N uminer 71. Zondag 8 Sept. 1889. 12e Jaargang. TONI. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, FEUILLETON. Staatkundig overzicht. UITGEVER: Waalwijk. Het Russisch-Fransch bondge nootschap. Naar het Duitsch van v. d. Horst en Laugslraalsdie Courant, D:t- blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per pos- door het gehecle rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels j 0,G0 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden Smaal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van A.DOLÏ Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. „Daily News" bevat het volgende sensatie- bericht van zijn correspondent te Odessa: „In officieele kringen loopt het ge rucht, dat een bondgenootschap tusschen Rusland en Frankrijk formeel bekend zal worden in 't begin van 't aanstaand voorjaar. „Rusland voegt men er bij, heeft redenen om de bekrachtiging van het bon Igenoot- schap uit te stellen tot het einde des jaars, hoewel de overeenkomst feitelijk reeds in den geest bestaat, zoo niet op schrift. Voorloopig echter zijn reeds beschikkingen voor zekere belangrijke gebeurlijkheden ge nomen." Misschien is 't nog lang zoover niet als „Daily News" te kennen geeft, maar zeker is 't toch dat een bondgenootschap tusschen Rusland en Frankrijk door de gansche Europeesche pers voor mogelijk gehouden wordt. Duitschland en Oostenrijk hebben als pre ventieven maatregel Italië aan zich verbon den en thans beproeft Bismarck Engeland te winnen. Het Russisch-Fransch bondge nootschap telt reeds lang in de berekeningen van Duitschland Oostenrijk en Italië mede als cene gebeurtenis, die, hoewel nog niet waarschijnlijktoch tot de mogelijkheden behoort, die voorzorgsmaatregelen eischen Zoo hebben wij den Duitschen kanselier in zijne laatste groote redevoering de noodza kelijkheid hooren bespreken waarin het kei zerrijk wellicht zou kunnen komen, om den eenen of anderen dag een miüioen soldaten op zijne westelijke grens tegen Frankrijk en een ander millioen op zijne oostelijke grens tegen Rusland bijeen te trekken terwijl een derde millioen reservisten zich in het mid den des lands gereed zou houden om rechts of links te helpen. Wat een vreeselijk grooten oorlog zouden we in Europa hebbenals een aanvallend bondgenootschap tusschen Rusland en Frank- door 9- Q. Q. De oude geneesheer schudde droevig het hoofd. „Daarover later, ga nu met mij mede, dan moogt ge van verre een blik slaan op het arme kind, dat thans door een hevige koorts verteerd wordt. God geve,' sprak hij opstaande, //dat alles goed afloope, doch ik vrees er voor." Hij wenkte zijnen vriend hem te volgen en ge leidde hem naar een keurig gemeubeld salon netje. Daar verzocht hij dezen te wachten, terwijl hij zelf voorzichtig de deur opende, die toegang gaf tot de kamer, waarin de arme Toni, bleek en klappertandend, op een rustbed lag. De Au tra lier beschouwde aoor de plooien der portière het schoone gelaat van het jonge meisje, met een mengeling van medelijden en nieuwsgierigheid. Dit was dus zijne Toni, dat bleeke sidderende meisje, dat, op het zien van den ouden genees heer, in bittere tranen uitbarstte. Ja, hij zag het, het was het verjongde even beeld van zijne beminde zuster, hetzelfde kas tanje-bruine haar, dat in rijke lokken het schoone gelaat omlijstte, dezelfde heerlijke schoone oogen van zijne teer beminde ilenriette. Het kostte den ouden man moeite om zijne kalmte te bewaren, om te blijven op de plaats, hem door zijnen vriend aungewezen en niet naar binnen te snel len om het lieve, ouderlooze meisje aan zijne borst te drukken. Toni was zoo zwak, dat haar stem nauwelijks zijn oor bereikte. Trouwens de doktor vroeg ook slechts het hoogst noodzakelijke hij troostte en stelde haar gerust en smeekte haar zich toch te bed te willen leggen. „Toni, ge moogt niet weigeren, ge zijt ziek, zwaar ziek, mijn urm kind Het ongelukkige meisje schudde het hoofd. „Ik kan niet, lieve dokter, ik mag nietIk zou uw geheele huishouden in de war brengen. Ge lijk werkelijk tot stand kwam. We zouden Duitschland drie kolossale legers zien op roepen, Frankrijk zou misschien anderhalf millioen soldaten op zijn Noord-Oostelijke grens samentrekken en een half millioen aan de zijde van Italië. Italië zou 600,000 man naar Piemont zen den. Rusland zou zijn enorm leger in Polen hebben en een ander aan de Niemen om tegen Pruisen te ageeren, en een andere troe penmacht bestemd tegen Oostenrijk welke meer dan 1,200.000 man op de de grens van Galicie zou werpen. Ziedaar de voorstelling, welke zij zich van een toekomstigen oorlog maken die zich verontrusten bij het denkbeeld, dat een Rus sisch-Fransch bondgenootschap werkelijkheid zou kunnen worden. Men verwondere zich na dit alles niet over het bekende gezegde van Bismarck, datin vergelijking van dien te wachten strijd, de oorlogen van 1866 en 1870 maar „kinderen" zullen geweest zijn. Het beschaafde Europa zou misschien zulk een ramp niet overleven. 't Is daaarom te hopen, niet alleen in 't belang van den vrede, maar van de beschaving zelve dat bedoeld verbond nooit tot stand kome. Zeker is 't dat Rusland ontevreden is over Duitschland en Oostenrijk en, om dit te too nen, zich hoe langer hoe beminnelijker voor doet tegenover Frankrijk. Europa is dus op het punt op diplomatiek terrein in twee kam pen verdeeld te worden. Uit dien toestand moet niet noodwendig oorlog volgen, maar zeker zal de ongerust heid algemeen toenemen, het vertrouwen in de toekomst verminderen, ja misschien ge heel verdwijnen. En dit alles omdat de Russische en Oos- tenrijksche belangen op het Balkan schierei land niet overeenstemmen. Zou er dan voor de Europeesche diplomatie vols.rekt geen middel bestaan om dat eeuwigdurende Oos- tersche vraag te regelen, dat reeds zooveel bloed gekost heelt, maar dat nu geheel ons werelddeel in oorlog zou kunnen brengen Een tot wanhoop gebracht diplomaat heeft zoudt te veel lastIk zal gaan.,/ Zij had zich opgericht, doch bij de eerste po ging om te loopen viel zij onmachtig in de ar men van den ouden geneesheer. Een seconde la ter stond Verning naast het bewustelooze meisje, zijn oogen schoten vuur en met gebalde vuist riep hij toornig uit: „En aan dien kwajongen, die van dit alies de schuld is, zou ik dien lieven engel geven? Nooit, nooit, zoolang ik leef!' „Stil!' vermaande Verning, „denk daaraan voor het oogenblik niet." Na eenigc minuten opende Toni weder de oogen. De koorts was in hevigheid toegenomen. Het arme schepseltje was zwaar, zwaar ziek. Terwijl Toni in ijlende koortsen zonder besef van hetgeen om haar heen gebeurde, in de wo ning van den ouden dokter verpleegd werd en haar oom dag en nacht aan haar ziekbed waakte, onderteekende Oscar wissel op wissel. Hij had een dag er aan besteed om den stand zijner zaken eens na te gaan en dit onderzoek had lic-m zulk eer. enorm deficit doen aanschou wen, dat hij moedeloos en wanhopig den strijd had opgegeven. Moerassen droog leggen en hei den ontginnen, dat was niet iets voor hem. Eiken morgen nam hij zich vast voor liet slot der gravin niet weder te bezoeken en eiken avond dreven verveling en lusteloosheid hem weder in dien gevaarlijken toovercirkel. Gravin Erailie, met haar verleidelijke schoonheid en haar vorste lijk vermogen zou ook een meer vastberaden man dan Oscar tot dwaasheden hebben gebracht; en toch waren er oogenblikken dat Oscar gaarne af stand zou hebben gedaan van alles, wat hem toebehoorde, van alle verwachtingen, die hij meende te mogen koesteren, voor nog een uurtje als dat waarin hij Toni's hand in de zijne ge drukt had, waarin hij in hare oogen zijn grootste geluk had ineenen te lezen en waarin hij met geen sterveling zou hebben willen ruilen. Waar of zij nu mocht zijn? Noch van haar, noch van zijn oom, had hij iets meer gehoord. Wantrouwen en bitterheid maakten zich meer en meer van hem meester en slechts in de na bijheid der schoone gravin Hartenstein was het hem mogelijk weder vrij te ademen. Alles liep hem tegen, alles scheen als het ware daar te zijn om hem tot wunhoop te voeren. Zelfs de vertrouwelijke verhouding, die lang- eens voorgesteld Constantinopel geheel door het vuur te vernielen^; maar dit zou geen oplossing zijn men zou het weSr opbouwen. 't Schijnt den boulangisten niet meer naar wensch te gaan, de dagen van veine schijnen voorbij te zijn moge 't zoo blijven Woensdag hebben de boulangistische bladen hun candidaten-lijst openbaar gemaakt voor de provinciën, waarop met spanning werd gewacht en die lijst, 56 namen bevattende, waarvan er 31 aan echte boulangisten be- hooren en 25 aan monarchisten, welke zich heel deftig „républicains alliés" noemen, maakt een allerdroevigst figuurde samen stelling is al even slecht als die van de candidaten-lijst voor Parijs. Als nu de andere lijsten, die volgen moeten als zij ten min ste ooit volgen even onbekende grootheden aanbevelen, dan ziet het er voor de heeren omverwerpers droevig uit. Daarbij komt, dat nog andere en nog ern stiger zorgen de leiders der boulangistische kliek kwellen, ernstig omdat het voortbestaan van het bonlangisme er van afhangt. Die zorgen betreffen niemand minder dan den generaal zeiven, wiens terugkeer in Frankrijk door vele van zijn voornaamste volgelingen wordt beschouwd als de eenige poging met kans van slagen om het zinkende schip te redden; 't is een wanhopige poging, maar volgens Laguerre c. s. de eenige weg, wat ook wordt beweerd door enkele, xler voor naamste geldschieters der partij. De generaal zelf is nog steeds besluite loos. Klaarblijkelijk is hij te Londen zeer op zijn gemakde aangename zijde van het avonturiersleven wil de man met volle teugen genieten, maar de minder aangename dank je wel. Zijn lotgenooten Dillon en Ro- chefort zijn 't met hem eens; het edele drie manschap schijnt besloten eerst dan den vaderlanclschen bodem weder met een bezoek te vereeren, als er wat te halen valt, als zij atzi3rjncKr&rjK*>3-* //cwiwiTnBiHaifti, 'jf.iwmuiwrjuijWMi;inwnap zamerhand tusschen hem en de schoone gravin was ontstaan, stond hem tegen. Ondanks zich zelf gevoelde hij steeds dat deze verhouding oor spronkelijk geboren was met het doel en het plan om Toni te grieven en te beledigen, dat zij hem langzamerhand boven het hoofd was ge groeid en dat hij thans liet gevaarlijke vuur, waarmede hij speelde, op dezelfde zorgelooze wijze voedsel gaf als waarmede hij dagelijks zijn schuldenlast zag aangroeien. De ongunstige toestand, waarin zijne geldmid delen verkeerden, kwam ten laatste ook Ier oore van zijne moeder en de angst, waarmede zij ha ren zoon om opheldering hierover vroeg, bracht alweder liet hare bij, om zijne ellende te ver- grooten en hem al meer moedeloos en ongeluk kig te maken. Zoolang hij onmondig was, had de oude vrouw geredeneerd, heb ik jaar op jaar zijn vermogen zien aangroeien, heb ik reine op rente gegaard en thans Zij moest zich vol angst afvragen of zij wel goed gehandeld had inet haren zoon op te voeden op de wijze, waarop zij dat ge- duan had. Zij begon een bitter berouw te ge- .voelen over de verkeerde principes, die zij hem steeds had ingeprent en besefte thans maar al te levendig, dat zij indirect de oorzaak was van al de rampen, die zij op goede grimden voor haar en haar zoon vreesde. Het werd den jongen eigenaar van Schorndorf hoe langer hoe enger. Hij kon geen stap doen zonder door sehulaeischers achtervolgd te wor den en zijn wanhoop en verlegenheid stegen ten top, toen gravin Emilie hem op zekeren dag me dedeelde, dut zij het plan gevormd had ook dezen winter in Itulië te gaan doorbrengen. Zij sprak er van, dat het haar zeer aangenaam zou zijn, hem in Napels of Rome te ontmoeten om te za- raeu te genieten van het schoone, dat Italië den weelderigen bezoeker kan aanbieden. Hij gevoelde het: van deze reis hing alles af. Thans mocht geen smet op zijn naam vallen en tot eiken prijs moest hij in de gelegenheid ge steld worden om zich nog, al was het ook slechts voor korten tijd, staande te houden. Was hij een maal de echtgenoot van de schoone en rijke vrouw, dan zou een klein gedeelte van haar ko lossaal vermogen voldoende zijn oin hein in st:«at te stellen aan al zijne verplichtingen te voldoen. Dit was dan voor hem eene heerlijke gedachte de kastanjes kunnen verorberen, door anderen uit het vuur gehaald. Wagen is goed zeggen zij maar als je waagt, moet je zeker zijn van de overwinning. In den vorm van een interview heeft prins Victor Napoleon nu ook een manifest wereld kundig gemaakt, waarin hij reeds onmiddellijk zegt niet te zullen manifesteeren en plech tig verklaart, dat het. doel niet is de republiek omver te werpen, maar een aanval te doen op de regeeringsmannen, tot de verkrijging van een nieuwe grondwet door middel van een constituante. Zeker, de bonapartisten mochten niet na laten te antwoorden op het manifest van den graaf van Parijs, schrijft de Temps. Het komt hun niet wenschelijk voor, den verte genwoordiger van het koningschap alleen op den voorgrond te laten treden en hem ie doen voorkomen als den erkenden leider der tegen de republiek gevormde coalitie. Men gaat wel denzelfden weg, maar men gaat parallelsgewijze, en de een houdt het oog nauwkeurig op den ander. Deze zonderlinge compagnons stellen een treffend vertrouwen in elkaar. Niet één hunner doet eene be weging, of de ander verdenkt hem van den toeleg, om op slinksche wijze zich de winst van de gemeenschappelijke onderneming toe te eigenen. En zij hebben volkomen gelijk alzoo te denken. In hunne compagnieschap weten zij zeer goed, dat ten laatste de een den ander onvermijdelijk zal bedriegen; want prins Victor, de graaf van Parijs en Boulan- ger kunnen gezamenlijk niet op denzelfden troon zitten. Ieder der drie moet dus trachten werkzamer en slimmer te zijn dan de beide anderen en elkaar de loef at te steken. Van daar een aanhoudende wedijver. Indien de een eene schrede voorwaarts doet dan trach ten zijne compagnons er twee te doen. Indien de een eene rede houdt, zetten de anderen onmiddellijk hunne longen uit om nog luider tot het land te spreken. Dezer dagen werd medegedeeld, dat de leger-organisatie van Duitschland zich zou bepalen tot de instelling van twee nieuwe millioenen schatten geld. Oscar gevoelde, dat hij zijn doel moest berei ken en zou dus het beeld van een arme, nietige onbeteekeiiendo juffrouw van gezelschap hem daar voor in den weg staan Moest hij zien dan moed willig het hoofd te bersten loopen tegen de rots der omstandigheden, omdat eeD schoone Loreley hem van boven toelonkte en hem het pad trachtte duister te maken Dat was immers te gek om van te spreken De schoone Emilie zat naast hem op eene lage divan, terwijl liet zachte licht van eenige was kaarsen het vertrek in een halfduister liet en tot vertrouwelijkheid uitlokte. //Binnen een week vertrekken, wij niet waar Oscar," fluisterde zij, terwijl zij met 'liure zachte van brill an ten fonkelende hand door zijne haren streek. „Ik spreek van „wij', omdat gij mij toch zeker niet alleen zult laten gaan, niet waar? Neen, gij moet bij mij blijven, want zonder uw gezelschap zou Italië dit jaar geen bekoorlijkheid voor mij hebben." Hartstochtelijk greep Oscar de hand der schoone vrouw en drukte ae bekoorlijke gestalte vast aan zijn onrustig kloppend liart. Hetzelfde gevoel van twijfel en onbeslistheid, dat hem steeds over meesterde in haar bijzijn, overstelpte hem nu weder om deze drukkende gewaarwording uit zijn ziel te verbannen. „Zoo spoedig al vroeg hij bijna smeekend. „Neen, liefste, dat is wat al te vlug, ten minste voor de vervulling van mijn liefster., en eenigsten wensch.' „En is dit dan juist alleen hier mogelijk?" vroeg zij lachend. „Ja. hier, waar mijne woning is, moet ook zij die ik bemin, mijne vrouw worden. Emmy," smeekte hij, „laat ons hier blijven tot den win ter.' Op het schoone gelaat der gravin was geen spoor van aandoening te lezen en op haar gewoon aris- tocratischen, fijn beschaafden toon sprak zij „Maar, beste Oscar, gij zijt toch inderdaad een weinig kleingeestig; geluk en liefde wonen im mers overal, zoowel in ons somber Duitschland als in het zonnig Italië, het is maar de vraag wie ze al en wie ze niet kan vinden." „Blijven wij tot den winter? vroeg hij drin gender. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1889 | | pagina 1