Nummer 47. Zondag 10 Juni 1888. lle Jaargang. 1 lil* Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. GEWAAGD SPEL, ANTOON TIELEN UITGEVER: Waalwijk. die zich voor het volgend kwartaal abormeerenontvangen de nog deze maand verschijnende num mers GRATIS. Waalwijk. Waspik. LEERLOOIERIJEN. Sinds 1874 hebben 9 looierijen opgehouden te bestaan; door de nog bestaanden wordt thans minder gewerkt dan vóór 1881. Besoyen. Drimmelen. Kaatsheuvel. Loonopzand. Tilburg. Oosterhout. Ois ter wijk. 1871-1878 32 1878-1887 23 minder 9 1871-1878 1878-1887 115000 47500 27000 67500 waarde, arb. loon» f218000 f24000 f 80500 f 8500 f137500 t15500 Eindhoven. De Echo van het Zuiden. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Auvertentiën 1—7 regels f 0,60 daarbo/eu 8 cent per regeJ, groote letters naar plaatsruimte. Advertentieu 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Adrertentiën voor Duitsch- land. worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. UITTREKSEL uit het verslag der kamer van koophandel en fabrieken te Waalwijk over 1887. VERVOLG. Bovendien worden inferieure ledersoorten thaDs tot een aanzienlijk bedrag ingevoerd uit Amerika en Australië. De productie van zwaar zooileder is in Dongen toegenomen, doch alleen tengevolge der omstandigheid, dat in naburige gemeenten deze productie is verminderd. Dongen zelf telt meer dan 100 leerlooi erijen. Men heeft geen middel ongebruikt ge laten om de productie goedkooper en beter te maken. Doch na aftrek van rente, beloo ning van eigen arbeid, verlies door even- tueele faillissementen, blijft er voor de leer looiers thans geene ondernemerswinst over. Sinds 1881 zijn de arbeidsloonen met 15 pet gedaald.- bet bedraagt bij een arbeid van minstens 10 uren daags niet meer dan f 5.7.per week. De industrie kwijnt, omdat ons land vast houdt aan het stelsel van vrijen handel. Zij kan slechts worden geholpen door recipro- SCHOENMAKERIJ. In deze gemeente legde men zich voornamelijk toe op de vervaardiging van zwaar vetlederen schoen werk, bestemd voor zeelieden, landbouwers, dijkwerkers, enz. Door den achteruitgang van landbouw en scheepvaart is de omzet sterk verminderd. Het aantal werklieden bedroeg in 1881 nog 900; dit is thans verminderd tot 700. Het arbeidsloon daalde 15 pet. De vervaardiging van andere artikelen, als dames- en heerenschoeuen,, wordt belemmerd door den overgrooten invoervooral uit Duitschland. SCHOENMAKERIJ. Door de invoeren van Duitsch schoeisel na 1879 werd de schoenfabricatie alhier zeer in 'tnauvv ge bracht. Men is er echter in geslaagd door Vrij naar het Hoogduitsch van HERMINE FRANKENSTEIN, door LUCIFER. 71 Hoofdstuk XXXIX. VERTWIJFELING VAN RALPH EN LILLY. «Gij kunt haar niet spreken," zeide rars. Brown beslist. Ik heb de geschiedenis der jonge dame vernomen, en ik zal haar beschermen tegen de vervolgingen van een man, die haar op de laf- hartigste wijze heeft verlaten, en diehaar dood wanend, geen enkelen stap gedaan heeft om haar behoorlijk te doen ter aarde bestellen Gij hebt geen aanspraak op miss Lark, mijnheer Ralph ornegij hebt zelf verklaard dat zij uwe echt- genoote niet is." Heeft Lilly u alles gezegd?''schreeuwde Ralph op schorren, gebroken toon. //Maar neen, niet alles, want zelfs zij weet alles niet, zij weet niets van de slapelooze nachten, de dagen vol kwel ling, die ik om haar doorleefde. Ik haatte mij zeiven. Tallooze malen was ik op het punt een zelfmoord te begaan. Slapend en wakend ver volgde mij haar gezicht, dat ik mij als door den dood verteerd voorstelde. De hemel alleen weet wat ik geleden heb en kent mijne gewetenswroe- gring. O, dat Lilly dit alles wiste uitbreiding van zaken, door betere inrichting der fabrieken, door het geven van beter op leiding aan de werklieden, aan deze concur rentie het hoofd te bieden. De fabrikanten zouden worden benadeeld, wanneer van het benoodigde buitenlandsche leder en andere grondstoffen inkomende rechten werden ge heven. Zij wenschen afschaffing van ieder inkomend recht op buitenlandsch leder, pluche, trijp en viltwaren. LOOIERIJ. Na 1872 verminderde de productie van zoolleder. Door het sluiten der duitsche grenzen geraakte de looierij in zeer slechten toestand. Vele looiers staakten hun bedrijf. Aan enkelen evenwel gelukte het door uitbreiding hunner zaken en door verbetering der productie de crisis te boven te komen. Men vreest echter, dat, indien met deze groote productie wordt voortgegaan, binnenkort eene overproductie zal bereikt worden, waardoor de industrie in eenen waarschijnlijk on houd baren toestand zal worden gedompeld. De vervaardiging van overleder heeft hier geheel opgehoudentengevolge der hooge invoerrechten van het buitenland. De paardenleerlooierijen gaan betrekkelijk goed, al hsbben zij veel te strijden met het buitenland. Het arbeidsloon is even hoog als vroeger. De gevoelens zijnverdeeld over de vraag, of de heffing van reciprociteitsrechten zou strekken tot verbetering van den staat der leerlooierijen. De productie van overleder is sinds 1881 verminderd met ruim 60%; die van zoolleder met 50%. Voor de productie van eerstge noemd artikel werden van 1874 tot 1881 gemiddeld per jaar 6500 na 1881 slechts 2800 huiden verwerkt; voor zoolleder daalde het cijfer van gemiddeld 6000 stuks vóór 1881 tot 3000. Het arbeidsloon der looiersgezellen daalde gemiddeld 10/o; het bedraagt thans gemid deld f 6 a f 7 per week voor een arbeidsdag van gemiddeld 11 uren. De schoenmakerijen verschaften vóór 1881 arbeid aan ongeveer 300 werkliedendat cijfer is thans gedaald tot p.m. 170. „Zij weet meer dan gij meent," zeide mrs. Brown veelbeteekenend. «Hoe? Wat? Ik versta u niet." „Miss Lark heeft nu bescherming onder dit dak gevonden en zoolang ik leef zal haar eene trouwe vriendin niet ontbreken," zeide mrs Borne, voorbedachtelijk Ralph in de meening verster kend, dat Lilly eene ondergeschikte betrekking bekleedde, „maar zij heeft op zoo vreeselijke wijze nood en verlatenheid leeren kennen, dat gij er van zoudt ijzen als gij alles wist. Door vertwijfeling voortgezweept, verliet zij de wo ning die zij met u gedeeld had. Na een ganschen dag troosteloos te hebben rondgezworven, vond zij een onderkomen voor dén nacht bij eene vrien din. Deze hielp haar aan werk, en een tijdlang leefde zij alzoo op een armzalige wijze. Plotse ling werd zij aangegrepen door een onweder- staanbaar verlangen u te zien en ging te Vviet naar Kent." „Naar Kent? O mijn arm meisje." „Zij was half verhongerd en in lompen gehuld. Over dag werkte zij om brood te verdienen. Zij zag u...." Ralph stiet een ongeloovigen kreet uit. „Zij heeft mij niet gezien," riep hij uit. «Ik zou haar onder alle omstandigheden herkend hebben. Ik had hare nabijheid gevoeld, als zij op straat geweest was." Spottend bewogen zich Brown's lippen. //Gelooft gij dit?* zeide zij droog. „Nu, laat ik u zeggen dat uwe verlatene en zwaar gekrenkte jonge echtgenoote heel nabij u is geweest, zonder dat gij het vermoedet. Herinnert gij u den schoonen Sinds 1881 is het loon, thans bedragende per week van f 5 tot f7 bij een werkdag van 12 uren, verminderd met 15%; verdere daling zal waarschijnlijk nog in dit jaar volgen. Verbetering is niet mogelijk zonder ver hooging der invoerrechten op leder, lederwaren en schoenen. Opgave van cijfers is onmogelijk, daar de fabrikanten hunne zaken niet wenschen bloot te leggen. Verkregen totaalindruk Vroeger aanzienlijke uitvoer van zoolleder naar Duitschland heeft opgehouden. Over leder geeft geene winst meersinds het dragen van kaplaarzen in onbruik raakt. Fijnere ledersoorten worden in ons land niet bereid; slechts éóne fabriek van chagrinleder. De schoenmakerijen zijn in de laatste 10 jaren vooruitgegaan. Zij hebben zich toe gelegd op de vervaardiging van eleganter schoeisel. Zij wenschen vrijen invoer van het daarvoor noodige leder; tevens afschaffing der inkomende rechten op elastiekvilt serge, pluchetrijp, enz. De werklieden verdienen goed loon. Men wenscht geene beschermingmaar strenge toepassing van het fiscale inkomende recht. Omdat de uitvoer naar Duitschland on mogelijk is gewordenhebben van de 8 be staande looierijen 7 hunne productie moeten verminderen; ééne heeft opgehouden te werken. Men wenscht reciprociteits-rechten. In 1886 waren in deze gemeente afge geven 951 schoenmakerspatenten; in't geheel zijn er pl.m. 1200 personen, die het schoen makersbedrijf uitoefenen. Het werkloon gemiddeld f 6 per week is successievelijk met 15o/0 verminderd. Sinds 1881 hebben 8 looiers het werk gestaakt. De zaken gaan achteruit, niettegenstaande hard wordt gewerkt. Slechts wederkeerige rechten kunnen helpen. In deze gemeente bestaan thans 15 leer looierijen voor 10 15 iaren waren er pl.m. 35. herfstavondwaarop gij met de erfgename van Rookhurst in de schaduw van het park op eene bank aan den straatweg zaat? In het hout, slechts eenige passen van u verwijderd, mr. Borne, lag een hongerig, uitgeput schepsel, zonder te huis en dat was uwe verstootene jonge echt genoote. Na eene poos gingt gij met uwe nieuwe, schoone, trotsche beminde verder, en de oude ge liefde kwam te voorschijn uit hare schuilplaats, achtervolgde u als eene schaduw en toen gij omkeerdet, om door de laan terug te komen, ijlde zij vol vertwijfeling heen. Dien nacht sliep zij onder Gods vrijen hemel. De nood, dien zij de daarop volgende weken leed, is onbeschrijfelijk. Eindelijk gelukte het haar naar Canterbiirry te komen, waar zij eene betrekking zocht en vond. „Als uwe gezelschapsjuffrouw, mevrouw O moge de hemel u loonen, mevrouw, voor de goed heid mijn arm verlaten meisje bewezen En zij leefde en leed, terwijl ik haar voor dood beween de. O mevrouw, ik kan alles wat u en haar zoo zonderling voorkomt, ophelderen. Nooit heb ik miss llokeby zóó bemind als Lilly. Ik hield Lilly voor dood en mij voor haar moordenaar. Ik werd door smart en gewetenswroeging ver teerd. Ik was vertwijfeld en dreigde onder den last te bezwijkenen bad miss Rokeby mij te redden. Maar ik beminde Lilly alleen. O, ik bid u, laat mij haar spreken, zij zal mij gelooven.* „Dit is nu juist ae reden waarom ik u rtiet zal veroorloven haar te zien. Zij begint eerst de geleden smart te boven te komen en het leven lief te krijgenen ik wil haren teruggekeerden vrede niet weder verstoord zien. Gij zijt met die Voorts zijner 10 flinke schoenmakerijen met te zamen 200 werkliedende loonen zijn in de laatste 10 15 jaren met 10% verminderd. De hoofdproductie alhier is zwaar zoolleder; van 1870 tot 1880 werden gemiddeld gelooid 20000 huiden per jaareene waarde ver tegenwoordigende van circa f600000. Na 1880 is zoowel de omvang als de waarde der productie 9terk achteruitgegaan; mis schien wel 50 pet. De productie van overleder ging sinds 1880 vooruit. Beschermende rechten alleen, zonder ver betering van den algemeenen toestand, zouden niet voldoende zijn om de industrie uit haren staat van verval op te beuren. De vermindering der productie van over leder blijkt uit de volgende cijfers: Aant. looitryen. verw. huiden. 46000 19000 ko. gevricht Deze achteruitgang is het gevolg, zoowel van den invoer uit Duitschland van leder- soorten en heel of half half gemaakt schoen werk, als van de sluiting van Duitschland voor ons fabrikaat. Voor zoolleder refereert de commissie zich aan de opgave van Dongen. Ofschoon van den arbeider veel grooter nauwkeurigheid moet worden gevorderd dan vroeger, is het loon 10 a 15 pet. gedaald. In 1875 waren er in Eindhoven, Gestel en Woensel 39 leerlooierijenthans 16. De waarde der jaarlijksche productie omstreeks 1875 bedroeg f400000, thans f211000. Aan arbeidsloon werd betaald omstreeks 1875 f38600 per jaar, thans f17300. De daling in het loon bedraagt 15 pet.; nog verdere verlaging is niet onwaarschijnlijk. Oorzaken van den achteruitgang zijn: lo de sluiting der grenzen van Duitschland, waarheen vroeger tot 50 pet. van het fabri- erfgename verloofd.' Ralph viel haar in de rede, ,,0 neen, dat ben ik niet, en, al was ik het, zou ik toch niet met haar huwen, nu Lilly leeft. Mijn vader dreigde mij met aanhouding en ge vangenis, voor 't geval ik Lilly niet wilde opge ven. Hij verzekerde mij dat ons huwelijk voor de wet ongeldig was en hij voor mijn arm meisje zoude zorgen ik ben een lafaard, miss World, een erbarmelijk zwak mensch, en gedurende mijn gansche leven heb ik een naamlooze vrees gehad voor mijn vader; gij kunt die vrees niet begrij pen en niemand kan dat misschien; maar ik zal dien schrik van mij afwerpen en van nu afmijn eigen meester zijn. Ik ben nu meerderjarig en niemand meer verantwoording schuldig dan aan de wetten der zedelijkheid en des lands. Ik bemin Lilly en slechts haar alleen op de gansche wereld. Ik zal mijn best doen harer waardig te zijn. Zij is arm en ik ookmaar als zij mij weder wil aannemen zullen wij een nieuw leven beginnen en ik zal trachten een braaf man te zijn. Ik zal als een man eerlijk voor haar werken om ons onderhoud te verdienen. Ik weet, mevrouw, dat gij eene slechte meening van mij koestert', en ik verdien ze. In geen enkel opzicht ben ik bijzonder veel waard. Maar als gij bij Lilly voor mij wilt spreken en haar wilt verzoeken mij weder aan te nemen, zal ik u steeds als mijne weldoenster en mijne redster zegenen. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1888 | | pagina 1