Italië.
Turkije.
Rusland.
BINNENLAND.
f^Bij de behandeling der waterstaats- en
spoorwegbegrootingen in de le kamer vroeg
de heer Verheijen een spoedige exploitatie
van het 2de gedeelte der lijn Zwaluwé-'sBosch
(tot Cromvoort) en een kleine halte te Baard
wijk.
men in aanmerking, dat van het toetreden van
Engeland tot het drievoudig verbond voor
eenigen tijd door de Duitsche bladen voor
speld tot heden niets bekend is geworden
zoo ligt het vermoeden voor de handdat
de Engelsche regeering geprofiteeerd heeft
van de verhoudingen op het vasteland om
met Rusland weder op goeden voet te ko
men.
Als bewijsdat Duitschland niet zeer ge
rust is over de houding van Rusland en alle
middelen aangrijpt den kolossus van het
noorden te verzwakkengeldt het herhaald
benadeelen van Ruslands krediet, door mid
del der regeeringsbladen. Zoo nu weder de
Kölnische Zeitung, die een lang artikel wijdt
aan een betrekkelijk onbelangrijke concessie
aan de Groote Russische spoorweg Mij. waar
door de Russische regeering 6 millioen roe
bels ontvangt. In plaats van mede te dee-
len dat zulk een bedrag op het Russische
Budget niets uitmaaktwordt gehamerd op
de spreuk: alle kleine beetjes helpen.
De verkoeling tusschen Oostenrijk en
Duitschland overschaduwt alle andere poli
tieke feitenzooals de hachelijke toestand
der Italianen in Abessiniëwaar de Negus
steeds nader rukt, hoewel deze in den rug
bedreigd wordt door zuidelijke Afrikaansche
stammen.
Uit Weenen wordt gemelddat de
Bulgaarsche regeering de aanmunting van
drie millioen franken nikkelgeld in Engeland
heeft doen uitbesteden, aangezien de Duit
sche regeering die aanmunting binnen de
grenzen van het rijk verboden heeft.
De meeste Italiaansche bladen verheugen
zich over de gelukkige oplossing van het in
cident tusschen Frankrijk en Italië.
Aan de Times wordt uit Konstantinopel
geseind, dat de Porte bevolen heeft de Oost-
Rumelische grenzen te versterken. Ten einde
het Turksche mijnwezen en de industrie te
ontwikkelen, worden beide takken geplaatst
onder Duitsche ambtenaren.
Uit St. Petersburg wordt gemeld dat men
in financieele kringen aldaar zich ongerust
maakt over een gerucht dat de minister van
financiën voornemens zou zijn eene gedwon
gen leening uit te schrijven.
_Men vermoedt dat het de bedoeling der
Russische regeering is, prins Dondoukoff, een
voornaam edelman uit den Kaukasus, eene
hooge militaire waardigheid in Polen op te
dragen.
Naar men uit St. Petersburg bericht,
is dezer dagen de eerste trein gereden over
de brug oyer de Amu Daria (Midden-Azië).
Die brug is ruim 2040 meter lang.
Gedurende een huiszoeking in de wo
ning van verdachte nihilisten te St. Petersburg,
brak dezer dagen een hevige brand uit, welke
in een paar uren het geheele huis met alles
wat daarin was een geheime drukkerij en
een aantal papieren, vernielde. De brand was
blijkbaar met opzet gesticht, om het onder
zoek der politie te verijdelen. Verscheidene
bewoners van het huis zijn in hechtenis ge
nomen.
WAALWIJK, 25 Januari 1888.
Bij kon. besluit is, ter vervanging van
mi. A. M. Sassen, benoemd tot andere fun-
tiën, met 1 Februari 1888, tot kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Tilburg be
noemd W. J. Ph. van Oppenraay, schoolop
ziener in het district Tilburg, wonende te
,,Als zoo iets zoude gebenren," zeide Nina
vast besloten ,,dan zou ik uw voorstel in
overweging nemen en gewis ook dienovereen
komstig handelen.11
,,Dan deedtgij 7t best, over Stonefield's voor
stel na te denken,11 zeide sir George lachend maar
ernstig. »Eens moet gij toch trouwen, waarom
dan niet spoedig Kies er maar een, waardig
uws vaders plaats in te nemen en gij zult ge
lukkig zijn.1 „Harpe, wacht een oogenblik,11
riep de baronet met verheffing van stem, ,,ik
heb u iets te zeggen.11
Lord Stonefield had de laatste weken dik
wijls bezoeken afgelegd op Rookhurst, maar
sedert zijne eerste liefdesverklaring had hij
geen vertrouwelijk gesprek meer met Nina
gehad, en steeds was 't hem voorgekomen dat
zij hem met opzet ontweek.
Hij erkende dat zich thans eene uiterst
gunstige gelegenheid aanbood om zijn aanzoek
te hernieuwen, en hij besloot er gebruik van
te maken.
«Ik vrees dat wij u heden wat te ruw over
vallen hebben, Nina,1' zeide de jonge man,
terwijl zij langzaam, tamelijk ver van de beide
ruiters verwijderd, de laan langs wandelden.
«Maar sir George Markham was besloten
eene poging te doen lady Rokeby van deze
verbintenis terug te houden die haar zeker
nog berouwen zal. Zij schijnt het ware ka
rakter haars minnaars niet te kennen, en in
weerwil van onze welgemeende waarschuwing
zal zij des te meer aan hem hechten.11
Hieruit blijkt dat lord Stonefield ofschoon
hij in 't algemeen geen voorliefde voor lady
Oosterwijk, met vergunning om beide betrek
kingen gelijktijdig te bekleeden.
Bij kon. besluit van 19 Jan. zijn be
noemd tot voorzitters en burgerlijke leden en
hunne plaatsvervangers in de onderscheidene
militieraden, voor de lichting der nationale
militie van 1888
Provincie Noord-Brabant: in het le milie-
tiedistrict, tot voorzitter mr. W. D, Bosch,
lid der Prov. Staten tot zijn plaatsvervanger
L. van Meerwijk, lid der Prov. Staten tot
lid mr. A. H. Sassen lid van den gemeen
teraad van 's Hertogenbosch tot zijn plaats
vervanger R. A. van der Ven lid van den
gemeenteraad van 's Hertogenboschin het
2de militiedistricttot voorzitter mr. M. P.
M. van Damlid der Prov. Statentot zijn
plaatsvervanger J. A. van Akenlid der
Prov. Statentot lid mr. E. de Man Ez., lid
van den gemeenteraad van Bredatot zijn
plaatsvervanger E. H. A. Guljélid van den
gemeenteraad van Breda in het 8de militie
district tot voorzitter mr. H. J. A. van Baar,
lid der Prov. Staten tot zijn plaatsvervanger
mr. A. Verheijen van Estveltlid der Prov.
Staten tot lid J. J. Schutjeslid van den
gemeenteraad van Eindhoven tot zijn plaats
vervanger J. W. van der Veldenlid van
den gemeenteraad van Eindhoven
Bij kon. besluit van 20 Januari 1888
no. 1, is aan na te melden officieren bij
rustende schutterijen op hun verzoek, eervol
ontslag verleend als in de provincie Noord-
Brabant 8ste bataljonaan A. J. van den
Hoek als 2de luit.9de bat., aan W. Blok,
als 2de luit. Benoemd in de provincie Noord-
Brabant 8e bataljon tot 2de luitenant J. G.
Talen, thans schutter.
De laatste dagen hebben in verschillende
gemeentenbehoorende tot het kiesdistrict
Waalwijk bijeenkomsten plaats gehad om
besprekingen te houden over het oprichten
eener kiesvereeniging voor hendie zich
niet kunnen vereenigen met de leiding der
kiesvereeniging Noord-Brabant. Als waar
schijnlijk candidaat dezer laatste voor dit
kiesdistrict wordt thans weder een andere
naam voorgesteld. Maar deze is, even als
de vroegere genoemde, iemand van buiten
het district, die in 't geheel niet op de
hoogte kan zijn van onze wenschen en be
langen.
In plaats van de weekmarkt op Vrijdag
27 Januari' 1888 zal te Waalwijk op Don
derdag 26 Januari a.s. jaarmarkt gehouden
worden.
Dientengevolge zullen de treinen No. 590
WaalwijkBesoijen—Geertruidenberg en No.
411 Geertruidenberg—Waalwijk— Besoijen
niet loopen op Vrijdag 27 doch wel op
Donderdag 26 Januari 1888.
Voorts zullen de treinen No. 592 en 593
op Donderdag 26 Januari 1888 loopen vol
gens de dienstregeling vastgesteld voor des
Vriidags en daarentegen op Vrijdag 27 Jan.
1888 volgens de voor de overige dagen aan
gegeven dienstregeling.
Onze schoenfabrikanten zien met ver
trouwen het aanstaande voorjaar te gemoet.
Enkelen, die hunne klanten reeds bezochten,
waren zeer voldaan en kwamen met goede
commissie te huis. Welnu, op de wijze
waarop onze schoenmakers tegenwoordig zich
op hun vak toeleggen, kan 't niet anders of
de industrie moet vooruitgaan.
In den loop van dit en het volgende
jaar kunnen 80 komiezen der vierde klasse
der directe belastingeninvoerrechten en
accijnzen worden aangesteld op eene bezol
diging wegens tractement en toelage van
f480 'sjaars. Op nader vast te stellen tijd-
Rokeby had in 't minst niet vermoedde hoe
slecht zij in werkelijkheid was.
«Het spijt mij om u,11 sprak Nina zuchtend.
«Nuzij zal eenvoudig de gevolgen harer
eigenzinnigheid te dragen hebben,11 zeide lord
Stonefieldmaar gij moogt niet mede lijden
onder haar ongeluk."
«Wees maar gerust, ik zal haar wel op een
afstand weten te houden."
Zij zeide dit met zooveel geestkracht, met
zulk een zelfbewustzijn dat Stonefield, hare
hand grijpend, uitriep: «Ja ik vertrouw u!"
Daarbij trof hem een blik uit Nina's oogen,
die hem voldoende scheen. Hierdoor opgewekt
sprak hij fluisterend:
«Ninasedert den avond dat ik u zoo on
verhoeds mijne liefde bekende hebt gij mij
steeds koel op een afstand gehouden. Wijs
mij thans niet af. Zeg mij eerlijk, liefste, of
gij met mij gelukkig zoudt kunnen zijn of
ik u dierbaarder ben dan een ander."
Zijne helderblauwe oogen schoten electrische
vonken in de hare. Zijn hartstochtelijk gelaat,
zoo schoon, zoo voornaam, zoo edel, was lief
devol naar haar gekeerd.
Sidderend sloeg Nina de oogen neder. Ook
haar hart klopte van aandoening en in dit
oogenblik werd het haar duidelijk dat, wat er
ook gebeuren moge, zij Ronald Stonefield uit
ganscher harte en met al de kracht harer
ziel beminde, en zij alleen als zijne gade vol
komen gelukkig zoude zijn.
Maar als een smartelijke slag drong zich op
dit oogenblik de overtuiging bij haar op, dat
haar een zware strijd te wachten stond tus-
stip en plaats zal een onderzoek worden in
gesteld omtrent de sollicitanten voor die
betrekking.
In aanmerking kunnen komen zij, die een
gezond en sterk lichaamsgestel hebben on
gehuwd niet beneden de 23 en niet boven
28 jaar oud en voldoende ervaren in het
lezen, schrijven en in de eerste gronden der
rekenkunde zijnde hoogste leeftijd voor
gepasporteerde onderofficierendie minstens
12 jaren militairen dienst hebben, is op 34
jaaren voor gepasporteerde onderofficieren
of andere miiitairen die minstens 6 jaren
militairen dienst hebben op 30 jaar bepaald.
Verzoekschriften om toelating tot het voor
schreven onderzoek moeten voor den ln Maart
1888 bij het Departement van Financiën zijn
ingekomen en kunnen desverkiezende wor
den ingezonden door tusschenkomst van de
controleurs der directe belastingeninvoer
rechten en accijnzen, bij wie ook nadere in
lichtingen le bekomen zijn omtrent de stuk
ken, welke bij de verzoekschriften moeten
worden overgelegd.
Te Grave worden krachtige pogingen
aangewend voor het in exploitatie brengen
van den stoomtram Grave-Ós. De gemeen
teraad aldaar heeft voldaan aan het verzoek
om gedurende, 15 jaren 600 rente-garantie
te verleenen, mits de concessionaris zich on
derwerpt aan de te stellen voorwaarden.
Zondag nacht ontstond te Tilburg in
de wijk Korvel brand in de schuur behoo
rende bij de hofstede, bewoond door den
landbouwer F. Wilbers. De schuur met den
inboedel werd een prooi der vlammen. De
oorzaak is onbekend. Het gebouw was ver
zekerd.
In de gemeente Raamsdonk brak Vrij
dag nacht omstreeks half een brand uit in
eene arbeiderswoningnabij de Melkhaven
door 3 gezinnen bewoond. De woning lag
in een half uur tijds in asch. Door de gun
stige windrichting liepen andere gebouwen
geen gevaar.
De woning en inboedel van de eigenares
waren tegen brandschade verzekerd bij de
maatschappij te Tiel, terwijl de andere roe
rende goederen niet verzekerd zijn, en deze
lieden een groot verlies lijden door bederf
aan voorraad aardappelen en huisraad, waar
van weinig is gered.
Naar men verneemt, wordt het passief
van een te Amsterdam gefailleerd handelaar
in diamanten geschat op f 300,000, terwijl
voornamelijk Engelsche importeurs van ruwe
diamanten getroffen zouden worden.
(A. C.)
Wij lezen in de Meier. Ct.
De eeuwenoude Geldropsche toren is niet
meer. Hij is gevallen door dynamiet. Lang
bood het kolossale gevaarte wederstand, mijn
op mijn ontplofte kaapstanders deden het
mogelijketot eindelijk de zware colossus
waggelend bezweek. Meer dan 1200 cubiek
meter metselwerk, een gewicht vertegenwoor
digende van meer dan 2,000,000 kilogram,
kwam in eens naar benedenen juist op
dezelfde wijzezooals kapitein Gijsberti
Hodenpijl, onder wiens leiding eenige militaire
der genie het vernielingswerk verrichtten
voorzegd had.
Een onoverzienbare stofwolk verhief zich
ten hemel, luide kreten stegen uit de groote
menigte op, die gekomen was om den reus
te zien vallen, en deze juichtonen verdubbel
den, toen slechts na enkele oogenblikken de
Nederlandsche vlag boven op de puinhoopen
vroolijk wapperde de harmonie speelde en
oud en jong, arm en rijk juichten van harte
bij den loggen val van Geldrops oudsten
burger. Er is niettegenstaande de vrees van
sommigengeene noemenswaardige schade
aangericht. In naam der harmonie en der
ingezetenen bracht de heer J. Schepens een
woord van hulde aan den kapitein, die steeds
dezelfde met eene te waardeeren bedaardheid
en bezadigdheid het werk volvoerde, waarvoor
schen hare liefde en haar plicht vau gehoor
zaamheid aan de vermeende wenschen van haar
overleden vader.
«Bemint gij mij fluisterde de jonge graaf
haar op vurigen toon toe? «O Nina, ik be
min u van ganscher harte, en ik heb nog
nooit bemind. Is mijne liefde hopeloos
De schuchtere trouwe oogen zagen vluchtig
naar hem op; maar daarin las lord Stonefield
haar antwooid en wist dat hij bemind werd.
Een oogenblik heerschte tusschen hen een
bekoorlijk stilzwijgen. Zij geven elkander geen
verlovingskus zij omhelsden elkander niet
maar lord Stonefield hield Nina's hand vast
in de zijne, en in dezen handdruk sprak zijne
ziel tot de hare.
«Mag ik sir George en mr. Harpe zeggen
dat wij verloofd zijne, mijne geliefde?" vroeg
de jonge graaf zacht.
«Nog niet, Ronald, nog niet. Ik heb u lief,
Ronald" en de stem van 'tjonge werd fluis
terend, «maar toch kan 't nu nog niet zijn
't is mij alles nog zoo nieuw zoo vreemd
en en
«Ik versta u," sprak de graaf. «Onze liefde
is te heilig om op 't oogenblik dat wij haar
elkander bekennen, aan anderen medegedeeld
te worden wij zullen ze geheim houden tot
na lady Rokeby's huwelijkmaar toch zijn
wij verloofd, geliefde Ons geluk zou volko
men zijn, als sir Iienry onze vereeniging kon
zegenen. Maar ik ben overtuigd dat hij uit
den hemel zegenend op ons nederziet. Hij
hield veel van mij, Nina, en hij wenschte ons
huwelijk. Mijn vader heeft het mij op zijn
deze op hartelijke wijze dank zegde terwijl
hij tevens met de ruimste waardeering sprak
van het bestuur der gemeente, zoowel als van
het kerkbestuurwelke zoo ijverig samen
werkten om op deze eenvoudige en niet ge
vaarlijke wijze den veroordeelden toren der
gemeente ten gronde te doen storten.
't Is een indrukwekkende puinhoopdie
thans daar ligt, waar vroeger de slanke toren
zich verhief en zelfs deze puinhoop zal wel
licht nog tal van nieuwsgierigen naar Geldrop
lokken.
Uit Nijmegen schrijft men
Het slachten en verzenden van varkens
voor de Engelsche markt, die niet zwaarder
mogen zijn dan 50 a 100 halve kilo's, houdt
alhierte Neerbosch, Groesbeek, Malden,
Wijchen en een paar andere plaatsen, vele
handen bezig. Men maakt 40 cent per kilo
schoon.
Het mag eene uitkomst heeten voor den
landbouwer in deze streken, dat de vraag
naar varkens zich staande houdt, en eer toe-
dim afneemt.
Er zijn alhier ondernemers, die op éenen
dag 30 a 40 van zulke dieren slachten en
via Rotterdam naar Londen verzenden.
Ook de middelen van vervoer maken daar
bij goede zaken.
Over den gang van zaken te Atjeh
bevat de Soerabaja Ct. zeer scherpe beschou
wingen onder haar wekelijksche kroniek.
Het blad noemt den tegenwoordigen toe
stand een schande voor onze regeering, zoo
hier als in Nederland (voor de laatste vooral),
voor den legercommandant en ten slotte voor
het geheele volk.
Luidens vrij vertrouwbare berichten is
een bende Atjehers, sterk 50 man, onder
aanvoering van Nja Oelim de Tamiang rivier
overgetrokken. Doel natuurlijk roof- en stroop
tochten in het Langkatsche. De Besitan-streek
ligt nog even open voor Atjehsche coups de
main als in het begin van 't vorig jaar. Met
de militaire vestiging meer landwaarts in, nabij
kampong Besitan, die de rivier moetbeheer-
schen en de kampong beschermen, is nog niet
begonnen en het garnizoen voor die post be
stemd, zit nog steeds doelloos opgesloten in
Pangkalan Siatas. Het langzame schijnt nog
steeds bewonderaars te hebben. Gewaarschuwd
dat Atjehers het via Edi op de Oostkust ge
munt hadden, is anders genoeg. Kampong
Besitan is thans, zoo het niet bezet wordt,
a la merci van de Atjehers, die denzelfden
weg als het vorig jaar slechts te volgen heb
ben, om wederom in Langkat door te dringen.
Het lieve leventje van „Atjehers op komst"
begint dus weer.
Betreffende de gevangenneming der Atje
hers, die betrokken zijn aan de amokpartij,
vernemen wij, dat er van gevangenneming in
Tamiang geen sprake is geweest. De hoofden
aldaar schijnen, naar wij zeer goed kunnen
begrijpen, het met de Atjehers niet geheel
te willen verkerven en de vijt Atjehers zijn
onder voorwendsel, dat zij in Langkat werk
zouden krijgen met een zoet lijntje naar Clambir
gelokt, waar zij ingerekend werden.
Heden morgen werd te Kapellebrug
(Klinge) bij den herbergier Blommaert een
vreeselijk drama afgespeeld. Zekere Mortier
vad Trompe (België) heeft de dienstbode van
B., Seraphina van Puijvelde, vermoord en
daarna zichzelf gedood. Mortier, houthakker
van beroep, had Zondag met zijne beminde,
Seraphina, die in de herberg Het Mantje
diende, twist gehad. Heden morgen kwam
Mortier, die den geheelen nacht gedronken
had, naar zijn werk in een bosch nabij de
woning van Seraphina. Op het oogenblik dat
deze uit den koestal kwam, waar zij het vee
gemolken had, ging hij haar achterop en volgde
haar in de gelagkamer, waar hij haar met
zijn hakmes eenen slag in hals en kin toe
bracht. De slag was niet direct doodelijk,
het slachtoffer leefde nog eenige oogenblikken.
Onmiddellijk nadat de misdaad was ge-
sterfbed zelf gezegd."
«Als ik dat maar konde weten," fluisterde
Nina. «Ik weet dat papa van u hield. Ge
looft gij wezenlijk dat hij ons huwelijk goed
keurt
«Wat zet gij een angstig gezichtIk weet
zeker dat hij het goedkeurt, Nina. Mijn zoete,
kleine lieveling, mijn alles, dat niets ter wereld
mij zal kunnen ontrukken" riep lord Stonefield
hartstochtelijk. «Ik ga nu met sir George
naar huis en kom van avond weder naar u.
Ik wil u zien zonder door de valsche, bespie
dende blikken van mrs. Luttrell als 'tware
verslonden te worden. Ik zal voorzichtig zijn
en zwijgen, Nina, daar gij zulks verlangt, maar
ik wenschtte wel dat mijn proeftijd verstreken
was, en ik de wereld mijn geluk kon verkon
digen.
Bij het hek scheidden zij en Nina keerde
langzaam naar huis terug, terwijl de jonge
graaf in 't zadel sprong en zijne vrienden na
reed, die wel vermoedden wat tusschen hem
en Nina was voorgevallendaar hij zelf er
echter niet over sprak, waren zij te discreet
om toespelingen te maken.
Intusschen wandelde Nina, mét vreugde en
smart te gelijk vervuld, huiswaarts en sprak
in zich zelve
„Wat zal ik doen Ik bemin Ronald en
zonder hem zal het leven mij onverdragelijk
zijn; zal ik ter wille van deze liefde papa's
laatste wenschen minachten, die ik als een
heilig bevel wilde beschouwen? O, wist ik
toch maar wat ik doen moet
(Wordt vervolgd.)