Nummer 83. Donderdag 18 October 1888. lle Jaargang.
"viisr:ET.A_,
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Frankrijk.
UITGEVER:
Waalwijk.
22
E. Werner.
Waalwijksclie en
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels ƒ0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Dat veel belang wordt gehecht aan keizer
Wilhelms bezoek aan de stad der Zeven
Heuvelen blijkt uit de verslagen in de groote
Europeesche persdie kolommen druks be
slaan.
De Duitsche officieuse pers wijdt natuurlijk
artikelen vol geestdrift aan de vorstenbijeen
komst te Rome, maar gelijktijdig zoekt
zij de meening ingang te doen vindendat
het bezoek van den keizer aan het Vati-
caan in geenen deele Duitschlands adhesie
beduidt aan de pogingen, om den paus weder
in het bezit te stellen van zijn wereldlijke
machtde quaestie van de verhouding tus-
schen Italië en den Heiligen Stoel is volgens
genoemde pers een zuiver binnenlandsche
quaestiewaarin de Duitsche regeering zich
in geen geval zal mengen.
De groote Fransche pers is natuurlijk weinig
in haar schik met de luisterrijke ontvangst
Duitschlands vorst te Rome ten deel gevallen,
en zoekt door allerlei ongegronde en gezochte
aanmerking de meening ingang te doen vin
den dat, nu ja de keizer feestelijk is ontvan
gen maar dat die ontvangst langs kunst-
matigen weg door de officieele wereld met
een tintje van geestdrift is gekleurd, een
goede ontvangstmaar op en top offi
cieel alles volgens het programma.
Men neme in aanmerkingdat Frankrijk
wel een weinig bitter mag gestemd zijn
het staat geheel alleen zoowel op diploma
tiek als politiek gebied en deze 'minder aan
gename positie komt door de bezoeken van
keizer Wilhelm te St. Petersburg, Weenen en
Rome nog meer uit.
Volgens de „Popoio Romano" zou de
paus gedurende zijn onderhoud met Wilhelm
II eene toespeling gemaakt hebben op zijne
tijdelijke machten zou de keizer geant
woord hebben, dat het bondgenootschap tus-
schen Duitschland en Italië gegrond was op
de wederkeerige waarborging van grondge-
DOOR
Hij meende ziin plicht in alle opzichten na te
komen, als hij ae rekeningen en verdere beschei
den, die hem werden voorgelegd en die hij na
tuurlijk in goed geloof moest aannemenzoo
zorgvuldig mogelijk nazag, de ontvangen som
men nauwgezet in het belang van zijn pupil be
legde, en de beambten overigens de vrijheid liet
om te doen en te laten wat zij wilden. Een
anderen landeigenaar had zulk een beheer waar
schijnlijk te gronde gericht, maar een vermogen
als dat van Nordeck was er tegen bestandin
dien daarbij al duizenden overstuur gingen, ble
ven er altijd nog honderdduizenden over, en de
groote inkomsten der heerlijkheid, waarvan de
jonge erfgenaam slechts voor een klein gedeelte
gebruik kon maken, dekten niet alleen alle mo
gelijke verliezen, maar lieten ook het vermogen
zelf steeds meer en meer aangroeien. Dat er on
der zulke omstandigheden van de goederen niet
datgene gemaakt werd, wat men daarvan had
kunnen maken, spreekt van zelf, maar hierover
bekommerde de voogd zich niet en de jonge
Nordeck nog minder. Hij was terstond, nadat hij
meerderjarig was geworden, naar de academie en
vervolgens op reis gegaan en had zich op Wilicza,
dat weinig aantrekkelijks voor hem scheen te
hebben, sedert jaren niet laten zien.
Het kasteel zelf bood een fraaie tegenstelling
met de woningen der andere edelen in den om
trek, die slechts bij uitzondering den naam van
kasteel of slot verdienden en waar maar al te
dikwijls eene zekere uitwendige pracht, die men
ten koste van eiken prijs poogae te behouden,
het verval en de armoede moest, maar niet kon
bedekken. Wilicza verloochende ook in zijn ui
terlijk voorkomen niet den vorstelijken en gra
felijken zetel, die bijna aan twee eeuwen het
hoofd had geboden. Het was nog al komstig uit
dat schitterend tijdperk, toen de macht van den
adel hand aan hand ging met den rijkdom, en
bied. Wij voor ons betwijfelen ten zeerste
dat de Heilige Vader dit punt zou opgewor
pen hebben.
De „Osservatore Romano", het orgaan van
het Vaticaan zegt dat Wilhelm's komst den
toestand van het Italiaansche gouvernement
noch sterker noch duurzamer maaktmaar
de Romeinsche quaestie onaangeroerd laat.
De „Riforma" zegt, dat de door Humbert
uitgebrachte toost (zie onder rubriek Italië) hen
gerust gesteld heeft, die aan het bondgenoot
schap oorlogsplannen toeschreven, en dat die
van Wilhelm toontdat niets het verbond
kan breken.
Onder de verschillende beschouwingen der
buitenlandsche pers naar aanleiding van de reis
van Duitschlands keizer naar Italië, is die der
«Nord" niet de minst belangrijke. Het
Russische orgaan ziet daarin een nieuw be
wijs van de wonderbare bekwaamheid van
Bismarckdie alles heeft weten te schikken.
Zeker, voegt het er bij, ontevredenen zullen
er altijd zijnmaar zij zullen met hunne
grieven alleen staan. Redelijke personen
zullen in de reis naar Rome zien wat er
werkelijk in ziteen betooging om de vriend
schap met Italië te bezegelen, en een eerbie
dig huldebetoon aan het hoofd van de katho-
ke wereld.
Floquet heeft een herzieningsontwerp sa
mengesteld.
Na hevige discussie heeft de ministerraad
den dag voor de indiening niet vastgesteld
men heeft den heer Floquet volle vrijheid
gelaten om daarvoor het oogenblik te kiezen,
dat hij geschikt zal oordeelen.
Volgens dat ontwerp zullen de kamer en
de senaat worden onderworpen aan eene ge
deeltelijke vernieuwingom de 2 jaar treedt
een derde der leden af. De samenstelling
der kamer blijft geschieden door het recht-
streeksch algemeen stemrecht.
De verkiezingen voor den senaat zullen
plaats in hebben twee trappen; de leden zullen
namelijk worden benoemd door de gemach
tigden der gemeenten, die rechtstreeks zullen
de woningen der edelen een weelde en pracht ten
toon spreidden, zooals onze tijd ze nauwelijks
meer kent. Het kasteel kon eigenlijk niet fraai
genoemd worden en zou bezwaarlijk genade heb
ben gevonden in de oogen van een Kunstenaar,
't Was ontegenzeglijk in ruwen stijl opgetrok
ken, maar toch imponeerde het door zijn mas
sieve vormen en den grootschen aanleg van het
geheel. Ondanks al de veranderingen, die het in
den loop der jaren had ondergaan, was toch zijne
oorspronkelijke gedaante behouden gebleven, en
het verbazend groote gebouw met zijn lange
reeksen van vensters, het uitgestrekte met gras
begroeide voorplein en het uitgebreide park
kwam somber maar indrukwekkend te voor
schijn uit den krans van dicht en prachtig ge
boomte, die het van alle kanten omringde.
Na den dood van den vroegeren eigenaar was
het kasteel jaren lang onbewoond geweest. De
jonge erfgenaam bezocht het slechts uiterst zel
den in gezelschap van zijn voogd, en bleef er
dan nooit langer dan eenige dagen. Aan die stilte
en eenzaamheid kwam eerst een einde, toen de
voormalige meesteres van Wilicza, nu de weduwe
van vorst Baratowski, hier wederom haar intrek
nam. Thans werden de zoolang gesloten zalen
en kamers weer geopend en het kostbaar ameu
blement, waarmede Nordeck deze bij zijn huwe
lijk voorzien had, vernieuwd of in al zijn vroe
geren luister hersteld. De tegenwoordige bezitter
had zijne moeder de gezamenlijke inkomsten van
de bij het kasteel behoorende landerijen toege
zegd, wat voor hem een kleinigheid was, zijn
vermogen in aanmerking genomen, en niettemin
voldoende om de vorstin met haar jongsten zoon
volgens haar rang en stand te doen leven, in
welk een uitgebreiden zin ze dit mocht opvnt'en.
Zij maakte aan ook een onbekrompen gebruik
van de sommen, die te harer beschikking ston
den, en richtte hare omgeving en levenswijze op
denzelfdén voet in als vroeger, toen de jonge
gravin Morynski als meesteres op Wilicza haar
intrek had genomen en haar echtgenoot het zich
tot een genoegen rekende, al zijne rijkdommen
voor haar en hare bloedverwanten ten toon te
spreiden.
't Was in het begin van Octoberde herfstwind
teisterde reeds de bosschen, het loof begon al
lengs te verkleuien en de zon had dikwijls groote
moeite om door de nevels te breken, die ae ge
worden aangewezen door de gemeentelijke
kiezers, in plaats van zooals tot heden, door
de gemeenteraden.
De wetten worden voorbereid door een
staatsraad. De senaat zou slechts een op
schortend recht van veto hebben, niet langer
durende dan twee jaarin financieele zaken
zon hij zelfs dit missen.
Het recht tot ontbinding der kamer, thans
aan de president der republiek en aan den
senaat opgedragen wordt opgeheven. Ook
in de werking der ministerieele verantwoor
delijkheid zullen veranderingen worden ge
bracht. De ministers zullen namelijk alleen
te wijken hebben voor eene plechtige ver
klaring der kamer, dat zij opgehouden heb
ben haar vertrouwen te bezitten.
Het bericht van een voorgenomen militair
optreden van Duitschland in Oost-Afrika,
door de „B r s e n Z t g." medegedeeld is
beslist ongegrond verklaard door de Duit
sche officieusen.
Er zou geen enkele aanleiding toe
bestaan voor den toestand van Afrika's
oostkust den rijksdag vroeger b:jeen te roepen.
De regeering van Rumenie heeft het besluit
genomen om alle personen, die niet van een
pas zijn voorzien door den Rumeenschen
consul in het buitenland geviseerd, den toegang
tot het rijk te ontzeggen.
Door de Tzechen in Oostenrijk Hongarije
wordt een ovatie voorbereid aan graaf Taaffe
na samenkomst van den rijksdag, als protest
tegen de handeling van keizer Wilhelm, die
hem geen ordeteeken heeft wil1 en verleenen.
De president van den Oostenrijkschen mi
nisterraad heeft plotseling goedg vonden zijn
kabinet le wijzigen, zonder dal men tot nog
toe de ware oorzaak kan ontdekken. De
keizer heeft namelijk den minister Ziemial-
kowskiop zijn verzoek, als zoodanig eervol
ontslagen met toekenning van het grootkruis
der Leopoldsorde en het lidmaatschap van
het heerenhuis voor het leven. In zijne
plaats is tot minister benoemd de stadhou-
heele landstreek als met een sluier bedekten. Ook
heden waren zii eerst tegen den middag opge
trokken en thans scheen de zon helder in het
salon, dat onmiddellijk aan liet sciirijfkabinet der
vorstin grensde en haar gewoonlijk tot huisver
trek diende, 't Was een groote kamer, hoog en
eenigszins somber, zooals eigenlijk al de vertrek
ken van het kasteel, met diepe vensterbanken
en een vervaarlijk grooten haard, waarin reeds
een najaarsvuurtje brandde. De zware, donker
groene gordijnen waren wijd opengeschoven en
het daglicht, dat nu ongohinderd binnenstroomde,
liet de degelijkheid en de pracht van de geheele
inrichting zien, waarbij de donkergroene kleur
evenzeer domineerde.
Op het oogenblik bevonden zich hier de vorstin
en graaf Morynski. De graaf kwam met zijne
dochter zeer dikwijls van Ralcowicz over, om
voor eenige dagen of weken de gast zijner zus
ter te zijn, en ook thans was hij gekomen om
haar een poos gezelschap te houden. Men kon
hem aanzien dat hij verscheidene jaren ouder
was gewordenhet grijs in zijn haar had den
boventoon verkregen en het aantal rimpels in
zijn voorhoofd was toegenomen; maar overigens
had het ernstige, karakteristieke gelaat nog de
zelfde uitdrukking van vroeger behouden. In
het uiterlijk der vorstin daarentegen was niet de
minste verandering op te merkende wezens
trekken der nog altijd schoone vrouw waren
even koel en trotsch, haar houding en geheele
voorkomen even ongenaakbaar als vroeger. Hoe
wel ze reeds na verloop van een jaar den we-
duwenrouw had afgelegd, was zij toch altijd nog
in het zwart gekleed, en het donker, maar kost
baar en sierlijk gewaad stond de statige gestalte
uitnemend goed. Zij was in druk gesprek met
haar broeder.
//Ik begrijp niet, hoe die tijding u zoo kan
verrassen/' zeide zij. //We hebben ons dat immers
reeds lang kunnen voorstellen. Mij ten minste
heeft het altijd verwonderd, dat Waldcmar zoo
lang en zoo hardnekkig van hier wegbleef."
„Hij heeft Wilicza tot hie-toe op eene bijna in
het oog vallende wijs vermeden waarom komt
hij dan nu zoo onverwachts zonder eenige voor
bereiding? Wat wil hij hier doen?"
„Wat zou hij hier anders'willen doen dan ja
gen hernam de vorstin. „Ge weet, dien harts
tocht voor de jacht heeft hij van zijn vader ge-
Zaleski. Evenzoo heeft de keizer eervol ont
slag verleend, met toekenning van het groot
kruis der Leopoldsorde, aan den minister v.
justitie dr. Prazaken tot diens opvolger
benoemd den stadhouder Schönborn.
Zooals gemeld isheeft de Italiaansche
regeering verklaard geen genoegen te nemen
met het, ongetwijfeld door Frankrijk ingege
ven, besluit van den bey van Tunis, waarbij
bepaald wordtdat alle in het regentschap
bestaande vreemde scholen, bijzondere zoowel
"als openbare, Voortaan onderworpen zijn aan
de inspectie der Fransche overheid. Naar
thans uit Tunis wordt berichtheeft de Ita
liaansche consul generaal aldaar de Italiaan
sche hoofden van scholen last gegeven, geen
vreemde inspecteurs in hunne localen toe te
laten.
In Frankrijk wordt met kracht aan de
vervaardiging van de repeteergeweren van
8 mM. voortgevverkt. Wederom zijn door
den minister van oorlog 300 nieuwe machi
nes en verdere werktuigen voor den aan
maak van de Lebel-geweren aangeschaft, zoo
dat er den len November a. s. 8200 ma
chines in werking zullen zijn, waarvan 5000
te St. Etienne, 2000 te Chdtellerault en de
overigen te Toul. Hiermede«kunnen dan in
deze 3 staatsfabrieken dagelijks 1600 gewe
ren worden afgewerkt. Reeds zijn er 580,000
in gebruik of in de arsenalen.
Ook de patroonfabricatie wordt uitgebreid,
schoon er reeds 5000 stuks per afgewerkt
geweer in voorraad zijn.
Den len November zullen alle Gras-ge
weren van 11 mM. uit het actieve leger in
genomen zijn; den len April 1889 zullen er
1,200,000 klein kaliber Lebel-geweren afge
leverd en daarmede de nieuwe bewapening
ook voor het territoriale leger voltooid zijn.
ërfd. Ik ben overtuigd, dat hij alleen daarom
verkoos te J. te studeeren, omdat die stad in een
boschrijke streek ligt en dat hij, in plaats van
de colleges bij te wonen, van den morgen tot
den avond met geweer en weitasch heeft rond
gezworven. En op zijn reizen zal 't wel evenzoo
zijn gegaan. De jacht heeft altijd een bijzondere
bekoorlijkheid voor hem gehad."
„Hij kon nu echter op geen slechter tijd ko
men," riep Morynski. „Juist nu is 't van het
hoogste belang, dat gij hier onbeperkt gebied
voert. Rakowicz ligt te ver van de grenzen; wij
worden daar overal op de handen gezien, hebben
daar overal tegenwerking te vreezen. Wij moeten
de beschikking over Wilicza behouden."
„Dat weet ik," verklaarde de vorstin, „en ik
zal zorgen dat ze ons niet ontnomen wordt. Ge
hebt groot gelijkdat bezoek komt uiterst on
gelegen, maar ik kan mijn zoon toch niet belet
ten zijne eigen goederen te bezoeken als hij dit
wenscht? We moeten dubbel voorzichtig zijn."
„Voorzichtigheid alleen kan ons weinig baten,"
antwoordde de graaf met een ongeduldig gebaar.
„We zouden alles moeten laten rusten, terwijl
Waldemar hier op het kasteel is, en dat kun
nen we niet."
„Dat s ook niet noodig, want hij zal weinig
genoeg thuis zijn, of ik zou mij in de toover-
macht moeten vergissen, die onze bosschen op
zulk een Nimrodsnatuur als de zijne uitoefenen.
De liefhebberij voor de jacht werd bij Nordeck
langzamerhand een manie als het ware, en zijn
zoon gelijkt hem in dit opzicht volkomen, \tfij
zullen hem slechts zelden te zien krijgen hij zal
zich den geheelen dag in de bosschen ophouden,
en geen oog hebben voor hetgeen er op Wilicza
voorvalt. Het eenige wat hem hier waarschijn
lijk belang inboezemt, is de groote verzameling
geweren van zijn vader, en deze gunnen we hem
van harte."
Een soort van medelijdende spot sprak uit deze
woorden, maar de stem van den graaf verried
nog onzekerheid, terwijl hij antwoordde„'t Is
nu vier jaar geleden, dat ge Waldemar het laatst
gezien hebt. 't Is waar, toen wist ge hem ook
geheel naar uwe hand te zetten en uw wil te
laten doen, wat ik niet gedacht had. Misschien
gelukt dit u ook nu."
(Wordt vervolgd,)