V V V In de statie aangekomen hoorden wij, dat de toevloed van bezoekers sedert Vrijdag zoo groot was, dat de contröle dikwerf geforceerd werd. Het aantal nieuwsgierigen van buiten werd dan ook Zaterdagavond op 40 a 50,000 geschat. De stad inwandelend konden wii ons overtuigen hoe eigenaardig de luchtdruk door de ontploffing ontstaan in zijn vernielingswerk was te keer gegaan. Voornamelijk hebben de groote spiegel ruiten het moeten bezuren, hoewel dan een ruit gespaard bleef en daar vlak naast alle waren verbrijzeld. Het toeval bracht ons te zamen met een ken nis die eenige bijzonderheden wist mede te deelen. Het is al reeds bekend geworden dat op de Beurs men eerst na den knal en de aardbe ving dacht dat een dynamietpatroon nabij de beurs ontploft wastoen heette het dat in den koffiehoek iemand zich had doodgeschoten, daar na werd geschreeuwd dat er een schip metdyna- miet in de Schelde gedeeltelijk in de lucht was gevlogen. Onderwijl waren zijdie in 't midden stonden, overdekt met stukken glas en stof en het gedrang naar de galerijen werd zoo sterk, dat velen onder den voet raaktenhierop was het een algemeen //sauve qui peut* en stormden allen ten deure uit naar huis of kantoor. Buiten op straat was het allerzonderlingst toegegaande slag en de schok hadden allen als versuft. Geheel vreemde menschen vielen elkaar in de armen deze hield een lantaarnpaal krampachtig vaast gene wierp zich lang uit op den grond, weer een ander liep zijn huis uit, de voorbijganger vluchtte in een vreemd huis en die verwarring werd nog vermeerderd door dat alle paarden op hol sloegenterwijl de neerstor tende glasruiten den schrik nog vermeerderden. Zeggen eenigen, dat er twee slagen geweest zijn, dit is niet waar, zij nemen den terugslag voor den tweeden schok. Zoo zijn ook de meeste spiogelruiten naar buiten gevallen. Toen men tot bezinning kwam stroomden allen naar de dokken en zagen de vreeselijke ramp. Het entrepót, waaraan geen ruit heel is geble ven zelfs kozijnen zijn uitgerukt en dc deuren gescheurd, werd onmiddellijk gesloten, zoomede et museum, waar verscheidene schilderijen van den wand gevallen zijn. Eenige personen, bekend met den toestand der dokkendie wisten dat de petroleuratanks daar in de buurt stonden, waren zoo bevreesd dat deze gevaarlijks vloeistof ook zou ontploffen, dat zij zich met de hunnen in den kelder bergden. Brachten dezen door eigen angst een minder aan- genaraen avond doorverscheidene bewoners der huizen nabij de dokken hebben als onbewoon baar hunne woningen moeten verlaten. De koning had terstond van zijne belangstel ling blijk gegeven door den minister De Volder op te dragen naar Antwerpen te gaan en hem te rapporteeren. Deze gaf het volgend bericht #Aan den Koning Laeken. Onmogelijk de uitgestrektheid van de ramp te kennen. Brand woedt voort, werpt reusachtige kolommen rook omhoog maar het vuur blijft be sloten in de groote bergplaats voor petroleum. Onmogelijk dezen vuurpoel te dooven. Geen ge vaar voor dc dokken. Naar schatting ruim hon derd dooden en even zoovele gekwetsten. De autoriteiten hebben dapper hun plicht gedaan. De burgemeester en schepenen zijn op het ter rein. Zij waren zeer gevoelig voor de betuiging van deelneming uwer majesteit en danken u daarvoor. Met den gouverneur der provincie en den schepen Nauts heb ik het hospitaal bezocht; de dienst voor de gekwetsten is bewonderens waardig ingericht. De Volder." Later telegrafeerde de koning aan de burge meester De Waal om naar den toestand der ge kwetsten te informeeren. Hij liet wetendat de manoeuvres hem weerhielden Zaterdag persoon lijk over te komen, doch dat hij wellicht Zondag Antwerpen zou bezoeken. In den voormiddag nog reden wij naar het hospitaal Stuivenberg waar niet minder dan 67 dooden waren binnengebracht om niet te spreken van de zakken met lichaamsdeelen, die verspreid op het terrein waren gevonden102 gekwetsten waren daar binnengebracht en slechts 40 waren Zaterdag ontslagen kunnen worden, de overige 62 zijn meerendeels «waar gewond, zoodat nog vele sterfgevallen onder hen te vreezen zijn. Zaterdag werden nog twee dooden gebrachtdie opgegra ven waren zoomede een hoeveelheid armen en beenen. Merkwaardig is, dat van de lijken de rechterhand steeds meer verbrand is dan de linkerde een verklaart dit uit het feitdat ieder mensch bij het zien van plotseling licht steeds onmiddellijk met de rechterhand de oogen zoekt te beschermen, terwijl een ander beweert dat het kruit uit de patronen geschud aan de rechterhand lag. Hier,laten wij volgen wat de reporter van den,Pré- curseur" mededeelt van zijn onderhoud met eenige gewonden. Een dier gekwetsten was op ten hoogste 50 meters verwijderd van de kardoezenfabriek, toen de ontploffing plaats greep. Het is een man van ongeveer 35 jaar, van wien het linkerbeen is afgezet, maar wiens toestand overigens bevre digend is. Hoe werdt gij gekwetst werd hem ge vraagd. Ik zat op den kant eener gracht was zijn antwoord. Dus moet de eerste kracht der ontploffing over uw hoofd zijn heengevlogen. Ik sprong op, op het oogenblik der ontzet tende ontploffing. Ik wilde vluchten van de vuur zee maar ik werd met onweerstaanbare kracht tegen den grond geslagen, juist op hetoogenblik dat eene looden plaat mij het been verbrijzelde. Gevoeldet gij pijn Heen. Ik kroop op handen en voeten voort óm te ontsnappen aan tien regen van gloeiende kogels. Gloeiende kogels Ja, gloeiende. Die regen duurde 2 tot 3 minuten. Zoo kruipende stond ik minder bloot aan de sissende kogels, echter werd ik er door ge kwetst aan hoofdgelaat en handen, toen zij neervielen. Mijn geheele lichaam is er door geraakt. En voeldet gij hoegenaamd geen pijn Hoegenaamd geen. Eem andere gekwetsteeen moedig meisje van 18 a 20 jaar, van wie het rechterbeen is afgezet, heeft de volgende inlichtingen gegeven Zij was tamelijk ver verwijderd van het brand punt der ramp en kan maar niet begrijpen hoe zij daardoor een been heeft kunnen verliezen. Zij en een twaalftal vriendinnen gingen naar een boot om dc koorden door te snijden van de zakken, toen de ontploffing klonk en haar hier door, hoe en door wut weet zij niet, het been werd afgeslagen. Alles wat zij weet is, dat zij gezien heeft hoe haar holleblok als door een storm werd wegge dragen. Zij viel en kon niet meer opstaan. Haar vriendinnen wilden haar meesleepen, maar zij verzocht haar aan haar lot over te laten. Andere vrouwen en kinderen waren in haar nabijheid gewond. Zij hoorde deze zuchten, ker men of huilen en te midden daarvan werd zij gevonden. Een derde gekwetste, die eveneen r een been heeft verloren, is een jongeling, of beter nog een knaap. Hij klaagt aan den dokter, dat hem de voet erg pijn doet, hij weet nog niet dat het been is afgezet. Eindelijk kwamen wij bij eenen man, die af zichtelijk was gewond aan den hals, terwijl hem de geheele rug was opengelegd door glas scherven, die er in vlogen. Het hoofd was slechts eene wonde, zoowel ach ter als voor, ja zelfs werd eerst gevreesd dat hij een oog had verloren, dit schijnt echter niet waar te wezen. Nevens hem ligt een man, wien de wang moest worden toegenaaid tot boven de wenkbrauw, de eene zijde van het gelaat was hem als openge reten. Beide laatste personen zijn zoo zwart als kool. Vrouwen en mannen met het bovenlijf ver brand, of het hoofd overtrokken met gutta-percha, waarin alleen eene opening is gelaten om te kun nen ademen, zijn vreeselijk om aan te zien. Nog een dier ongeiukkigen, zooals twee of drie an deren welke reeds bezweken, is onherroepelijk verloren. Tot slot komen wij bij eene arme vrouw, welke de rug werd ingeslagen door eenen balk, hoe wel zij op grooten afstand van de plaats der ramp was. Door de wonden heen kunnen de longen wor den gevoeld. Zij ligt op haar uiterste. Hare oogen schitteren en nog enkel de kracht van den alco hol houdt haar in leven. In het St. Elizabethgasthui9 waren 7 dooden en 16 gekwetsten, terwijl een drietal jongens was binnengebracht, lievig gebrand aan handen en gelaat door het spelen met de patronen die wijd en zijd verspreid liggen. Neven9 de ziekenzaal liggen twee afzichtelijke en onherkenbare rom pen. Een been, de ruggegraat, het hoofd niet grooter noch dikker dan een gewone manshand, wat gehakt en gekorven vleesch met stukken van kleederen doormengd. Ziedaar wat overblijft van dien mensch, wiens dik, zwart krulhaar een bloeienden jongeling verraadt. De tweede romp is van een jong meisjeeen stuk been, eenige zenuwen en een verpletterd hoofd. Een rijtuig dat Vrijdagavond een ernstig ge kwetste naar het gasthuis bracht, is op de rails van de tram blijven haperen en omgevallen. De ongelukkige werkman, dien men er in vervoerde, bekwam daardoor nieuwe wonden. Onder de dooden bevindt zich de douanier Er- nest Isidor Cara, oud 31 jaar, geboren in Luxem burg, in de omstreken van Vielsalm, en wonende op ae St. Jansplaats. Deze ongelukkige bevond zich op de Oostkaai van Kattendijkdok en ging naar zijn post. Hij was vergezeld van een aokagent. Op het oogenblik der ontploffing werd hij door een stuk ijzer getroffen, dat hem in den onderbuik drong. Hij bleef op de plaats dood. Terugrijdend ontvingen wij aan de stations be richt, dat de koning 's middags 2.17 in Antwer pen aan zou komen en werden wij nader inge licht omtrent de kardoesfabriek, zooals de Vla mingen deze noemen. De Spaansche regeering heeft aangeboden te Londen en later ook te Rotterdam 200,000 kisten met afgekeurde patronen. De koop sprong te Rot terdam af, daar het lood van de inferieure qua- iiteit was, zoodat eindelijk te Antwerpen met den heer Corvilain de koop werd gesloten over de vijttig millioen patronen. Hoe de stad wei gerde permissie te verleenen en dat gedeputeerde staten verlof gavenAde fabriek te laten werken, is voldoende bekend, minder echter dat de fa briek een geheel tijdelijk karakter droeg. Een oude stoomketel en dito 'machine leverde in een gehuurde guanoloods, de beweegkracht, die noo- dig was om de kogels uit de patronen los te maken. De werksters hadden daarna het kruit uit te schudden en dit te sorteeren in grof, mid delmatig en fijn goed, terwijl natuurlijk het lood en koper ter zijde werden gelegd. Men zegt dat bij den aanvang van het werk in de fabriek van den heer Corvillain de meisjes dio er werkten, ruim betaald werden en gemak kelijk eiken dag van 2 fr. 50 tot 3 fr. konden verdienen. In den laatsten tijd was daarin groote veran dering gekomen. Het loon sloeg af, ja de arbeid werd zelfs zoo slecht betaald, dat er ten hoogste genomen nog enkel anderhalve frank daags te verdienen was. Voor elke kist kardoezen van 1000 stuks, die moesten worden geledigd, werden 15 centimes betaald. Gebeurde net nu dat het eene goede kist was, dan ging de arbeid flink van de hand en was het dagloon nog goed, was het een slechte kist, dan was het loon integendeel slecht. En niemand kreeg een nieuwe kist voor dat de oude was geledigd. Hoe licht dus is het mogelijk, dat juist in die slechte betalingde oor zaak der ontzettende ramp te zoeken is. Dewijl er niemand is overgebleven, om ons dit te verhalen, zijn alle veronderstellingen mo gelijk; misschien dus heeft eene of andere werk ster in hare verstoordheid tegenover de kogels uit zulk eene slechte kist, alle voorzichtigheid uit het oog verloren en daardoor de ontzettende ramp veroorzaakt. Wel is waar viel zij in dit geval zelve als eerste slachtoffer, maar hoe weinig wordt er bij winstbejag geredeneerd en hoevele rampen heeft het ook niet over andere hoofden getrokken. Een andere veronderstelling nu i9 deze, dat een der werktuigen, waarmede de kardoezen worden geopend, heet is geloopen, zooals dit wordt ge noemd. Dit zou aus ook een der vermoedelijke oorzaken van de ramp kunnen wezen. Zekerheid over de oorzaak der ontzettende ramp is er niet, want niemand is overgebleven om daar over inlichtingen mede te deelen, maar zooals wij boven aanhaalden, laat juist die onzekerheid de deur wijd open voor veronderstellingen, en onder deze komen ons de twee bovenstaande voor als zeer waarschijnlijk en ook niet onmogelijk. De justitie heeft- een vervolging tegen den pa troon ingesteld. Al de handelsboeken werden in beslag geno men en terzelfder tijd legde men beslag in het provinciaal gouvernement en in het stedelijk se cretariaat op de stukhen betrekking hebbende op de inrichting der kardoezenfabriek. Corvillain is in beschuldiging gesteld van man slag door onvoorzichtigheid. Het parket verwijt hem, dat hij de voorwaar den niet heeft vervu'ld, hem dóór de deputatie voorgeschreven. Volgens de verleende vergunning mocht hij slechts 300 kilo kruit in depot heb ben, en men denkt dat de ramp door duizenden kilo's moet veroorzaakt zijn. Er stond in de fabriek een stoomketel in den gebrekkigsten toestand. Naar het schijnt had de deputatie zekere voor waarden gesteld, die niet werden uitgevoerd. Het parket heeft een bevel van aanhouding uitgevaardigd, maar tot Zondagavond 9 uur was de aanhouding nog niet uitgevoerd. Corvilain is verhoord geworden van 's morgens tot 's avonds 8 ure. Hij is niet aangehouden, maar verzocht zich ter beschikking der magistraten te houden. Indien hij de stad zou verlaten, zullen maatregelen tegen hem genomen worden. Onbegrijpelijk blijft het dat de fabriek niet ge sloten is geworden na het ongeval dat daar plaats had op 17 Augustus; toen bleef de ontploffing beperkt doch één jongen werd gedood, terwijl de tweede, die gewond werd, den volgenden morgen overleed. Na het dejeuner begaven wij ons eerst naar het terrein van de ramp. Den weg behoeft men niet te vragen: de gebroken ruiten wijzen dien als van zelf; de schok heeft richting gehouden, de ruiten, die niet naar de dokken waren gericht, zijn gespaard gebleven tot nabij de dokken, waar alles is gesprongen. Veschillende photografen waren aan het werk om de geteisterde huizen op te nemen. Eerst op het terrein zelf kan men zich eene voorstelling maken wat het geweest moet zijn. Men nadert de droogdokken en reeds het gezicht van het machinehuis duidt aanwat verder te wachten is. Zijn van het gepasseerde entrepot alle ramen vernield, van het machinehuis is zoo goed als niets heel gpbleven. Het dak en de muren zijn uitgeworpen, de machinedeelen krom gebogen, niets is er meer in ziin verband. Dan nadert men de petroleumloodsentwee reien waar middenin een straatweg. Van de loodsen met 56000 vaten petroleumverzekerd voor frs. 2.000000. is zoo goed als niets overge bleven, alles is in vlammen opgegaan. De dijk om de loodsen heeft schitterende diensten bewe zen; aan blusschen toch viel niet te deuken, want wie op 50 meter naderde verschroeide reeds haar en baarddoch het brandende vocht bleef nu tusschen den dijk besloten en brandde daar uit, zoodat de vrees ijdel bleek, dat de brandende petroleum in de havens de schepen zou aansteken. Achter de loodsen komt men naar de petroleum- tanks, waarvan No. 1 en No. 2 geheel tegen den grond geslagen zijn en de bodem met petroleum doopten, No. 3 hield het iets langer staande doch wet niet verbrandde vloeide uit de scheuren, die in de platen gekomen waren. Dit geeft een groote moeielijkheid, de tanks zijn verzekerd voor frs. 850.000, nu beweren assuradeuren, dat slecht 20 pet. verbrand is, het andere liep weg en verbrand de niet in de tanks. Rookt en smeult de massa hier en daar nog en loopen wij over eene bodem, gedrenkt met pe troleum, allengs naderen wii een plek die aan toont hoe het geweest is, na ae ramp. Wij hebben het gezicht op de hangars (afdaken, ijzeren kap pen met zinkbedelcking) en zien deze verwrongen, ter aarde gebogen, doch loopen nu over een bo dem bezaaid met kogels en patronen. De mil- lioenen kogels nog ter bewerking aanwezig in de lucht geslagen, ziju hier neergeregend, wij telden tot 14 stuks die om ééne keisteen in het zand zaten, terwijl de steenen op sommige punten on zichtbaar waren door de massa patronen. Op merkelijk is het, dat later die losse patronen zoo weinig onheil hebben gebracht. Zoo nu en dan ontplofte een deel, dat dicht op elkaar laguit ééne kist gevallen, doch die kogels gingen niet hooger dan een huis en geen vijftig meter ver. Wanneer men dit weet, welk een hoeveelheid buskruit moet dan niet ontploft zijn om die duizenden patronen en kogels zoo hoog te werpen, dat deze nederdalende de luiken ran een schuit als eene zeef doorboren. Wij naderen de plaats, waar de fabriek stond, herkenbaar aan een diepen kuil, die in den grond geslagen is; de stadsreinigingsdient heeft krachtig gewerkt om tegen het vermoedelijk bezoek des koning" den weg te ontdoen van verbrande stuk ken hout en patronen. Daar ter plaatse hoorden wij, dat de heer Corvilain eene acte van schade vergoeding tegen de stad wil instellen, die de patronen met karrenvrachten laat wegvoeren; nog werd daar beweerd dat de heer Corvilain volhoudt dat eene ontploffing in de petroleumloodsen zijne fabriek mede aanstak en deswege eene actie in te zullen stellen tegen den heer M. Rieth, vertegen woordiger der firma gebroeders Nobel, de groot handelaars in Russische petroleum. Het i9 onbegrijpelijk, dat zulk eene bewering ingang zou vinden. De heer Corvilain, vader, was op het oogenblik van het onheil te Parijs en de zoon op weg naar de fabriek doch niet aanwezig; de onder-airecteur, die inlichtingen zou kunnen geven, behoort tot de tachtig personen die vermist worden, die men denkt te vi ideri op den bodem der droogdokken. Aan het gat dat in den grond geslagen is, i9 weinig te zien, men zoekt nog naar lijken doch voad gisteren slechts een been, eenige hoofden en in gewanden, De brandweer houdt geregeld de wacht. Deze heeft met al haar materieel gewerkt, zijnde drie stoomspuiten en een drijvende stoomspuit; handbrandspuiten kent de brandweer daar niet, deze werkt uitsluitend met de slangen direkt op op de waterleiding. Op de vra g wat de brand weer verricht bad, werd geantwoord, dat er niets te blusschen vieleen tijdlang werd de tank No. 3 nat gehouden, doch ook dit werd opge geven. De schepen hebben in de nabijheid weinig ge leden, zij werden geducht heen en weder geslingerd en hadden vele gekwetsten. Enkel de houten schepen hebben schade aan de luiken en beschotten. Verlaten wij het terrein aan de zijde der Schelde zoo komen wij door Austruweel, het gehucht dat het zwaarste getroffen werd. Geen huis dat niet van het dek beroofd werd, geen raam, geen deur heel; hier werden kinderen gedood door de neervallende kogels. Wat bier geleden werd, het spreke uit de opschriften, die de gekwetsten plaatsen naast het bord, waarop rijkelijk geof ferd word. Alles verloren, geheel onbekwaam om te wer ken, vrouw in het gasthuis, een zoon en twee dochters dood. Hier offert men voor 2 kinderenvoor eene vrouw die haar man verloren heeft. Hier vraagt men een aalmoes voor een vader met zes kinderen; moeder en één kind van 14 jaar dood. Mijn zuster dood van 14 jaar, moederen vader en twee kinderen geblesseerd. Hier offert men voor eene moeder, een dochter van 16 jaaj, een zoon en een dochter van 15 maanden. En dat zijn feiten. De man was met vier an deren buskruit lade* in een boot en bleef ga spaard, de twee jongste kinderen werden deor de neervallende kogels gedood. Bij de téléphone public zat een vrouwtje te weenen, de taverne daarbij bewoonde zij. Dat haar huis weg was, dat haar geld voor de be lasting, 50 francs, gestolen was, dat zij nu niets ter wereld meer bezat dat was niets, maar haar man en drie kinderen op de fabriek werkzaam, die waren omgekomen, dat wa9 vreeselijk. Eene moeder met hare drie dochters, uit de Molenaarstraat, werkte den dag der ramp voor de eerste maal in de kardoezenfabriek. Alle vier zijn dood, zoo ellendig verongelukt den dag zelvewaarop de man en vader, die matroos is, van zijn reis thuis kwam. Verschillende personen hebben zich in com missie vereenigd om inzameling te doen, de ko ning, die het hospitaal Stuivenberg in den mid dag bezocht en de slachtoffers toesprak, gaf 12000 francs voor de slachtoffers. De Banque d'An- vers teekende voor frs. 5000, de Banque Centrale frs. 3000, de groothandelaren in petroleum Speet en Co. voor frs. 5000. De Précurseur ontving reeds 25,000 francs. Toen uit Nederland een noodkreet opging voor Krakatau, organiseerde de Hollandscne club te Antwerpen eene inschrijving met liefdadigheids concertAntwerpen schonk voor Krakatau f 4000 wat zal Nederland aan Antwerpen zenden? Volgens de verzekering van vele geloofwaardige Sersonen zouden van de gemelde 50 millioen kar- oezen op het oogenblik der ontploffing noch 35 millioen in de werkhuizen aanwezig zijn ge weest, terwijl mede al het buskruit der reeds behandelde nog voorhanden was. In de veronderstelling, dat elke kardoes slechts 5 gram poeder zou bevat hebben, mag men met de Indépendance voor vast aannemen, dat 250,000 kilogr. buskruit en 35 millioen kogels op Vrij- dag j.l. gesprongen zijn. Deze cijfers geven on getwijfeld een voldoend denkbeeld van het ont zaggelijke geweld der losbarsting! Maandag werden de herkende lijken begraven. De3 morgens te negen uren werden er van ae acht, in het St. Elisabeths gasthuis overleden, vijf op stadskosten ter aarde besteld: de drie andere wer den door de familie opgeëischt. In den namid dag, te drie uren, werden de 33 herkende lijken uit het Stuivenberg-gasthuis plechtig begraven. Dinsdag is de groote helft der daar aanwezigen, die onbekend gebleven zijn, naar het kerkhof ge bracht. In eenen eersten stoet werden 24 lijken vervoerd, twee in elk der twaalf lijkwagens, die beschikbaar waren. Burgemeester, schepenen en raadsleden rekenden het zich ten plicht de dooden naai hunne laatste rustplaats te vergezellen. De lijkdienst des morgens en des namiddags in de kapellen der gasthuizen werd bijgewoond door generaal baron Jolly, vertegenwoordiger des ko- nings, en door den gouverneur der provincie. Des voormiddags was ook minister Lejeune in den dienst aanwezig. Het was een nare stoet, die de straten en leien der stad doorkruiste: twaalf lijkkoetsen voorop, vijftig rijtuigen daarachter, bevattende de stede lijke overhedeneenige vertegenwoordigers der pers en de familie der gedooden. Aan beide zij den van den langen weg stond het volk in dichte hagen, en uit menig oog vloeiden overvloedige tranen. Op het Kielkerliof gekomen, was de volksme nigte zoo groot, dat men zich ternauwernood eenen weg kon banen. Daar was een kuil gegraven een enkele, maar wel van vijftig meter lang, als eene loopgracht, waar men langs eene zachte helling in nederdaalde. Bij dien kuil stonden de bloedverwanten langs twee kanten geschaard. De kisten werden tusschen hen door gedragen, op het withouten deksel las men den naam van het lijk in groote letters geschreven, Wij daalden achter de Kisten in den kuil en gingen tusschen de lange rij snikkende ouders en kinderen doorhet was hartverscheurend. Een schop grond op de kisten en wij verlieten den doodenakker. Zonderling is hetdat de quastie der verant woordelijkheid eene zaak is geworden Yan poli tieke beteekenis. Zooals bekend is wordt de verantwoordelijkheid der gemeente voor ongevallen in Belgie zeer streng opgenomen. Toen door de werkstakers de groote beroemde fabriek van Herve bij Luik verwoest werdmoest de gemeente Herve de schade vergoeden en sprong de staat met ruim een millioen francs de gemeentekas bijdaar de arme gemeente onmogelijk het bedrag kon vol doen. Nu beschuldigen de liberale bladen de clericale leden der permanente deputatie (gedeputeerde staten) dat zij verlof gegeven hebben de fabriek te laten werken, hoewel de stad geweigerd had. De clericale bladen zeggende liberale gemeen teraad is schuldig, deze lieten hunne ambtenaren stadsgrond en stadseigendom verhuren om daar zulk een gevaarlijke inrichting te plaatsen. Het laat zich voorzien, dat bij de eerstvolgende ver kiezingen dit punt van verschil nog heftiger zal uit gewerkt worden, wanneer dan reeds de de rechter uitspraak gedaan heeftwie de verantwoordelijk* persoon i9. Wordt de permanente deputatie als zoodatiig aangewezen, dan ziet het er slecht uit voor de eischers van schadevergoeding, deze heeft in Belgie totaal geeue bezittingen. Als oorzaak van de ontploffing wordt nu ge noemd het broeien van het kruit dat reeds uit de patronen gehaald was. Deskundigen zeggen de patronen zijn blijkbaar vochtig geweest; is nu Tiet kruit door de vocht aangetast, niet afzonder lijk gehouden en gedroogd, zoo kan eene langzame ontbranding ontstaan zijn, die den ge- heelen voorraad aangestoken kan hebben. Anderen beweren, dat dé vrouwen zeker weder met de patrone» gegooid hebben en dat er toen een iB afgegaan. Het waren geen dames, die daar werkten's morgens nog hadden twee harer elkaar zoo duchtig in het haar gezeten, dat zij 's middags niet op het werk konden komen; bei den zijn daardoor gespaard. De architect, die de werkplaats ingericht heeft houdt staande dat de brand in de petroleum aan gevangen moet zijn. Het Handelsblad van Antwerpen schrijft daar over Een diepe, groote put, iets als den uitgebran- den krater van eenen vulkaan, toont de plaats, waar de ontploffende stof den grond inwerkte' daar weerstand ondervond en zoo duizend me ters hoog in de lucht sprong. En daar rond puin, niets dan puin en eenige brokstukken van het guano-depot Roh en Van den Abeele. Op dien puinhoop ligt het deksel van een d*r petroleumketels vau den heer van Rietfc.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1889 | | pagina 3