Nummer 96. Donderdag 5 December 1889. 12e Jaargang. De blinde Gravin Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk. 7 Emilie Heinrichs. Wiiiilwijksclif en Langstraatsclie Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden .aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van A.DOLF Steindr, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Terwijl de vertegenwoordigers der mogend heden op het congres te Brussel beraadslagen over het tegengaan van den slavenhandel in Afrika, komt een Mohammedaan uit Con- stantinopel in eefi brief aan Daily News er aan herinneren, dat er ook nog in Europa een handel in slavinnen en slaven gedreven wordt, namelijk in Turkije en vooral te Con- stantinopel. De handel in negerslaven is daai onder het bestuur van sultan Abdul Aziz en diens vrijzinnigen grootvizier Ali-Pacha afgeschaft; maar de handel in blanke en bruine Cir- cassische en Abessinische slavinnen wordt er,v-hoewel tegen den geest van den koran, levendiger dan ooit gedreven. Er zijn in de Turksche hoofdstad ongeveer 90 handelaars in slaven, wier huizen men even goed weet te vinden als de winkels van handelaars in andere waren. Er worden zeer verschillende prijzen be steed voor de menschelijke koopwaar. Een Abessinisch meisje van 14 tot 17 jaren brengt 00 a 120 lira's (f 650 f 1300) op en een bijzonder schoon wel 300 lira's. Circassische meisjes van 12 tot 15 jaren zijn 60 300 lira's en van 16 tot 20 jaren 60 al000 lira's waard. De slavinnen worden lang niet altijd slecht, dikwijls zeer goed behandeld. Velen worden als leden van het gezin hunner meesters be schouwd. Sommige Turken maken ook eene slavin tot hunne wettige vrouw om geen last te hebben van een schoonmoeder of verdere aangetrouwde familie, zegt de brief schrijver. Maar er zijn slechte meesters ge noeg in Turkije en een misbruik, dat menschen eigenaars van medemenschen zijn, mag niet langer geduld worden in het Europa van onzen tijd. Het is daarom dat de briefschrijver de beschaafde natiën, vooral Engeland en zijne vrijzinnige dagbladen, opwekt alles in het DOOR «Hoe ongepast," sprak de gravin met gerimpeld voorhoofd «het werpt doorgaans geen ongunstig licht op de gebiedster, wanneer hare dienstboden zich als 't ware aan haar gehecht gevoelen, doch ik kan aan het langdurig verblijf der laot- sten onmogelijk de uitwerking toekennen, daar zij helaas! meer schaduwen dan noodig zijn op het lichte levensbeeld der meesteres werpenzij maken de noodwendige machinerie van ons leven uit, ziedaar alles." Hilda bloosde van verontwaardiging, doch zij zweeg en vergenoegde zich er mee der gezel schapsjuffrouw, die rustig hare functies uitoefende, een smeekenden blik toe te werpen, welken deze met een weemoedig lachje beantwoordde. Zij was gewoon door de gravin als een machine behan deld te worden. Het was een zeer schoone avond. Op den Rijn weerklonken vroolijk lachende en zingende stem men, terwijl de ondergaande zon haar laatste stralen door het gebladerte wierp, en het rijke blonde haar der gezelschapsjuffrouw als met een krans van stralen omgaf. Omstreeks denzelfden tijd kwam een ruiter den straatweg afrennen. Het was eeu voornaam rei ziger, die tot Keulen per spoor gereisd was en den heerlijken rit langs den Rijn te paard wilde afleggen. Een livreibediende volgde hem even zoo te paard, met een prachtig hand paard, dat een gedeelte van de pakgoederen droeg, terwijl verscheiden koffers per spoor zouden nakomen. De heer mocht omstreeks acht en dertig jaren tellen, zijne gestalte was lang, gespierd, het ge laat sterk gebruind als door een zuiderzon men had hem schoon kunr.en noemen, als niet een onaangename, scherpe uitdrukking in de grijze oogen, die tevens iets huichelachtigs, schuw en onzekers te kennen gaven, de schoonheid aan merkelijk verminderd had. Een donkerbruine bakkebaard, die het onderste gedeelte van zijn werk te stellen om aan het kwaad een einde te maken. Daily News echter merkt op, dat het zeer moeilijk is in te zien hoe Turkije een eind zou maken aan den slavenhandel en. het blad acht het daarom voor Engeland niet geraden bij de Porte daarop aan te dringen. Het oordeelt het best, zich volstrekt niet te men gen in de aangelegenheden van een rijk, welks beste vrienden niet anders kunnen dan het uur zijner ontbinding verwachten. In de Fransche kamer van afgevaardigden richtte de heer Hubbard eene vraag tot den minister van buitenlandsche zaken over de gebeuitenissen in Brazilië. De minister ant woordde dat de regeering zich verbonden heeft om de met de vorige regeering geslo ten tractaten te eerbiedigen. Alle mogend heden waren eenstemmig van oordeel, dat de Braziliaansche republiek erkend behoort te worden. De minister heeft aan Frankrijks zaakgelastigde in Brazilië den 27 November geschreven, dat hij de goede betrekkingen met Brazilië moest blijven onderhouden, maar den uitslag der verkiezingen, waarmede het voorloopig karakter der regeering zal ophou den, moet afwachten, alvorens officieel de republiek te erkennen. Er bestaat eenige kans dat de handelsbe trekkingen tusschen Frankrijk en Italië een zekere verbetering zullen ondergaan. De Fran sche regeering, voornamelijk minister Spuller, laat zich niet onbetuigd, door te verklaren, dat tusschen de Fransche republiek en Italië alles couleur de rose is. De Fransche regee ring zal, voor zoover zij dit zonder toestem ming der kamer kan doen, alles doen om de handelsbetrekkingen te verbeteren. Men geeft het kabinet-Sagasta nog maar enkele dagen leven, tot 10 December; men meent, dat het algemeen stemrecht door de kamer zal worden aangenomen, maar door den senaat zal worden verworpen. Die overlijdens-voorspellingen van premiers zijn reeds meermalen gebleken van weinig waarde te zijn. gelaat geheel bedekte, deed den spotter,den trek om den mond te meer nog in 't licht vallen, en volmaakte het beeld van ridderlijke krijgshaftig heid, hetwelk de ruiter opzettelijk wilde tevoor schijn doen treden, en dat zich ook in het elegante jachtkostuum, 't welk de krachtige vormen van zijn lichaam op 't voordeeligst deed uitkomen, vertoonen mocht. In de nabijheid van het kasteel liet de ruiter zijn ros uitblazen, en reed toen, nadat hij den bediende eenige korte bevelen ge- feven had, de kastanjelaan binnen, die opliet asteel uitliep. Langzaam naderde hij het was alsof hij schroomde, het slot, dat zulk een vrien delijken indruk maakte, eerder dan noodig was, te bereiken. Daarna zag hij met een zekeren trots rond, spoorde zijn paard tot een snelleren draf aan, terwijl hij zich vaster in den zadel zette en met een voorname, ridderlijke houding op het slotplein toereed. De kamerdienaar ontving hem aan der> breeden stoep. //Is de gravin von Lörach te spreken?" vroeg hij kortaf. «Hare genade is juist aan tafel gegaan/ ant woordde Jacques op onderworpen toon. „Wee9 zoo goed den gra f von Weilburg aan te dienen, ging deze op denzelfden toon voort, terwijl hij den kamerdienaar een kaartje over handigde. «Men had uwe genade reeds vroeger verwacht/ haastte zich Jaques te antwoorden, terwijl hij het niet beneden zijne waardigheid achtte den voor namen gast bij het afstijgen behulpzaam te zijn. Deze sprong vlug uit den zadel, wierp een toe snellenden rijknecht de teugels toe en liep haas tig de trappen op naar het kasteel, terwijl zijn bediende den rijknecht in den stal volgde ter verzorging van de paarden. Jacques geleidde den reiziger naar de voor hem bestemde kamers van wijlen den graaf en stelde zich hem hier voor als den tot zijne bizondere diensten bestemden kamerdienaar. Graaf von Weilburg nam hem een oogen blik met zijne doorborende blikken op en zeide toen op zijn vorigen, korten, gebiedenden toon: «Mijn bediende zal volgens gewoonte mijne persoonlijke bediening op zich nemenoverigens zal liet mij aangenaam zijn u nu en dan termijn beschikking te hebben. Zorg er intusschen voor dat mijne koffers, die grootendeels aan het laatste station zijn blijven staan, spoedig naar hier ge haald worden, want ik wil mijn toilet maken, Het hoofd der Britsche zoogenaamde „Unionisten", de markies van Harington, heeft Zaterdag te Chesterfield eene staatkun dige redevoering gehouden. Hij deelde daarin mede, dat de regeering hare hervormingen in Ierland zal voortzetten. Hij verzocht zijne hoorders vooral niet uit het oog te verliezen, dat, wanneer ooit de partij van den heer Gladstone weer aan het bewind mocht ko men, diens bondgenogten, de parnellisten, hem natuurlijk eischen zul'en stellen, en van die eischen zal de eerste wezen Hartington weet zeer wel, dat ze met dien eisch aan dooveman's deur zouden komen dat de band worde verbroken, waardoor Ierland aan Groot-Brittanie verbonden is. De radicale afgevaardigde Labouchère heeft, in eene openbare redevoering, ander maal hervorming van het huis der lords ge- eischt. Niet minder dan drie begrootingen werden Zaterdag door den Italiaanschen minister van financien ingediend: de definitieve over 18881889, de gerectificeerde over 1889 1890 en die over 1890—91. Het verschil tusschen uitgaven en ont vangsten over 18891890 wordt op een en een half millioen minder geschat dan men eerst had verwacht en nu dus 47y2 millioen in plaats van 48s/s millioen. Over 1890—91 rekent men op een deficit van 21.800.000 lire, maar een buitengewoon krediet van 10.600.000 lire zal worden aangevraagd voor militaire uitgaven, dus eigenlijk bedraagt het deficit voor het volgende dienstjaar 32.400.000 lire. Crispi heeft in den ministerraad de ont binding der kamer ter sprake gebracht, om het gevoelen der leden te kennen of een nieuwe kamer te verkrijgen ware, genegen nieuwe belastingen goed te keuren. De mi nister van binnenlandsche zaken stelde voor de burgemeesters der voornaamste plaatsen te ontbieden en deze te hooren over den geest in hun district. De Kölnische Zeitung behelst van een om mij aan mevrouw de gravin, bij wie gij mij vóór alle9 moet aandienen, voor te 'stellen."' «Tot uw dienst, mijnheer de graaf!" antwoordde de kamerdienaar, snel op de deur toetredend. «A propos, vriend," begon de graaf opnieuw, «bevinden er zich nog meer gasten op het kas teel „Alleen gravin von YVildenfels, de achternicht der gravin." „Zeer wel, ik dank u/ De graaf trad aan het venster, om de omstre ken op te nemen, terwijl Jacques zich haastig verwijdende. Naar het korte onderhoud, dat de eerste uem ten deel had doen vallen, te oordee- len maakte Jacques op, dat hij te doen had met een echt voornaam man, geen parvenu, zoodat de vreemdeling aanmerkelijk in zijn achting rees. De graaf kon uit zijn venster een gedeelte van den terrasvormigen tuin overzien, zelfs de zoo genaamde oranjerie met de tempelvormigc ve- anda, waar de blinde gravin bij goed weer zich gewoonlijk ophield. De graaf bespiedde door een kleinen verrekijker de drie dames, van welke hij slechts de oude gravin en hare nicht nauw keurig konde waarnemen, daar juffronw Toms- dorf hem den rug toegekeerd had. De eenvou dige, hoewel smaakvolle kleeding der laatste en ook haar onderworpen houding, gaven hem ge noegzaam hare positie op het kasteel te kennen, waarom hij ook geen verder verlangen gevoelde, haar gelaat te zien. Levendiger belang stelde hij in de blinde gravin en hare schoone achternicht, die hij door zijn kijker als 't ware scheen te be- studeeren gespannen verwachting vertoonde zich in zijne gelaatstrekken, toen op aat ongenblik de kamerdienaar de gravin naderde, om haar in elk geval zijne aankomst te melden. Graaf Weilburg voelde zich uitermate gestreeld door de opschudding, welke oogenschijnlijk het bericht in den kleinen kring teweeggebracht. In zonderheid was het de oude gravin, die hare majestueuse kalmte voor eenige oogenblikken scheen te verliezen en zelfs geheel ontsteld op stond. Op ditoogenblik wendde de gezelschapsjuffrouw ook haar gelaat naar hem toe, zoodat hij eiken trek duidelijk kon onderscheiden. Tegelijkertijd richtte hij zijn kijker op haar en werd, als dooi den bliksem getroffen, door schrik bevangen. Zijn gelaat werd doodsbleek en nauwelijks was hij "in correspondent mededeeling van een onder houd, dat Zankoff te Petersburg gehad heeft met den Russischen minister van buitenland sche zaken von Giers, over de Bulgaarsche zaken. Op de vraag van Zankoff, hoe Rusland zich gedragen zal bij eene verandering van zaken in Bulgarije, antwoordde de Russische minister, dat Rusland de gebeurtenissen in Bulgarije met de grootste onverschilligheid gadeslaat. Bulgarije kan doen wat het goed vindt. Zankoff kan niets beter doen dan zoo spoedig mogelijk Petersburg te verlaten, daar zijne hoop niet het minste uitzicht heeft op verwezenlijking Zankoff was over deze woorden diep ter neer geslagen. De Kölnische Zeitung voegt er bij, dat men in diplomatieke kringen dit antwoord be schouwt als een onmiddellijk gevolg van het gesprek, dat de czaar laatstelijk met Bismarck gehad heeft. Het is Bismarck gelukt den czaar te overtuigen, dat Duitschland en Oos tenrijk geen politiek van handelen tegenover Bulgarije denken te volgen. De Engelsch-Australische koloniën zijn er tegenwoordig op uit, om zichzelven eene geduchte oorlogsvloot te vormen, ten einde in geval van nood onafhankelijk van het moederland te zijn. Nadat in het laatste van Augustus te Newcastle en na die dagteeke- ning aan de Clyde achtereenvolgens twee geduchte oorlogsbodems waren gebouwd, is dezer dagen een derde pantser-schip van de bekende werf Elswick te water gelaten, dat, wat uitrusting en bewapening betreft, zijne beide voorgangers nog verre overtreft. Des- verlangd kan dit nieuwe meesterstuk der steeds vooruitstrevende scheepsbouwkunst 19 knoopen in het uur loopen, en daar het de noodige ruimte bezit om 300 ton steenkolen te bergen, is het voor langdurige tochten geheel toegerust en door zijn geduchte be wapening in staataan hevige aanvallen het hoofd te bieden. De politieke vertegen woordiger van Nieuw-Zuid Wales en diens echtgenoote woonden de plechtigheid bij. staat den kijker in de hand te houden. Zijn bediende was intusschen binnengekomen en begon thans de koffers van zijn heer uit te pakken en te ordenen. «Welke kleeding verlangt mijnheer de graaf?' vroeg hij na een oogenblik. Deze hoorde niets, maar richtte op nieuw zijn kijker op de gezelschapsjuffrouw, wier aanblik hem zooveel schrik had aangejaagd. De graaf schudde met een spotachtig lachje den angst van zich af en wendde zich met een onverschillig gelaat tot den kamerdienaar, die juist binnentrad om den gast in naam der gravin aan tafel te noodigen. „Ik zal mijn toilet maken en binnen tien mi nuten bij mevrouw de gravin mijn opwachting maken," antwoordde de graaf bedaard, terwijl hij zijn uitgestalde garderobe monsterde en met een fijnen kennersblik een keuze deed. «Er bevindt zich, zoo als ik toevallig door het venster bemerkt heb," voegde hij er onverschil lig hij' »ecn derde dame aan tafel, misschien ook van de familie der gravin?" «O ja, mijnheer de graaf bedoelt de gezelschaps juffrouw, juffrouw Tomsdorf „Zoo, zoo, dat interesseert mij verder niet/ viel de graat hem in de rede. Jacques verwijderde zich haastig, om voorden gast nieuwe bevelen aan tafel te ontvangen. Wel zoude zijn blinde gebiedster zeer gaarne iets nader van den graaf door hem gehoord heb ben, doch haar ari9tokratische trots liet een na vraag aan haar bediende, haars gelijken betref fende, niet toe. Jacques was echter te sluw en kende de gra vin genoeg, om niet door eenige los daarheen geworpen woorden hare geheime wenschen te voorkomen. «Mijnheer de graaf wil haastig zijn toilet ma ken om ook overeenkomstig zijn hoogen stand aan tafel te verschijnen en uwe genade op waar dige wijze zijne opwachting te kunnen maken," zeide hij, terwij hij hier en daar op de tafel nog iets verschikte. De gravin boog tevreden het trotschc hoofd, ook Jacques lachte bevredigd, terwijl gravin Hilda de gezelschapsjuffrouw een moed willigen blik toe wierp, die ernstig en stil naast haren stoel stond te wachten op het bevel der gravin om te blijven of te gaan. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1889 | | pagina 1