Notaris RANT,
HUIS en ERF,
KHVRER SERVIEZEN.
SPECULAAS.
Spoorboekjes
St. IN [COLAAS.
ST. NICOLAAS-ETALAGE
St. Nicolaas- Artikelen.
St. NIcolaas-Etalage van
Willem CoppensWaalwijk
Advertentiën,
RANT, te Waalwijk,
J. B. Timmermans W
S. Fano en
A. G. Zijlmans.
C. A. Witlox Zoon,
Steeds voorradig:
G. KNEPFLE.
B. G. SPEEKENBRINK,
DONDERDAG AANSTAANDE
Galanterieën. Kinderspeelgoederen
Ingezonden stukken.
Notaris
Een
Met lo Januari 1890,
UW* OPENT
te Waalwijk,
Alle soorten Glas- Por-
celein en Aardewerk;
St.-3Lie€>fa-oo.
Antoon Tielen.
M. M.
Groote keuze. Concurreerende prij'zen.
De Wereldtentoonstelling te Parijs.
J. G. E. J. DOREENBOOH-Pander Maal,
op MAANDAG 25 dezer,
worden aanbevolen de aftredende leden
TOESLAG in het hótel Ver wiel, te
Waalwijk, op
Maandag 25 November a.s.,
zal bij VEILING
op MAANDAG 25 Novemb. 1889,
Publiek verkoopen
zn
DE FIRMA
EENE
Waalwijk en Omstreken,
met vergoeding van drie ten honderd.
Tevenseene schoone keuze
geschikt voor
ME^D a g e 1 ij k s verkrijgbaar
versche
van den win ter dienst verkrijgbaar bij
Ondergeteekende heeft de eer bij deze te berichten, dat zijne
bevat eene schoone en ruime keuze
Als altijd kan men van eene ^nette en voordeelige bediening
verzekerd zijn.
WAALWIJK. Confiseur-p&tissier.
IS DE
De schade aan de machine beloopen
wordt dan ook op niet minder dan f 10.000
geraamd.
Ook bleek dat de tender geheel uit zijn
verband was.
De overige schade aan het materieel wordt
op een halve ton geschat. De wagens zijn
alle,van de Belgische Maatschappij. Alle
treinen ondervonden Zondag natuurlijk, ten
gevolge der ontsporingvertraging in hun
dienst.
Daar Zondagnacht, wegens den mist niet
doorgewerkt kon worden kon de dienst ook
Maandag nog niet geregeld worden hervat,
daar slechts één spoor vrij is. Een expres
treingeleider brengt eiken trein, die te IJsel-
monde passeertvoor de plaats van het on
geluk.
- m \»m» f n m\nt mmttm m mnmmmmtmmvmmmmvsmex*
XXVI.
In mijn vorigen zeide ik u na de sluiting der
Tentoonstelling nog eens bezoek te zullen gaan
brengen aan het terrein en u dan ter besluiting
mijner brieven mijne bevinding z u mededeelen.
Welnu, ik zou dat in een paar woorden kun
nen doenmet u eenvoudig te zeggen dat het er
nu allertreurigst uitziet. Al de zalen zijn geslo
ten bijna al de restauraties ook en iedereen
haast zich met eene koortsachtige drukte om
zijne inzending op te ruimen of af te breken en
zoo spoedig mogelijk met zijn boeltje weg te
komen. De Tentoonstelling gelijkt thans pre
cies zooveel op wat zij vroeger was, al9 het tot
ontbinding overgegane lijk van een beeldschoon
meisje gelijkt op hare bekoorlijke verschijning
vai. vroeger.
Maar toch, gedurende de zes maanden dat de
Tentoonstelling geduurd heeft was er zooveel
schoonszóóveel verrukkelijks te ziendat men
niet alles naar eisch kon waardeeren, vooral dat
men niet alles in een vijf en twintig brieven
behoorlijk kon vermelden.
Zoo is het eerst na de sluiting dat ik een
oogenblik met u wil verwijlen bij de monu
mentale fontein voor den middendom der Fran-
sche afdeeling. Ik wil eerlijk bekennen dit eerst nu
te doen, omdat ik vroeger nooit tijd gevonden had
er bepaald mijne aandacht aan te wijden. Toch
had ik ongelijk dit meesterwerk steeds voorbij
te loopen zonder het met aandacht te beschou
wen. Een kunststuk als dit mag niet aan onze
aandacht ontsnappen. De tijd aan zijne aandach
tige beschouwing besteed is nooit verloren.
De hoofgroep dezer fontein, die 3 verdiepingen
heeft, verrijst uit een groote kom, waarin een
vaartuig is geplaatst, namenlijk het schip dat
voorkomt in het wapen van Parijs. De boeg
wordt gevormd door een ramskop, en op dien
boeg staat de Gallische Haan, ae victorie der
Tentoonstelling kraaiende.
In het midden van het schipstaat op een ver
heven voetstuk een prachtig gemodeleerd vrou
wenbeeld Frankrijk voorstellendede wereld
verlichtend met eene toorts, die door de rechter
hand in de hoogte wordt gehouden. De beeld
houwer heeft zich blijkbaar laten inspireeren
door het bekende beeld der vrijheid, van Bar-
tholdi dat de haven van New-York verlichten
moest, maar bij slot vrn rekening gebleken is
niet verlichten kan iets wat trouwens niet de
schuld is van het beeld en waarvan eene re
ductie geplaatst is op het „Ile des Cygnes", in
de Seine, niet ver van de Tentoonstelling.
Tusschen haakjes gezegd Het beeld der Vrij
heid,* dat te New-York staat, is der stad aan
geboden door Franschen. De Amerikaansche
kolonie te Parijs heeft toen eene tegen beleefd
heid willen bewijzen en eene reductie van het
beeld aau de stad Parijs aangeboden. Die reduc
tie heeft haar zeventig duizend francs gekost.
Het was dus een mooi cadeau. Maar de plaat
sing, midden in de Seine, heeft de stad aan
metselwerk en voetstuk honderd dertig duizend
lranks gekost. Ik voor mij wil dus gaarne er
kennen dat ik hoop altijd door den hemel be
waard te zullen blijven voor geschenken van
zeventig duizend franks, die mij bijna het dub
bele aan onkosten veroori- ker,Doch ter
zake. Wij zijn bezig met de fontein.
Het beeld, waarvan ik u sprak, stuat niet al
leenhet is omringd door vier andere, voorstel
lende de Wetenschap, de Nijverheid de Kunst
en den Landbouw vier vrouwenbeeldendie als
ze van vleesch en been waren, ongetwijfeld heel
wat hoofden op hol zouden brengen. En de
modellen zullen dit waarschijnlijk ook wel ge
daan hebben.
Achter op het schip is de goede genius van
Frankrijk ook wêer voorgesteld door eene beeld-
solioon jonge vrouw.
Links en rechts storten kleine geniusjeshorens
van overvloed uit; maar die horens verspreiden
eenvoudig water, en werken dat op naar de
tweede verdieping waar onder bloemen en vruch
ten eenige groote beelden zijn verscholen die de
luiheidde nijd en andere ondeugden voorstel
den zich verschuilende voor het door den vrede
en de arbeid triompheerende Frankrijk.
Nog wêer hooger stellen groote beelden de
voornaamste rivieren en stroomen van Frankrijk
voor, natuurlijk met verschillende watermonsters
in hun gevolg, die in alle richtingen dikke wa-
terstrooraen uitspuiten.
Het geheel is alleszins waardig om op het
Champ de Mars eene blijvende plaats te behou
deniets waaraan wij ook niet twijfelen. Derge-
liike werken zijn niet gemaakt voor 5 maanden.
J
Zooals u bekend zal zijn, hebben naar aanlei
ding van de Tentoonstelling een twaalftal onzer
landgenooten het Legioen van Eer ontvangen.
Daaronder vinden we één exposantéén enkelen!
't Is zeker niet veelmaar toch nog beter dan
in 1878, toen naar aanleiding van ae Tentoon
stelling al de Legioenen van Eer voor ons land
bestemd zijn te land gekomen bij de leden van
de commissie en de jury. Voor geen enkelen ex
posant bleef er toen een lintje over. Dat was
nog erger I
De lieeren, die er nu een gekregen hebben, zijn er
blijkbaar uitermate mede in hun knollentuin. De
meesten hebben niet eens geduld genoeg om te
wachten dat zij van den koning toestemming tot
het aannemen en dragen hunner nieuwe orde
hebben ontvangen maar versierden er reeds da
delijk hun knoopsgat mede. Zouden zij misschien
vergeten hebben dat zij hierdoor hunne hoeda
nigheid van Nederlander verloren hebben, of
zouden zij er die maar vrijwillig aan opofferen.
Zie, dat zou ik wel eens willen weten.
Of hebben deheeren alleen dadelijk hun Legioen
van Eer „aangetrokken", om sommige exposanten,
van wie men met reden verwacht had aat zij ge
ridderd zouden wordenen die hier thans het
inpakken van hun goed surveilleerende oogen
uit te steken Zie, dat zou toch wel wat al te
wreed zijn
Ik begrijp nog dat, als men de vrije beschik
king heeft over eenige decoraties, ze liever zelf
behoudt of ze uitdeelt aan de vriendin waarmede
men zoo dikwerf gezellig en lekker heeft gedi
neerd och, zoo is een mensch allicht maar
om nu als het ware aan de travailleurs, aan hen
die toch in de eerste plaats door de voortbreng
selen van hun arbeid de tentoonstelling gemaakt
hebben wat zij was, als het ware toe te roepen:
J'ai du bon tabac dans ma tabatièrc,
J'ai du bon tabac, tu n'en auras pas!
Dat zou toch, dunkt ons, wel een beetje al te
kras zijn!
En hiermede nemen wij afscheid van de we
reld tentoonstelling te Paiijs!
Senior.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Mijnheer de Redacteur
Beleefd verzoek ik UEd. het volgende
in de „Echo" van a.s. Woensdag op te
nemen:
Waarde Lezers der Echo
Waarde lezers! is het u nooit gebeurd, dat gij
een ongeteekenden brief ontvingt, blijkbaar ge
schreven met verdraaide hand, zoodat de letters
als liane- of kippepooten rechts en links door
een stonden Als u dat nooit is gebeurd, dan
spijt mij dat voor u, want wezenlijk, het ont
vangen van zoo'n brief is, zonder spotternij, be
paaldelijk amusant. Het brengt zoo eenige vari
atie in uwe gewone bezigheden, maakt uw hoofd
wat warmer dan het gewoonlijk is wat ook
een enkeier. keer geen kwaad kan en geeft u
de overtuiging dat sommige menschen nu eens
gelijken op engelen en op andere oogenblikken
weer veel weghebben van Mijnheer Heintje Pik.
Ook komt gij door zulk een aan u gerichten brief,
of laat ik liever zeggen door zulk een gekras en
gekrabbel tot de genoeglijke ontdekking dat gij
een gewichtiger persoon zijt, dan gij tot nog toe
vermoeddet en doet u voortaan met meer trots
en zelfvoldoening langs 's Heeren straten wande
len. Mij, ondergeteekende, overigens een onbe
duidend persoontje, is dit dezer dagen tot mijne
onuitsprekelijke blijdschap overkomen. Het was
was verleden weekDinsdagavondden 12den
November, dat de bi'ievenbesteller m'.j 's avonds
omstreeks acht uur een brief overhandigde, on
geveer met deze woorden: „ik heb een brief voor
je, maar ik geloof dat de schrijver van dit adres
ook wel een andere hand zou kunnen schrijven."
Nu kan ik als ik een brief ontvang, gewoonlijk
dadelijk aan het adres zien van wien het schrij
ven afkomstig is, want ik heb weinig correspon
dentie, maar met dezen brief zat ik verlegen te
kijken. Toch werd mijn verwondering nog grooter
toen ik den brief opende en een blik sloeg op al
dat gekras en gekrabbel: 't was om van te dui
zelen. Ik geloof zeker dat de schrijver of schrijf
ster bepaald zijn studie er van heeft gemaakt om
met de linkerhand of verdraaide rechterhand op
waarlijk verdienstelijke wijze een hoop stokken,
krullen, zinnebeeldige worsten en onmogelijke
haken op het onnoozele papier te gooien, 't Was
heusch grappig. Ik heb er meer dan een uur
buitengewoon veel schik mee gehad: een mensch
mag toch wel eens pleizier hebben, vindt gij niet,
waarde lezers
Maar het wordt tijd dat ik u nu toch ook eens
iets van den inhoud ga vertellen:
„heijstraat den elfden November"
„menheer"
„de platte vis of de mesieu uit de
vrijhoeven heurde een zaterdag avond
zeggen det i in de „Vlieger" stond..."
„Heb ik van mijn leven," zei ik tot mij zeiven
toen ik dat begin ontwarde, „heb ik van mijn
leven waar kan iemand toch de gedachte van
daan halen om een brief aldus te beginnen: „de
platte vis of de mesjen uit de vrijhoeven?" Woont,"
vroeg ik mij af, //woont in de Vrijhoeven tegen
woordig een mesjeu, die «de platte vis" heet?'
Maar een licht ging er voor mij op toen ik de
uitdrukkingen „platte vis" en „Vlieger" met
elkaar in verband bracht. Ik had eenige dagen
geleden op zekere plaats te Waalwijk hooren
zeggen, dat in de „Vlinder," niet de Vlieger/
een stuk over doleeren was opgenomen, welk
geschrijf heette te doelen op den heer Both, hoofd
onderwijzer te Vrijhoeven-Kapel. „Ha," dacht ik,
den brief nog eens inziende, „ha, zoo, wil men
mij somwijlen gaan doodverven als de opsteller
van dat geschrijf, waarvan ik toen nog maar ten
deele den inhoud kende!"
„Ha ha zei ik zoo, „dan komt gij beste vriend
of vriendin" hiermede bedoelde ik den liane-
pootschrijver „aan het juiste kantoor. Ja,
wel, lezers der Echo, wie zou dat fraaie pamflet
(ik heb het nu óók gelezen) anders geschreven
nebben dan Jan van der Hammen, dat persoontje
is nog al bekend met de schri ft en heeft nog
al een grooten hekel aan de familie Both!? Met veel
moeite, maar toch met een gerust geweten heb
ik verder den fraaien brief ontcijferd, er kwamen
uitdrukkingen in voor, die niet van een boer af
komstig konden zijn, al geeft de vrome schrij
ver ook al op dat hij „nier n'en boer is. Wat
mij ook machtig veel pleizier deed was dat de
schrijver had „heuren zeggen dè (ik) dè gedaan
had." Ik verzoek hem daarom vriendelijk mij
nog eens zulk een model van eenen brief te schrij
ven en wel onderteekend en dan met de mede-
deeling er bij van wien hij had „heuren zeggen
dè (ik) dè gedaan had." Dan kan ik dien braven
vrind, die mij zoo christelijk verdenkt, de vrien
denhand eens komen drukken en dan kunnen wij
al de fraaiigheden, die in de „Vlinder" voorko
men en waarmee mijn kostelijke briefschrijver
goed op de hoogte schijnt te zijn, onder een bit
tertje samen bepraten. En dan kunnen wij het
laatste mooie stuk in de „Vlinder," dat over Be-
soijen heet te handelen, ook wel eens in oogen-
8chouw nemen want dat zou ook wel van mij
afkomstig kunnen zijn ik verneem ten minste
al hier en daar onder bedekte termen dat Jan
van der Hammen voor den dader wordt gehou
den Ja, waarde lezersI) ziet wel dat ik een
gewichtig, ja, beroemd persoon in Besoijen begin
te worden en ook buiten Besoijen; ik moet zeg
gen, er wordt mij verbazend veel eer bewezen,
ik zeg er ook al mijn vrienden hartelijk dank
voor
Ook den schrijver van den kippepooten-brief
breng ik mijn welgemeenden dank voor zijn lief-
devollen wenschhij wil mii n.l. thuis hebben
in het land der Ilottentotten. Ja, ik zou best een
reisje naar het Hottentottenland willen doen, die
beestjes moeten het bekijken wel waard zijn en-
dan zou ik er ook eentje of een paar mee naar
huis kunnen brengen om mijnheer de krabbelaar
of mejulïrouw de krabbelaarster present te doen;
zoo iets zou hun, geloof ik, wel lijken.
Zie zoo, lezers der Echo en mijnheer de redac
teur, nu behoeft niemand meer te vragen wie de
schrijver in de „Vlinder* is, dat is nu zoo klaar
als de zon. Maar toch durft ondergeteekende met
een gerust geweten en dus met opgerichten hoofde
iedereen in de oogen zien en dat wil dunkt hem,
ook wel iets zeggen
Gegroet, waarde lezers
Nog eens mijnheer de redacteur, u zoudt
er mij een groot genoegen mee doen het
bovenstaande op te nemen, plaats er gerust
voluit mijnen naam onder; ik zeg er u bij
voorbaat hartelijk dank voor.
Met de meeste hoogachting,
UEd. Dw. Dienaar
J. van der HAMMEN.
Besoijen, 16 Nov. 1889.
Heden ontvingen wij de treurige!
■tijding, dat mijne geliefde Schoondoch-8
I ter, Mevrouw
na eene korte ongesteldheid, op den 5
October jl., te Meester Cornelis is I
overleden.
Sprang, 12 Nov. 1889.
J. DORRENBOOM..
Eenige kennisgeving
'oor de vele bewijzen van belangstelling
ter gelegenheid van het op 7 November
j. 1. gevierde FAMILIE-FEEST ondervon
den betuigen wij onzen welgemeenden dank.
De Familie VAN ES.
Besoijen, 19 Nov. 1889.
Bij de verkiezing van DRIE LEDEN
der Kamer van Koophandel en Fa
brieken te W aalw ij k,
te WAALWIJK, maakt bekend, dat de
VASTE GOEDEREN, te Waalwijk, behoo-
rende aan de Weduwe en Erven Chamot,
zijn ingeze*" als volgt;
KOOP I. Het noordelijk huis op f1700.
h II. Het middelste dubbel
huis H f1250.
H III. Het zuidelijk dubbel
huis f 2200.
IV. De massa vankoopen
II en III
f3250.
V. De massa van koopen
I, II en III f, f 4-950.
VI. Het weiland H f 1100.
Dagelijks kan ten kantore van genoemden
Notaris gehoogd worden.
's avonds 8 uur.
Genoemde Notaris benevens Notaris Bink,
te Waalwijk, geven inlichtingen.
in het Hotel VERWIEL, te Waalwijk,
en bij AFSLAG
op MAANDAG 9 Decemb. 1889,
in het H&tel de TWEE KOLOMMEN, te
Waalwijk, telkens des avonds 8 ure,
Stemgerechtigden zij herinnerd, dat de
stembus is geopend van 10 tert 12 uur
voormiddagsals waarna onmiddellijk de
uitslag door het stembureau wordt bekend
gemaakt.
Waalwijk, 20 Nov. 1889.
VOOR
te Waalwijk, nabij de markt, ingericht
voor WINKELHUIS, kadaster sectie C. nos
933, 934, 935 en 936, groot 2 aren 57
centiaren.
Behoorende aan mejuffr. de weduwe en
kinderen COHEN, te W a a 1 w ij k.
UEd. Dw. Dienaar,
enz. in orde.