Nummer 53. Zondag 1 Juli 1888. lle Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. GEWAAGD SPEL. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Spanje. Frankrijk. Engeland. UITGEVER: Waalwijk. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels J 0,60 daarbo ven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land°worden alleeh aangnomen ioor het advertentiebureau van A do lp Stelner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Heeft de nieuwe Duitsche vorst Maandag den Duitschen rijksdag geopend als keizer van Duitschland, Woensdag heeft de plechtige opening van den Pruisischen landdag door hem plaats gevonden als koning Wilhelm van Pruisen. Alvorens de troonrede uit te spreken legde de vorst den eed af op de grondwet voor de beide kamers van den landdag van Pruisen, in vereenigde zitting vergaderd. De troonrede heeft alleen betrekking op de binnenlandsche politiek en is van geen overwegend staatkundig belang in verhouding tot de rede van Maandag. In nog uitgebreider zin stelt hij zich voor als dén zoon en opvolger van zijn grooten vader. Hij geeft zijn instemming te kennen met de oorkonden, die de politieke erflating zijns vaders vormen m. a. w. neemt den inhoud van keizer Frederik's proclamatie en dien van deszelfs rescript aan Bismarck als de zijne aan. Hij belooft bescherming van de rechten der volksvertegenwoordiging naast die der kroon en spreekt verder van zijn koninklijke bescherming voor alle godsdiensige belijdenissen. Keizer Wilhelm maakt zich voorts bekend als een aanhanger van de hervorming der binnenlandsche administratie, zooals die in de laatste zitting van den landdag is besloten. In fïnancieele vragen wordt spaarzaamheid toegezegd en na een woord van waardeering van de samenwerking van allen, zonder onderscheid van geloof of politieke richting, tot leniging van den nood der watersnoodlijdenden sluit de troonrede met het woord van Frederik den Groote „dat de koning de eerste dienaar is van den staat." Van partijdigheid op het punt van politiek of godsdienst is dus in deze rede geen sprake. Bismarck heeft het voornemen weldra naar Friedrichsruhe te gaan, waar hij voorloopig blijven zal, totdat het vastgesteld zal zijn ot en wanneer de samenkomst van den czaar met den Duitschen keizer plaats zal vinden, en of Bismarck daarbij tegenwoordig zal zijn. Bismarck heeft verlof gevraagd voor drie maanden, omdat zich voor de eerst komende tijden, naar hij aan met hem bevriende leden van het parlement verklaard heeft, de alge- meene toestand zeer vreedzaam laat aanzien, zoodat er reden is om een rustig tijdperk te verwachten. Later zal Bismarck eene ontmoeting hebben met Crispi, te Kissingen. In het kamp van Boulanger schijnt men het alles behalve eens te zijn; de meest ge trouwe volgelingen verlaten de partij en de oorzaak van die oneenigheid moet daarin bestaan, dat men wil, dat Boulanger met de monarchisten zal breken en beslist zich aan het hoofd der radicale partij zal stellen. Een programma is daartoe den ex-generaal voor gelegd maar hij stoort zich daaraan niet 't minst en zet de kies-campagne in Charente voort. Een breuk- tusschen Boulanger en zijn comité schijnt dus overmijdelijk. Het debat onder aanvoering van Gladstone in het Engelsche lagerhuis geopend, is na twee dagen geëindigd en de liberale partij heeft niet stilgezwegen, maar haar gemoed eens flink lucht gegeven. De motie tegen de regeeringspolitiek is verworpen met een meer derheid van 93 stemmen, wat wel een vrij groote nederlaag is voor de Gladstonianen maar men was daarop bedacht en bovendien: er is voor hen toch overwinning te consta- sreeren de regeeringspartij neemt steeds af., De Suezkanaal-quaestie is dan eindelijk tot oplossing gekomen daar bij kei zerlijk iradé van den sultan van Turkije de onzijdig-verklaring van het kanaal is goed gekeurd. De taak der drie mogendheden Frankrijk, Engeland en Turkije, is dus nude noodige stappen te doen bij de andere mo gendhedenopdat het kanaal zij een inter nationale waterweg, door het openbaar recht van Europa beschermd. Die algemeene goed keuring zal binnenkort verkregen zijn. De ministeriöele crisis in Bulgarije is ge ëindigd. Het vonnis van den majoor Popoff zal door den prins van Coburg geteekend^ worden, maar ook de aanhangers van Popoff zullen tevredengesteld worden de vorst zal naar alle waarschijnlijkheid den veroordeelde gratie verleenen van de gevangenisstraf en de ministers zullen alle aanblijvenhet ministe rie is gered. Alleen het vonnis van degradatie zal op den majoor worden toegepast." Habert, die in een duel zijn tegen stander Dupuis heeft doodgeschoten, is vrij gesproken evenals de getuigen van beide strijders, op grond dat de getuigen alleen onvoorzichtig, zonder kennis van zaken zij n te werk gegaan. Boos opzet om Dupuis te dooden was niet in 't spel. Hevige onweders hebben in de laatste da gen in het noordelijk gedeelte van het rijk gewoed. Te Calais is Maandag zooveel re gen gevallen, dat de kelders op verscheidene plaatsen zijn volgeloopen. Het dorp Herve linghel, op zestien kilometer afstand van Ca lais gelegen, is zwaar geteisterd. Geheele muren zijn vernield, terwijl van een kudde van 200 schapen, toebehoorende aan den burgemeester dier gemeente, niets is terecht gekomen. Een bakker, die brood bij de klan ten rondbracht, zag zijn paard en wagen door den wind opgenomen. Nog tal van dergelijke feiten die in deze streek hebben plaats gehad, worden medegedeeld. Het onweder heeft in de wijngaarden van Lotharingen zeer veel schade aangebracht; in de departementen Meurte en Mosselle zijn hagelsteeeen zoo groot als noten gevallen, die den oogst vernielden. In het Brie-arrondissement hebben de graanvelden zeer veel geleden door de ver schrikkelijke onweders, die aldaar hebben gewoed. In verscheidene steden zijn huizen ingestort, dorpen zijn overstroomd en dicht bij Nancy is een goederentram opgenomen en 20 meter ver weggeslingerd. De toege brachte schade is enorm. Een vermakelijke vergissing heeft op een der bureaux van den burgerlijken stand te Parijs plaatsgehad. Een maire heeft een zoon met zijn moeder laten trouwen, op het papier althans, want de naam der moeder heeft hij op de plaats van dien der bruid geplaatst. Deze vergissing, die later veel last zou kunnen veroorzaken, heeft den maire zijn betrekking gekost. Vrii naar het Hoogduitsch van HE KM INE J FRANKENSTEIN, 76 door LUCIFER. Hoofdstuk XLI. EINDELIJK OP HET RECHTE SPOOR „Waarheen reist hij vroeg Harpe. „Naar Inverness, 't Is duidelijk dat de Borne s, terwijl zij ons in den waan wilden brengen, dat zij op het vasteland waren, zich met Nina in het Sehotsche Hoogland verborgen hadden. Zij zijn wellicht daarheen gegaan in het denkbeeld, Nina tot een Schotsch huwelijk met den jongen Borne te kunnen brengen. Nina kent niets van de Scliotsche wetten, volgens welke de eenvoudige verklaring eer.er vrouw, dat een bepaalde man haar echtgenoot is, of omgekeerd als zij niet openlijk weersproken wordt, een huwelijk bin dend maakt. Wellicht rekenen de Borne's op Nina's onwetendheid en hopen de Scliotsche wet ten te benuttigen om haar met Ralph Borne te trouwen. „Dit is zeer waarschijnlijk," zeide Harpe, de wenkbrauwen fronsend. „De jonge Borne is ons een eind voor. Reeds heden moet hij in Inverness aangekomen zijn. Ik kwam herwaartsHarpeom u voor te stellen morgen met den eersten ochtendtrein te vertrek ken. Thans zijn wij op het rechte spoor," zeide lord Stonefield. „Laat ons het spoedig volgen.' „Ja, wij zullen morgen ochtend op reis gaan," antwoordde Harpe. „Ik ga mede,* zeide sir Henry. Houdt mijn terugkeer nog stipt geheim. Ik wil niet dat Digby Borne door iemand tot voorzichtigheid worde aangespoord. Noem mij mr. Hurrow; onder dezen naam ben ik huiswaarts gereisd. Verraadt mijn geheim niet, zoolang ik het zelf niet doe. De drie mannen bleven den ganschen nacht bij het haardvuur zitten. Vroeg in den morgen schreef m«\ Harpe een brief aan zijne vrouw en aan zijn klerkdaarna begaven de heeren zich naar liet station. Daar ontbeten zij en reisden met den eersten trein naar Londen. Sir. Henry ademde vrijer, toen zij het stadje achter den rug haddenwant hij vreesde elk oogenblik herkend te wo-den. in Londen aangekomen gingen zij rechtstreeks naar het noorder-station, en een uur later waren zij, het spoor van Ralph Borne volgend, op weg naar Schotland. Het gedrag van Alphonsus XIII bij de opening der tentoonstelling te Barcelona moet zeer eigenaardig zijn geweest, vooral voor een koning van Spanje, bekend als het land der strenge hof-etiquette. Toen Z. M. de zaal was binnengeleid, ge kleed in een jurkje van witte kant, met ro zen versierd, werd hij door zijne moeder op den troonzetel gezet. Dit beviel blijkbaar goedmaar toen hij wilde gaan paardje rij den en men hem dit belette werd hij zeer ontevreden en stak de tong uit tegen den minister Sagasta en den voorzitter van den senaat. Gelukkig bracht toen juist de mu ziek wat afleiding. De koning kwam daar door in een vroolijke stemming, zoo vroolijk, dat hij luidkeels begon te zingen en met zijn voetjes te trappelen, tot groot vermaak van alle aanwezigen, die een luid gejuich aanhieven ter eere van het lieve kind. Maar de tweejarige koning begon zich ge durende de toespraak des voorzitters van het uitvoerend comité weder te vervelen, en lot tijdverdrijf trok hij zijne zusters, de 8 en 6 jarige infantes bij het-haar. De prinsesjes hielden zich eerst goed maar eindelijk kon de jongste zich niet langer bedwingenzij kneep haren koninklijken broeder in „het dikst van zijn been." Z. M. gaf zijn gram schap daarover zoo luide te kennen, dat de plechtigheid een oogenblik gestaakt moest worden. In het lagerguis is de tunnel-quaestie on der het Kanaal opnieuw behandeld. Watkin wenschte tot de tweede lezing van het be treffende ontwerp over te gaan. Hij bracht in herinnering dat Smith zich ten gunste van Hoofdstuk XLII. WEDER VEREENIGD. Daags na den hevigeu storm was het nog steeds zeer ruw en winderig en de golven der zee sloegen schuimend en brnischend tegen de rots op welker kruin het huis der bergheuvels stond. Lilly Lark bracht den ochtend op hare kamer door en zat op eene rustbank in de diepe nis van een der groote boogvensters. Mrs. Brown ging stil op en af en wierp droeve, deelnemende blikken op het zachte, bleeke ge zichtje, dat daar met een zoo kommervolle uit drukking in de kussens gedoken zat; maar 't was duidelijk dat de jonge meesteres de tegenwoor digheid harer getrouwe dienstbode in 't geheel niet bemerkte. Tegen den middag bracht mrs. Brown een blad binnen met verschillende koste lijke lekkere gerechten. Zij zette het op een tafeltje dat zij voor de rustbank trok. Lilly bleef nog steeds bewegingloos. „Mrs. Lilly,' kreet de goede vrouw met sidde rende lippen. „Zult gij vandaag in 't geheel niets eten? Gij hebt nog niet ontbeten. Gij zult ziek worden. Ik weet, dat ik u onvergefelijk beleedigd heb, dat mijn aanblik u hinderlijk moetzijn; gaarne zoude ik liet gebeurde ongedaan maken, als ik maar koude. Beter een huwelijk aan te gaanhoe dan ookdan u daar bleek en hopeloos te zien zitten, miss Lilly, als gij maar tegen mij wildet spreken." Verrast keek Lilly langzaam om. „Ei, Brown, zeide zij vriendelijk, ik wist niet dat gij u over mij ongerust maaktet. Ik ben niet boos op u. Gij hebt alles ten beste gedaan. Maar ween toch zoo niet, Brown. Ik ben niet boos, wezenlijk niet. Gij zijt evengoed mijne vriendin als vroeger. Kom bij mij zitten en laat ons samen ontbijten." Brown onderdrukte hare ontroering zoo goed zij kon en Lilly deed haar best vroolijk te schijnen en over 'de uitwerkselen van den storm van den vorigen nacht te spreken. Na het ontbijt gaf de jonge bezitster der berg heiden het voornemen te kennen alleen eene wandeling te gaan doen. De wind was bijna geheel gaan liggen, en Brown waagde het niet eenige bedenking te maken. Lilly khedde zich warm aan en verliet tegen twee uur het huis, om alleen naar het strand te Ongeveer een uur wandelde zij tusschen de rotsen rond, steeds in de nabijheid der zee blij vend waarover hare blikken voortdurend rond zwierven. Eindelijk werd zij moede en ging op een breed glad rotsblok zitten, en hare in't zwart gekleede slanke gestalte stak scherp af tegen de grauwe herfstlucht. Voor haar lag de wilde ontstuimige zee en achter haar strekten zich de velden en heidevlak ten harer nieuwe bezitting uit. Aan de eene zijde op een tamelijken afstand stond het huis „de Bergheiden" door tuinen omringdaan den an deren kant doemden de met heidekruid bewasse- ne heuvelen op, waaraan de bezitting haren naam ontleende. De plaats door Lilly gekozen om uit te rusten was zeer^eenzaam en alleen het krijsclien van eene zeemeeuw gaf eenig teeken van leven in hare nabijheid. Geruimen tijd zat zij daar in diep nadenken verzonken, de blikken onafgewend op de zee ge richt zoodat zij de menschelijke gestalte niet gewaar werd, die achter haar over de velden op haar toekwam al nader en nader de gestalte van Ralph Borne 1 De jonge man was den vorigen avond naar Inverness teruggekeerd met het vaste voornemen, geen genoegen te nemen met de afwijzing van mrs. Brown; zijne oude lictde was sterk en machtig en hij was vast besloten zijne verlorene jonge echtgenoote te herwinnen, als wilskracht en geduld en oprecht berouw daartoe in staat waren. Na een slapeloos doorgebrachten nacht schepte hij den volgenden ochtend moed en ging naar „de Bergheiden" waar hij bij miss World, die hij nog immer voor Lilly's meesteres hield, nog een laatste poging wilde wagen, om verlof te krijgen voor een onderhoud met zijne jonge echtgenoote. Toen hij naar miss World vroeg zeide hem eene dienstbode dat zij uitgegaan was, en nadat zij hem de richting had aangeduid door Lilly genomen, raapte Ralph al zijnen moed bijeen en ging haar na. Hij zag de slanke zwarte gestalte op de rotsen reeds op grooten afstand. Iets in hare houding herinnerde hem aan Lilly hij naderde haar, haar onafgewend beschouwend, en hoe nader hij kwam des te meer drong de overtui ging zich bij hem op, dat hij Lilly voor zich zag. „Zij zal met miss World uitgegaan zijn," dacht hij. „Rijke dames gaan noo't uit zonder geleide. De oude vrouw is waarschijnlijk moede gewor den en zal elders uitrusten, 'tls Lilly zij is't zij is 'tl" Snel naderde hij haar, zijne schreden waren onhoorbaar op den doorweekten grond. Hij kwam van de rotsen, klom vlug omhoog tot bij Lilly die nog geen vermoeden had van zijne nabijheid. Eindelijk werd zij opmerkzaam door een plot- ling gerucht aan hare zijde. Met een snellen kreet wendde zij het hoofd om en zaghem! Zij sprak niet maar hare groote blauwe oogen sperden z.ch wijd open en zij werd zoo bleek, dat hij vreesde dat zij in onmacht zou vallen. Lilly o Lilly 1 riep hij met van smart gebro- kene stem. „Den hemel zij dank dat ik u ge vonden heb.' O mijn lieveling, mijne dierbare echt genoote die ik voor dood beweende." Hij knielde in de schaduw van een vooruitsprin gend rotsblok voor haar neder. Tranen over stelpten zijne oogen en met weemoedig smeekende blikken zag hij tot haar op. Zoo zou men voor eene heilige knielen, om ge nade en barmhartiheid af te smeeken. (Wordt vervolgd»)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1888 | | pagina 1