Nummer 74. Zondag 16 September 1888. lle Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Spanje.
Engeland.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
UITGEVER:
Waalwijk.
Advertentiën 1—7 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 rnaal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Het eeuwfeest in Frankrijk.
't Volgende jaar zal men in Parijs de ge
weldige gebeurtenis herdenken, die men ge
doopt heeft met den naam de Fransche
revolutie. Groote toebereidselen wor
den reeds gemaakt voor een te houden in
ternationale tentoonstelling. Verscheidene
Europeesche mogendheden hebben echter
geweigerd er officieel aan deel te nemen
een bewjjs dat men in dien revolutiegeest
een onverzoenlijken vijand ziet der bestaande
orde van zaken.
Toch is de herdenking niet van belang
ontbloot.
Niet omdat de gebeurtenis juist een eeuw
geleden is, evenmin omdat men, altijd vol
gens sommigen, nu weer aan het slot van
een tijdperk staat, maar omdat ze ons aan
leiding geeft (zonder de oogen te sluiten
voor sommige gebreken) tot een billijke be
oordeeling van onzen tijdwaardee
ring van onze naasten, 't zij ze boven of
beneden ons staan, en eerbiediging
der maatschappelijke instellingen. Welk een
verschil toch tusschen toen en nu!
De rampzalige toestand geldt niet Frank
rijk alleenin de andere Europeesche lan
den was 't geen zier beter.
Waarom dan van Frankrijk de stoot uit
ging?
Waarom in dat land juist de revolutie
uitbrak
Frankrijk stond bovenaan in de rij der
landen. Zijn verleden, zijn groote
mannen, het volkskarakter, kortom
zijn geheele wezen maakten het tot 't eerste
der wereld. In dit opzicht gaf dat land het
sein, den toon aan. Meer dan elders moest
het volk juist daar zijn toestand 't eerst be
wust worden.
En welk een toestand
Hoort Carlyle daarover.
Met de arbeidende klasse gaat het in
Frankrijk al heel ongelukkig. Ongelukkig
want er zijn er 20 a 25 nrillioen, die men
kortheidshalve onder een enkel gedrochtelijk
maar duister begrip samenvat, en door den
naam van het canaille, of menschelijker
gesproken, de m a s s a's kenmerkte.
Ja, wel massa's; en toch, spant men zijn
verbeelding in, om hen door dat uitgestrekte
Frankrijk, in hun leemen hutten, hun dak
kamertje en kelders te volgen, dan blijkt het,
dat deze massa's alle uit individuen bestaan,
in wie ook een sprank der Godheid is, die
men de onsterfelijke ziel noemt.
Treurig en kwijnend martelen ze zich af
in duistere afzondering; vreugdeloos is hun
haard, sober hun maal. Voor hen komt in
deze wereld geen tijdperk van hoop, thans
nauwelijks in de andere ten ware de hoop
op de sombere rust des grafs. Zonder op
leiding, zonder troost, zonder voedsel leven
zij daarhenen Hun gevoel voor recht en
redelijkheid is verstompthun stem is een
onverstaanbare kreet.
Van tijd tot tijd (gelijk in het jaar 1775)
werpen zij houweel en hamer weg en vliegen,
tot verbazing der denkende nienschheid, angst
wekkend, doelloos, her- eu derwaarts, ja ko
men zelf te Versailles.
De minister Turgot brengt veranderingen
in den korenhandel en schaft de ongerijmd-
ste korenwetten af, want er heerscht, hetzij
wezenlijke, hetzij kunstmatige duurte in het
land, ontegenzeggelijk broodsgebrek.
En zoo dienen nu, op den 2 Mei 1775, in
het kasteel van Versaillles, deze woeste ben
den, wier ellende ten top is gestegen, met
bleeke gezichten en in vuile lompen, hun
klachten in. Men moest het hek van het
kasteel sluiten, maar de koning zal zich op
het balkon vertoonen en hen toespreken. Zij
hebben het aangezicht des konings gezien,
hun beklag is gehoord.
En het gevolg
Tot antwoord worden twee hunner opge
hangen, en de anderen in hun holen terug
gedreven voor een tijd.
Zeker, voor een tijd, want zoo kon de
toestand niet blijven. Het oogenblik moest
komenwaarin die millioenen met ruwe
woeste kracht verbetering van hun toestand
zouden eischen.
Zelfs de koning begreep, dat de toestand
onhoudbaar was. Toch leefde hij met zijne
nietswaardige gunstelingen zorgeloos voort.
Inderdaad, men danste op een vulkaan
maar die vulkaan sliep, en zoo de grond al
een weinig warm werd, de voetzolen voelde
men niet branden.
't Was^ evenwel geen gemakkelijke taak,
om het Fransche volk uit zijn diepe ellende
cp te beuren. Die taak was te moeilijker,
omdat 's konings naaste omgeving tegen een
afdoende verbetering was.
Het was zeker geen kleinigheid om van
de bevoorrechte standen, die zoolang over
't volk hadden geheerscht, te vorderen, de
zelfde verplichtingen op zich te nemen als
het „canaille."
En de koning had de kracht niet om door
te tasten. Daarvoor deinsde de zwakke vorst
terug. Maar die zwakheid werd hem nood
lottig.
De eerste daad van het tot wanhoop ge
brachte volk wasde bestorming en vernie
ling der Bastille, dat eeuwenoude gedenk-
teeken der dwingelandij (14 Juli 1789). Het
hof, dat zich baadde in weelde en genietin.
gen, bevond zich toen te Versailles, 't Was
volkomen gerustmen zou zich van de volks
beweging afmaken als op 2 Mei 1775.
Laat in den nacht verkreeg evenwel de
hertog van Liancourt nog toegang tot de
koninklijke vertrekken en deelde onbewim
peld de jobstijding mede.
Maar, zegt de arme koning Lodewijk, dat
is immers een oproer
Sire, antwoordde Liancourt, het is geen
oproer, het is een omwenteling.
Ja, de omwenteling was daar, die al het
bestaande zou omverwerpen, die Frankrijk
en half Europa tot een chaos van verwar
ring zou maken.
Wie betreurt niet de verwarring en de
uitersten, waartoe de mannen der omwente
ling oversloegen.
Maar wie waardeert ook niet het goede,
dat uit dien chaos is te voorschijn gekomen.
Het een zoowel als het ander voor vorsten
en volken een les. Een les, die men ter
harte dient te nemen, nu het „Eeuwfeest in
Frankrijk" ze ons opnieuw verlevendigt.
;(N. v. N.)
Uit Londen wordt een bericht de wereld
ingezondendat wel geschikt is den Duit-
schers den schrik om het hart te doen slaan,
maar dat wij slechts onder het grootste
voorbehoud willen mededeelen, met het oog
op het feitdat dergelijke berichten zoo
menigvuldig worden gebezigd tot politieke
of soms zelfs financieele doeleinden. Het
belangrijke nieuws betreft niets meer of
minder dan den gezondheidstoestand des
Duitschen keizerswaarover aan het Engel -
sche hof berichten moeten rijn gekomen, die
lang niet geruststellend zijn. Zijn oude oor
ziekte moet hem weer kwellen en hij verkeert
in een voortdurenden opgewonden toestand,
die er door zijn overdreven werkzaamheid
niet op verbetert en den geneesheeren groote
zorg bereidt. Een volstrekte rust zou vóór
alles noodig zijn. Keizer Willem moet ook
oogenblikken hebben van groote mnedeloos-
heid, waarin hij een spoedigen dood tege
moet ziet.
Intusschen is de keizer van Wilhelmshaven,
waar hij de evolutien der vloot heeft bijge
woond, te Berlijn teruggekeerd en met de bui-
tenlandsche prinsen en hun gezamenlijk gevolg
vertrokken naar het manoeuvreterrein te
Mtlncheberg.
Wij dienen dus van officcieele zijde be
vestiging af te wachten van deze treurige
berichten, alvorens ons aan pessimistische be
schouwingen over te leveren.
Dat het congres van Washington het ern
stig meent met de plannen tot represailles
tegen Canada, blijkt uit het feit, dat nu reeds
is besloten tot heffing van een invoerrecht
van f 12,50 van iederen waggon, die Canadee-
sche handelsartikelen op het gebied der Unie
aanvoert.
In Canada zit men ook niet stil en in
den laatsten ministerraad is de quaestie van
represailles besprokenalsook de mogelijk
heid van een oorlog. De meerderheid der
ministers was er voor het land in staat van
verdediging te brengen en twee leden van
het kabinet zullen naar lord Salisbury den
Engelschen premier worden afgevaardigd
om met de Britsche regeering in onderhan
deling te treden en pogingen te doen om
financieelen steun te vinden.
In Canada vindt men Engeland's houding
te kalm, te koel en zelfs wordt gemelddat
er plannen bestaan de scheiding van het
moederland te bewerken, Canada dus onaf
hankelijk te verklarenindien men zonder
hulp van Engeland uit de moeilijkheden
komt.
Indien de geruchten waarheid bevatten
zou Italië de campagne in Massowah met
energie willen doorvoeren en in November
a. s. tegen den Negus 25000 man afzenden.
Den 16en dezer worden 2000 geweren naar
Massowah gezonden om de bevriende stam
men rond Keren er mee te wapenen en voor
de kustverdediging zijn 100 groote kanonnen
besteld.
De Servische echtscheidings-quaestie of
eigenlijk meer in het bijzonder koningin Na
thalie heeft de Russische en Duitsche pers
reeds menigmaal aanleiding gegeven om
elkander eens geducht de ooren te wasschen
en het publiek te doen ziendat men het
met de onvolprezen wederzijdsche vriend
schap niet zoo nauw moet nemen. Dat on
verkwikkelijk geschrijf vond nu weder aan
leiding in een beweging, die in den laatsten
tijd ten gunste van de schoone Servische
koningin aan het Berlijnsche hof op touw
moet zijn gezet. De „Nordd. Allgem. Ztg."
publiceerde naar aanleiding of liever ter be
strijding daarvan een artikel, waarin de ko
ningin werd beschuldigd een groote vijand
schap te koesteren voor al wat Duitsch is en
na tal van vegen en smeren aan de koningin
te hebben toegediend, werd koning Milan in
de hoogte gestoken om zijn goede gezindheid
tegenover Duitschland.
Repliek van Russische zijde bleef niet uit;
het officieuse blad werd van verschilllende
zijden aangevallen en zelfs noemt een der
voornaamste Russische bladen dit artikel
een bewijsdat Duitschland nu met Oos
tenrijk besloten is den troon van koning
Milan te steunen terwijl een ander blad
zegtdat het geheel niets anders is dan een
hatelijkheid tegen Rusland, omdat de koningin
een Russische is.
De president der Fransche republik maakt
heel kalm een reisje in het westen en wordt
overal even hartelijk ontvangen.
De berichten van Rumenie worden onrust
barend. Het leger wordt door de anti-
dynastieke partij opgehitst, en een proclamatie
is uitgevaardigdwaarin de soldaten worden
uitgenoodigd zich bij het volk aan te sluiten,
ter verjaging van den Duitschen vorst.
Te Neuilly is in een waschinrichting brand
ontstaan, die een schade van 600000 francs
veroorzaakte.
De mijnwerkers der putten Veaunier
Lachanat en Galloisbehoorende aan de
mijncompagnie der Loire, 580 in getal, heb
ben het werk gestaakt.
Te Ciron in het departement Indre,
is de ketel van een dorschmachine gespron
gen, waardoor acht personen gedood en vijf
zwaar gewond zijn.
Te Tunis is een rooverbende aangeko
men welke met uitmuntende geweren ge
wapend is. Zij kwam uit Tripoli, waar zij
slaags geweest is met den bergstam der
Chananis. De roovers, die 300 man telden,
zijn geslagen en verloren 20 man en hunne
kameelen; de Chananis hadden vier dooden.
Te Toulon hebben sluwe gauwdieven
een onbeschaamden diefstal gepleegd. Op
de deur van een der postkantoren had men,
vóór de aankomst van den koerier, te 3 uren
in den morgen een papier geplakt met de
woorden«Leg den zak met brieven bij de
deur van het bureel.»
De koerier deed alzoo, en toen de dienst
doende beambte, die de kar hoorde wegrijden,
naar beneden kwam om den zak te halen
was die verdwenen, en van de dieven geen
spoor te zien.
Sedert tien dagen regent het, volgens een
telegram uit Madrid, aanhoudend. Te Va
lencia is de oogst vernield. De provinciën
GrenadaAlm era Badajos en Jaen hebben
door de aanhoudende stormen veel geleden.
De overstroomingen in Andaluzie duren voort
en veroorzaken steeds meer schade en on
gelukken.
In de omstreken van Albujarra, provincie
Grenada, heeft opnieuw een storm gewoed.
Tengevolge van een overstrooming hebben
de bewoners van het dorp Orjiva de vlucht
moeten nemen. Reeds zijn verscheiden lijken
gevonden.
Met het ontdekken van den moordenaar
der vier ongelukkige vrouwen in Whitechapel
schijnt de politie nog niet de geringste vor
deringen te hebben gemaakt. Het regent
aantijgingen, doch de arrestaties, die daaruit
voortvloeiden, leidden alle tot niets, en de
gearresteerde personen moesten, bij gebrek
aan alle bewijs van schuld, weder op vrije
voeten gesteld worden. Alleen de man Pigott,
die te Gravesend gevat werd met eene ver
wonde hand en bloedsporen aan de kleederen,
bevindt zich nog in het hospitaal onder be
waking.
De dagbladen blijven vol van het viervou
dige gruwelstuk en van de akelige geheim
zinnigheid, die het opschuddingbarende daar
van nog verhoogt. En onder dit geschrijf
wil het den schijn hebben, alsof er wederom
uit kwaad iets goeds zal kunnen voortkomen.
Immers de Morning Post begon alreeds, en
andere bladen zullen wel volgen, met het
nog eens van nieuws af in het licht stellen
van de ontzettende ellendevervuiling en
verliederlijking, welke er in buurten als Whi
techapel heerschen. Hoe kan het anders,
roept het bladof in zulk eene omgeving
moeten monsters in menschelijke gedaante
geteeld worden en opgroeien?— Het betoog
van het blad komt verder hierop neer, dat
er nog altoos op ver na niet krachtdadig
genoeg gehandeld werd tot het brengen van
verbetering in toestanden, die eene schande
zijn voor de grootste, rijkste en meest phi-
lanthropische stad der wereld.
Punchdie op zijnen tijd wel eens zeer
ernstig kan zijn, vraagt of de afschuwelijke
prenten, moordtooneelen uit melodrama's
voorstellende, die overal in bloederigen kleu
rendruk het oog der voetgangers in Londen
kwetsen niet goeddeels schuld hebben aan
de moordwoede, welke er tegenwoordig los
gebroken schijnt. Deze vraag staat trouwens
in rechtstreeksch verband met eene andere,
veel meer omvattendenamelijkwaar het
heen moet met onze beschaving, indien er
wordt voortgegaan met door alle mogelijke
waalwyksclie en Langstraatsclie (oinant.