Nummer 60. Donderdag 1 Aug. 1889. 12e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIBLEN,
Mag de politie iemand uit
de gemeente zetten?
Staatkundig overzicht.
>&-.
Aboa™mrtB?riifM^rmatfdeen noo^ UITGEVER: Advertentie 1-7 regel. 0,60 daarboven 8 cent per regel,
a».n qen uitgever. Waalwijk.Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De Directeurjvan het post- en te
legraafkantoor te Waalwijk brengt
ter algemeene kennis, dat te rekenen
van 4 Aug. e k. het kantoor op Zon
en alg. christelijke feestdagen voor
het publiek zal zijiTopengesteld van
8 tot 9 voor- en "van 1 tot 2 ure
namiddags. De directeur voorn.,
FLÜIJT
STAAT VAN BRIEVEN
Verzonden gedurende de le helft der
maand Juli
Geadresseerd aan onbekenden.
Van het hulpkantoor Bezooien.
Huon. Amsterdam.
Kunnende de brieven door tusschenkomst vau
het postkantoor terugbekomen worden.
De directeur
FLUIJT.
Telkens vindt men in de dagbladen be
richten over den strijd tegen landloopers,
bedelaars, venters van papier, lucifers en der
gelijke voorwerpen, die in belachelijk geringe
hoeveelheid slechts worden medegedragen
door die quasi-kooplieden, als een schild te
gen mogelijke strafvervolging.
Steeds blijkt het beste middel om dierge
lijke ongenoode gasten te weren, in handen
der ingezetenen te berusten en te bestaan
in een volgehouden weigering om iets te ge
ven want de openbare macht is zoo goed
als ongewapend tegen die menschen, zoo
lang ze den schijn bewaren hun waar ten
verkoop aan te bieden, en niet vragen of
bedelen en zoolang twee getuigen dit feit
zouden constateeren.
Zoo de ingezetenen maar volhouden, dan
wordt de overlast terstond merkbaar minder
zooals blijkt uit de zooeven genoemde cou-
rantberichten.
Dit middel is gereedelijk toe te passen
door hen, die in den bebouwden kring eener
gemeente hun verblijf hebben, maar wie bui
tenaf woont en niet terstond de hulp van
buren kan inroepen, huivert er in den regel
voor terug, om aan die klanten een hard
woord of zelfs een weigering te geven, zoo
dat op den landbouwer voornamelijk de last
blijft drukken van de zwervende benden, die
met tal van kinderen en honden, van ge
meente tot gemeente trekken, als de slak
hun wening overal medesleurende, hoewel
ze zorgen ergens een vast domicilie te heb
ben, niet wetende dat volgens het nieuwe
strafwetboek, het gemis aan vaste woonplaats,
geen onmisbaar vereischte meer is voor het
wezen van landlooperij, en alleen zij uit de
zen hoofde strafbaar zijn, die zonder mid
delen van bestaan rondzwerven.
Het zijn stoelenmatters, bezembinders, man
denmakers en zoo meer, dus volstrekt geen
landloopers.
Menig gemeentebestuur, er op bedacht om
de ingezetenen zooveel mogelijk vau die
plaag te bevrijden, toog aan het wetgeven,
aan diergelijk „geboefte" verbiedende, hun
wagenwoningen op den publieken weg uit te
spannen, den wagen te laten staan en te
overnachten. Het weinig parlementaire woord
geboefte, is nog de oude term van het vo
rig strafwetboek, de vertaling van „des gens
sens aveu," en het eenigszins zonderling ge
formuleerd verbod, is genomen uit de poli
tieverordening van een onzer Nederlandsche
gemeenten, die aanleiding gaf tot de beslis
sing van den Hoogen Raad, die we even
wenschten aan te stippen.
He* volgende feit gaf tot die beslissing
aanleiding. Twee Duitschers, de een 85 de
ander 26 jaren oud, lagen met honden, vrou
wen en kinderen naast hun kermiswagens op
gemeenteterrein, langs of op den openbaren
weg. Op last van den burgemeester, zegt
de veldwachter hen aan, de gemeente te ver
laten. De familie stoort er zich niet aan en
blijft waar ze is. De veldwachter verbaliseert.
De lieden worden veroordeeld, doch ten slotte
spreekt de Hooge Raad bij arrest van 3 Juni
jl. uit, dat de menschen niet strafbaar zijn,
de kosten te dragen door den staatzoodat
nu voortaan de kermiswagens en diergelijke,
ongestoord maar overal kunnen neergezet
worden en wij die nomadische horden zullen
moeten dulden!
Deze conclussie zou niet juist ;ijn. De
kwestie liep niet over de woningen maar
over de menschen.
De politieverordening luidt„Het is aan
eigenaars of geleiders van wagenwoningen
verboden op publieke wegen hunne trekdie
ren uit te spannen, den wagen te laten staan
en te overnachten. Zij zijn gehouden op de
eerste aanmaning van de politie de gemeente
te verlaten, zullende zij bij gebreke van
dien, op hunne kosten door de politie ver
wijderd worden."
Een zonderlinge uiting eener goede ge
dachte, daargelaten het plotseling uit de lucht
vallend en op zich zelf staand verbod om te
overnachten.
De Hooge Raad verzette zich tegen het
laatste gedeelte van het artikel, tegen het
bevel om de gemeente te verlaten, oordee-
lende dat een gemeentebestuur niet bevoegd
is voor te schrijven, dat iemand de gemeente
zal hebben te verlaten, omdat door dergelijke
bepalingen, in strijd met artikel 4 der Grond
wet, tengevolge van gemeenteverordeningen
aan personenhetzij ingezetenenhetzij
vreemdelingen, het verblijf in de gemeente
en als gevolg daarvan ook in het rijk zou
kunnen worden ontzegd en dat reeds hierom
het niet voldoen aan een op deze bepaling
gegrond bevel, niet strafbaar is.
Het door den Hoogen Raad aangehaalde
artikel der grondwet luidt„Allen die zich
op het grondgebied van het rijk bevinden,
hebben gelijke aanspraak op bescherming van
persoon en goederen.
De wet regelt de toelating en de uitzetting
van vreemdelingen en de algemeene voor
waarden op welke, ten aanzien van hun uit
levering, verdragen met vreemde mogendhe
den kunnen worden gesloten."
De eerste alinea van dit artikel zullen en
kunnen we gelukkig veilig onbesproken la
ten, want na het conflict van Zwitserland
met Duitschland over den weinig handigen
detective Wolgemuth, is het aan kleinere sta
ten maar geraden, om zoo min mogelijk dat
onderwerp op het tapijt te brengen.
Het tweede gedeelte komt hier evenwel
in aanmerking „de wet (dat is geen poli
tieverordening, al is dat ook een wettelijke
bepaling) regelt de uitzetting van vreemde
lingen." Over ingezetenen spreekt de grond
wet niet, maar bij de behandeling van dit
artikel is er in de wetgevende vergadering
genoeg over te doen geweest. De heeren de
Ranitz, Hartogh en ook onze tegenwoordige
minister van justitie, mr. Ruys van Beeren-
broek, verlangden dat uitdrukkelijk in de
grondwet werd uitgesproken„Nederlanders
kunnen in geen geval uitgeleverd worden."
Laatstgenoemd lid stelde zelfs een amende
ment in dien geest voor, maar de ministers
verzetten zich er tegen, niets mocht geprae-
judicieerd worden, en men mocht thans de
mogelijkheid niet uitsluiten, om later nog te
doen wat dan misschien noodig mocht blij
ken te zijn. In allen gevallen tot heden is
de wet var. 6 April 1875, staatsblad no. 66,
daar om te verhoeden, dat Ned rlanders uit
geleverd worden.
Het staat dus nu vast, dat men zulke lie
den niet mag uitzetten, niet over de grenzen
brengen, maar de beslissing houdt niet in,
dat het aan gemeentebesturen verboden is te
verordenen omtrent wagens zeiven.
De verordening eener andere gemeente
luidt„het plaatsen of geplaatst hebben van
woonwagens op of aan de openbare straat is
verboden, tenzij daartoe verlof is verleend
door of vanwege burgemeester en wethou
ders."
Dit zal op den duur wel voldoende zijn.
Wanneer men de overtreders dezer bepaling
ettelijke malen bekeurt, en er volgt een pro
gressief verzwaarde straf, dan zullen die in
richtingen even goed uit de verordende ge
meente verdwijnen als thans de vermomde
bedelaars wegblijven, nu ze geen voordeel
meer in hun bedrijf zien.
Op eens kan men aan een misbruik geen
einde maken, zoo als de alleszins lofwaardige
raad van de ongenoemde gemeente dat met
zijn krasse verordening hoopt te doen. Lang
zaam gaat zeker.
In 80 kantons zou Boulanger, gelijk het
aanvankelijk heette, candidaat zijn bij de
verkiezingen. Dit getal is later geklommen tot
88, en daarna is het gestegen tot 98. Maar
hierbij is het bij lange niet gebleven. Wel
in 3()0 kantons was hij candidaatvolgens
eene andere opgave zelfs in 400. Zelf heeft
hij zich niet in al die districten bij de kie
zers aanbevolen maar hij heeft zijne vrien
den laten begaan, en dit moet vooraf aldus
beraamd zijn, om, indien het cijfer der op
hem uitgebrachte stemmen meevalt, die dan
bijeen te tellen en daarvan hoog te kunnen
opgevenen indien hij fiasco maakt, zich te
kunnen verschuilen achter de bewering, dat
hij slechts daar wezenlijk candidaat was, waar
hij zich zelf als zoodanig heeft gesteld, en
dat in de overige kantons anderen buiten
hem zijn omgegaan. Op die wijze nu is
eene proef op groote schaal met de stembus
genomen, en, hoe goed ook overlegd, uitge-
loopen op een schandelijk fiasco. Slechts 12
maal is Boulanger gekozende geheele uit
slag voor zoover bekend is:
Gekozen 1421 republikeinen, 752 conser
vatieven, Boulanger 12 maal, 160 herstem
mingen. De republikeinen hebben bij de
verkiezingen 26 zetels verloren.
Verdere bijzonderheden zie men onder de
rubriek Frankrijk.
Een nieuw incident heeft zich in zake het
proces Boulanger voorgedaan en vormt het
onderwerp van aller gesprek. In de eerste
dagen van de nu aangevangen week zouden
aan de leden van het hooggerechtshof wor
den ter hand gesteld de dossiers van enor-
men omvang, bevattende de uitspraak van
de getuigen voor de commissie. Wie schetst
nu de agitatie, gewekt door de publicatie er
van Zaterdag en Zondag in de boulangisti-
sche „Cocarde,, en „Intransigeant. De eerste
openbaar gemaakte getuigenissen waren die
van den generaal Ferron en Alibert, betref
fende de verduistering van gelden, door Bou
langer geplee-d en Zondag werden zij voort
gezet door de getuigenissen van generaal
Saussier, Reinach, Baret enz. Veel nieuws is
niet openbaar geworden, maar het feit op
zich zelf bart groot opzien en onmiddellijk
is een nauwkeurig onderzoek ingesteld hoe
zulke officieele stukken aan de redacties van
beide bladen in handen zijn gekomen. Ee.i
der redacteurs van de Cocarde is reeds in
hechtenis genomen, 't Schijnt, dat een vrouw,
werkzaam aan de drukkerij van den senaat,
tegen geldelijke belooning genoemde bladen
een exemplaar van het dossier heeft ter hand
gesteld zij is Zondag avond in hechtenis
genomen.
Zondagavond bevatten al de boulangisti-
sche bladen uittreksels uit het dossier.
l)e „Standard verneemt uit Kairo dat de
staat van zaken aan den Boven-Nijl met den
dag ernstiger wordt. De vijandelijke strijd
krachten werden blijkbaar onderschat.
De Engelsche troepen concentreeren zich
te Assouan. Weder heeft een regiment be
vel ontvangen om naar Kairo te vertrekken.
Voortdurend komen er in het kamp van ko
lonel Woodhouse talrijke deserteurs aan.
Naar hun zeggen zal Wolkuelmur weder
noordwaarts op marsch gaan. De infanterie
wordt hier verwacht. Het 20ste regement
huzaren vertrekt morgen naar het zuiden.
De Nijl is snel aan het wassen.
Naar de „Daily News" uit Athene ver
neemt, wordt op Kreta de toestand luidens
officieele berichten dagelijks al hagelijker en
wel door het afbreken der onderhandelingen
tusschen de opstandelingen en de nog over
gebleven christelijke leden der nationale ver
gadering. Dagelijks komen er nieuwe Turk-
sche troepen aanhetgeen niet verhindert
dat wederom verscheidene christenen door
Moslem vermoord zijn. Alle handel heeft
opgehouden. Twee honderd Grieken zijn
uit Athene op het eiland aangekomen.
Uit de van Creta ontvangen berichten
blijkt verder dat de agitatie aldaar toeneemt.
De Cretenzers volharden bovenal in den eisch
van financieele zelfstandigheid. Een zeker
aantal familien verhuizen naar Griekenland.
Verschillende consuls hebben aanvraag ge
daan om oorlogschepen ter beveiliging hun
ner landgenooten.
Het Fransch eskader is in den Piraeus
aangekomen.
De „Times" verneemt uit Sofia dat het
de eerste maal wasdat er geschil ontstond
tusschen Ferdinand en den minister van
buitenlandsche zaken. De eerstgenoemde
verweet aan Stransky zijne anti-Oostenrijksche
gezindheid omdat hij den Oostenrijkschen
agent te Sofia geen dankbezoek bracht na
des keizers toespraak tot de delegaties. De
minister antwoordde dat hij zijnen dank naar
Weenen liet overbrengenhetgeen hij vol
doende oordeelde. Hij ontkende voorts
eene anti-Oostenrijksche gezindheid, en bood
Ferdinand zijn ontslag aan, hetgeen de prins
nog niet heeft aangenomen.
Van alle manifestaties van het internatio
nale socialisten-congres te Parijs, dat zijn
zittingen voor enkele dagen heeft gesloten,
verdienen voornamelijk de opmerkzaamheid
het feit, dat bijna alle sprekers verzekerden,
dat de sociaal-democraten „gereed zijn voor
den strijd op het beslissend oogenblik" en
de stormachtige toejuichingen, welke telken
male die opgeschroefde verzekering ten deel
vielen. Men bemerkt er door welke de be
doelingen zijn der heeren sociaal-democraten.
Omverwerping, revolutie, dat is hun doel en
streven, niet langs wettelijken weg, maar
door geweld. Wat zouden de uitdrukkingen
der afgevaardigden en de luide bijval, er door
verworven, anders beteekenen
De vertegenwoordiger van Zwitserland zei-
de „Als het tot den beslissenden strijd
komt, zullen ook de Zwitsers hun plicht
kennen." Hongarije'» afgevaardigde meende:
„De Hongaarsche bevolking zal op het be
slissend oogenblik weten, wat zij doen moet,"
De Nederlandsche verzekerden „De Neder
landsche werklieden zullen op den dag der
beslissing evenals hun internationale broe
ders overwinnen of sterven." Ruslands ver
tegenwoordiger gaf de verzekering „De
groote industrie wint in Rusland meer en
meer velddaardoor wordt het proletariaat
gedrongen tot aansluiting en de sociale re
volutie zal daarvan het gevolg zijn." De
Italiaansche en de Zweedsche afgevaardigden
verzekerden insgelijks dat in de door hen
vertegenwoordigde landen de sociaal-demo
cratie op het beslissende oogenblik gereed
zou zijn voor den strijd.
Men kan geen twijfel koesteren als men
dergelijke taal hoort, of staat en maatschappij
verplicht zijn dat „beslissende oogenblik"
met alle ten dienste staande middelen af te
wenden en op die mededeelingeu met ge
paste tegen-maatregelen te antwoorden.
De Echo van het Zuiden,
Waal w(j ltsclie en Langstraatsclie Courant
-J j i