Nammer 58. Donderdag 25 Juli 1889.
12e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEUILLETON.
YINETA,
i
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
GRAANRECHTEN
87 E. Werner
W&iihvijksclic en Laiigslraatsehc Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, ■worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Onder het opschrift „Meelgebrek in Ne
derland" schrijft de Nederlandsche Bakkers-
Courant het volgende
Een tot nog toe ongekend verschijnsel doet
zich thans in de bakkerswereld voor.
Er heerscht meelgebrek.
Het is nog niet zoolang geleden dat er
van de Nederlandsche meelfabrikanten een
beweging is uitgegaanom beschermende
rechten op granen te verkrijgen.
Het was toen ter tijde, dat er groote
massa's buitenlandsch meel onze markten
overstroomden, toen de fabrikanten hun
klaagliederen aanhieven en om bescherming
hunner industrie verzochten.
En thans, welk een groote tegenstelling
Thans nu er iemand gevonden is, om een
voorstel in te dienen, om inkomende rechten
op granen enz. te heffen, nu zijn de toestan
den geheel anders geworden, nu moeten we
zelfs de buitenlandsche industrie te hulp
roepen.
De heer Bahlmann had dan ook zijn voor
stel op geen slechter oogenblik kunnen in
dienen, juist nu er overal in Nederland gebrek
aan meel is en wij de buitenlandsche mole
naars moeten verzoeken, om in het te kort te
willen voorzien, want er is in geen enkele
bewaarplaats van meel te Amsterdam eenige
voorraad van belang aanwezig. De bewaar
plaatsen der meelfabrieken zijn geheel ledig
en de zolders der bakkers zijn, op enkele
uitzonderingen na, zeer schaars voorzien.
Als er partijen meel te Amsterdam aan
komen, wordt er als 't ware om gevochten.
Overal is behoefte, overal is men verlegen,
terwijl alle fabrieken haar grootste krachten
inspannen, om maar voor een deel aan de
vraag te kunnen beantwoorden.
De Nederlandsche meel-industrie staat op
het oogenblik op haar hoogste spanning,
zoodat verschillende merken voor dadelijke
levering van de markt af en niet meer te
koop zijn.
Vele oorzaken liggen aan deze veranderde
toestanden ten grondslag.
1°. Het tijdelijk verminderd productie
vermogen der Nederlandsche maalindustrie,
door het verbouwen der meel- en broodfa-
DOOR
Slot.
Wanda was op een van de steenhoopen neer
zonken, die onder de beukebooraen verspreid
'agen, en gaf zich aan een uitbarsting van harts
tochtelijke droefheid over. Waldemar, die naast
haar stond, hield zich goed, maar ook op zijn
gelaat openbaarde zich al de ernst van dit af
scheidsuur.
„Wanda," zeide hij, de hand zacht op haar
arm leggende, „die scheiding is immers niet voor
eeuwig. Als uw vader zijn geboorteland niet
meer mag betreden, dan verhindert ons immers
niets, hem van tijd tot tijd te bezoeken. Over
een jaar ziet ge hem terug ik beloof 't u."
Wanda schudde bedroefd het hoofd. „Als ik
hem dan nog maar vindHij heeft te veel en te
zwaar geleden, om ooit iets meer van het leven
te genieten, 'tls mij alsof ik voor het laatst zijne
armen om mij heen heb gevoeld."
Nordeck zweeg ook bij hem was die zelfde
vrees bij het afscheid opgerezen. Indien graaf
Morynski de gevolgen van zijne wonden en ge
vangenschap al te boven kwam, den ondergang
der zaak, waaraan hij zijn geheel leven gewijd
had, zou hij waarschijnlijk niet lang overleven.
Toen hij zich nu jaren geleden voor de eerste
maal in de ballingschap begaf, kon hij haar nog
naar lichaam en geest met al zijne mannelijke
krachten weerstand bieden. Nu was echter die
kracht gebroken en wie zou zeggen, hoelang
het overschot daarvan nog stand zou houden.
„Uw vader blijft immers niet alleen," ant
woordde Nordeck eindelijk. „Moeder volgt hem
en ik begrijp eerst thans, wat wij aan naar te
danken hebben. Met dit besluit heeft zij ons bei
den van een zware zorg ontheven. Ge weet hoe
brieken „Holland", „Ceres" en „de Leeuw"
te Amsterdam en het opbouwen der nieuwe
meelfabriek te Middelburg, in plaats van de
afgebrande fabriek te Goes.
20. Het onbeduidend weinige gebruik van
Amerikaansch meel, tengevolge der ongun
stige marktverhoudingen.'
3°. Het ontbreken van Duitsche, Hon-
gaarsche en Belgische partijen meel van
eenig belang.
4°. Het wachten van enkelen, bij voorkeur
op nieuwe tarwe.
5°. De speculatie van enkele fabrikanten.
Al deze oorzaken hebben gezamelijk het
gevolg, dat er gebrek is aan meel.
De vraag ligt voor de handzal die toe
stand nog lang kunnen aanhouden
Als men er niet in slaagt, zich in het
buitenland te voorzien, dan is het einde van
dezen toestand niet te zien. Vele maanden
zal het nog duren voor de stilstaande fa
brieken weer kunnen leveren.
De andere fabrieken kunnen onmogelijk
meer malen dan ze op heden doen; de fa
brieken, die achter zijn in de levering, komen
hoe langer hoe verder achteruit, en als het
buitenland niet afdoende bijspringt, is er
vooreerst nog geen einde aan dit gejammer.
Onder de onuitputtelijke voorwerpen in
den komkommertijd, onder de onderwerpen,
die voor dagblad- en kroniekschrijvers een
geliefkoosd stokpaardje zijn en blijven, nemen
het boulangisme en de held er van een
eerste plaats in. Nu, dat er geen gebrek aan
stof komtdat men altijd over iets kan
schrijven, daarvoor zorgt de generaal ruim
schoots en in dat opzicht verdient hij den
dank van alle dienaren van de koningin dei-
aarde, die anders om dezen tijd des jaars wel
eens met de handen in 't haar zitten, omdat
zij de blanke pagina's moeten vullen en niet
weten waarmede. De ondankbaarheid van 't
menschdom is groot; in plaats van nu zoo'n
lawaaischopper, zij het niet uiterlijk merk
baar, innerlijk dankbaar te zijn, worden op
den braven generaal allerlei aanvallen ge
daan, worden zijne goede bedoelingen mis-
zij altijd aan haar eenigen broeder gehecht is
geweestzij zal hem den steun bicden dien hij
noodig heeft."
Wanda's blikken zochten nog altijd het schip,
dat nu nog slechts van verre zichtbaar was.
„En gij verliest ook uwe moeder, terstond na
dat ge haar hebt gevonden," zeide zij zacht.
Zijn voorhoofd betrok bij deze herinnering.
„Denkt ge dat mij dit gemakkelijk valt? En toen
vrees ik dat zij gelijk heeft. Wij hebben te veel
overeenkomst met elkander om een van beiden
de minste te kunnen zijn, en als wij bij elkaar
bleven, zou dit allicht eens voorkomen. Behoorde
ik tot haar volk of zij tot het mijne, dan zou
hiervan geen sprake zijn, dan zou alles wat ik
onderneem en tot stand breng, haar trots, haar
eigen wil zijnmaar nu staat die wil ten eeu
wigen dage vijandig tegenover den mijne en moet
ik overal, waar ik op Wilicza mijne inrichtingen
wil doorzetten, eerst de haren vernietigen. Wij
kunnen elkander over die kloof wel de hand
reiken en eindelijk voelen dat we moeder en zoon
zijn samen voortgaan kunnen we niet, Zij
heeft dit helderder ingezien dan ik en gekozen
wat voor ons allen het beste ishaar besluit al
leen verzekert ons de verzoening."
De jonge gravin hief de donkere, betraande
oogen tot hem op. „Hebt gij papa's sombere
waarschuwing vergeten Ook tussclien ons bei
den bestaat die rampzalige nationale tweespalt,
die van ouds onze familie verdeeld heeft. Zij heeft
ook uwe ouders ongelukkig gemaakt."
„Omdat zij elkaar niet liefhadden," voegde Wal
demar er bij. „Omdat slechts koele berekening
aan beide zijden den innigsten band knoopte,
die twee menschen vereenigen. Dit kon geen
verzoening ten gevolge hebbendit moest den
ouden strijd slechts des te heftiger doen ontbran
den. Wij'hebben echter een anderen grondslag,
waarop ik mijn geluk zal weten te handhaven.
Indien ons huwelijk inderdaad een waagstuk is.
durven wij dit ondernemen."
De dunne wolkendie door het luchtruim
zweefden, werden al lichter en lichter en in het
oosten flikkerde het morgenrood. De geheele ho-
kend en waarlijk de man meent het zoo
goed met zichzelven.
Het bedenkelijk besluit tot verbod der
veelvoudige candidaturen, door de Fransche
Kamers voor ze scheidden vastgesteld, is
door Boulanger met een manifest aan de
kiezers beantwoord.
Daarin zegt hij, dat de Kamer, als hare
laatste wetgevende daad, een aanslag heeft
gepleegd op het algemeen stemrecht. De
gevolmachtigden hebben de hand gelegd op
de rechten van hen, die de volmacht ver-
leenen. Iets zoo monsterachtig kwam nooit
voor. Men moet zich echter niet verbeelden,
dat het interdict, tegen een man uitgespro
ken, de natie zal beletten haren souvereinen
wil te doen kennen en dien den ellendelin
gen op te leggen, die meenen de wet te
kunnen voorschrijven.
Om nu te protesteeren tegen deze ver
foeilijke wetsverkrachting dus vervolgt
Boulanger heeft het nationaal republi-
keinsch comité besloten, dat ik mijne protest-
candidatuur zal stellen bij de departementale
verkiezingen (voor de algemeene of arron-
dissemenisraden) in 80 kantons. Daar het
cijfer 80 onherroepelijk is vastgesteld, vraag
ik aan de eerlijke kiezers van elke schakeering
mij hunne stemmen te geven in de districten,
die ik zal aanwijzen, maar verzoek hun, niet
op mij te stemmen in eenig kanton, dat ik
niet zal hebben aangewezen. Ik weiger bij
voorbaat elk andere candidatuur.
Deze eerste uitspraak van het volk zal
het voorspel zijn van de groote aanstaande
zegepraal.
De sikkel wordt dus omgesmeed tot zwaard
en aan verkiezingen, die oorspronkelijk een
geheel onschuldig karakter hebben, en waarbij
doorgaans slechts de locale belangen op den
voorgrond treden eene geheele nieuwe
staatkundige beteekenis gegeven. Gegeven
het feit, dat men nu eenmaal als beroerder
en aanstoker is opgetreden, is de manoeuvre
zeker nog al handig gevonden en eene koene
beantwoording van de daad der Kamer.
Nog geen vier en twintig uren waren er
verloopen na 's generaals verkiezingsmanifest,
of een nieuw verscheen om in heftige termen
en door scheldwoorden in plaats van flinke
argumenten, de acte van beschuldiging te
rizon baadde zich in een rooden gloed en de gol
ven schenen als met vloeibaar goud overgoten.
Nu straalde en tintelde er een vonk, als het ware
de eerste groet der opkomende zon, en daarop
steeg de schitterende dagvorstin zelve uit de ba
ren, langzaam en al hooger, totdat zij eindelijk
daarboven verrees en zien in al hare pracht en
heerlijkheid vertoonde. Een frissche koelte ver
hief zich en de tot hiertoe zoo grauwe water
vlakte werd donkerblauw gekleurd. Met den
opgang der zon werden licht en leven over land
en water uitgestort.
De eerste stralen troffen den Beukenheuvel en
deze deden den witten nevel optrekken, die tus
sclien de boomen hinghij viel neer op de be
dauwde vlakte, hij verspreidde zich in het bosch
en alleen een lichte damp bleef nog achter. De
morgenwind streek door de toppen der forsche
beuken, die zich ruischend tot elkander overbo-
gen, maar wat zij thans fluisterden, dat was geen
droeve klacht meer van vergaan en sterven, zoo
als destijds aan het kleine meer in de bosschen
van Wilicza. En toch was juist daar, in die herfst
achtige omgeving, uit nevelen en schaduwen en
schemering, het visioen voor hen opgestegen, dat
thans volle werkelijkheid was geworden de
Beukenheuvel, in zonneschijn gehuldmet de
ruischende zee aan zijn voet, met de dichterlijke
taal, die boomen en golven hun toefluisterden.
Wederom stonden Waldemar en Wanda op de
zelfde plek, waar, jaren geleden, de wilde, on
stuimige knaap had gestaan, die meende dat hij
slechts de hand behoefde uit te steken, om zich
datgene, wat het eerst zijn hartstocht opwekte,
als zijn onbetwistbaar eigendom toe te eigenen,
en het overmoedige kind, dat met dien hartstocht
op lichtzinnige wijs had gespeeld. Destijds wis
ten beiden nog niets van het leven en van de
verplichtingen, die het oplegt. Sedert dien tijd
hadden zij het in al zijn diepen ernst leeren ken
nen, was 't een kamp en worsteling vo.r hen
geweest had het alles tusschen hen gesteld
wat twee menschen slechts kon scheiden.
Maar de oude zeelegende had toch waarheid ge
sproken. Van het oogenblik af, dat die beide
weerleggen van den procureur-generaal.
De heeren Boulanger, Dillon en Rochefort
stellen zich aan als de vervolgde onschuld,
zij zijn de martelaren voor de goede zaak,
en de regeering „heeft eerst beproefd den
eerlijken officieren leugenachtige aanklachten
te ontlokken tegen hun voormaligen chef,
heeft zich tot misdadigers (gewend om ge
tuigenissen te verzamelenwelke met de
belastingpenningen der burgers worden be
taald en dan durft men den ex-minister van
oorlog te beschuldigen van verduistering van
'slands gelden!" 't Is dan ook al te erg
om zoo iets te zeggen van den grooten
generaaldie ondertusschen zijne waarde
medelandgenooten uitnoodigt te „oordeelen
tusschen hem en zijne vriendjes en deze
dieven" en zegt, dat dat oordeel zal worden
geveld door het algemeen stemrecht.
In de Fransche bladen wordt natuurlijk
dagelijks uitgeweid over het boulangisme
in verband met de verkiezingen, die ophanden
zijn.
In het Britsche Lagerhuis heeft de
afgevaardigde Labouchère aan de regee
ring gevraagd of het waar was, wat de Ita-
liaansche „Opinione" had gemeld, namelijk
dat tusschen Engeland en Italië een afspraak
is gemaakt, krachtens welke de vloten van
beide landen in gemeenschappelijk overleg
zullen handelen voor het geval van eenen
Fransch-Italiaanschen oorlog. Een Eugelsch
eskader zou daartoe steeds gereed zijn om
Italië te hulp te komen.
In zijn antwoord daarop zeide de vice-
minister Fergusson, dat de houding der En-
gelsche regeering in het niet zeer waarschijn
lijk geval van eenen oorlog tusschen Frankrijk
en Italië, evenals bij alle andere staatkundige
verwikkelingenondergeschikt zal worden
gemaakt aan en afhangen van de belangen
van Engeland. En door de regeering is geen
enkele verbintenis aangegaan, waardoor hare
vrijheid van handelen aan banden gelegd
zou kunnen worden.
Men is in officieuse kringen in Duitsch-
land uit zijn humeur over de nonchalance,
waarmede Ruslands czaar het hof en daar
door het geheele rijk behandelt. Een artikeltje
in de Köln. Ztg. is de tolk dezer stemming.
jeugdige harten zoo zacht en onmerkbaar onder
de betoovering daarvan geraakten, hadden zij
zich daaraan niet weer kunnen onttrekkenon
danks verwijdering en scheiding waren ze onder
dien invloed geblevenondanks haat en strijd
en alle vijandige machten, was de droom bij
zonsondergang nu eindelijk verwezenlijkt.
Waldemar had den arm om Wanda heengesla
gen en zag haar diep in de oogen.
„Gelooft ge nog dat een Nordeck en een Mo
rynski niet gelukkig samen kunnen zijn?" vroeg
hij. //Wij zullen de schaduw doen verdwijnen,
die tot hiertoe op de vereeniging van die twee
namen heeft gerust."
Wanda vlijde het hoofd tegen zijn schouder.
„Ge zult veel geduld moeten hebben met uwe
vrouw en uzclr dikwijls moeten beheerschen,
vrees ik. Ik kan niet alles verloochenen, wat mij
zoolang heilig en dierbaar is geweest. Ruk mij
niet geheel los van mijn volk, Waldemar! Be
denk dat een deel van mijn leven daarin is ge
worteld."
„Ben ik dan ooit hard tegen «geweest?" Wal-
deraar's toon klonk weer zoo zacht en teeder als
die koele, stroeve man slechts tegen een wezen
kon aanslaan. „Die oogen hebben den onhandel-
baren knaap immers al beheerscht; ze zullen ook
den man weten te beteugelen. Ik voorzie, dat
die schaduw nog dikwijls tusschen ons zal op
rijzen zij zal u misschien nog menigen traan,
mij nog menigen strijd kostenmaar ik weet
dat mijne Wanda in elk gewichtig oogenblik
staan zal, waar ze eens heeft gestaan, toen ik in
doodsgevaar verkeerde, en waar voortaan alleen
hare plaats is aan de zijde van haar echtgenoot.'
Het vaartuig, dat den vluchteling aan zijn va
derland ontvoerde, verdween in het nevelig ver
schiet. Door de blauwe waterea ingesloten
baadde de Beukenheuvel zich in zonnegloed. De
zee zong weer hare altijd frissche en altijd nieuwe
melodie, uit het ruischen van den wind en het
bruisen van de golven bestaande, en daartus-
schen klonken geheimzinnige tonen als van ver
wijderd klokgelui de groet van het verzon
ken Vineta.