Nummer 93. Donderdag 22 November 1888. lle Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
De Feestviering te Rotterdam
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
30
E. Werner.
De Echo van het Zuiden,
WaalwpsÉe ra Laiiplraalsclie Courant,
it blad verschijnt Woensdag' en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maandenƒ1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarlo en 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen loor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
In weerwil van de kalmtedie in de be
trekkingen tusschen de mogendheden onder
ling schijnt te heerschenheeft de staatkun
dige toestand van Europa geen verandering
ondergaan. De vraagstukken die haar ver-
deelen, zijn geen stap nader tot de oplossing
gekomenen de naijverdie de volkeren
tegen elkander opzetis steeds even hevig.
Zelfs koning Leopold schijnt er een dreigend
tafereel van te hebben opgehangen in een
onderhoud met de commissie van het vlaam-
sche tooneel, te Brussel. Z. M. sprak name
lijk de meening uitdat men onder de te
genwoordige omstandigheden niet genoeg
doordrongen kan zijn van de trouwe vervul
ling zijner burgerplichten „Wanneer men",
zeide Z. M. „behoort tot ee n klein land
moet men voorzichtig zijn. Steeds hebben
wij Belgen, onder vreemde overheersching
geleefdeerst sedert 57 jaar zijn wij een
onafhankelijk volk. 't Is zaak te waken om
onze onafhankelijkheid te bewaren."
Deze pessimistische indruk is,nog duide
lijker weergegeven in de redevoering van lord
Salisbury bij gelegenheid van het diner van
den lord mayor. Engelands eerste minister
heeft zijn ongerustheid voor de toekomst niet
verborgen.
De talrijke reizen door den nieuwen
Duitschen keizer ondernomen schijnen niet
bijster veel te hebben uitgewerkt. Het
drievoudig verbond is in al zijne kracht
staande geblevenmaar de houding van
Rusland tegenover Duitschland en zijn bond-
genooten heeft eveneens niet de minste ver
andering ondergaan van den anderen kant
zijn de betrekkingen tusschen Frankrijk en
zijn machtigen nabuur steeds even gespan
nen, en de officieuse Duitsche pers zet met
dezelfde bitterheid haren aanvallenden veld
tocht voort tegen de mededingende natie.
En als toch onder zulke omstandigheden,
de vrees der openbare meening op 't oogen-
DOOR
„Neen, Waldemar, dat kan ik u wezenlijk niet
vergeven zeide de vorstin op verwijtenden toon.
„Bij den administrateur af te stijgen! Alsof uw
kasteel niet elk oogenblik voor u openstond, alsof
't mij niet een genoegen zou geweest zijn, u aan
mijne gasten voor te stellen Ik zou bijna in
verzoeking komen, 't u kwalijk te nemen dat ge
mij in dit opzicht ontzien hebt. Het voorwend
sel, dat uw komst hier eenige stoornis zou heb
ben gegevenis te gezocht, om als zoodanig te
laten gelden."
Welnu, laat dan mijn tegenzin, om terstond
na mijne aankomst aan zulk een grooten kring
van menschen te worden voorgesteld, te mijner
verontschuldiging dienen," antwoordde Walde
mar. „Ik was er wezenlijk niet toe gestemd."
„Hebt ge nog zoo'n afkeer van alle gezelschap
pen Dan zullen we onze conversatie op Wilicza
wat moeten beperken."
„Toch niet om mij ik verzoek u vriendelijk,
u in dit opzicht volstrekt niet aan mij te storen.
Alleen zult ge mij wel willen verontschuldigen,
als ik mij niet zeer dikwijlsin uwesalonslaat zien.
Ik heb wel is waar geleerd, mij, als 't niet an
ders kan, naar de maatschappelijke vormen te
schikken, maar aangenaam vind ik 't niet."
De vorstin glimlachtedeze haar welbekende
neiging stemde maar| al te zeer met hare wen-
schen overeen. Bovendien bleek haar reeds ter
stond bij de eerste ontmoeting, dat haar oordeel
over Waldemar juist geweest en zijn karakter in
den grond van de zaak hetzelfde geble
ven was. Ook zijn uiterlijk had weinig veran
dering ondergaan. Zijne lange gestalte kwam wel
is waar meer tot haar recht, omdat zijne houding
beter was; zelfs stak zij boven die van zijn slank
opgegroeiden broeder uit; hij had in zijn geheele
uiterlijk, in plaats van het iinksche en onhebbe
lijke, dat hem als jongeling eigen was, iets krach-
blik minder levendig schijnt, dan is dit blijk
baar omdat zij gelooft, dat geen enkel hoofd
des staats het initiatief durft te nemen om
op gewelddadige wijze een einde te ma
ken aan den tegenwoordigen toch zoo hache-
lijken toestand van Europa en dat wij nog
eenigen tijd een gedwongen vrede zullen
hebben.
Frankrijk's buitenlandsche staatkunde is
dit moet erkend worden gebleven zooals 't
behoort, en in weerwil van alle ophitsingen
van buiten heeft zij een waardige en ver
zoenende houding weten te bewaren.
Ongelukkig echter laat integendeel de bin-
nenlandsche toestand hoe langer hoe meer te
wenschen over. Het radicale ministerie, dat
aan 't roer is, heelt, in zijnen ijver om vol
doening te geven aan de eischen der gea
vanceerde republikeinen zelf de herziening
der constitutie voorgesteld een herziening
welke bestemd is om de macht van den pre
sident te verminderen en den senaat terug te
brengen tot een raadgevende rol zoo niet
om deze twee staatsmachten geheel op te
heffen zooals de commissie der kamer reeds
heeft aangenomen. Op deze wijze zou de
verwarring ten toppunt gevoerd worden. Het
land zelf is zichtbaar ontevreden en walgt
er van 't wordt het moede steeds toenemen
de tekorten te zien op het budget, en om
koopbaarheid en wanorde in de administra
tie.
Onder zulke omstandigheden dit valt niet
te ontkennenheeft generaal Boulanger
schoon spelen als zijn persoonlijke hoeda
nigheden op de hoogte waren van de rol
welke hij wil spelen zou hij waarschijnlijk
zeer veel kans hebben binnenkort meester
van den toestand te worden.
Frankrijk gaat niet af van zijn onstandvas
tigheid in t egeeringsvorm.
Op zijne beurt heelt Spanje, dat het on
schatbare voordeel geniet volkomen buiten
het bereik te liggen van de uitwerkselen van
den Europeeschen naijverbinnenlandsc'ne
beroeringen ondervonden die de overprik
keling aantoonen van den geest der bevolking.
tigs en mannelijks gekregen, maar toch was zijn
voorkomen hierdoor niet veel aantrekkelijker ge
worden. Die onregelmatige wezenstrekken kon
den onmogelijk een aangenamen indruk teweeg
brengen, hoewel de drift, die ze vroeger zoo dik
wijls misvormde, thans voor een kalmen ernst
had plaats gemaakt. Slechts^ eene omstandigheid
had een merkbaar gunstigen invloed op Walde-
mar's gelaat uitgeoefendhet blonde haar, „de
gele, monsterachtige leeuwenmanen", zooals Wan-
aa het spottend genoemd had, was in zijn al te
weelderigen groei beperkt; het bedekte nu nog
vol en dik den schedel, maar liet, naar achteren
gestreken, voorhoofd en slapen vrij, en het was
ontegensprekelijk een fraai en denkend voorhoofd
dat zich boven die sombere oogen welfdede
eenige schoonheid, die de natuur den jongen man
verleend had. Ook zijne ruwe en achtelooze hou
ding was veel verbeterd men zag, dat hij zich
thans ten minste vrijwillig aan de maatschap
pelijke vormen onderwierp en deze recht van be
staan toekende. Maar hierbii bepaalden zich ook
de verbeteringen, die zijn uiterlijk op de aca
demie en op zijne reizen had ondergaan. Nooit
zou Waldemar Nordeck een goede vertooning in
een salon makenzijn voorkomen had zoo iets
terugstootends, zoo weinig beminnelijks, dat men
niet kon onderstellen dat iemand zich tot hem
zou voelen aangetrokken.
Het contrast tusschen hemen zijn broeder open
baarde zich nu nog scherper dan vroeger. Ook
Leo was niet meer de zeventienjarige jongeling,
half kind, half man; en indien hij reeds destijds
den ouden Witold de bekentenis ontlokte, dat de
zoon zijner vijandin een „knap uiterlijk" had,
zoo was hij thans de type van de schoonheid
zijner natie, die, wanneer zij zich openbaart., ook
in al hare volmaaktheid te voorschijn treedt. Iets
kleiner dan Waldemar, maar veel' slanker dan
deze, bezat hij in ruime mate al de voorrechten
die zijn oudste broeder miste: de fijn gevormde
wezenstrekken, die hem meer dan ooit sprekend
op zijne moeder deden gelijken, de prachtige don
kere oogen, die bij elke gemoedsaandoening vlam
men schoten, het zwarte, cenigszins krullende
haar, dat zacht en glanzig zijn voorhoofd omgaf.
Daarbij lag er een romantisch waas over zijn
geheele verschijning, uitmuntend in overeenstem
ming met de edele houding en. voorname manie-
Tegen het hoofd der conservatieve partij
is een volksbeweging uitgebroken, zoowel te
Madrid als in verschillende belangrijke steden
des lands en dit wel naar aanleiding van
de geruchtmakende kritiek dezer dagen door
Canovas uitgesproken over de staatk ndige
hervormingen, het algemeen stemrecht en al
de reformistische en democratische neigingen,
welke op 't oogenblik in 't land den boven
toon voeren Als het ministerie Sagasta er
in slaagt aan 't roer te blijven zal 't ver
plicht zijn al de gedane beloften te houden,
en wanneer eenmaal het rechtstreeksch al
gemeen stemrecht zal zijn ingevoerdzal de
troon van den jongen koning Alfonsus XIII
ernstig bedreigd zijn.
En, terwijl de mogendheden zich voorbe
reiden voor den beslissenden reuzenstrijd en
staten en volkeren ten gronde richten door
onzinnige wapeningen, vereenigen zich de
werklieden van alle landen in een broederlijk
congres der „Trades unions", om de grond
slagen te leggen voor de internationale orga
nisatie der werklieden waarmede de tegen
woordige maatschappij, gesproten uit de om
wenteling der vorige eeuw, spoedig rekening
zal hebben te houden.
Nadat de mare van Napoleons nederlaag
te Leipzig ook tot in ons vaderland was
doorgedrongen verklaarden op den 17en
November 1813 drie der aanzienlijkste en
invloedrijkste Nederlanders Gijsbert Karei
van Hogendorp Baron van der Duijn Van
Maasdam en Leopold Graaf van Limburg
Stirum openlijk alles te willen aanwenden om
de onafhankelijkheid van het vaderland te
herstellen en te bevestigen onder het souve-
reine bestuur van den prins van Oranje
destijds nog als balling in Engeland vertoe
vende. Het was Zaterdag jl. 75 jaar geleden,
dat deze voor ons zoo gewichtige en in hare
gevolgen zoo zegenrijke gebeurtenis plaats
ren van den jongen vorst. Leo Baratowski was
werkelijk een ideaal van schoonheid en ridder
lijkheid.
„En dus hebt ge wezenlijk uw vroegeren gou
verneur meegebracht?" zeide hij lachend. „Ieder
zijn smaak, Waldemar! Ik was wat blij, toen de
mijne niets meer in te brengen had en zóu er
hartelijk voor bedankt hebben, hem naar de aca
demie of zelfs op reis mede te nemen."
De koelheid, die over het geheele voorkomen
van den jongen Nordeck lag uitgebreid, als hij
uitsluitend met zijne moeder sprak, verdween
grootendeels, nu hij zich tot zijn broeder wendde.
„Doctor Frbian kan men eigenlijk niet als een
gewoon gouverneur beschouwen, Leo. Hij heeft
alle paeaagogie reeds lang den rug toegekeerd
en zich uitsluitend aan zijn historische studies
gewijdonderwijzen is nooit zijn liefhebberij,
maar wel een middel van bestaan voor hem ge
weest. Hij is op en top een geleerde en heeft zijn
kennis eigenlijk nooit praktisch weten toe te
passen."
„Dat kan men wel merken," viel de vorstin
hier in. „Hij is even pedant en droog als alle
geleerden."
„Waart ge niet tevreden over zijne berichten?"
vroeg Waldemar kalm.
„Over welke berichten
„Die d" doctor u in den eersten tijd, dat ik op
de academie was, geregeld zond. Hij wist niet
juist, wat gij eigenlijk wenschtet te' weten, en
toen gaf ik hem den raad, zich hoofdzakelijk bij
het verslag van mijn studies te bepalen. Waar
schijnlijk is hij wat langdradig geweest."
De vorstin ontstelde eenigszins, „Gij schijnt
die correspondentie dus in alle bijzonderheden
gekend, haar zelfs gedeeltelijk geleid te heb
ben
//Doctor Fabian heeft geen geheimen voor mij
en ik, van mijn kant, vond het zeer natuurlijk,
dat gij in mijn studies belang steldet," antwoordde
Waldemar op zulk een onverschilligen toon, dat
de argwaan zijner moeder, dat hij haar plan des
tijds doorgrond had, weer even schielijk week.Zijne
eerste opmerkingen hadden haar min of meer spot
tend in de ooren geklonken, maar een blik op
het onveranderlijk gelaat van haar zoon stelde
haar gerust, 't Was onmogelijk! Noch hij, noch
zijn voormalige leermeester had hare bedoeling
had, en de stad Rotterdam gevoelde zich dien
dag op nieuw gedrongen op schitterende en
geestdriftvolle wijze getuigenis af te leggen
van hare liefde voor het Oranjehuis en van
hare blijdschap over het verkregen volksbe
staan. De gansche stad geen steegje of
slopje uitgezonderd was in feestdos en
in plaats van naakte, stijve straten ontwaarde
het oog thans overal frischgroene lanen
waarboven het roodhet withet blauw en
het oranjegeel als veelkleurige wolken wieg
den en wuifden. Sierlijke muziektenten
kostbare en monumentale eerepoorten waren
opgerichtvele gebouwen openbare zoowel
als particuliere, wezen in zinrijke emblema's
op de beteekenis van het feestde stand
beelden waren gehuld in bloemen guirlan
des en tropeeën en schoon vooral was de
koninklijke baldakijnwaaronder de graaf
van Hogendorp gezeten wasen waardoor
het ieder duidelijk werdhoezeer men hem
in de eerste plaats beschouwde als den
hoofdpersoon van dezen gedenkwaardigen
dag. Vroolijk was de aanblik de paradee-
rende schepen op de Maas met hunne hon
derden vlaggetjes in het wanten ware des
avonds het weder zoo gunstig geweest als
over dagdan zouden de tallooze als in de
lucht hangende lampions boven het spiege
lende watervlak een verrukkelijk effect hebben
te weeg gebracht.
Ter wille van de weinige ruimte, waar
over hier te beschikken is en ook omdat
één mensch slechts op ééne plaats kan zijn,
kan geen melding worden gemaakt van (le
afzonderlijke nummers van het program. Op
een enkel er van willen we aanstonds nog
even wijzen en voor het overige ons bepa
len tot de feestvreugde in de straten.
De drukte daar was zoo grootdat aan
rustig wandelen niet gedacht kon worden
men werd gestuwd getildgedrongen en
voortgehotstzonder den minsten tegen
stand te kunnen bieden het joelde, krioelde
en gonsde dooreen als in een bijenkorf, maar
zonder eenige orde. 's Namiddags reeds
drongen de hongerigen paren bij Stroomberg
binnen alseen bergstroom, en des
kunnen doorzien.
„Leo verheugt zich zeer, u op de jacht in en
om Wilicza te vergezellen," zeide zij, van onder
werp veranderend. „Ik zal mij wel moeten ge
troosten, u de eerste weken weinig bij mij te
zien."
Waldemar zag tot zijn broeder op, die nog al
tijd tegen zijn stoel leunde.
„Ik vrees. Leo, dat wij dat genoegen op zeer
verschillende wijs zoeken. Gij blijft ook als jager
altijd onberispelijk in uw uiterlijk en kunt, zoo
uit het bosch komende, u weer in het salon ver-
toonen met mij daarentegen moet ge midden
door het struikgewas en niet zelden ook door
poelen en moerassen het wild nazetten. Ik twijfel
of u dat zou bevallen
De jonge vorst lachte. „Denkelijk zal 'tin onze
Poolsche bossclien toch nog wel wat krasser toe
gaan dan op de vreedzame jachtgronden van den
Oldenhof. Ge zult het weldra zelf kunnen beoor-
deelen of men er na een ontmoeting met een
wolf bij voorbeeld als eer» salonheertje blijft uit
zien. Ik heb dikwijls genoeg de grootste waag
halzerijen ondernomen, en daar ook YVanda een
groote liefhebster van jagen is Ge weet im
mers dat ze hier op Wilicza logeert
Hij uitte deze vraag plotseling en onverwacht;
zijn stem verrii d de spanning, waarin hij haar
deed. Des te kalmer was Waldemar's toon waar
op hij antwoordde
„Freule Morynski Ja, dat heb ik gehoord."
„Freule Morynski!" herhaalde de vorstin min
of meer verwijtend. „Ze is immers uw nichtje
en zal binnenkort nog in nadere betrekking tot
u komen te staan. Ik vermoed althans,1 dat
Leo niet voor zijn broeder zal willen verzwij
gen, wat voor vx-eemden voorloopig nog een ge
nei m is."
„Zeker niet," viel de jonge vorst hier in. „Na
tuurlijk rnoogt gij 't weten, Waldemar, dat—ik
met Wanda verloofd ben."
Zijne oogen vestigden zich bij deze woorden
vorschend op het gelaat van zijn broeder en ook
de vorstin hield den blik eenige seconden lang
onafgewend op zijn aangezicht gerichtmaar dit
onderging niet de minste verandering. Geen spier
vertrok zich. Hij richtte zich niet eens uit zijn
gemakkelijke, half nonchalante houding op.
(wordt vervolgd)