Nummer 51.
Zondag 26 Juni 1887. 10e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
BEKENDMAKING.
GEWAAGD SPEL,
ANTOON TIELEN,
Samenwerking.
UITGEVER:
Waalwijk.
Loting voor de Schutterij.
De Echo van het Zuiden,
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
mm
Advertentiën 1—7 regels f 0,60 daarbo/eu 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentieu 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor DQitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau va*
A.DOLF Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel
De burgemeester der gemeente Waalwijk maakt
aan de belanghebbenden bekend
Dat de loting voor de schutterij tusschen de
ingeschrevenen van dit jaar zal plaats hebben,
onder toezicht eener commissie uit het bestuur,
ten raadhuize dezer gemeente, op DONDERDAG
30 JUNI 1887, des voormiddags ten elf ure precies;
wordende de belanghebbenden bij deze gelast,
zich ter plaatse en op dato vermeld te laten vin
den, teneinde aldaar voor den dienst der schutterij
te loten of zulks door behoorlijke gemachtigden
te laten doen, zullende voor hen, die persoonlijk
aiwezend blijven en zich niet op vorenstaande
wijze hebben doen vertegenwoordigen, door een
der leden van de commissie worden getrokken.
En dat eindelijk aan belanghebbende personen
bij de loting de gelegenheid zal worden openge
steld om de redenen van vrijstelling, waarop som
migen aanspraak zouden mogen maken, ter kennis
van genoemde commissie te brengen, met aan
duiding van het artikel der wet en het onderdeel
van dien, waarop zij hunne reclame hebben ge
grond,
En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid
zoude kunnen voorwenden, zal deze worden afge
kondigd en aangeplakt waar zulks binnen deze
gemeente gebruikelijk is.
Waalwijk, 18 Juni 1886.
De burgemeester voorn.,
AUG. VAN GROTENHUIS.
In ons nummer van 24 Maart j.l. wijdden
wij aan bovenstaand onderwerp eenige be
schouwingen en toonden daarin aan, dat de
zoogenaamde coöperatieve vereenigingen een
voudig beoogden den kleinhandel op te hef
fen.
Dat deze tracht dit lot te ontgaan en
daartoe alle middelen aangrijpt, die onder
zijn bereik vallen, is niet dan natuurlijk.
Naar onze meening is dit doel het best te
bereiken door aaneensluiting van alle klein
handelaren, die door de coöperatieve veree
nigingen in hunne belangen worden bedreigd,
Vrij naar het Hoogduitsch van HERMINE
FRANKENSTEIN,
12 door LUCIFER.
Hoofdstuk V.
GEDURENDE HET ROUWJAAR.
„Luttrel", zeide zij op eenen morgen tot hare
grijze gezelschapsjuffrouwterwijl zij uit het
venster op het schoone bloemperk staarde,
„dit gevreesde jaar is eindelijk voorbij. Ik neb
voldaan aan de eischen der samenlevingik heb
de ijverzuchtige blikken der naburen misleid
en ben eindelijk vrij. Als ik morgen wilde trou
wen, zou niemand kunnen zeggen dat ik de
nagedachtenis van sir Henry niet genoegzaam
in eer heb gehouden. Ik heb nauwelijks meer
dan twee jaar opgeofferd om mij levenslang een
schoon inkomen te verzekeren, en tot aan Nina's
meerderjarigheid een deftig te huis met de
voogdijschap over een der rijkste erfdochters van
gavsch Engeland. Dat is ook minstens 3000
pond 'sjaars waard, zoolang ik het in handen
heb. Waarlijk ik heb mijne rol goed ge
speeld."
„Ja, dat hebt gij", zeide Luttrel.
„Niua moet nu spoedig naar huis komcu,
maar mijne eigene aangelegenheden moeten ge
regeld zijn voordat zij hier verschijnt. Ik zal
onmiddellijk aan Digby schrijven. Nu wil ik
niet langer uitstellen."
Zij ging zitten en schreef de volgenderegels:
„Digby! Eindelijk moogt gij tot mij komen.
Er bestaat geen hinderpaal meer tusschen ons.
Victoria."
Deze korte boodschap werd in een omslag
ten einde te komen tot oprichting van een
bond tot bescherming van den kleinhandel.
In den tegenwoordigen tijd worden zooveel
bonden opgericht, die niets of bijna niets
uitvoerendat menigeen, van de oprichting
van een nieuwen bond hoorende spreken, al
dadelijk zegtOch wat zal dat geven
Toch gelooven wij dat met eenswillendheid
van de betrokken personen de bond, dien
wij op het oog hebben, niet alleen levens
vatbaarheid bezitmaar een macht zou kun
nen uitoefenenwaarvan al de leden stellig
voordeel zouden plukken; een macht, waar
mede de samenwerkende maatschappijen
thans overal opgericht wordenderekening
zouden moeten houden en die ongetwijfeld
spoedig een streep door hare rekening zou
maken. Wij wenschen de samenwerking te
bestrijden door samenwerking
Schrikt niet, lezers! Wij verlangen geen
samenwerkende maatschappij op te richten
op den voet zooals men die tegenwoordig
overal schept. Wij willen niet dat gij een
gedeelte van uw winst verdeelt onder uwe
koopers. Wij willen de samenwerking op
vatten van een geheel ander standpunt.
Reeds in het boven bedoelde artikel
hebben wij gezegd voorstanders te zijn van
de samenwerking, maar wij hebben er in
één adem bijgevoegd, niet van die, welke
thans allerwege opdoemt. Wij hebben zelfs
klaar en duidelijk aangetoondwaartoe de
algemeene toepassing van het thans al meer
en meer ingang vindende stelsel zou moeten
leiden.
Wanneer wij dus zeggen voorstanders te
zijn van samenwerking, dan kan men ge
noegzaam begrijpen dat wij onder dat woord
iets geheel anders verstaan dan de beteeke-
nis, die wij er thans aan gehecht zien.
W ij wenschen samenwerking van alle
kleinhandelarendat willen zeggen van alle
winkeliers en neringdoenden, om noch te
gestoken en voorzien van het volgende adres:
//Den weled. heer Digby Borne,
Piccadilly Londen."
Zij schelde en beval den binnentredend™ be-
dieude den brief onverwijld in het dorp op de
post te brengen.
Toen hij weg was haalde zij tevreden adem
en sprak: „ik ben van plan het loon voor al
mijne ondernemingen te gaan inoogsten. Morgen
zal Digby hier zijn."
Hoofdstuk VI.
LADY ROKEBY's MEDEPLICHTIGE.
De morgen, met zoo koortsachtig ongeduld
door lady Rokeby te gemoet gezien, brak einde
lij^ klaar en helder aan, maar eindigde in een
dru'skenden somberen namiddag. De weduwe
des baronets besteedde uren aan haar toilet en
was over haren arbeid tevreden. Met zelfbehagen
lachend beschouwde zij haar beeld in den
spiegel. Hare weelderige zwarte lokken waren
naar de laatste mode gefriseerd en hier en daar
schitterden juweelen tusschen dezelve. Haar laa<r
uitgesneden kleed was van licht lila met kostbare
zwarte kant bedekt. Brillanten blonken aan
haren hals en hare armen. Hare zwarte oo*en
schoten stralen en hare wungen gloeiden "als
roode rozen.
Nooit had zij er zoo schoon uitgezien in de
dagen toen zij sir Henry boeide en hij haar
het hof maakte.
Zij had haie kamenier weggezonden en bracht
hare loüken in orde, met Luttrel pratend, toen
men een rijtuig de laan hoorde oprijden. Terwijl
liet nader kwarn stak een man het hoofd buiten
het portier. Zijn gelaat was half afgewend en
ougetwijfeld beschouwde hij den voorgevel vau
het slot.
Luttrel gleed naar lady Rokeby toe en fluis
terde de volgende woorden.
*Hij is gekomen!"
koopen van, noch te verkoopen aan hen, die
deel uitmaken van een samenwerkende maat
schappij of wel er van koopen of er aan
verkoopen.
Wij wenschen samenwerking van alle
winkeliers en neringdoenden om niet dan
tegen gereede betaling te koopen en te ver
koopen om niet het minste of geringste
krediet te geven.
Wij wenschen samenwerking van alle win
keliers en neringdoenden om zooveel mogelijk
wij onderschrappen deze woorden, omdat
wij zelf de eerste zijn om te begrijpen dat
dit doel niet altijd bereikt zal kunnen wor-
den gemeenschappelijk inkoopen te doen.
Daartoeen daartoe alléén wenschen wij
samenwerking.
Daar de samenwerkende maatschappijen
zooals die thans bestaan, noodwendig moeten
uitloopen op den ondergang der kleinhan
delaren, dat wil zeggen van den middelstand,
die de kracht der maatschappij uitmaakt,
de gronden waarop wij dit gevoelen zijn
toegedaan hebben wij vroeger reeds ontvouwd,
is het een eerste plicht voor eiken kleinhan
delaar die maatschappijen niet alleen geen
voet te geven, maar ieder die bijdraagt tot
haar voortbestaan te beschouwen als haar
medeplichtigeaan hem moet dus niets
verkocht, van hem moet dus niet gekocht
mogen worden.
Een der grootste kankers van den klein
handel is het koopen en verkoopen op kre
diet. Ieder, die tegen gereede betaling koopt,
krijgt natuurlijk zijn waar goedkooper en kan
dan ook goedkooper verkoopen. De samenwer
kende maatschappijen vragen geen krediet,
maar geven het evenmin. Welnu, dat elke
kleinhandelaar, elke winkelier desgelijks doe.
Hij zal er misschien wel eenige klanten door
verliezen maar dat zullen in de eerste
plaats de klanten zijn, die hem toch nooit
betalen
'Een plotselinge aandoening scheen zich van
de weduwe des baronets meester te maken.
Haar aangezicht werd vaalbleek. Zij hield zich
aan een stoel vast en stond daar bewegingloos
toen een dienaar binnen kwam die haar op een'
zilveren schaal een kaartje aanbood waarop de
naam van „Digby Borne" te lezen stond, en haar
mededeelde dat de heer in het salon wachtte.
Toen richtte de dame zich op en de kleur
kwam weder op hare waigen.
z/Kom, Luttrel," sprak zij. „Wij zullen
naar benden gaan. Of liever blijf gij bier; gij
kunt een half uur later komen. Waarlijk, niemand
kan het stootend vinden dat ik hem een oogen-
blik alleen ontvang. Sinds ik ten tweedenmale
weduwe ben is het mij steeds te moede, alsof
ik leef in een huis van glas en alsof de oogen
van geheel Kent op mij gevestigd zijn. Maar
t is toch niet noodig de voorzichtigheid al te
ver te drijven.
Zij wierp een laatsten blik in den spiegel, schikte
nog iets van hare kleedingdaalde de trappen
af en trad het salon binnen.
Een heer stond daar van zijn zetel op en trad
haar met uitgestoken handen en glanzend gezicht
te gemoet. 't Was een man met een hooge, slanke
gestalte, blond, met lichtblauwe onheilspellend
blikkende oogen en om zijn vollezinnelijk
gekrulde lippen speelde een cynische lach.
t Was dezelfde die vanaf den havendam te
Brighton de redding van Victoria uit de golven
door sir Henry Rokeby had aangezien dezelfde,
die achter eene kolom varborgen, getuige was
geweest van haar huwelijk en wiens onheilver-
kondigende woorden bij het uitgaan der kerk
wij hebbeu medegedeeld.
Snel gleden zijne blikken over Lady Rokeby's
gezicht en gestalte been en een uitdrukking van be
wondering blonk in zijne oogen. Met een vroolijken
kreet sprong de schoone weduwe op hem toe en
werd in zijne armen gesloten.
Wij kennen een der groote magazijnen te
Parijs, waar alles tegen gereede betaling
verkocht wordt. Uitmuntende glacé-handschoe
nen koopt men er tegen een bespottelijk
lagen prijs: voor fr. 1,95. Maar weet ge wat
slechts op elk paar verdiend wordt Vijf
centiemen. Daar tegenover staat, dat drie
maal per week een nieuwe bezending wordt
ontvangen en dadelijk betaald. Het kapitaal
daarvoor benoodigd wordt dus 3 maal 52
keer of 156 maal per jaar omgezet en aldus
verdient het magazijn op een jaar 156 maal
5 centiemen op elke fr. 1,95. Wat dit is,
willen wij met cijfers duidelijk maken. De
handschoenen worden verkocht voor fr. 1,95
met een winst van 5 centiem. De inkoops
prijs is dus fr. 1,90. Stel dat telkens
3 maal per week 100 paar worden ge
kocht, dan is de inkoopsprijs daarvan fr. 190.-
en de verkoopsprijs fr. 195.- de winst dus
fr- 5,—. Deze komt echter 156 maal per
jaar terug en wordt dus elk jaar met een
uitgezet kapitaal van fr. 190,— niet minder
dan fr. 780.-!
Het is waardat niet iedereen zijn ka
pitaal 156 maal per jaar kan omzetten. In
de bakkery b.v., is dat zeer zeker onmogelijk.
Een bakker kan niet driemaal in de week
bloem koopen. Maar niemand zal ook ver
langen dat hij op elke fr. 1,95 brood dat
hij verkoopt slechts 5 centiemen verdient;
men moet onderscheid weten te maken. Het
voorbeeld dat wij aanhalen willen wij in
geenen deele als voor algemeene toepassing
vatbaar beschouwd hebben. WJj geven het
alleen als een bewijs dat een schijnbaar
geringe winst op een jaar toch heel wat
beteekenen kanals men tegen gereed geld
koopt en verkoopt.
Wij willen een samenwerking, welke alleen
de voordeelen oplevert van vereeniging van
krachten dat wil zeggen, niet de ongezonde
samenwerking van verbruikers om de klein-
„Eindelijkeindelijk lispelde zy.
Ja, eindelijk I herhaalde mr. Borne op over-
winnenden toon. „Nu staat er niets meer tus
schen ons, Victoria. Wij hebben door het wachte*
niets verloren. Wij hebben ons aan geen misdaad
schuldig gemaakt en het noodlot heeft ons be
gunstigd. En gij zelveVictoriazijt nu in
de volle ontwikkeling uwer schoonheid en heer
lijker dan ooit."
Hij trok haar op een 9ofa en sloeg een arm
om haar midden. Haar hoofd rustte op zynen
schouder en een blos van onuitsprekelijke blijd
schap gloeide op hare wangen. Lady Rokeby
beminde dezen man met geheel hare zielen
hare stem sidderde als zij zacht sprak
„O Digby, ik ben blijde, dat mijn leven van
huichelarij eindelijk voorbij is en geen gevaar
voor ontdekking meer bestaatdat wij vrij zyn
om ons loon te kunnen genieten. Hoe lang
schijnt het mij geleden dat gij en ik onze
plannen smeedden, die mij op mijn tegenwoordig
standpunt gebracht hebben. Ik was eene weduwe
met een armzalig inkomen en kostbare gewoonten.
Gij een weduwnaar, die een zoon hadt groot te
brengen en bezat slechts eene karige rente, die
u niet veroorloofde te trouwen. Hoe goed herin
ner ik mij dien avond in Londentoen gij mij
zeidet dat, als ik zoo koenen moedig als schoon
was ik ons beiden rijk en gelukkig kon maken.
Verlangend vroeg ik hoe dat mogelijk was en
gij toondet mij eene courant waarin te lezeD stond,
dat sir Henry Rokeby naar Brighton was gegaan
en daar als 't ware belegerd werd door trouw
lustige dames. En toen verhaaldet gij mij van
zijn rijkdom en zijne grootmoedigheid en over-
reeddet mij om te beproeven of ik hem kon
boeien hem geheel >'n tc nemen, te huwen
en zoo in korten tijd tot een vermogen te ge
raken dat ons beiden in staat zou stellen om
te trouwen.
iWordt vervolgd.)