij eindigen met de woordendie het eminente lid der Duitsche centrum-partij, Mallinckrodtop zijn sterfbed sprak: „ik heb innig gewenscht met allen in vrede te levenmaar waarheid en gerechtigheid gaan toch boven alles. Ook wij zouden liefst met iedereen m vrede leven, maar onze burgerlijke rechten en onze burgerlijke vrijheden prijs geven, dat nooit Er zijn, schrijft de in deze zoozeer tot oordeelen bevoegde „Werkmansvriend, zeer veel menschen, die alle benoodigdheden bij bakkerwinkelier linnenkoopman enz. de geheele week door zonder geld halen, om dan des Zaterdagavonds of een anderen tijd, als het weekloon is ontvangen, te betalen. Dat heet „op de week halen." Dat op de week halen is echter een niet aan te bevelen gebruik. Zijn er overal uitzonderingen er. omstandigheden die zekere zaak toelaten of wettigen als algemeene regel deugt het op de week halen niet. Verschillende bezwaren zijn daaraan verbonden voor kooper en verkooper 1. Niet zelden gebeurt hetdat de kooper meentdat er minder is gehaald, dan de ver goeder trouw gemeend zijn, maar de voorbeelden zijn ruim voorhanden dat er opzettelijk werd ontkend deze of gene zaak niet te hebben ge haald. Daaruit ontstaat niet weinig twist met zooveel andere gevolgen. 2. Menigeen haalt maar waar hij wat krijgen kan zonder te viagen zal ik het op zijn tijd kunnen betalen? Er wordt geene rekening ge houden met de ontvangsten, en als het betaaldag is, blijkt het, dat men meer heeft gehaald, dan men betalen kan. Daardoor geraakt men in de schuld en langzamerhand wordt die grooter, en verliest men ook daarmede zijn goeden naam die beter is dan goede olie. 3. Omdat men toch niet dadelijk te betalen heeftwordt er soms wel wat gekocht, dat voor snoeperij of weelde dient, dat niet zou gekocht worden, indien er dadelijk werd betaald en dan de beurs werd nagezien met de gedachte het kan niet lijden, daar ik nog zooveel dagen leven moet. 4. Daar veel weekbetalers in het schuldboek staan bij de winkeliers enz., rekenen deze daarop reeds een weinigdoor duurder te verkoopen minder soort van waren te geven, zoodat, wan neer de betaling eens achter blijft, zij dan toch zeker gedeeltelijk geborgen zijn. Dat is natuur lijk geen rechtvaardig, christelijk handelen, maar, zoo zegt men vaak, het moet welanders zou men te gronde gaan. 5. Dat menige bakker, wiukeUer enz. daardoor werkelijk te gronde wordt gericht en tot armoede komt, waar hij van alle zijden is uitgeborgd, is een zeer verschrikkelijk verschijnsel, dat uit een zedelijk oogpunt beschouwd zeker met diefstal moet worden gelijk gesteld. 6. Dat op de week halen geeft gelegenheid aan slechte vrouwen, om overal schuld te maken en niemand te betalen, en wanneer zij hier niet meer gedaan kunnen krijgen, dan naar een ander te gaan om daar weer het schandelijk bedrijf voort te zetten. 7. Wanneer men met gereed geld altijd betaalt wat men haalten de verkooper leert iemand als een eerlijk mensch kennen dan opent men daardoor de gelegenheid, om in den nood, door ziekte of werkeloosheid enz. ontstaan uit dien voor betalen is. Doch dezulken, die in gewone tijden reeds schuld maken en daar altijd wat mede te sukkelen is vinden in tijd van nood niet altijd die gereede hulp. (A. C.) De Réforroe schrijft, dat er te Charleroi, in het lokaal der Union verrière, een aantal soldaten zich met de aldaar aanwezige werklieden ver broederd hebben en dat een onderofficier in uniform eene redevoeriug heeft gehouden, waarin hij o. a. zeid?, „dat indien het leger op het volk geschoten heelt het dit alleen tegen zijn wil en gedwongen deed." De min. van oorlog zal, naar men verneemt bij de vertegenwoordiging een crediet van 400 millioen aanvragen voor de vernieuwing der uit rustingen van het leger en van de vestingen. Naar luid van een door de prefectuur van politie opgemaakte statistiek zijn er op de 100 socialisten te Parijs slechts P/4 Duitschers2 Belgen 3 Engelschen, 4 Italianen en 5 Russen. Met uitzondering der Russen van welke vele tot de hoogerc standen behooren, zijn de overige bijna allen arbeiders. Natuurlijk heeft men hier slechts te denken aan zulke buitenlandsche soci alisten, die met hunne Fransche broeders omgaan en hunne vergaderingen bijwonen. Iigaro meldt dat de Fransche regeering, op verlangen van het Spaansche kabinet, bij zondere voorzorgsmaatregelen aan de Pyreneesche grenzen heeft bevolen om Spanjein zoover Frankrijk daartoe kan medewerken, voorstaal- kundige woelingen te beveiligen. Elke Span jaard die zich aan de grenzen ophoudt en niet voorzien is van behoorlijke papierenzal het Fransche grondgebied moeten verlaten. Uit den prospeslus van het internationaal congres, te Parijs in 1887 te houden, ter viering -a^den v^ftigsten verjaardag van den eersten

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1886 | | pagina 1