Bulgarije.
Rusland.
y BINNENLAND.
die allen deed ontwaken en de straat opanellen.
De paus heeft besloten ter gelegenheid van
zijn jubileum in het midden der stad Home een
universiteit te stichten welke Ateneo Leonino
genaamd zal worden.
Een gebouw is reeds aangekocht.
Het ministerie is definitief samengesteld uit
Stambouloff, StoiloffNatchewitch, Stransky en
Moutkoroff. Stransky is minister van buiten-
landsche zaken, Natchewitch minister van fiuan-
ciën Ziskoft onderwijs.
Men verwacht de opheffing van den staat van
beleg.
Vorst Ferdinand is bezig zich populair te
maken. Hij heeft 30000 francs voorde armen
van Philippopoli geschonken. Bovendien heeft
hij 300 Hongaarsche paarden voor het leger
beschikbaar gestelddie op zijn kosten naar
Bulgarije zullen gezonden worden.
Van Fransche zijde (waar men in het
believen van RuslandDuitscblaud zelfs naar
de kroou steekt) worden nog steeds omtrent den
binnenlandscheu toestand van Bulgarije de meest
ongunstige berichten in de wereld gezonden. Zoo
beweert de //République Francaise" uit Weenen
te vernemendat vorst Ferdinand er over
klaagtdat meu hem heeft misleid en dat hij
is verlateu door allen die hem hebben overge
haald zich naar Bulgarije te begeven, waar vol
komen wanorde heerscht zoowel op politiek als
op administratief gebied.
Het plan om een Russisch generaal als
commissaris naar Bulgarije te zenden, schijnt ook
alweder opgegeven.
Overal spionnen. Thans zijn te Petersburg
twee Duitschers gevat de gebroeders Furmann,
die getracht hebben documenten te ontvreemden
uit het geheime archief van den generalen staf.
Graveurs van beroephadden zij zich voor het
graveeren van kaarten laten engageeren en be
proefden toen iu hun vrijen tijd de topogiafische
kaart van Westelijk Rusland te photographeeren.
De keizer is over dit incident zeer ontstemd.
Door een dagblad van Odessa wordt de
vreeselijke dood van eea 26jarigen boer van
Tauris geboortig, gemeld. Na volbrachten arbeid
was hij gaan visscheu in een zijn meester toe
behoorenden vijver. Onder de hand had hij
zich ontkleed en was gaan zwemmen. Ter nau-
weruood had hij zich te water begeven of de
oppasser der honden van het buitengoed had
eenige hooden losgelateu om ze vrij te laten
losloopen. Toen de dieren7 in getal de
kleeren op den oever bemerkt hadden, verscheur
den zij deze en wierpen zich toen op den zwem
mer dien zij in stukken scheurden.
1 Den 20steu Augustus hebben te Rastow
a/d Don herige ongeregeldheden plaats gehad.
Door een twist in een Turksche herberg tusscben
twee burgers der stad, was het gerucht verspreid
van eeu moord op de Christenen door de Turken.
De bevolking deed een aanval op de herberg
bovengenoemd en op een andere in de nabuur
schap geholpen door een aantal straatjougens.
Een Turk, over deze woeste handelwijze zeer
vertoornd, loste eeuige schoten op de menigte
en doodde een koopman op de plaats zelve,
waarop de menigte zich op het huis van den
Turk wierp en het geheel uitplunderde. Na verloop
van een paar uur keerde de rust door het krachtig
optreden der politie langzamerhand terug, nadat
de belhamels gearresteerd waren. Een afdeeliug
Kozakken die ijlings waren ontboden, konden
onmiddellijk weder terugkeeren.
Op de kermis te Nyr.i zijn eenige joden
mishandeld. De gouverneur-generaal Parauoff
heeft in een dagorder strenge maatregelen voor
geschreven tegen iubreuk op de wet die de
veiligheid verzekert aan alle onderdanen.
Waalwijk 7 September 1887.
In de Maandagavond gehouden openbare
vergadering van den gemeenteraad, bijge
woond door alle leden, uitgenomen den heer
Van der Heijden, en bij afwezigheid van
den burgemeester voorgezeten door den wet
houder Timmermans, is zonder hoofdelijke
stemming aangenomen een ontwerp-besluit
regelende de voorwaarden, waarop de leve
ring der geneesmiddelen aan de armen zal
plaats hebben.
Tengevolge der kennisgeving van dèn heer
Ingen-Housz, dat hij de betrekking van wet
houder niet aanneemt, had een nieuwe verkie
zing plaats. Gekozen werd de heer Wijten met
6 stemmen. Op den heer Ingen-Housz waren
3 en op den heer Van der Heijden een stem
uitgebracht. De heer Wijten verklaarde de
benoeming aan te nemen.
Verder werd mededeeling gedaan van een
schrijven, van ged. staten, waarin wordt ken
nis gegeven dat door 4 raadsleden (Zijlmans
Hoffmans, Baijens en Wijten) bezwaar is
ingebracht tegen de geldigheid der verkie
zing van den heer Van der Heijden als
raadslid.
Bij de Dinsdagavond ten 6 ure gehouden
raadsveigadering waren tegenwoordig alle
leden en de burgemeester.
Eerst werden beëedigd de herkozen leden
Jud. Timmermans Wz. en Zijlmans, dié daar
na zitting namen.
Na voorlezing en goedkeuiing van de no
tulen der vorige vergadering werd overge
gaan tot de keuze van een wethouder.
Bij de eerste stemming verkreeg de heer
Jud. Timmermans Wz. 3, Hoffmans 4, van der
Heijden 1 stem, terwijl een briefje blanco was.
Bij de hierop gevolgde herstemming tus-
schen de heeren Timmermans Wz. en Hoff
mans, bekwamen dezen elk drie stemmen.
Het lot besliste daarna ten voordeele van
den heer Timmermans, die zich zijne be
slissing voorbehield.
Hierna kwam in behandeling een voorstel
tot regeling van het gebruik der brandspui
ten buiten de gemeente.
Na eenige discussie werd besloten te be
palen, dat door de gemeenten Baardwijk en
Bezooien bij brand zal kunnen beschikt wor
den over ééne onzer spuiten, nadat daartoe
aan den burgemeester of aan den daarvoor
aangewezen brandmeesier aanvraag zal zijn
gedaan, tegen terugbetaling der door Waal
wijk te maken kosten. Wederkeerig zal
Waalwijk aan Baardwijk en Bezooien de
kosten terugbetalen, indien Waalwijk de hulp
hunner brandspuiten inroept.
De heer Hoffmans verzocht de „Gemeente
stem" bij de raadsleden te laten circuleeren,
waaraan zal voldaan worden.
Vervolgens ging men in geheim comité
over tot behandeling van ingekomen reclames
tegen den hoofdelijken omslag.
Nauwelijks echter waren de deuren gesloten,
of ze werden weder geopend, en deed de
voorzitter de door hem in de openbare ver
gadering vergeten mededeeling, dat de heer
F. M. L.gen-Housz zijn ontslag genomen had
als lid van den gemeenteraad. Hierna gingen
de deuren weder dicht.
Onze gemeente biedt allerhande zeld
zaamheden op het gebied van verkiezingen.
Zoo kreeg bij twee achtereenvolgende ver
kiezingen voor een raadslid een der candi-
daten juist de helft plus Va stem; bij de
eerste hadden twee personen medegestem l
die niet kiesgerechtigd warentengevolge
waarvan de benoemde benoeming niet aan
nam. Bij de tweede werd een briefje meer
in de bus bevonden dan er kiezers op de lijst
stondenhet stembureau ^decreteerde een
hérstemming, tegen welker uitslag nu door 4
eden van den raad is geprotesteerd, zoodat
de benoemde nog geen zitting kan nemen.
Bij de verkiezing van een wethouder werd
het raadslid, dat die functie tijdelijk had
waargenomen, na stemming en herstemming
bij loting aangewezen. Gisteren bij de pe
riodieke verkiezing had hetzelfde plaats met
den aftredenden wethouder.
Eerstbedoelde heeft het wethouderschap
niet aangenomen en later bedankt als lid van
den raad; de tweede heeft zich de beslissing
voorbehouden.
De heer Timmermans van Turenhont
heeft zijn ontslag genomen als lid van den
gemeenteraad. Naar wij vernemen zal ook
dr. Van Heijst bedanken. De beslissing van
den heer Timmermans Wz. is nog niet bekend.
De heeren Jos. van Gils en Jos. Bink,
zijn gisteren ochtend van hier vertrokken
per tweewieler om een tochtje te maken
naar Spa.
Bij ministerieel besluit van 3 September
1887 is de tijdelijke waarneming der betrek
king van schoolopziener in het district Til
burg, van 10 September 1887, tot aan de
vervulling der ontstane vacature, opgedrag-en
aan de schoolopziener in het arrondisseme'nt
Tilburg, mr. H. C. F. RITS, te Waalwijk,.
Ter overweging voor de heeren prottfc-
tionisten.
Volgens de Badische Landeszeituiig
lijdt geen enkel land meer aan armoede dan
Duitschland.
Volgens de laatste statistiek zijn er in
Duitschland 200,000 landloopers, die het
land in alle richtingen bedelend doorkruisen.
Rekent men voor ieder H/s mark per dag
als ontvangst, dan krijgt men per jaar dr;
aanzienlijk som van 100 millioen mark,
die door die bedelaars van de bevolking
wordt ontvangen.
Bovengenoemd blad geeft het oprichten
van arbeiders koloniën als het beste micldel
aan tegen landlooperij.
Verder hebben gedurende de zeven eerste
maanden van dit jaar 64,979 Duitschers zich
over de Duitsche, Hollandsche of Belgische
havens naar andere werelddeelen begeven.
In hetzelfde tijdvak van 1886 bedroeg dit
cijfer 47,865, en in 1885, 74,101.
De officier van gezondheid A. Butner
uit Vlissingen, die sedert eenige dagen te
Middelburg verblijf hield ter adsistentie der
ziektegevallen onder de militairen, is naar
zijne standplaats teruggekeerd.
Ook de hospitaalsoldaten, die uit Breda
werden gezonden, keeren naar hun garnizoen
terug.
Uit een en ander blijkt, dat de toestand
der zieke militairen veel gunstiger is. PI. m.
200 herstelden keeren heden naar de kazer
ne terug.
De waarnemende inspecteur voor het ge
neeskundig staatstoezicht voor Zeeland, dr.
B. Carsten, vertoeft te Middelburg, ten ein
de een onderzoek in te stellen naar de oor
zaken der vleeschvergiftiging in de afgeloo-
pen week.
Opmerkelijk is het feit, dat, genoegzaam
tezelfder tijd, personen zijn ziek geworden te
St. Maartensdijk, tengevolge van het gebruik
van versche leverworst en te Aksel door
het gebruik van vleesch. Een en ander wordt
onderzocht door de commissie voor schei
kundige microscopische onderzoekingen te
Middelburg.
Te Eindhoven is verleden week brand
ontststan in de stroohulzenfabriek van den
heep van Berckel. Door de lichtbrandbare
stoffen nam het vuur zulk een omvang, dat
aa/n blussshen niet te denken viel.
De brand begon omstreeks het middag
uur, toen reeds het werkvolk naar huis was,
ïn het stroomagazijn. In een oogenblik
stond dit gedeelte van het kolossale gebouw
in lichte laaie vlam. Aangewakkerd door
den feilen wind stegen de vlammen hemel
hoog en sloegen over naar de tegenover lig
gende sigarenfabriek van den heer Crielaars,
welke met den inboedel geheel een prooi der
vlammen werd. Diens woonhuis bleef ech
ter behouden. Een oogenblik was men be
vreesd, dat het vuur zich nog zou mededee-
len aan de in de nabijheid liggende sigaren-
kistenfabriek van de heeren Brunig Zn.
Men mocht er echter in slagen dit gebouw
vrij te houden.
Van den heer v. Berckel brandde alleen
het stroomagazijn en eene afdeéling der fa
briek af, zoodat het grootste gedeelte der ge
bouwen en de meeste machines bewaard
bleven, waardoor gelukkig die arbeiders we
der spoedig zullen kunnen werken.
De heer Crielaars was slechts gedeel
telijk, de heer v. B. voor alles verzekerd.
De schade is aanzienlijk. Men weet niet hoe
de brand is ontstaan,
Vrijdagavond ontstond brand in de
oude infirmerie te Tiel, een gebouw, thans
ingericht tot pakhuis en bergplaats. De vele
brandbare stoffen toebehoorende aan een
drogist en een kamerbehanger waren oorzaak,
dat het gebouw weldra een vuurzee gelijk
was. Aangewakkerd door den vrij hevigen
wind gaven de hoog opstijgende vlammen en
de zich wijd en zijd verpreidende vonken een
CHETSEN UIT
(vervolg) van No. 33
Het heette dan dat er «juist nu" een besloten gezelschap
was dat het bezoek van anderen onaangenaam zou zijn enz.
enz. Het gevolg was dan of dat zulk een bezoeker opstond
en heen ging of, dat hij zitten blijvende toch niet bediend
werd en dus toch van zelf eindigde met het lokaal te verlaten.
Ik voeg er evenwel dadelijk bij dat fatsoenlijk gekleed te
zijn en vooral vreemdeling te wezen voldoende was om toe
gelaten te worden.
In de groote zaal althans.
Als ik zeg de groote zaaldan bedoel ik daarmede het
lokaaldat eigenlijk volstrekt niet groot was maar waarin
men van de straat af binnen trad. Ik noem het alleen groot
in tegenstelling van een daarachter gelegen veel kleinere op
kamer. Die opkamer was het Heilige der Heiligen. Onder de
stamgasten droeg zij den naam van l'Institut.
Tot daar drong niet ieder doorwie wilde. Om er aan
de groote tafel plaats te nemen moest men, zooals de franschen
zeggenguelqu'un wezen.
De eerste de beste behoorde daar niet thuis zelfs lang niet
al de gewone klanten verstoutten zich om zich daar neer te
zetten. L'Institut was voor de ouderen voor Gérome voor
Buvis de Chavannes voor Schollvoor Rochefortniet voor
de jongeren. Om daar zijn potje bier te komen drinken
moest men zijn sporen reeds lang verdiend hebben- Men
moestzoo niet werkelijk de l'Institut zijn dan toch volgens
het algemeene gevoelen liet Institut waardig geoordeeld worden.
Zoo was het in de voormalige Chat Noir op den Boulevard
Rochechouart. De nieuwe in de rue de Laval is grooter en
ruimermaar geheel op dezelfde leest geschoeid. Aan den
ingang is daar echter een forsche hellebardier geplaatstdie
toezicht moet houden dat geen publiek binnen komtdat er
eigenlijk niet thuis behoort.
De bediening in de zaal geschiedt door knechts welke de
uniform dragen van de leden van het Instituut, en de klanten
zijn dan ook gewoon hem «Immortel" te noemen.
Verbeeld u De onsterfelijken hier eenvoudig verlaagd tot
gewone Jannen
Als gij bij het heengaan den hellebardier weer voorbij komt,
wordt ge beleefd uitgenoodigd boven een kijkje te nemen. Ge
komt dan op de le verdieping in een paar zalen waar ook
alweer geestige of dwaze schilderijen en teekeningen hangen
waar gij beelden oude wapens en allerlei vindt. Deze ver
trekken dienen eigenlijk meer tot wachtkamers tot dat in de
zaal op de tweede verdieping plaats is. Dat is nu het Heilige
der Heiligen en het is er altijd stampvol.
Op een klein tooneel worden er er schaduwbeelden of Chi-
neesche schimmen vertoond geteekend door niemand minder
dan Caran d'Ache, terwijl de eigenaar van den Cliat Noir den
uitleg geeft der vertooning en men weet waarlijk niet wat
meer te bewonderen de geestige teekeningen van Caran d'Ache
of de geestige zetten van den uitleggerden hr. Cambroche.
Nu en dan wordt de vertooning afgewisseld door de
voordracht van een lied of het spelen van een stukje op de
piano die er natuurlijk niet ontbreekten altijd zijn het
Kunstenaars die er iets nieuws laten liooren; dikwerf ook geeft
de hr. Cambroclie zelf zijn schoone stem ten beste, maar het
werkzaam aandeel dat hij neemt aan de vroolijklieid zijner
gasten doet hem daarom nooit vergeten dat hij ook de kaste
lein is en zoo ziet ge hem tusschen de bedrijven door ook
een glas bier aan een klant brengen u een stoel aangeven
geld ontvangenenz.
Ik zeide boven over den ouden Chat Noir sprekende dat
er geen dagbladen gevonden worden. In den nieuwen even
min. Maar één enkel blad kan men er aan het buffet toch
koopen namelijk het allergeestigste geïllustreerde weekblad
le Chat Noir dat niet alleen uitgegeven wordt door maar
ook onder hoofdopstelling staat van den hr. Cambroche, die
zijne verschillende klanten tot medewerkers heeft.
Het is een alleraardigst blaadje dat zich nooit met staat
kunde bemoeit, maar altijd hartelijk doet lachen. Een zwarte
kat is in den regelde hoofdpersoon van de een of andere dwa
ze geschiedenis welke in beeld of schrift wordt verhaald.
Als «Secretaris van dé Redactie" staat altijd aan het hoofd
van het Blad de een of andere bekende persoon vermeld die
evenwel part nog deel aan de zaak heeft en soms zelfs al lang
dood is.
Zoo stond er op een zekeren dag als Secretaris vermeld
Julles Vallésonder bijvoeging van de woorden Mort sur les
barricades.
Aan RacineMolièreVoltaireis de eer van als Secre
taris vermeld te worden natuurlijk al lang te beurt getallen.
Voorts las men er achter eenvolgens opJules Grévy
«grand-père de Marguérite" le maréchal Mac-Mahon «qui
y est, mais qui n'y reste pas;" Madame Saral Bernard
«Actrice peintre sculpteur, pantomimiste, aéronaute, auteur,
directrice ae théatre etfemme aussiLéon Gambetta«le
grand patriote Victor Hugo, «le grand po^te" enz. enz.
Deze fictieve vermelding waarmede de tijdelijke titularis
als hij nog in het land der levenden verkeertsteeds verrast
wordt, want vooraf wordt geen kennisgeving der benoeming
gedaan of toestemming tot vermelding gevraagd is een on
schuldige aardigheid welke nog nooit door iemand kwalijk is
genomen.
Doch genoeg thans over den Chat Noir. Wij willen nu
eens een kijkje gaan nemen in het andere koffiehuis, dat ik u
noemde in l'Aüberge des Adretsop den boulevard St. Mar
tin en dat ook alleszins een bezoek waard is.
Het is geheel ingericht in den trant eener zeventiende
eeuwsche taveerne uit het departement van de Ardéche.
Wanneer ik nu zeg ingericht dan bedoel ik niet alleen ge
meubeld maar ook gebouwd.
Reeds de gevelde in lood gevatte ruitjes en de kleine
gordijntjes daarachter zijn geheel in den stijl. Voor de deur
hangen een paar ouderwetsche lantaarns aan looze touwen, en
noocligen een reeks antieke schabellen om zware eikenhouten
tafels geschaard, tot rusten uit, terwijl vlugge bedienden in de
schilderachtige kleederdracht van de oude bergbewoners van
Ardéche heen en weer loopen. Want ge moet weten dat de
eigenaar van de zaak, een gewezen tooneelspeler, de illuzie
volkomen heeft willen maken door de navolging van het tijd
perk dat hij heeft willen nabootsen zoo konsekwent als maar
eenigszins mpgelijk was op zijn geheele inrichting toe te passen,
Men moge van den ouden tijd zeggen wat men wil, maar
zonder de dagen der trekschuiten en bolderwagens terug te
verlangen zou ik toch wel een stap terug willen in de wijze
waarop wij mannen ons kleeden.
Zie nu maar eens die vroegere kleeding in den Ardeche
lage schoentjes gekleurde kousen die een paar flinke kuiten
laten zien misschien is er wel wat vulsel bij, maar dat doet
er nu niet toe een gekleurde korte broek een hagelwit
hemd, met een fijn geplooid smal wit bandje aan den hals toe-
gestrikt en een gekleurd en keurig geborduurd lang open
hangend vest, terwijl het witte voorschoot zeer koket schuinsch
is opgenomen om daardoor het eene been vrij te laten.
De eene draagt een blauw vest met een bruine broekde
ander een groen of een rood vest met een grijze of geele broek.
Snee en stof van aller kostuum mogen dezelfde zijn in de
kleuren heerscht toch de grootste verscheidenheid. Wat meer
is, geen der bedienden draagt twee dagen achter elkaar geheel
dezelfde kleuren. Zij zien er nu eene zus, dan eens zoo uit
maar altijd even schilderachtig en altijd met behoud van het
karakter.
Binnentredende vinden we de lokaliteit verdeeld in ee.n vier
tal vertrekken naar het eene gaat men een paar trapje* op
naar het andere een paar trapjes af. Wij treffen dezelfde voxL
regelmatige bouworde aanwaardoor oude gebouwen zich
gewoonlijk kenmerken.
De muren zien er tamelijk haveloos uitZe zijn slecht ge
wit en laten hier en daar een zwaren balk zien, die er in aan-
febracht is om meer steun te geven. Inderdaad, als men niet
eter wist zou men zweereu, dat die muren een honderd jaar
of wat oud zijn. Zij zijn meesterlijk nagebootst.
In een koffijhuis verlangt men gelegenheid om zijn hoed of
jas op te hangen. Er moeten kapstokken zijn. In dit ver-
eischte is voorzijn door hier en daar een reusachtigen spijker
met een grooten kop in den muur te slaan een spijker, zoo
als men weleer §<ebruikte om balken aan elkaar te hechten.
Zoo is voldaai aan de eischen van den nieuweren tijd, zon
der den ouden jtijl, zonder het antieke geheel, in het minste of
geringste gewell aan te doen.