Nummer 82. Zondag 14 October 1888.
lle Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
YIlsTETA,
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
Geen vervalsching van levens
middelen meer.
21
E. Werner.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden yi,00.
Franco per post door het geheele rijk' f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
A.dolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Dr. Van Hamel Roos komt in het Octob.-
nummer van zijn Maandblad terug op de
controle der levensmiddelen door particulier
initiatief.
Wegens gebrek aan de noodige middelen
behoeft dit zijns inziens niet achterwege te
blijven.
Het is de bedoelingdat de verbruiker
kosteloos in de gelegenheid worde ge
steld om een degelijk onderzoek te verkrijgen
van de waren, die hij koopt, en dit kan hij
steeds, indien hij zich slechts de moeite ge
troost om bij den aankoop gecontroleerde
levensmiddelen te vragen.
De winkeliers zullen dan vanzeli zorgen
dat hun waren onderzocht zijn.
Op grond eener veeljarige ondervinding
meent de schrijverdat niet alleen het pu
bliek hierdoor gebaat zal worden, maar ook
dat de eerlijke producent, die geen onderzoek
blijkt te vreezen, door een vermeerderd debiet
ruimschoots schadeloos zal worden gesteld
voor de te maken onkosten. Schier in ie
dere gemeente is de voor de uitvoering der
onderzoekingen geschikte persoon als aange
wezen het is de apotheker.
Onlangs is door de „Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen" een som toegestaan voor
het oprichten van chemische onderzoekings -
bureau's. Dr. Van Hamel Roos geeft in
overweging deze som zoo mogelijk ver
sterkt door bijdragen van zustervereenigingen
niet aan te wenden voor de kostbare
oprichting van dergelijke bureau's maar als
tegemoetkoming aan apothekers voor het on
derzoeken van levensmiddelen. Dan zouden
noch de kooper, noch de verkooper, de on
kosten hebben te dragen, hetgeen voor de
kleinere plaatsen billijk zou zijn door het
geringere debiet aldaar.
Wat de uitvoering der controle betreft
brengt de schrijver het volgende in het
DOOR
„Ik had niet gedacht dat gij zoo schielijk iets
kondt vergeten,' antwoordde hij met ongeveinsde
verwondering.
„Als mijne verachting is opgewektjazeker!"
„Waldemar, dat klinkt hard!" bracht Leo hier
tegen in. //Ge beoordeelt Wanda verkeerd; zelve
heeft ze mij opgedragen, u
Spaar u de moeite die boodschap van freule
Morynski over te brengen," viel zijn broeder
hem op snijdenden toon in de rede. ,Het betreft
hier alleen mijne opvatting van de zaak en deze
verschilt natuurlijk ten eenenraale van de uwe.
We willen dit onderwerp nu echter laten rusten!
Mama verlangt immers niet dat ik haar persoon
lijk goeden dag kom zeggen Zij zal begrijpen
dat ik voor het oogenblik haar huis vermijd en
ook dit najaar niet op Wilicza kom, zooals wij
hadden afgesproken. Misschien het volgend jaar."
De jonge vorst trad verstoord een schrede ach
teruit.
„Ge zult toch niet onderstellen, dat wij na
deze oneer.igheid, na die koele afwijzing, die ik
mij van u moet laten welgevallen, nog uwe gas
ten kannen zijn vroeg hij driftig.
Waldemar sloeg de armen over elkander en
leunde tegen den schrijflessenaar. //Ge vergist u
van oneenigheid tussehen ons is geen sprake.
Moeder heeft het voorgevallene in den brief, dien
ik van haar ontvangen heb, onvoorwaardelijk
afgekeurd. Gij hebt dit van uwen kant nu evenzeer
gedaan, en als mij nog een formeele genoegdoe
ning ontbrak, zoo geeft ge mij die thans door
hier te komen. Wat heeft dat geheele geval
eigenlijk met uw verblijf op mijne goederen te
maken 't Is waar, gij hebt van het begin af
iets tegen dit plan gehad. Dat weet ik. Waarom
eigeplijk
//Omdat het mij vernedert. En wat mij vroe
ger hinderde, is mij nu geheel onmogelijk ge
worden. Mama mag doen wat zij wil, 'ik zet
geen voet
midden berustende op de uitkomsten van
zijn eigen ervaring
1. De verkooper verplicht zich bij over
eenkomst tegenover den scheikundige met
de controle belast, steeds bij alle inkoopen
hetzij hem een monster tot onderzoek te
zenden, hetzij hem een analyse der partijen
van een bevoegd deskundige te vertoonen.
2. De scheikundige heeft het recht, wan
neer en zoo dikwijls hij dit wenschelijk acht,
een monster tot onderzoek te nemen en den
uitslag er van met den naam van den ver
kooper ter kennis van het publiek te brengen.
3. Ieder afnemer heeft het recht bij in
koop een monster tot kosteloos-onderzoek
aan den scheikundige te zenden.
4. De verkooper (winkelier) verplicht zich
de controle, benevens het recht der kosteloos-
onderzoekingen op een voor ieder zichtbare
wijze in zijn winkel bekend te maken.
Ten slotte wijst de schrijver, er op, dat
de controle, aldus ingericht, wel niet volmaakt
zal zijn en dat ontduiking zeker mogelijk is,
maar hij verwacht tochdat zij een heilza-
men invloed zal oefenen op de vervalschers
van beroep en op het heirleger der „sleur"-
menschen.
De president der Fransche republiek kent
zijn volk hij weetdat. de Fransche natie
een regeering wildie zij kan zienhet
hoogste gezag in handen van een persoon
die zich aan de oogen van het volk onttrekt,
is in Frankrijk feitelijk een onmogelijkheid.
Carnot nu is geen man die zich bemind
kan maken bij de groote menigte, daartoe
mist hij het zoozeer geschikte en zoo mach
tige „flux de bouche", maar hij kan zich ge
zien maken hij verstaat de kunst vertrouwen
in te boezemen.
Den 8en heeft hij te Lyon de onthulling
bijgewoond van het standbeeld van Ampère,
een groot natuurkundige.
Waldemar legde de hand op zijn arm, als om
hem te kalmeeren. //Zeg dat niet, Leo! Door zulk
een overijld woord kondt ge u later gebonden
voelen. Gij zijt volstrekt niet in deze zaak ge
moeid. Ik heb mijne moeder aangeboden op
Wilicza te komen wonen en zij heeft dit aange
nomen. In de gegeven omstandigheden was dit
niets meer dan mijn schuldige plicht; ik zou mij
voor mijzelf schamen als ik toeliet, dat zij op
den duur bij vreemden haar verblijf hield, 't
Blijft dus bij het plan. Gij gaat bovendien naai
de academie en komt hoogstens in de vacantie
op Wilicza, om moeder te zien. Wat zij met
haar trots kan overeenbrengen, zult gij althans
wel verdragen."
//Maar ik weet dat ons geheele bestaan er van
afhangt," barstte Leo uit. „Ik heb u beleedigd,
ik zie dit zelf thans in, en nu kunt ge toch niet
verlangen, dat ik alles uit uwe hand zal aan
nemen
„Gij hebt mij niet beleedigd," zeide Waldemar
ernstig. „Integendeel, gij alleen zijt oprecht je
gens mij geweest, en ind'ien mij dit op dat oogen
blik zelf krenkte, nu ben ik er u dankbaar voor.
Ge had slechts wat vroeger moeten spreken, maar 't
is waar, ik kon van u niet vergen voor verklikker
te spelen, en begreep dat alleen de drift en de
opgewondenheid van het oogenblik u die mede-
deeling konden ontlokken. Uwe tusschenkomst
deed het net vaneenscheuren, waarin ik gevan
gen was, en geloof toch niet dat ik zwak ge
noeg ben om mij daarover te beklagen Aan
alle vijandschap tussehen ons beiden is een eind
gekomen."
Trots en schaamte kampten in Leo's borst. Hij
wist maar al te goed, dat slechts zijn eigen ja-
louzie hem zoover had gedreven, en voelde zijne
medeplichtigheid des te dieper, hoe meer men
hem hiervan wilde onthelfen. Hij had zich op
een hevig tooneel met zijn broeder voorbereid
nu stond hij machteloos tegenover hem. De jonge
vorst had nog te weinig mensclienkennis om te
zien of slechts te vermoeden, wat Waldemar
'achter die onbegrijpelijke kalmte verborg en wat
ze hem kostte; hij nam haar voor goede munt
op. Hij besefte echter ten volle, dat het de be
doeling van zijn broeder was, hem en de vorstin
het voorgevallene niet te laten boeten en hen
desondanks het verblijf op zijne goederen mogelijk
te maken. Waarschijnlijk was Leo onder gelijke
omstandigheden niet tot zulk een edelmoedigheid
Daarna heeft de heer Carnot de eerste
steenlegging voor het standbeeld der republiek
op het plein Perrache bijgewoond.
Vervolgens heeft hij zich te voet naar het
spoorwegstation begeven om de reis naar
Annecy te aanvaarden. Eene zee van men-
schen bewoog zich op zijn weg. Het was
was als ééne opgepakte massa. De geest
drift was zoo grootdat de trein een kilo
meter ver zeer langzaam moest rijden om
ongelukken te voorkomen.
De Parijsche pers heeft voor een groot
deel den strijd aangebonden tegen het mi-
nisterie-Floquetdat wel vast mag staan
om al de schokken waaraan het zal worden
blootgesteld, roemrijk te doorstaan.
Dat Carnot over een zoo gewichtig vraag
stuk als grondwetsherziening in Lyon zijn
persoonlijk gevoelen heeft kenbaar gemaakt
en daardoor buiten zijn boekje of juister bui
ten de grondwei: is gegaanwordt eveneens
druk besproken.
De Fransche begrootingscommissie heeft
de ontvangsten geregeld en de voor
stellen van den minister van financien aange
nomen. De besparing op de geheele begroo
ting beloopt 25 millioen, waarvan 14,300,000
francs zijn afgenomen om de buitengewone
marine-begrooting op de gewone begrooting
over te brengen zoodat in werkelijkheid
8,61)0,000 francs is bespaard. Het conflict
met den minister van marine is alzoo ge
ëindigd.
Na opening der kamers zal de minister van
financien zijn voorstel voor de inkomstenbe
lasting indienen.
In de Fransche pers is van niets sprake
dan van de grondwetsherziening, die als
kabinetsquaestie wordt behandeld. De meeste
bladen zijn van meeningdat Floquet zijn
val zal bespoedigen door een motie van ver
trouwen te stellen.
De toestand van de Engelschen in Egypte
is lang niet benijdenswaard. Uit Suakin
komt het berichtdat een Egyptisch batal-
in staat geweest; maar juist daarom gevoelde hij
deze in al haar omvang.
„Waldemar ik heb grooten spijt van het voor
gevallene." zeide hij, terwijl hij hem onbe
schroomd de hand toestak, en ditmaal was die
beweging volkomen ongedwongen een opwel
ling aes harten. Ditmaal werd ze ook doorzijn
broeder gegrepen.
//Beloot mij, moeder naar Wilicza te vergezel
len. Ik verzoek u dit," voegde hij er ernstig bij,
toen Leo nog iets hiertegen poogde in te bren
gen „als ge werkelijk meent dat ge mij belee
digd hebt, eisch ik dezen dienst van u als on
derpand van onze verzoening."
Leo boog het hoofd en gaf allen verderen te
genstand op.
//Wilt ge moeder dus niet zelf goeden dag ko
men zeggen vroeg hij na een korte pauze.
„Dat zal haar spijten."
Een bittere glimlach vertoonde zich om Wal-
demar's lippen, toen hij antwoordde„Zij zal
dat wel te boven kunnen komen. Vaarwel. Leo.
't Verheugt mij dat ik u althans nog eens go-
zien heb."
De jonge vorst zag zijn broeder eene seconde
in het gelaat en sloeg toen met een plotselinge
opwelling van hartelijkheid den arm om zijn
hals. Waldemar liet zich die omhelzing zwij
gend welgevallen, maar beantwoordde haar niet.
„Vaarwel!" zeide Leo, nu op vrij wat koeler
toon, terwijl hij zijn arm weer liet zinken.
Een paar minuten later rolde het rijtuig, dat
den jongen Baratowski gebracht had, weer over
het voorplein en kwam Waldemar in het ver
trek terug. Wie hem nu zag met die trillende
lippen, met die pijnlijk verwrongen wezenstrek
ken en dien strak ken, somberen blik, begreep
hoe het gesteld was met de koelheid en kalmte,
die hij gedurende Let geheele onderhoud aan
den dag had gelegd. Zijn doodelijk gewonde
trots had hem staande gehouden. Leo mocht niet
zien dat hij leed, mocht dit in geen geval te C.
kunnen vertellen. Nu behoefde hij zich echter
niet meer te beheerschen, nu bloedde de wond
opnieuw. Onstuimig en hartstochtelijk, zooals
Waldemar's geheele kurakter, was ook zijne
liefde geweest, het eerste gevoel, dat in den af
gezonderd levenden en weinig ontwikkelden jon
geling ontwaakte. Hij had Wanda liefgehad met
al het vuur van den hartstocht, maar ook met
een eerste en reine genegenheid, die aan aan-
jon naar den vijand is overgeloopen en de
toestand der Engelschenin Suakim opge
sloten met negers die niet te vertrouwen
zijn hachelijk is.
Een viertal Duitsche fregattengewapend
met 66 stukken en met 1630 koppen bemand,
gaan na begroeting van den keizer te Napels
naar Zanzibarom den opstand der inboor
lingen te keer te gaan.
Het moet aan Afrika's Oostkust nog lang
geen couleur de rose zijnalles trekt naar
Zanzibar en de inboorlingen hebben dus vrij
spel. De sultan moet beloofd hebben men
neme in aanmerking dat de Fransche Temps
dit meldt de relatien met de kust te her
stellen, indiende Duitschers er zich maar
buiten houden.
Men verwacht dat aanzienlijke schade
loosstelling zal worden geëischt van den
sultan van Zanzibarwegens de scha
de aan de Duitsche aanplantingen toege
bracht.
De Engelsche leading papers gaan steeds
voort den toestand van de Duitschers in Oost-
Afrika zoo hopeloos mogelijk voor te stellen,
zelfs wordt nu gezegd, dat er eigenlijk geen
sprake meer kan zijn van Duitsche koloniën
op Afrika's Oostkust.
Het baart te Berlijn groot opzien, dat het
vrije-conservatieve „Deutsches Wochenblatt",
hetwelk uitgegeven wordt door den afgevaar
digde Arendten waaraan bekende leden
der partij medewerken opnieuw zich
hevig verklaart tegen het proces-Geffcken.
Het blad schrijft„Ware vrienden van
Bismarck moeten hem waarschuwen wanneer
zijne maatregelen verkeerd zijn. Niemand
is onfeibaar en in de geschiedenis der bin-
nenlandsche staatkunde is menige bladzijde
welke zelfs Bismarck gaarne gaarne overslaat.
Ondanks de bijzondere grootheid van den
rijkskanselier is het toch onze plichtzijne
houding jegens keizer Frederiks dagboek
ernstig te betreuren in het belang van het
monarchaal beginsel en het huis van Hohen-
bidding grensde, en indien liet bewustzijn, dat
zij met die liefde spotte, hem al niet te gronde
richtte, kwam het uur, waarir. het ideaal zijner
jeugd voor hem werd verbrijzeld, hem toen op
niet weinig te staan op het verlies van die
jeugd zelve en op zijn vertrouwen op de mensch-
heia.
Het kasteel Wilicza, waaraan de geheele heer
lijkheid haar naam ontleende, was, zooals boven
reeds gezegd is, het middelpunt van uitgestrekte,
aaneengesloten goederen, niet ver van de gren
zen gelegen. Voorzeker was het een zeldzaam
heid, dat zulk een uitgebreide bezitting aan een
persoon toebehoorde, en als nog grooter zeld
zaamheid kon liet beschouwd worden, dat de
eigenaar er ziclr !zoo weinig over bekommerde
als hier het geval was. Het had Wilicza van liet
begin af aan eenheid en doorzicht in het bestuur
ontbroken de overleden Nordeck was niet meer
dan speculant geweest en had als zoodanig zijn
vermogen bijeengebracht. Noch op maatschappe
lijk, noch op practisch terrein verstond hij de
kunst om zich als eerste grondbezitter in'den
omtrek te doen geldenhij was bijna geheel van
zijne ondergeschikten afhankelijk. De zorg voor
de akkers en afgelegen landerijen wist hij zich
van den hals te schuiven door ze te verpachten:
nog thans bevonden zij zich in handen van ver
schillende pachters, met uitzondering van het
landgoed Wilicza waarvan het beheer aan een
administrateur was toevertrouwd, 't Waren echter
voornamelijk de uitgestrekte bosschen, die den
grootsten rijkdom der heerlijkheid uitmaakten, Zij
besloegen bijna twee derden van het terrein, ver-
eischten een geheel leger van houtvesters en op
zichters, vormden een tak van bestuur op zichzelf
en waren de voornaamste bron van de onmetelijke
schatten, die den eigenaar toestroomden.
De voogd van den minderjarigen erfgenaam,
die na den dood van Nordeck diens plaats in
nam, had geen verandering gebracht in deze be
staande orde van zaken, deels omdat ze liera
tamelijk doelmatig voorkwam. De heer Witold
was een geschikt landheer voor den niet zeer
omvangrijken Oldenhof, dien hij zelf beheerde
en waar alles onder ziin opzicht geschiedde, maar
hem ontbraken de juiste blik en de rechte maat
staf om zulk eenj uitgebreide bezitting als Wi
licza te besturen. (Wordt vervolgd.)