BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Spanje. Engeland. UITVOERINGEN. AFVAL. onze industrieelen zijn volkomen in staat aan elke loyale concurrentie het hoofd te bieden, althans indien ze met dezelfde wapenen kunnen strijden d. w. z.indien zij van de zelfde voorrechten in het buitenland kunnen profiteeren als die concurrenten bij ons kun nen genieten. Na 1880 is tengevolge der overproductie in Duitschland aan onze industrie een ge voelige slag toegebracht, doordien de Duitsche fabrikanten, gelokt door de voordeelige voor waarden van 5 pet. invoerrecht, doch die door verschillende kunstmiddelen tot 3 a 2l/2 pet. worden gereduceerd, met hunne artikelen onze markt hebben overstelpt; dientengevolge worden thans in plaats van in 1880 900 slechts 700 werklieden gebezigdterwijl een groot gedeelte zich met de helft en minder werk moet tevreden stellen, dan hunne krachten kunnen voortbrengen. Een verlaging van arbeidsloon kan dan ook niet uitblijvengemiddeld zijn de loonen 15 pet. verlaagd en het vooruitzicht bestaat dat deze toestand eer zal verslimmeren dan verbeteren. Daar er nog geen andere rapporten waren ingekomen werd het voorstel der kamer van koophandel besproken om in elke plaats een commissie te benoemen. De heer Polak (Tilburg) gaf in overweging vragen te stellen en die aan de commissies ter beantwoording te geven. De voorzitter merkte hiertegen op, dat die vragen vervat waren in de circulaire van het comité. Op voorstel van den heer Sprangers (Kaats heuvel) werd bij acclamatie goedgekeurd, dat de kamer van koophandel de commissieleden in elke plaats zoude aanwijzen. De heer v. d. Bergh (Bezooien) wees op de moeielijkheid van het benoemen van dus danige commissien, daar zij zullen moeten bestaan uit leerlooiers en schoenmakers, wier belangen in deze lijnrecht tegenover elkander staan. Als de looiers invoerrechten vragen op leder, worden wij benadeeld als men het leder gaat belasten, dat hier niet wordt gefabriceerd, waar moeten wij dat dan van daan halende .schoenen zullen dus nood zakelijk duurder worden. De schoenfabri kanten bebben een grooter aantal werklieden dan de looiers. Wat willen de looiers nu, rechtstreeksche bescherming van het leder, of indirecte op gefabriceerd schoenwerk? Willen zij directe bescherming, dan staan wij lijnrecht tegenover elkander. De commissie leden behooren dus met elkander te overleg gen hoe de belangen èn van looierij èn van schoenmakerij best met elkander in overeen stemming worden gebracht en bevorderd. De heer Timmermans van Turenhout stelt in aansluiting met het door den heer v. d. Bergh gesprokene voor de commissies samen te stellen voor de helft uit looiers en voor de helf uit schoenmakers. De heer v. d. Bergh zegt verder dat niet alleen behoort te worden gelet op het per soonlijk belang der fabrikanten, maar ook van hunne werklieden en gezinnen het gezin van eiken werkman bestaat gemiddeld uit 5 personeniemand die 100 werklieden bezig houdt staat dus als 't ware aan 't hoofd van 500 personenvoor wier belangen hij ver plicht is te zorgen daar zij hem in staat stallen zijne industrie uit te oefenen. De heer Fano meent als er bescherming wordt gegeven, deze algemeen zal zijn en niet bijzonder. Hij ziet niet in waarom alleen gefabriceerd schoenwerk zou worden belast en zoolleder zou worden buitengesloten. De heer v. d. Bergh oordeelt dat moet worden uitgemaakt welke industrie het meest heeft geleden en welke de meeste werklieden gebruikt. Daarbij blijkt uit het voorbeeld van Tilburgwaar bijna geen flanel meer wordt gefabriceerd, dat wel degelijk bescher ming voor een of anderen bijzonderen tak van industrie noodig kan zijn. Daarbij, als de schoenmakerij goed gaat, bloeit de looierij van zelf; deze laatste heeft op 't oogenblik weinig reden van klagen, daar er bijna geen leder in voorraad is en er om zoo te zeggen geen zoolleder van buiten inkomt. De heer Verhagen acht het zeer goed mogelijk verschillende tarieven toe te passen en het leder, dat niet hier wordt gefabriceerd vrij te laten; dit geschiedt ook in Duitschland. De arbeid is hoofdzaakwanneer men het artikel belast naar het arbeidsloon, dan komen schoenen hoog en leder laag. Vreemd zoolleder wordt er nog wel inge voerd b. v. in Limburgeen procent of vijf verhooging zou daar geen kwaad doen. De heer Vermeulen (Dongen) betoogt dat steeds alle lederwerk 3 maal zoo hoog belast is geweest als lederde hoofdzaak nu is niet over al of niet bescherming te spreken, maar met cijfers aan te toonen dat bescher ming noodzakelijk is, wil men den arbeid in het land houden. De voorzitter licht het doel der bijeen komst nader toe en zegt dat moet worden uitgemaakt of een herziening der tarieven noodig is. Na eenige discussie werd bepaald dat de verschillende commissies hunne rapporten zullen opmaken en die zenden aan de kamer van koophandel te Waalwijkdeze zal uit deze allen een algemeen rapport opmaken op deze wijze zal voorkomen worden dat het eene rapport soms het andere tegen spreekt, zooals door een paar sprekers werd gezegd. De heer Van den Bergh kwam nogmaals terug op zijn vroeger geuit bezwaar tegen de samenstelling der commissies uit personen met tegenstrijdige belangenook wenschte hij te weten of men de rapporten ook rechts- streeks aan het comité te Amsterdam kon zenden. Wat het eerste betreft werd hem opgemerkt dat in de commissien ieder zijn toestand naar waarheid kon bloot leggen en dat die opgaven alle zonder conclusie zouden wor den gezonden aan de kamer van koophandel. Daar dit laatste bepaald was, kon men in qualiteit van commissie de rapporten niet opzenden naar Amsterdamindividueel kon men dit echter niemand beletten. De heer Sprangers (Kaatsheuvel) betoogde dat het voor zijn gemeente moeilijk zoude zijn cijfers op te geven. De voorzitter verwees naar het rapport van Dongen dat zeer goed was ingericht en als leiddraad konde dienenwillen som mige commissien nu een anderen weg volgen, dit is misschien even goed. Nadat nog gezegd was dat de verschillende te benoemen commissien het recht van as sumptie zouden hebben werden benoemd tot commissieleden DONGEN. De bestaande commissie. TILBURG Polack. KAATSHEUVEL. L. BorstenSprangers- Verhagen. EINDHOVEN. B. Verhagen, Gebr. Kuenen. OISTERWIJK. P. vanBechoven, Chr. Kluit mans, J. van Rijsewijk, M. Kooien. DRIMMELEN. Gebrs. N. en C. Stal, gebrs. Verdonk en J. N. Hagens. WAALWIJK. L. Mombers, Ch. Ficq, Jacq. Gragtroans, H. Witlox, Timmermans van Turenhout, Jan Leijten, F. van Iersel en A. H. v. Schijndel. BEZOOIEN. A. van den Bergh, A. Perquin, J. Broeders. BAARDWIJK. J. van den BerghErven Leijtens, H. van Deursen, J. van Hel- voirt Jz., C. van Helvoirt. WASPIK. M. C. J. van Son, W. Swolfs, M. Schenkels. GILZE. Hoevenaars Wz. en A. Schellekens. OOSTERHOUT. Konings, Gebr. Koperen- berg, J. B. van der Maden, P. H. van Etten. LOONOPZAND. E. Verster en J. B. Kools. De voorzitter verzocht de commissies hunne rapporten uiterlijk 5 Augustus op te zenden. De heer Van den Bergh zegde den voor zitter dank voor de moeite, die hij zich ge troost had en voor de kalme en bezadigde leiding der vergadering, waarna de voorzitter de vergadering sloot, na de aanwezigen te hebben bedankt voor de trouwe opkomst en betoonde belangstelling en de hoop te hebben geuitdat deze bijeenkomst zou strekken tot heil der industrie. De heer v. d. Bergh verklaarde later zijn benoeming als commissielid niet te kunnen aannemen, omdat de door hem geopperde bezwaren niet waren weerlegd. van ijskelders, het vervaardigen van ijskasten, en waarmee om hare geringe gevoeligheid voor hitte ook wel stoomketels van binnen bepleisterd worden. Het is genoegzaam bekend dat er bij de gas fabricatie ook teer bereid wordt. Sinds de beroemde scheikundige Faradag daarin als hoofdbestanddeel de benzine olie ontdekte, onderging de teer-industrie een verbazende uitbreiding en veranderingen is het onge loofelij k welke prachtige kleurstoffen de chemie heden weet te disteleeren uit de on aanzienlijke teer. Om ons te bepalen tot de aniline waarvan in Duitschland alleen jaar lijks meer dan 25000 centenaars gebezigd worden tot het verven van geweven goederen, en de alizarine welke ons geheel onathan- kelijk heeft gemaakt van de teelt der meekrap, waaruit vroeger die kleurstoffen slechts konden worden getrokken wat een omkeering hebben zij niet te weeg gebracht in verschil lende industrieele ondernemingen! De benzine en het benzine-zuurhet glanzend witte parrafin de vluchtige lichtstof photogen, de mineraalolie, de solarolie de zoogenaamde Duitsche petroleum, het karbolzuur, het sali- cylzuurhet pikrinzuur, dienstig bij het ver vaardigen van ontplofbare stoffen en de as phalt ziedaar enkele stoffenwelke af komstig zijn uit de strooperige teer. Wat een nuttige delfstof toch die steenkolen Zij zijn de eerste oorzaak der beweging van de millioenen stoommachinen, zij verwarmen onze vertrekkenzij kleuren onze kleederen en beschilderen ons huis, zij plaveien onze straten, zij schenken ons de welriekenaste parfume rieën, zij vullen de bommen met allesvernie tigende stoffen enzij heelen onze wonden. Hoe waar is het, wat de dichter zegt„de natuur stemt den mensch tot deemoed, maar ook tot.... verheffing." Zij schenkt hem on eindig veel, doch eischt van hem arbeid en scherpzinnig onderzoek. We hebben nog iets vergeten uit het onaanzienlijkste deel van den afval in de teer-industrie en de gasfabrikatieuit het gaswaterdat oogen- schijnlijk niet de geringste waarde meer heeft, bereidt de mensch nog de welbekende am moniak. Wordt vervolgd. I. De hedendaagsche industrie kan men, dank zij de hulp van schei- en natuurkundede twee wetenschappen, welke voor den mensch de meest practische waarde hebbenverge lijken bij een zuinige huismoederevenals deze in de huishouding niet het geringste laat verloren gaan dat nog eenige waarde heeftzoo verwerkt ook de moderne nijver heid tal van stoffen, welke vroeger als waar deloos werden weggesmetentot nuttige en kostelijke handelsartikelen. In streng wetenschappelijken zin bestaat er geeu afval meeren zou men alleen kun nen spreken van hoofd en bijproducten jadoor de scherpe concurrentie van heden hangt de welvaarthet leven eener onderne ming niet zelden af van de meer of minder volmaakte wijzen waarop de afval tot winst gevend product wordt omgezet. Wat vroeger achteloos van een fabriek werd meegevoerd door het stinkende water als schadelijk voor de gezondheid wordt nu zuinig bewaard en als door de hand van een toovenaar ver anderd in heerlijk reukwerk en om een voorbeeld te noemen zoudt gij kunnen ge- looven lezer dat het papier waarop dit artikeltje gedrukt is kort geleden nog een hoopie spaanders was in een timmermans winkel Wie ooit streken bezocht heeftwaar het ijzer, als erts uit den grond opgedolven, gezuiverd wordt in de ijzergieterijen met hare tallooze smeltovens, heeft zich ongetwijfeld verbaasd over de ontzachlijke hoopen bergen gelijk van zoogenaamde slakken. (Overblijfselen van het ijzererts na de zuive ring). Honderden jaren achtereen werden zij daar opgestapelden de mensch wist nietwat er mee te beginnenwaar er mee te blijven, nog veel minder, dat er millioenen schats in verborgen- waren. In Engeland waar men over zoo weinig ruimte te beschikken heeft in de bergwerkstrekenkostte het weg voeren dier slakken jaarlijks 500,000 pond sterling, d. i. 6 millioen gulden. Heden perst men in daartoe geschikte machinen de uit gegloeide slakken tot een soort steenen, welke vooral gebruikt worden aan waterwerken, of welmen maalt ze fijn gloeit opnieuw dit poeder en blaast er een krachtigen straal door van heeten waterdampwaardoor men de ook hier reeds bekende slakkenwol ver krijgt die aangewend wordt bij het metselen WAALWIJK. Zondag 24 dezer, zal door de harmonie „FEspérance" op de harmoniezaal worden uitgevoerd 1. Ursule Mazurka Tack. 2. Fleurs des Bois, fantaisie v. Perck. 3. A l'opéra Comique, Mosaique Kessels. 4. Naar de parade in de Maliebaan marclie populaire Dèsormes. Zondag 24 dezer, des middags 12 ure, door de liedertafel „Oefening en Vermaak" van Waalwijk en Bezooien, op de zaal Musis Sacium" PROGRAMMA AD LIBITUM. YVoeusdag is te Brussel eene wapenschouwing over de bezetting der siad gehouden ter gele genheid van den verjaardag der iroonsverheffing van Leopold I. Generaal Van lersmissen hield eane toespraak lot de troepen hij zcide het te betreuren dat de katner het beginsel van den persoonlijken dienst verworpen heeft en maande de tr epen aan, den moed uiet te laten zinken, daar het niet lang zal duren, dit de noodzakelijkheid gevoeld zal worden om het leger op andere grondslagen dan de btstaar.de van jaar tot jaar aan te vullen. Deze toespraak heeft een diepen iudruk gemaakt. stemmen aangeno- De senaat heeft met 175 tegen 82 het raobüisalie-omwerp in ziju geheel men. Het Journal de France maakt een schrij ven openbaar omtrent zekere pogingen door monarchistische afgevaardigden bij Boulanger aangewend. Die pogingen hadden plaats gedurende de 18 maanden van Boulangor's ministerschap. Na het gebeulde te Pagne waren er 94 gene raals bij Boulanger gekomen om hem te zeg gen dat de oorlog morgen mocht uitbreken, hem bui nee morrelen steun toe te zeggen in het parlement en hem te verzekeren dat het leger «.ijnen plicht zou doen. Na buitensporige loftuigingen aan het adres van Boulanger gingen de monarchisten rechtstreeks op hun oogmerk af. Nooit zeiden zijwas er een positie te vergelijken met die van den ge- noraul. YVaarloe zou hij, met al die levende krachten te zijner beschikking het huidige po'i- tieke stelsel laten voortbestaan? Hierop moet Boulanger geantwoord hebben „Ik kan mij ouder geen voorwendsel laten afleiden van de taak die ik op mij genomen heb de voorberei ding van het leger tot de onvermijdelijke wor steling. Wij slapen niet meer aan het ministe rie van oorlog. Ik zon eene misdaad begaan tegenover bet vaderland indien ik mij inliet met de politieke kuiperij op welke gij zinspeeit. Zoo ik ooit zou deelnemen anti eeneu staatsgreep, dan zou het wezen tegen u lieden wanneer gij er van spreekt de republiek omver te stuoten." Uit Rome wordt aan „Figaro" gemeld dat de onderhandelingen tusschen hel Vaticaan en de regeering te Berlijn, over het verduitscheu van Elzas-Lotharingen, mislukt zijn daar bet Vaticaan geweigerd zou hebben zich te mengen in eene quaestie welke uitsluitend de betrekkingen tusschen Elzas-Lotharingen en Pruisen betreft. Uit Pagny sur-Moselle, het plaatsje waar over tijdens de behandeling der zaak—Schoaobele, zooveel geschreven is, wordt bericht, dat de buitengewone commissaris Ritter Dinsdag bloot heeft gestaan aan een aanval van een Duitschen reiziger, die des middags om half drie met den trein aankwam. Deze loste eem'ge revolverschoten op den commissarisdie aan den rechterarm licht gekwetst werd. Aangaande dezen aanslag zijn de volgende bijzonderheden bekend geworden „Op het oogenblik dat de trein van 2 uur uit Metz te 2,35 aan het station Pagny aankwam, naderde een net gekleed heer, die juist door de Fransche douanen was onderzocht, den commis saris van politic Ritter, met de woorden„Zijt gij de commissaris van politie en op het bevestigend antwoord nam de onbekende uit zijn zak een klein revolver en loste drie schoten waarvan twee in het schouderblad drongen en een in de zijde maar geen der verwondingen was zeer gevaarlijk. Dadelijk vluchtte de dader naar de wachtkamer eerste klasse tn nam een verdedigende houding aan, maar werd spoedig door de douanen ge arresteerd. Hij zeide Zangerlé te heeten en, na de zaak-Schnaebelé uit Parijs gejaagd wilde hij zich op een Fransch ambtenaar wreken. Men gelooft met een krankzinnige te doen te hebben. Maandag kwam Zangerlé aan het ministerie van binnenlandsche zaken te Parijswaar hij echter buiten de deur werd gezet. Na zijn ar restatie zeide hij van plan te zijo geweest den minister te dooden. Onder het schieten op den commissaris, riep hij „Gij zult het slachtoffet zijn!" en de schoten troffen ook een vrouw, die in de nabijheid stond. Zangerléin den omtrek van Trier geboren i9 in 1880 uit Frankrijk gezet en was vroeger bakker te Parijs. Hij ia naar Nancy gebracht, waar de menigte aan het station hem wilde lynchen. Hij zegt een Frangch ambtenaar te hebben gedood uit wraak niet tegen Frankrijk, maar tegen de regeering, welke hem zijne vrouw niet teruggaf, die met een ander omgaDg heeft. Hij heeft te Metz een revolver gekocht en zeide onderweg dat hij te Pagny een ODgeluk zou begaan. Op weg van het station naar de gevangenis sneed iemand een knoop van zijn jas als ge dachtenis en Zangerlé zeide dat hij den dader wel zou herkennen en hij Pagny later weei van zich zou doen spreken. Hij zal aan een genees- kuudig onderzoek onderworpen worden. Volgens een telegram is de toestand van den heer Ritter niet verergerd. De kogel, die in den buik is gedrongen, is op zijn riem afgestuit. Uit Madrid wordt van Donderdag gemeld In den afgeloopen nacht bad in het stads kwartier van het congres eea hevige ontploffing plaats, tengevolge van een schiettoestel, door een onbekende hand daar neergelegd, dat ontplofte zonder iemand te kwetsen. In den onder voorzitterschap van de regen tes te Lagranja gehouden ministerraad zette de minister van buitenlandsche zaken uiteen wat Snanje's belang vorderde met opzicht tot de alkohol-belasting. De minister van koloniën gaf een overzicht van de hervormingen welke hij voornemens is in het bestuur der koloniën te brengen. De minister van financiën deelde mede dat op het binnenlandsch beheer een overschot van elf millioen bestaat. Saga9ta heeft aan de overheid te Barcelona medegedeeld, dat hij met Duitschland onder handelingen geopend heeft over de alcohol- belasting. Aan de //Daily News„ wordt van den 20sten uit St. Petersburg geseind, dat de Afghaansche grensregeling totstandgekomen is. Rusland krijgt het tusschen de rivier Ku9chk en Murghab ge legen gebied, hetwelk den Turkmenen bij de jongste plaatsing »an teekens ontnomen is. Daar entegen neemt Rusland de door Engeland voor gestelde grenslijn aan den Oxus aan en ziet af van de districten, waarop het krachtens de schik king van 1873 aanspraak maakte. Maruchak blijft derhalve aan Afghanistan. Verschillende Engelsche bladen vermelden het gerucht van Stanley's sneuvelen. Volgens sommige berichten zou ue stoomboot, waarmede hij de Congo opvoer gezonken zijn, waarna de inboorlingen hem vermoord zouden hebben. De Engelsche commissie, die de expeditie tot het ont zetten van Emin-Bey uitrustte, slaat volstrekt geen geloof aan dit bericht. Het zou, ware het echt, de kust niet binnen den vermelden tijd hebbeu kunnen bereiken. De president van het handelsministerie ontving een invloedrijke deputatie als ver tegenwoordigster van den butteriue-handel. Daar bij waren verscheidene parlementsleden, die het woord voerden, ter betooging dat het lager huis schromelijk onrechtvaardig handelde door de benaming b u t t e r i n e plotseling te veran deren in margarine, in strijd met de be sluiten der butterine-commissie. De president van het handelsministerie vei klaarde zich per soonlijk voor het woord b u 11 e r i n e, maar zeide dat de regeericg collectief liever onzijdig wil bij ven.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1887 | | pagina 2