Nummer 23.
Zondag 18 Maart 1888. lle Jaargang
L
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
GEWAAGD SPEL.
ANTOON TIELEN
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
UITGEVER:
Waalwijk.
EENE VLUG BEANTWOORDE ADVER
TENTIE.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiön 17 regels J 0,60 daarbo /en 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. AdYertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen loor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
S63SE
Wij hebben maatregelen
genomen om den uitslag der
herstemmingen voor de tweede
kamer der staten-generaal te kunnen opne
men in ons nummer van Woensdag 21 Maart,
dat, in verband hiermede, eerst 's avonds zal
worden bezorgd.
Onze abonnés zullen wij, evenals op 7
Maait, gaarne in de gelegenheid stellen,
kennis te nemen van de verschillende tele
grafische dépêches, die wij in den loop van
den dag ontvangen
Zij, die zich voor het volgend kwartaal op
de Echo van het Zuiden abonneeren, ont
vangen de nog deze maand verschijnende
nummers gratis.
Er heeft eene drukke correspondentie plaats
tusschen de belgische en de fransche regee
ring. Gelijk bekend is, heeft de fransche re
geering aan de belgische eene officieele uit-
noodiging gezonden om deel te nemen aan
de tentoonstelling in 1889, en geöischt dat
deze uitnoodiging worde overgelegd aan de
kamers. De belgische minister van buiten-
landsche zaken heeft Woensdag jl. eene lange
depêche in cijferschrift gezonden aan den
belgischen gezant te Parijs. Wat deze daarop
geantwoord heelt, is nog niet bekend. Het
belgische ministerie gevoelt zich zeer ontstemd.
Men kondigt aan dat er in de fransche kamer
eene nieuwe interpellatie zal worden ingesteld.
Aan het station te Leuven geraakte
Dinsdag bij het vertrek van een goederentrein,
op eene onverklaarbare wijze, de machine
van den tender los. In woeste vaart rolde zij
in de richting van Luik, terwijl de machinist
en de stoker door den hevigen schok er af
werden geworpen. De ëerste bleef op de plaats
dood, de laatste brak een been. Aan het
eerstvolgend station, waar men per telegraaf
van het gebeurde bericht had ontvangen,
gelukte het de voorthollende machine te doen
ontsporen en daardoor verdere onheilen te
voorkomen.
Vrij naar het Hoogduitsch van HER MI NE
FRANKENSTEIN,
51 door LUCIFER.
Hoofdstuk XXVII.
Tegen het uur van aankomst der verwachte
gast in het huis van mrs. Bridge heerschte
daar in alle kamers een ongewone drukte.
Al de dienstboden hadden in last mrs. World
met de grootste opmerkzaamheid te bedienen,
en men had toespelingen gemaakt op hare
groote schatten, waarvan mr. Bridge zich als
de rechtmatige erfgenaam beschouwde.
Mr. Bridge was dien dag van zijn kantoor
te huis gebleven om zijne tante te ontvangen.
Hij had zich in feestgewaad gestoken en
dwong zich tot een vergenoegd lachje dat
echter in zeldzame tegenspraak was met de
onrustige uitdrukking zijner oogen.
Alles hangt van dit bezoek afsprak hij in
zich zelvetoen hij voor het venster der
voorkamer stond en naar buiten keek. De
oude bestaat slechts uit luimen en eigenaardig
heden en als zij haar vermogen aan de armen
vermaaktewaren wij verloren. Onze uitga
ven zijn zoo groot dat ik het niet langer vol
kan houden. De oude vrouw moet een testa
ment maken ten onze gunste.
Mrs. Bridge had hare weelderige gestalte in
engsluitend rood zijden kleed gehuld en zich
zoodanig met sieraden behangen dat zij niet
weinig geleek op een wandelende juweliers
winkel. Zij spoedde zich met haren echtge
noot naar het voorhuis dat echter nog leeg
was.
De jonge gouvernante en het kindermeisje
hadden het wederspannig jonge volkje in de
kinderkamer opgeslotenmet uitzondering van
Leopold, die had weten te ontsnappen en naai
den tuin geloopen was waar hij schreeuwend
rondliep.
Toen mrs. Bridge het leven hoorde dat
haar hoopvolle zoon maakte, werd zij vreese-
lijk beangst dat hare gast zou komen en den
Het Journal officiel maakt een rapport van
den minister van oorlog aan den president
der republiek bekend, waarin in het licht
wordt gesteld, dat generaal Boulanger, on
danks het verbod, driemaal te Parijs is ge
komen, zelfs vermomd en quasi mank gaande.
Het rapport stelt voor, hem zijn kommande
ment te ontnemen en hem uit het actieve
leger te verwijderen.
De president der republiek heeft aan het
rapport zijne goedkeuring geschonken.
Generaal Boulanger heeft aan den radi
calen afgevaardigde Laguerre het volgende
getelegrafeerd
Ik ben tweemaal te Parijs geweest, om mijne
zieke vrouw te bezoeken. De minister had
mij daartoe verlof geweigerd. Het land zal
ten deze niet mistasten. Het zal begrijpen
dat men mij heeft willen straffen, niet omdat
ik te Parijs geweest ben, maar wegens den
uitslag der verkiezingen op 26 Februari (toen
in eenige departementen 54,000 stemmen op
Boulanger werden uitgebracht), hoewel men
niet heeft kunnen bewijzen, dat ik zelf daaraan
eenig deel gehad heb.
Hoewel Boulanger thans, als non-actief,
wildzaug zou hooren.
Zij liet miss Lark roepen en gebood haar
zich van den wederspannigen bengel meester
te maken.
Lilly ging naar den tuin en juist toen 't hare
overredingskunst gelukt was hem tot heengaan
te bewegen en zij hem mede wilde voeren
hield een rijtuig voor de tuindeur op en werd
er hevig aan de tuinschel getrokken.
Eene dienstbode haastte zich om de poort
voor de aangekomene te openen en Leopold
die mrs. World zoo gaarne een poets zou ge
speeld hebbenverweerde zich als woedend
onder Lilly's handen. De jonge gouvernante
sleepte haren leerling met geweld in de scha
duw eener boomgroep en bleef daar hijgend
en vermoeid staan, terwijl de nieuw aangeko
mene met al haar bagage in huis gevoerd
werd.
Lilly beschouwde de zonderlinge oude vrouw,
welke zij nog nooit gezien had. Zij steunde
op den arm eener groote magere persoon
met hoekige gelaatstrekken, hare oude trouwe
dienstbode welke haar meesteres behandelde
met die teederheid en zorgvuldigheid die
men gewoonlijk voor kleine kinderen heeft.
De oude dame zelve boezemde Lilly bijzon
der veel belangstelling in. Zij was mager en
versleten en krom gebogen en niemand zou
nog hebben kunnen bemerken dat zij in hare
jeugd zeer schoon en bekoorlijk geweest was.
Zij was bijna 80 jaar oud en hare magere
beenderige handen hielden den gouden knop
vast van eenen stok waarop zij steunde niet
tegenstaande hare bediende haar leidde.
De kleediüg cfer dame was ongemeen oud
modisch maar van kostbare stof vervaardigd.
Maar uit haar gerimpeld bruin gelaat flik
kerde nog een paar zeldzaam heldere oogen
en om haren mond speelde voortdurend een
hoonend lachje.
De oude dame wierp een onderzoekenden
blik naar de deur, waar mr. en mrs. Bridge
stonden, en keek toen even naar Lilly.
Deze week verlegen in de schaduw terug en
spoedde zich met haren leerling door een
achterdeurtje in huis terwijl mrs. World
door hare verwanten luide verwelkomd werd.
De oude vrouw werd naar de voor haar
bestemde kamers gebrachtwelke zij de eerste
uren niet verliet.
Mr. Bridge begaf zich naar zijn kantoor
niet verkiesbaar is tot afgevaardigde, is het
niet twijfelachtig dat hij in verscheidene de
partementen candidaat zal gesteld worden.
La Cocarde en l'lntransigeant vallen de
regeering heftig aan wegens haren maatregel
tegen Boulanger.
De Pays en de Nation zeggen dat de re
geering berouw zal hebben van haren maat
regel.
Een treurig ongeluk heeft te Parijs plaats
gehad, in de wijk „Notre-Dame. Een her
bergier wilde daar naar de oorzaak zoeken
van een verstopping in het geheim gemak.
Hij opende het luik van den beerkuil, op de
keldertrap, en wilde langs een ladder een
eind daarin afdalen, toen hij bedwelmd werd
door de gevaarlijke gassen en naar beneden
stortte. Zijn neef, een jonkman van 19 jaren,
wilde hem te hulp komen, maar hem trof
hetzelfde lot.
Zoodra de mare van het ongeluk bekend
werd, snelden twee mannen toe, om te trachten
de slachtoffers te redden, maar beiden be
gingen in de aandrift van hun edel hart de
zelfde fout als de eersten en kwamen na
elkander in den kuil om het leven. Ook een
korporaal van de Ier hulp aangerukte brand
weer, die op dezelfde gevaarlijke wijze te
werk ging, vond er den dood, en twee andere
brandmannen, wien men, voorzichtigheids
halve, touwen om het lijf had gebonden,
werden bedwelmd weer naar boven gehaald.
Eerst nadat men door middel van pompen,
de lucht in den kuil gezuiverd had, konden
de lijken der vijf slachtoffers er uit worden
gehaald.
Te Arles heeft gedurende de drie laatste
dagen eene groote opgewondenheid onder
de bevolking geheerscht. Twee zouaven, die
en er heerschte in huis eene bijna bovenna
tuurlijke stilte.
Mr. World had beloofd aan tafel te komen
eten en weinige minuten voor etenstijd ver
scheen mrs. Bridge in hare kamer om haar
aan tafel te geleiden.
Mrs. World, die zeer goed wist dat hare
bloedverwanten haar alleen uit eigenbelang
ontzagen had er een boosaardig genoegen in
hen door stekelige aanmerkingen te ergeren
en te tergenen te zien dat zij er niets tegen
durfden te doen uit vrees van haar te mis
hagen.
Meermalen gedurende den maaltijd ergerden
mr. en mrs. Bridge zich vreeselijk over haar,
maar waagden het niet dittelaten blijken, en
mrs. Bridge verbeeldde zich herhaaldelijk te
hooren dat de oude vrouw in zich zelve zat
te lachen. Maar zij lachten zelfs met hare
meest bitse uitvallen en namen al hare be-
leedigingen kalm op.
Na afloop van het eten schepten beiden
adem toen de oude zich naar het salon liet
brengen.
„Misschien gaat ze nu wel naar hare kamer,"
fluisterde mrs. Bridge haren man toe terwijl
de oude vrouw druk met haren waaier speel
de en hunne tegenwoordigheid als 't ware ver
geten scheen.
„O zoo gelukkig zullen wij niet zijn," her
nam de advocaat gestoord. „Men moest de
oude in een gekkenhuis zetten. Als 't niet
om haar geld was zou ik ze voor geen prijs in
mijn huis ontvangen."
Zij hielden mrs. Bridge voor zeer doof en
spraken daarom niet zoo zacht als de voor
zichtigheid wel gebood. Mrs. Bridge meende
op te merken, dat de oude vrouw hen beiden
boosaardig aankeek, maar juist op dat oogen-
blik werd zij door een zoo hevige hoestbui
overvallen dat de advocaatsvronw geen tijd
had om vermoedens te maken, maar de naar
adem hijgende wilde te hulp komen.
Toen de bui voorbij was en mrs. World
weer geregeld adem kon halen, zeide mrs.
Pridge niet zonder angst:
„Gij zijt schrikkelijk verkouden tante World.
Doet gij nieis tegen dien hoest?"
„Ik zal dien hoest mijn heele leven niet meer
kwijt raken," zeide mrs. World.
„Ik heb de tering."
„Laat gij u door geen dokter behandelen?"
uit een publiek huis waren gekomen, werden
door twee Italianen, Gareni en Jouti, beiden
uit Pisa, met welke zij kort te voren een
hevigen twist hadden gehad, aangevallen. De
Italianen waren gewapend met messen of
dolken, waarmede een der zouaven in het
hart en de ander in de keel getroffen werd.
De een was dadelijk dood en de ander een
half uur daarna.
De Italianen werden gevangen genomen.
Maar toen zij den volgenden dag uit de ge
vangenis werden gehaald om voor den rechter
van instructie gebracht te worden, stonden
duizenden menschen voor de gevangenisdeur.
„Dood aan de moordenaars!" was de alge-
meene kreet. Wel was er eene gewapende
macht op de been om gewelddagheden te
keer te gaan, maar deze was niet bij machte
om de menigte te bedwingen. Er werd met
steenen naar de Italianen geworpen, waar
door een gendarme zwaar aan het been, en
een onderofficier aan het hoofd gewond werd,
terwijl een der Italianen bijna werd geworgd.
Ten slotte is de gewapende macht meester
van het terrein gebleven.
Den volgende ochtend begaf zich een hoop
fransche werklieden naar de dijken van de
Rhóne, waar Italianen aan den arbeid waren.
Deze werden verjaagd met hooivorken, schop
pen en steenen. Een hunner is meer dood
dan levend weggevoerd.
Bij de begrafenis der beide zouaven waren
er meer dan 20,000 personen op de been.
Op den doodenakker hield de niaire eene
rede, waarin hij de bevolking tot kalmte
aanmaande.
De ondernemers van huizen en andere
werk- n te Arles hebben zich nu onderling
verbonden de Italiaansche werklieden die zij
in dienst hebben te ontslaan.
vroeg de advocaat.
„De dood is de beste arts," hernam de oude
vrouw morrend. „Die zal mij wel genezen.
Dit is mijn laatste bezoek bij u, Karei. Mijne
dagen zijn geteld."
„O, ik hoop dat gij nog vele jaren zult leven
en ons jaarlijks bezoeken riep mrs. Bridge.
„Wij hebben u zoo gaarne bij ons, tante World.
„Ja, dat weet ik mijne liefste," zeide mrs.
World met eene eigenaardige flikkering in
hare ondeugende oogen. „'tls tijd dat ik mijne
zaken in orde brenge. Ik denk er aan spoedig
mijn testament te maken.
De Bridges deden hun best om onverschillig
te schijnen, maar 't gelukte hun niet. Hunne
nieuwsgierigheid en haast verrieden zich al te
zeer.
„Zult gij uw geld aan de armen vermaken,
tante World," vroeg mrs. Bridge vleiend.
„Neen, neen, ik zalMaar vraag mij
dit niet; gij zult wel ondervinden wie ik het
nalaat."
De advocaat keek zijne vrouw veel betee-
kenend aan.
„Zij is van plan het ons na te laten" fluis
terde hij. „De oude heks wil ons ten minste
voor onze moeite betalen."
Vreemd genoeg kreeg de dame op dat oogen-
blik weer een hoestbui, en toen deze voorbij
was zeide zij bits
,,Ik wil naar mijn kamer gaan. Ik heb rust
noodig, anders kan ik van nacht geen minuut
slapen. 'tZou mij aangenaam ziju als iemand
op mijne kamer wat voor mij kou musiceeren;
maar van die sentimenteele iiederen van uwe
meisjes mag ik niets hooren, Laura."
,,De gouvernante zal voor u spelen en zin
gen, lieve tante World," zeide mr. Bridge, Zij
heeft in last dit gedurende uw verblijf alhier
te doen zoo dikwijls gij het verlangt, en gij
kunt op elk uur van den dag over haar be
schikken."
,,Zend ze mij dan over een half uur. Nu
ga ik."
De advocaat stond op en bracht de oude
dame naar hare kamer. Daar werd zij door
hare trouwe oude bediende ontvangen, mr.
Bridge keerde naar het salon terug om met
zijne ega over de erfenis van mrs. World te
spreken.
Wordt vervolgt.