Nummer 95. Donderdag 29 November 1888. lle Jaargang.
VÏÏTËTA,
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
32
E. Werner.
Waalwpsclie en Langstraalsclic Courant»
it blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ./1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentien 17 regels j 0,60 daarbo en 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Adrertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adol¥ Stkinhr, Hamburg. Reclames 15 cent, per regel.
Te oordeelen naar de door Wilhelm II
uitgesproken redevoering bij de plechtige
opening van den Duitschen rijksdag, zou de
staatkundige toestand van Europa zoo vre
delievend mogelijk zijn. Duitschland,sprak
hij steunende op het drievoudig verbond,
wenscht slechts de handhaving van den vre
de en doet zijn best om dien te bevestigen;
zijn betrekkingen met alle vreemde mogend
heden zijn zeer vredelievend en de rampen
van een builen noodzakelijkheid ondernomen
oorlogal behaalde Duitschland de over
winning is niet overeen te brengen met 's
keizers christelijk geloof en met zijne plich
ten als souveren.
Dat is zeer wèl en in staal de openbare
meening gerust te stellen die niets liever
wenscht dan overtuigd te worden. Ongelukkig
echter begrijpt zij te goed, dat de onzinnige
wapeningendie met koortsachtigen haast
in alle landen worden voortgezet, het gevolg
of het uitvloeisel zijn van een algemeenen
toestandvan de gezamenlijke onderlinge
betrekkingen tusschen de mogendheden en
van een staat van algemeen wantrouwen
welken de nu eens dreigende dan
weder geruststellende redevoeringen niet
kunnen wijzigen. Juist deze algemeene toe
stand blijft het voortdurend gevaar en kan
niet in een paar dagen veranderd worden.
Hoe het zij, hoewel de gebeurlijkheden der
toekomst steeds schrikwekkend blijven, toch
is er voor 'toogenblik geen enkel teeken van
verslimmering of dreigend gevaar in den al
gemeenen toestand van Europa.
Al wat men echter mag wenschen is, dat
de zaken nog lang blijven zooals ze nu zijn,
en dat geen enkel toeval de een oogenblik
gekalmeerde angsten opnieuw kome opwek
ken.
Een der donkerste stippen aan den poli-
tieken horizon is ongetwijfeld de binnenland-
DOOR
Het gesprek werd spoedig algemeen, daar ook
de vorstin en Leo er aan deelnamen. Aan stof
ontbrak het niet. Men praatte over Waldeinar's
reizen, over zijn onverwachte komst, over Wilicza
en den omtrek, maar hoe opgewekt het onder
houd ook mocht zijn, vertrouwelijk was het niet;
men sprak tot een vreemdeling, met wien men
men toevallig in familiebetrekking stond. Die
Nordeck'sche spruit behoorde niet tot den kring
der Baratowski's en Morynski's dit werd van
beide zijden gevoeld en openbaarde zich onwil
lekeurig in den toon van het gesprek. De graal
kon het ook thans niet over zich verkrijgen,
den oudsten zoon zijner zuster anders dan met
het plechtige „u" toe te spreken, terwijl Walde-
mar zijn oom steeds „mijnheer" en .graaf" be
titelde. Hij was weinig vooruitgegaan in de con
versatie en nog altijd even terughoudend en ka
rig met zijne woorden, al was hij wat minder
linksch en onhandig dan vroeger.
Het najaar, dat was aangebroken, bracht na
tuurlijk het gesprek spoedig op de jacht, die een
der voornaamste genoegens van de bewoners der
landgoederen in den omtrek opleverde en waar
aan ook de dames niet zelden deelnamen. Ze
stelden ook nu groot belang in de verschillende
mededeelingen. Leo vertelae eindelijk van de
groote verzameling wapens, die nog van den
ouden heer Nordeck afkomstig was, en roemde
zeer eenige geweren, die zich daarbij bevonden.
Graaf Morynski kwam hiertegen op en meende
dat men de bedoelde, ontegensprekelijk kostbare
buksen alleen als merkwaardigheden kon be
schouwen, terwijl Waldemar het onvoorwaarde
lijk met zijn broeder eens was. De heeren ge
raakten in vuur en besloten den twist te beslech
ten, door zich naar de wapenzaal te begeven en
de zaak in kwestie in persoon te onderzoeken.
Onverwijld gingen ze derwaarts.
„Nog juist de vroegere Waldemarl" zeide de
sche toestand van Frankrijk. De onophou
delijke en vruchtelooze strijd der partijen en
secten, die elkander de oppermacht betwisten,
heeft een langer hoe meer verstoorden toe
stand in 't leven geroepen waarbij alles te
vreezen is. De kamer is een model van
regeeringloosheid en onmacht.
De elkander opvolgende ministeriën doen
niets dan de bestaande instellingen desorga-
niseeren, in plaats van haar kracht en stand
vastigheid te geven, en de uitvoerende macht
is niet in staatde overal heerschende wan
orde te breidelen. 't Is zoo ver gekomen,
dat men zich afvraagt of het bestaande kan
blijven duren zonder dat men in 't aller
minst weet hoe dit alles zal afloopen. Het
grootste gevaar voor de Fransche republiek
is op 'toogenblik gelegen in de steeds toe
nemende populariteit van generaal Boulanger,
met wien de conservatieven niet vreezen zich
te verbinden en wiens geruchtmakende per
soonlijkheid Frankrijk dreigt te werpen in
nieuwe avonturen en het misschien tot zijn
slechtste dagen terug te brengen.
Zooals wij boven zeiden Boulanger ver-
eenigt om zich alle conservatieve fracties in
Frankrijk, royalisten en bonapartisten steunen
hem en in het leger heeft hij vele vereerders,
zijn aanhang neemt steeds toe. Alle onte
vredenen scharen zich om hem clericalen
monarchisten chauvinisten enz., die als
partijen op zich zeiven geen gevaarlijk ele
ment vormen tegen de tegenwoordige regee
ring maar vereenigd Floquets bestuur in groot
gevaar brengen.
Eerst wordt de groote slag geslagen, en is
dan het wild gevallen, dan verdeelt men zich,
daar de beginselen lijnrecht met elkander in
strijd zijn. Voor het oogënblik staat dit vast
wij zijn nog een vol jaar ran den grooten
verkiezingsstrijd verwijderd en gedurende dat
tijdperk zal Boulangers macht eer toe- dan
afnemen.
In den Duitschen rijksdag zal van sociaal
democratische zijde een voorstel worden
ingediend tot opheffing der invoerrechten op
vorstin, hem naziende. Alleen als de jacht mede
in het spel is, wordt hij opgewonden. Al het
andere kan hem niets schelen. Vindt ge hem ver
anderd, Wanda?"
//Ja/ antwoordde de ionge gravin kortaf. „Ik
vind hem wonderlijk bedaard geworden."
„Goddank Hij schijnt althans eenigermate zijn
ruwheid en onbeschaafde manieren, in gezelschap
ten minste, te hebben laten varen. Men kan zien
nu met hem in het publiek vertoonen, zonder
zich te schamen, en behoeft niet terstond bij het
eenvoudigst discours een uitval te vreezen. Zijne
naaste omgeving zal 't evenals vroeger nog wel
hard te verantwoorden hebben bij de eerste ver
gissing, waaraan de rijknecht zich ten opzichte
van zijn paard of honden schuldig maakt, zal de
oude drift wel weer bij hem losbarsten."
Wanda liet deze opmerking onbeantwoord. Zij
had zich in een leunstoel neergezet en speelde
met de zijden kwasten, die daarvan afhingen.
»Reeds zijne komst was een echte Nordecksche
streek," vervolgde de vorstin wrevelig, /t Was
ai dwaas genoeg, dat hij zijn reiswagen' aan het
laatste station wegzond en evenals een avontu
rier te voet hier aankwam, maar dit was natuur
lijk voor Waldemar nog niet voldoende. Hij ziet
de vensters van het kasteel verlicht en hoort dat
er een partij is, en begeeft zich nu ijlings naar
de woning van den administrateur, alleen uit
angst dat men hem zou dwingen zich terstond
in het gezelschap te vertoonen. Eerst s'avonds
laat komt hij met den doctor op het kasteel,
zegt aan Pawlick wie hij is en laat zich naar zijn
kamers brengen, met uitdrukkelijk verbod mij
dit voor den nacht te doen weten. Maar natuur
lijk wist ik het v ij f minuten later. De dienst
boden zijn beter gedresseerd dan hij onderstelt;
doch daar hij zoo bepaald bevel had gegeven
zijne aankomst geheim te houden, bleef mij niets
anders over, dan te doen alsof ik 't niet wist en
mij eerst van morgen door hem te laten ver
rassen."
«Een verrassing die ook ons dwong om lan
ger te blijven," viel Wanda hier ongeduldig in.
«Ik hoop dat papa gauw terugkomt, zoodat wij
kunnen vertrekken."
«Toch niet terstond Ge blijft hier immers het
middagmaal gebruiken
«Neen, tantelief; ik zal papa verzoeken, onmid
dellijk te laten inspannen. Denkt ge dat ik 't
de granen met het oog op de steeds hooger
wordende broodprijzen.
Natuurlijk is van dezen stap geen resul
taat te wachten maar ongemotiveerd kan
hij niet genoemd worden want zelfs de con
servatieve pers kan de treurige gevolgen
van bedoelde invoerrechten niet loochenen
hoewel juist zij niet genoeg over de zege
ningen van dezen protectie-maatrege! heeft
kunnen uitweiden, toen deze wet nog voor
stel was.
Dit jaar is het eerstedat zij in wer
king is en moeielijk zou een ongunstiger
tijdstip te vinden zijn geweeestdaar juist
na den hoogst ongunstigen oogst de druk
van deze belasting zeer sterk wordt gevoeld
en allerwegen de gevolgen reeds worden
gezien van dezen protectionistisch en maat
regel.
Natuurlijk laten de liberalen geen gele
genheid voorbijgaan om op de nadeelige
werking vooral voor de lagere volksklassen
te wijzen.
Ook Berlijn gaat er nu onder lijden. Uit
de statistiek blijktdat in 4 maanden tijds
de rogge 1,92 duurder is geworden dus 25
procent.
Uit alle deelen des lands komen klachten,
dat de arbeidende bevolking zwaar lijdt onder
de hooge broodprijzen.
Over den tarievenoorlog tusschen Frankrijk
en Italië is reeds heel wat geschrijf en ge
wrijf geweestItalië zeide dat Frankrijk er
de meeste schade door leed en Frankrijk
zeide hetzelfde van Italië zoodat men niet
wist wat nu eigenlijk waar waswant aan
openhartigheid en eerlijkheid hebben de diplo-
matieën nooit geleden.
De eenige weg om achter de zaak te komen,
is de ontvangsten der accijnzen na te gaan
over de laatste 9 maanden. In Italië zijn
zij 27 millioen verminderd (in juiste cijfers
27,091,100 en deze vermindering is in hoofd
zaak een gevolg vaa den niet-verkoop van
artikelendie Frankrijk vroeger in Italië
kocht.
prettig vind door mijnheer Waldemar Nordeck
voortdurend geïgnoreerd te worden, zooals hij
dit het laatste half uur heelt gedaan Hij ver
meed het met een bewonderenswaardige hard
nekkigheid mij te antwoorden oi ook maar een
enkele maal het woord tot mij te richten."
De vorstin glimlachte. «Nu, die kleine wraak
oefening moogt ge hem bij deze eerste samen
komst wel gunnen, dunkt mij. Ge hebt vroeger
onmeedoogend genoeg met hem gespeeld en kunt
begrijpen dat de wrok daarover nu en dan nog
weer eens bij hem bovenkomt. Maar dat gaat
wel over, als ge elkander meer ontmoet. Hoe
vindt ge dat hij er uitziet Mij dunkt, hij is wel
iets in zijn voordeel veranderd.''
«Ik vind zijn uiterlijk nog even terugstootend
als vroeger, verklaarde de jonge gravin. «Ja, ei
genlijk nog onaangenamer, want destijds wist hij
niet., welken indruk zijne persoonlijkheid maakte,
terwijl ik hem nu bijna verdenk, dat hij de men-
schen afstooten wil. Maar toch ik weet niet
hoe 't komt, misschien omdat zijn voorhoofd nu
zoo vrij en onbedekt is toch steekt hij niet
meer zoo bij Leo af."
De vorstin zweeg. Diezelfde gedachte was zoo
straks ook bij haar opgerezen, toen de beide
broeders neven elkander stonden. Hoe ontegen
sprekelijk schoon de jongste ook mocht zijn en
hoewel de oudste niet de geringste aanspraak op
schoonheid kon maken, liep deze toch geen ge
vaar op den achtergrond te worden gedrongen.
Indien men evenals de jonge gravin Morynski
zijn voorkomen al onsympathetisch en terug-
stootend mocht vinden, toch lag hierin iets dat
ondanks alles zich liet geldenen ook de moe
der zag zich genoodzaakt dit toe te stemmen.
«Zulke bijzonder groote menschen hebben al
tijd iets boven anderen voor," merkte zij aan.
„Ze imponeeren ons bii het eerste gezicht, maar
dat is ook alles. Verstand en karakter moet men
nooit daarachter zoeken."
„Nooit?" vroeg Wanda met een bijzonderen
klemtoon op dit woord. «Zijt ge daarvan zoo
zeker?"
De vorstin scheen deze vraag vreemd en over
bodig te vindenze zag hare nicht althans ver
wonderd aan.
//Wij weten beiden, welk doel er op Wilicza
bereikt moet worden," ging deze laatste met on
gedwongen bedaardheid voort, „en dan zult ge
Niet alleen zijn de ontvangsten in Frank
rijk niet afgenomenmaar zij zijn met 27
millioen toegenomen. Nu zou men denken,
dat de invoerrechten op granen deze vermeer
dering hebben veroorzaaktmaar ook Italië
heft een invoerrecht van 5 francs en de
oogst is er even ontoereikend als in Frank
rijk zoodat de vermindering in ontvangsten
er des te grooter beteekenis door krijgt voor
Italië.
Wat de zaak van Italië nog erger maakt
is dat het verlies (jaarlijks trok Italië
van Frankrijk i37 millioen) niet gelijkelijk
verdeeld is en enkele streken geheel geruineerd
zijn.
Groot opzien baart een in een Oosten-
rijksch weekblad verschenen artikel, getiteld
„Zwart en geel", naar men zegt geinspireerd
door Cisleithaansche magnaten in welk ar
tikel nien protesteert tegen het Oostenrijk-
Duitsche bondgenootschap, dat men zou wil
len vervangen door een Fransch-Russisch-
Oostenrijksch, gericht tegen Duitschland.
Het „Deutsche Tageblatt" deze penne-
vrucht onder de oogen zijner lezers bren
gend, meent te kunnen constateerendat
aartshertog Rudolf, ten dezen opzichte in 't
geheel niet overeenstemmende met zijn va
der „een aikeer tegen keizer Wilhelm gevoelt,
dien haat en afgunst tot ziekelijkheid
opvoeren." Volgens genoemd blad zal de
aartshertog, als hij Frans Jozef opvolgt, niets
haastiger te doen hebben, dan de banden te
verbreken, die Oostenrijk aan Duitschland
hechten, omdat hij geen Oostenrijk wil, dat
de vassal is van een bondgenoot.
Men weet te Berlijn wel, dat er te Wee-
nen een staatkundige school bestaat die de
Hohenzollern „als parvenu's beschouwt," die
thans nog na twee en twintig jaren wraak
eischt voor Sadowa, die aan Oostenrijk de
overheerschende stelling zou willen terugge
ven, die het vroeger in den Duitschen bond
innam, eene school, die Pruisen „tot zijn
vroegeren lagen rang zou willen terugbren
gen."
mij toch toegeven, tantelief, dat het zeer lastig
en gevaarlijk zou kunnen zijn, als 't uw zoon
nlotseling inviel, met daden te willen toonen dat
hij wel verstand had. Wees voorzichtigMij
staat die kalmte en bovenal dat voorhoofd niet
aan."
„Kind," hex'nam hare tante kalm en bedacht
zaam, „zoudt ge het oordeel over het karakter
van mijn zoon niet liever aan mij overlaten, of
meent ge dat ge met uw twintigjarige onder
vinding mij den weg moet wijzen Waldemar
is een Nordeck en hiermede is alles gezegd."
„En hiermede hebt ge van jongsaf zijn vonnis
geveld. Hij moge in alle opzichten het even
beeld zijns vaders zijn, het voorhoofd met die
scherp geteekende blauwe ader aan de slapen
heeft hi., ah hans van u en acht ge 't dan zoo
geheel onmogelijk, dat hij zich eens als de zoon
zijner moeder doet kennen
„Ja," verklaarde de vorstin op norschen toon,
alsof ze zich door dat denkbeeld alleen reeds be-
leedigd gevoelde. „Leo alleen heeft al mijne ei
genaardigheden geërfd. Wees niet dwaas, Wanda.
Waldemar's gedrag hindert u, en ik moet be
kennen dat hij alles behalve voorkomend tegen u
was maar herinner u wat er vroeger gebeurd
is en schrijf het enkel daaraan toe. Hoe ge er
evenwel toe komt om juist uit zijn langdurigen
wrok af te leiden dat iiij karakter bezit, begrijp
ik volstrekt nietik vind dit juist een bewijs
van het tegendeel. Ieder ander zou u dankbaar
geweest zijn, dat ge hem over een pijnlijke, half
vergeten herinnering heen liadt geholpen en zou
even ongedwongen de aanstaande van zijn broe
der
„Weet Waldemar dat dan al viel de jonge
gravin haar in de rede.
„Ja, Leo heeft hem dit zelf verteld."
„En hoe nam hij 't op?"
„Met de grootste onverschilligheid, hoewel ik
er in mijne brieven zelfs niet van verre op ge
zinspeeld had. Dat is 't juist. Zijn genegenheid
voor u is hij schielijk genoeg te boven geko
men daarvan hebben we de bewijzen, maar
aan die veronderstelde beleediging blijft hij met
al zijn vroegere eigenzinnigheid hechten. Ver
langt ge nu, dat ik zoo iemand een man van
karakter noem P"
(Wordt vervolgd.)