Nummer 81. Donderdag 11 October 1888. lle Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De vreemdelingen-quaestie.
FEUILLETON.
ANTOON TIELEN,
Staatkundig- overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
20
E. Werne r.
Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels ƒ0,60 daarbo/en 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
In dc Berlijnsche regeeringskringen denkt
men zeer pessimistisch over de uitwerkselen
van het in het Parijsche Journal Officiel
afgekondigde decreet tegen de vreemdelingen.
Deze maatregel is een zeer slecht voortee
ken, zeide voor een paar dagen de „Nord-
deutsche" het orgaan des kanseliers. Hij
zal waarschijnlijk het begin zijn van een
reeks botsingen en represailles van allerlei
aard. 't Is waarmeer dan één Fransch
dagblad, begrijpende wat zou kunnen gebeu
ren verzet zich, in 't belang van Frankrijk
zelf, tegen de toepassing van dat gevaarlijk
besluit. Maar te Berlijn gelooft men niet,
dat die bladen zullen bij machte zijn om de
strooming van haat tegen te houden, die zich
in Frankrijk onder de lagere klassen tegen
de vreemdelingen openbaart.
De Norddeutschedoor prins Bismarck
geinspireerd heeft zich reeds tweemalen in
de krachtigste termen uitgelaten naar aan
leiding „van de dweepzieke driften, die de
Fransche bevolking bezielen." Men wil, zegt
zij, de republiek sluiten voor den Duitschen
en Italiaanschen arbeid. Deze bedoeling
schrijft men te Berlijn toe aan hen, die de
Fransche regeering den weg opdrijven, dien
zij, helaas! reeds heeft ingeslagen. Op deze wij
ze lokt men eene revanche uit van de zijde van
Duitschland van Italië en van nog andere
landen.
Men zegge ih Frankrijk niet, dat anderen
begonnen zijn. De toestand van oostelijk
Europa kan niet vergeleken worden met
dien van het westelijk gedeelte.
't Is een nieuw soort protectionisme dat
aanvangt, en dat anders belangrijk zal zijn
in zijn gevolgen, dan het omstreeks 1879 in
gewijde.
Als 't mocht gebeuren, dat het eene land
vóór en het andere na zijn grenzen sloot
voor vreemdelingen, zal hierdoor noodwendig
DOOR
De doctor greep den jongen man bij beide han
den. Alsof ik niet wist dat ge aan mijn ziek
bed'veel meer uitgestaan hebt dan ik zelf! Iets
goeds heeft mijne ongesteldheid althans bewerkt;
zij heeft mij de overtuiging gegeven, die mij
neem mij niet kwalijk tot hiertoe ontbrak
de overtuiging dat gij een hart hebt."
Waldemar scheen de laatste woorden nauwe
lijks te hooren hij staarde somber voor zich uit.
yin een opzicht heeft oom gelijk/ zeide hij eens
klaps. „Hoe kwaamt gij er toe, juist gij, om
Hoorman bij den teugel te grijpen
Fabian glimlachte. „Omdat ik juist niet voor
een held bekend sta, meent ge? Maar 't was de
vrees voor u, die mij op eens moedig maakte, 'tls
waar, ik had u reeds meer dergelijke roekeloos
heden zien wagen, zonder dat ik ze had durven
beletten, maar ik wist dan altijd, dat gij waart
opgewassen tegen het gevaar, dat ge trotseerdet.
Dien avond was 't echter niet het gevaar 't
was de val, dien ge zocht, Waldemar. Ik zag dat
ere dien wenschtet, zag dat hij uw dood ten ge
volge zou hebben, als ik u niet met geweld te
rughield en toen vergat ik mijn vrees en greep
Noorman bij den teugel."
Verbaasd zag Waldemar den spreker aan. ,,'t
Was dus niet enkel onvoorzichtigheid, geen on
gelukkig toeval, dat gij op den, grond werd ge
worpen? Ge wist dus aan welk gevaar ge u
blootsteldet Was u dan iets aan mijn leven ge
legen Ik dacht niet dat iemand er iets om gaf,"
„En uw pleegvader dan
„Oom Witola ja, hij misschien wel. Maai
bij is ook de eenige."
„Ik meende u toch bewezen te hebben, dat hij
niet de eenige is, zeide de doctor op zacht ver
wijtenden toon.
De jonge man boog zich over hem heen.
„En juist van u heb ik dit toch het minst ver
diend. Maar geloof mij, doctor ik heb een harde
de Duitsche landverhuizing worden tegenge
houden. Heeft men te Parijs ooit nagedacht
over de onvermijdelijke gevolgen, die uit een
dusdanigen toestand zouden voortspruiten
De bevolking des Duitschen rijks zou dan
jaarlijks met bijna 600,000 zielen vermeerderd
worden en Frankrijk, welks bevolking station-
nair blijftzou zich binnen weinige jaren
teruggebracht zien tot een mogendheid van
minderen rang.
De verspreiding der Duitschers in Europa
en Amerika is een der meest gelukkige ver
schijnselen voor de handhaving van het Eu-
ropeesch evenwicht. Dit evenwicht is reeds
tamelijk verstoord geworden niet juist ten
gevolge van de bondgenootschappendie
slechts van voorbijgaanden aard zijn, maar
tengevolge van het toenemen der Duitsche
bevolking in vergelijking met die van
Frankrijk.
Op 't oogenblik heeft Duitschland tien mil-
lioen meer inwoners dan Frankrijk. Vóór
den oorlog van 1870 was het getal in
woners van beide landen gelijk. Wanneer
men in Europa begint door a'le middelen
de internationale menschen-verplaatsing tegen
te gaan, wanneer men, met andere woorden,
de Germanen verplicht in hun land te blijven,
dan zullen we, na een zeker tijdsverloop, de
enorme gebeurtenissen der 5e eeuw weder
zien plaats hebben.
't Schijnt dat men zich te Parijs geen re
kenschap geeft van de verregaande strekking
van den genomen maatregel. Dit voorbeeld
zal noodwendig navolging vinden. Het eene
protectionisme sleept het andere mede. Wat
prachtige toestand zal hierdoor in Europa
geboren worden!
De Russen, maar al te zeer geneigd dien
zelfden weg op te gaan, zullen spoedig met
nieuwe ukasen aankomen. Van alle kanten
zullen er represailles genomen worden.
Overal zal men zich willen „vrijwaren tegen
de overrompeling der vreemdelingen." De
vreemdeling zal weer worden wat hij vroeger
was een vijand.
les gehad, zoo hard, dat ik haar mijn geheele
leven niet weer zal vergeten. Sedert het uur, dat
ik u bloedend naar huis droeg, sedert die twee
eerste dagen, toen de dokter meende'dat het met
n gedaan was, weet ik hoe een moordenaar zich
voelt. Als ge werkelijk bij mij wilt blijven, dan
kunt ge 't nu gerust wagen. Aan uw ziekbed
heb ik mij voorgenomen mijn drift te beheer-
schen, die mij blind maakt voor alles wat mij in
den weg treedt. Ge zult u niet meer over mij te
beklagen hebben."
De vroegere energie straalde weer in deze woor
den door, maar doctor Fabian zag niettemin be
zorgd zijn kweekpling aan, terwijl deze zich over
hem lieenboog. „Ik wenschte, dat ge dit met een
ander gezicht zeidet," antwoorddehij. „Er is geen
sprake van dat ik heenga, maar ik zie veel
liever zoo wild en onhandelbaar als vroeger,
dan zoo akelig kalm en bedaard. De uitdrukking
in uwe oogen bevalt mij niet."
Met een schielijke beweging richtte Waldemar
zich op en onttrok zich aan den op hem geves-
tigden blik. „Laat ik niet altijd het onderwerp
van ons discours zijn. De dokter heeft gezegd
dat ge de frissche lucht weer moogt inademen
zal ik het venster openzetten
Fabian zuchtte; hij merkte dat hier weinig of
niets was uit te richten. Bovendien werd het ge
sprek thans door den heer Witold afgebroken.
„Daar ben ik al terug," zeide hij binnentre
dende. „Waldemar, gij zult naar beneden moe
ten gaan. De jonge vorst Baratowski is er."
„Zoo?" vroeg Waldemar, verbaasd opziende.
*Ja, hij verlangt u te spreken, en daarbij zal
ik wel gemist kunnen worden. Ga maar schie
lijk Ik zal intusschen onzen patient gezelschap
houden."
De jonge man verliet het vertrek, terwijl Wi
told zijn vroegere plaats bij het bed weer innam.
„De Baratowski's ziju vreeselijk ongeduldig om
hem weer bij zich te krijgen," zeide hij met een
blik op de deur, waarachter zijn pleegzoon was
verdwenen, „lteeds voor drie dagen kwam er een
brief van de vorstin-moeder. Bij mijn weten
heeft Waldemar dien niet beantwoord hij was
niet van uw ziekbed at te slaan. En daar komt
nu zijn broer in eigen persoonHij heeft een
knap uiterlijk, die jonge Poolsche loot dat
moet gezegd zijn 1 Wel is waar gelijkt hij zijne
moeder op een haar en dat brengt hem weer bij
't Is gemakkelijk te voorzien dat Frankrijk
in dezen strijd, welken het zoo lichtvaardig
in het westen aanbindt, verpletterd zal worden.
Zich te verbeelden, dat in dit alles slechts
sprake is van een zaak van concurrentie
tusschen werklieden, is zotheid.
Niet voor niets heeft men in de Duitsche
regeeringskringen zich de verschijning van het
Fransche besluit zoo aangetrokken. Men
gevoelt daar dat er een nieuwe en vreeselijke
twistappel tusschen de volkeren geworpen is.
Nog is 'ttijd voor Frankrijk stil te staan;
doet 't dit niet, zooveel te erger voor zich
zelf, maar zooveel te erger, helaas! ook voor
gansch Europa.
De wegdien Floquet wil volgen bij de
indiening van zijn voorstel tot grondwets
herziening, -wordt als volgt medegedeeld
Bij het voorstel zal een verklaring worden
gevoegd, waarin Floquet zegt, zijn belofte te
zijn nagekomen, door het voorstel in te die
nen maar dat hij het aan de kamer d. i.
de republikeinsche meerderheid overlaat te
beslissen, of de omstandigheden al of niet
geschikt zijn hij zelf gelooft van niet.
Zoo ziet men dat de premier een ander
de kastanjes uit het vuur wil laten halen uit
vrees zichzelven de vingers te branden.
Niet alleen buiten Frankrijk neen in het
land zelve wordt het vreemdelingen-decreet
druk besproken en van alle kanten bekeken.
Er wordt gesproken over de al ot niet wet
tigheid ervan en over de mogelijke verwik
kelingen, die er door kunnen ontstaan.
Bismarck's „Norddeutsche," die tot nog
toe geen woord over den maatregel der
Fransche regeering had gesproken, noemt
hem met weinig vleiende namen een soort
offer van de regeering aan het volk.
De Italiaansche bladen verheffen alle hunne
stem tegen het decreet. De Riforma beweert
dat Frankrijk een Chineeschen muur rondom
zijne grenzen wil oprichten. De strek
mij iu diskrediet. A propos, ik heb u nog niet
eens gevraagd, hoever ge met uw ontdekkingen
te C. zijt gevorderd? In mijn zorg en angstvoor
u heb ik aagen lang niet aan die zaak gedacht."
Doctor i abian zag voor zich en plukte verle
gen aan het beddelaken. „Ik kan u daaromtrent
ongelukkig niets mededeelen, mijnheer Witold,"
antwoordde hij. „Slechts kort en vluchtig ben ik
te C. geweest en ik zeide u immers vooraf"
hij glimlachje weemoedig „dat ik al zeer wei
nig diplomatischen aanleg bezit."
Gelukkig is die onderneming ten minste niet
afgeloopen. Dat gat in uw hoofd is daar om dit
te bewijzen!" hernam de landheer. „Nu, ik zal
u in het vervolg niet met dergelijke opdrachten
lastig vallen. En dus zijt ge niets te weten ge
komen. Dat's jammer! Hoe staat het nu met Wal
demar? Hebt ge hem eens goed den tekst gele
zen
„Hij heeft mij beloofd al het gebeurde te zul
len vergeten."
„Goddank Ik heb 't wel gezegd dat gij nu
alles van hem gedaan kondt krijgen. Voor het
overige, doctor, hebben wij den jongen altijd
verkeerd beoordeeld, als wij zeiden dat hij geen
gevoel had. Ik had nooit gedacht dat hij zich die
zaak zoo zou aantrekken.
„Ik ook niet," stemde de doctor zuchtende toe.
Hij dacht er het zijne van, maar dit begreep Wi
told natuurlijk niet.
De hoekkamer binnentredende, trof Waldemar
hier zijn broeder aan. De jonge man, die reeds
bij zijne aankomst een verbaasden blik had ge
worpen opliet ouderwetsche, vrij lage woonhuis,
zoowel als op de eenvoudige bijgebouwen, mon
sterde thans met niet minder bevreemding de in
richting van het vertrek, waar men hem had
binnengelaten. Hij was van zijne jeugd af aan
een gemakkelijke en sierlijke omgeving gewend
en begreep volstrekt niet hoe iemand, die toch
zoo rijk was als zijn broeder, 't hier kon uit
houden. Het salon van de te C. gehuurde villa,
dat hem en de vorstin armzalig gemeubileerd
toescheen, was nog prachtig, bij de receptieka
mer op den üldenhof vergeleken
Al deze overdenkingen namen echter een eind
toen Waldemar binnentrad, Leo ging hem tege
moet en zeide haastig en gejaagd, alsof hij zich
zoo schielijk mogelijk van een onaangenamen
plicht wilde kwijten: „Bevreemdt u mijn komst?
king van het besluit wordt met opzet over
dreven.
Eene nieuwe quaestie is er gerezen tus
schen Frankrijk en Itaüe. De regeering van
den bey van Tunis heeft namelijk een be
sluit uitgevaardigd waarbij de scholen in
het regentschap, bijzondere zoowel als open
bare onderworpen worden aan de inspectie
van de Fransche overheid. De Italiaansche
regeering komt hiertegen op voor wat de
Italiaansche scholen in Tunis aangaat. In
eene officieuse nota wordt aan een der Ro-
meinsche bladen gezegd dat Frankrijk aan
zijn protectoraat het recht niet kan ontlee-
nen dat zelfs de souverein des lands de
beyniet bezit.
Italie's vertegenwoordiger bij de Fransche
regeering moet last hebben gekregen haar
dit onder het oog te brengen en er bij te
voegen, dat, zoo Frankrijk inderdaad de in
spectie op zich neemt van de Italiaansche
scholen in Tunis, Italië er toe gebracht kan
worden de te Rome gevestigde Fransche
scholen insgelijks aan eene inspectie te on
derwerpen.
De Oostenrijksche pers is vol lof over den
voornamen gast van keizer Frans Jozef;
men hoort geen wanklank en dat valt te be
grijpen. De tegenwoordige politieke toestand
van Europa is van dien aard, dat Oostenrijk-
Hongarije zijn geheele politiek baseert op de
alliantie met Duitschland.
Het programma is getrouw gevolgd men
heeft geen incident te betreuren geen ma-
nifestatien op ongeschikten tijd, zooals van
teutonen en antisemieten eerst was gevreesd,
en dus kan men tevreden zijn.
Bij het gala-diner in den Hof burg hebben
de keizers elkanders gezondheid niet alleen
gedronken, maar wederkeerig dronken ge
wijd aan elkanders legersen de bladen
spraken den volgenden morgen van «de le
gers der beide rijken, die als 't ware, een
leger vormenvan een enkele mogend
heid onder twee regeeringshoofden" wel
het toppunt van geestdrift, zouden wij denken.
Ge hebt u sedert acht dagen niet bij ons laten
zien en zelfs mama's brief niet beantwoord, 't Is
dus niet meer dan natuurlijk dat ik u eens kom
opzoeken."
Men kon echter duidelijk merken, dat de jonge
man dit niet uit eigen beweging deedgroet en
houding waren gedwongen en hij scheen zijn
broeder de hand te willen toesteken, maar kon
het blijkbaar niet zoover brengen, 't Bleef al
thans bij de poging daartoe.
Waldemar zag dit niet of wilde 't niet zien.
„Komt ge op last van moeder?" vi-oeg hij.
Leo bloosde. Hij wist maar al te goed, hoeveel
moeite het de vorstin gekost had hem daartoe
te bewegen en hoe ze eindelijk al haar moeder
lijk gezag te hulp had moeten roepen.
„Ja," antwoordde hij aarzelend.
,,'t Spijt mij voor u, Leo, dat ge tot iets ge
dwongen zijt, wat u natuurlijk als een vernede
ring moet voorkomen. Ik had u dit bespaard,
als 't in mijne macht had gestaan."
Leo zag verrast op't was hem even vreemd,
op dien toon te hooren spreken, als zulk een
versehoonend gezegde uit zijn mond te vernemen.
„Mama beweert dat gij bij ons aan huis be-
leedigd zijt," hernam hij. „Door mij beleedigd,
zegt zijdaarom moest ik den eersten stap tot
verzoening doen. Ik heb ingezien dat zij gelijk
heeft. Ge galooft toch, niet waar, Waldemar,"
liet hij er min of meer zenuwachtig op volgen,
„dat ik, zonder zelf daarvan overtuigd te zijn,
nooit hier zou zijn gekomen
„Ja, dat geloof ik", was het korte maar stellige
antwoord.
„Neem dan ook zonder verdere omwegen mijn
verontschuldigingen aanriep Leo, terwijl hij
thans werkelijk de hand uitstrekte. Zijn broeder
wees haar echter terug.
„Ik kan uwe verontschuldigingen niet aannemen
Noch moeder noch gii hebt schuld aan de kwet
sende behandeling, die ik ten uwen huize heb
ondervonden. Overigens heb ik haar al lang ver
geten. Laten we er niet meer over spreken.
Leo's verbazing steeg van minuut tot minuut.
Hij had zich alles voorgesteld slechts niet hem
in zulk een kalme en bedaarde stemming aan te
treffen. Was hij zelf niet getuige geweest van
Waldemar's woedende drift, nauwelijks acht da
gen geleden Hij begreep er niets van.
(Wordt vervolgd.)