Nummer 7. Donderdag 23 Januari 1890. 13e Jaargang. De blinde Gravin, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk. UITGEVER: Waalwijk. 19 Emilie Heinrich's. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ^1,00. Franco per post door het geheeie rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regel» J 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Ad verten tien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen loor het advertentiebureau van Adolf Striker, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. 't Is op het gebied der internationale po litiek betrekkelijk nog stiller dan in 't hartje van den komkommertijd en het leelijkste van de zaak is, dat niemand er op rekent in dezen tijd des jaars, als alle of ten minste zoo goed als alle parlementen aan 't deli- bereeren en discussieeren zijn of in elk geval volgens de aloude gewoonten en gebruiken moesten zijn. De zoogenaamde „hangende" quaesties le veren ook al niets nieuws, zelfs moet men het Portugeesch-Engelsch conflict, dat anders agitatie genoeg heeft gewekt te veel opeens wellicht om en om draaien om er nog 't een of ander aan te ontdekkendat een der vele anderen, die de zaak reeds zoo veelvuldig hebben besproken, er nog niet aan ontnekt had. Is er op het gebied der internationale po litiek weinig of geen belangrijk nieuws, de loop der zaken, van overwegend belang voor de betrokken natiën zelf, is in enkele landen van dien aard, dat men het gemis aan groot nieuws op internationaal gebied niet bemerkt of tenminste maar weinig. Zoo bijvoorbeeld in Duitschland, waar men hunkert naar de sluiting van den rijksdag welke misschien reeds heden Woensdag plaats vindt, tenzij Bismarck het werkelijk nog mocht willen doorzetten de socialistenwet door dezen rij ksdag te doen afhandelen, zoo noodig met persoonlijken steun van den kanselier om dan met verdubbelden ijver de kiescampagne voorttezetten. De rijksdag heeft de begroo ting in tweede lezing aangenomen terwijl Huene's voorstel aangaande vrijstelling van geestelijken van beide gezindheden van den krijgsdienst, met 121 tegen 89 stemmen werd verworpen. Een ander voorstel om het ka tholieken theologen gemakkelijker tc maken, werd aangenomen. Martinez heeft het mandaat tot vorming DOOR *0 mevrouw de gravin riep de graaf, terwijl hij een vurigen kus op hare nog altijd schooue hand drukte „Verooi'loof mij, u voor dit woord uit liet diepst mijner ziel te danken, want ik kon niet gelooven wat baron Iiönnering mij in Amerika mêedeelde, ik hield het voor een dwaze uitdaging, die ik in mijn overmoed besloot aan te nemen. „De baron heeft dus alles verteld?" „Ja, mevrouw de gravin! mijn ongelukki ge vader .Heeft hij u nooit mijn naam genoemd P" viel de blinde hem in de rede. Een leelijke lach werd op het gelaat van den graaf zichtbaar. «Ja, mevrouw de gravinantwoordde hij be daard doch mijn vader was te veel ridder, om de eenige, die hij tot waanzinnig wordens toe bemind heeft, te compromitteeren. Alleen sprak hij dikwijls tot mij over de gravin Von Lörach als van een voorbeeld van ^ristokratische manieren 'en schoonheid." .Het is goed," knikte de gravin in gedach ten verzonken „later zullen wij, als dit bloe dig incident vergeten zal zijn, er verder over spreken. A propos, graaf, heeft de baron u geen brief voor mij meegegeven ,0pardon mevrouw, dat ik tot nu toe ver zuimde u dit schrijven te overhandigen, ofschoon ik er trotsch op ben ook zonder dat uw ver trouwen zoo wonderbaar spoedig gewonnen te hebben.* „Verwondert u dat, heer graaf?" lachte de blinde met trotsche voldoening. „Zoudt gij mij werkelijk niet in staat achten de gelijkheid van geboorte reeds aan uw stap te kennen?" „O, wie zou daaraan twijfelen, mevrouw 1" riep de graaf met verheffing van stem, terwijl de leelijke, spotachtige lach zich op nieuw om zijn mond zien liet. „Wie zoude niet bij de eerste van een kabinet nedergelegd. De regentes heeft opnieuw Sagasta er mede belast. Het nieuwe kabinet is samengesteld als volgt: Sagasta, minister-president; Armyo, buitenlandsche zaken Puygcerver, justitie generaal Bernmdez Reina, oorlog admiraal Romero, marine Becerra, openbare werken; Guillon, koloniën Capdipon, binneniandsche zaken Eguilior, financien. Zooals wij hierboven reeds zeiden is er aangaande het Anglo-Portugeesch conflict weinig nieuws te meldendat vertrouwen verdient. De Portugeezen zetten hun agita tie tegen al wat Engelsch is lustig, maar vastberaden voort en in Londensche koop manskringen begint men reeds ongerust te worden, omdat tal van groote bestellingen worden ingetrokken uit Portugal, zoodat En- gelsche kooplieden te Oporto dan ook een schrijven hebben gericht tot de kamer van koophandel, waarin zij het conflict betreuren en de hoop uiten op een spoedig herstel der relatiën. Te Parijs is een protest-meeting gehouden van de aldaar wonende Portugeezen tegen Engeland, die een beslist repubïikeinsch ka rakter droeg. De openbaarmaking van de acten in zake het conflict door de Engelsche staatscourant duidt helder aan, dat Engeland schromelijk misbruik heeft gemaakt van zijn macht. Van Portugeesche zijde wordt beweerd dat de prins van WaRs zich tegen het heftig optreden van Salisbury verklaard heeft, terwijl koningin Victoria genegen zou zijn, nu Por tugal toegegeven heeft, de aangelegenheid opnieuw te onderzoeken. De gezanten van Duitschland, Rusland, Oostenrijk en Turkije moeten instruction gekregen hebben, te Lon den tot eene minnelijke schikking aan te dringen, wegens het groote gevaar, waarin de monarchie in Portugal gebracht wordt door de wijze van optre len van Engeland. De Fransche kamer heeft Zaterdag een ontmoeting met de gravin Von Lörach dadelijk in haar de echte vertegenwoordigster van een hooge aristocratie herkennenvoor wie geen ver- valsching bestaanbaar is Dit zeggende had hij zijn portefeuille uit den zak gehaald en daaruit een brief in de hand der gravin gelegd. „Veroorlooft ge mij thans gravin, dat ik mij verwijder, opdat ik het mijne doe om over de gruwelijke misdaad van dezen nacht eenig licht te verspreiden." „Ga uw gang, waarde graaf," sprak de gravin met een bevallig hoofdknikje, ,11c benoem u tot mijn plaatsvervanger in deze noodlottige aange legenheid." Rog eenmaal kuste hij de hem aangeboden hand en verwijderde zich toen met het hoofd trotsch opgericht. In den gang bedacht hij zich even, toen een heftige woordenstrijd op de onderste trap zijn opmerkzaamheid gaande maakte. „Niemand anders dan gij hebt de leelijke padde losgelaten," hoorde hij den kamerdienaar Jacques toornig uitroepen; „daar zult gij niet zoo gemak kelijk afkomen, hoezeer gij ook pocht op uw langdurigen dienst op het kasteel." „Het was mijn wil niet het arme kind te be vrijden," sprak een andere stem, die van den ouden jager Claus; „doch het zou een hart van steen vermurwd hebben zoo als gij het opgeslo ten en behandeld hebt. Ik begrijp niet, dat de gravin zoo iets kan bevolen hebben 't is toch ook een menschelijk wezen ofschoon het doof stom is. Zulk een hok zoudt gij voor uw hond nog te slecht achten, en het arme kind heeft ook honger geleden het kermde als een schepsel dat gemarteld wordtwaarom ik het mijn plicht oordeelde naar het meisje te gaan zien. Dat zij mij bijna op den grond wierp en als eene wilde kat tegen mij opsprong konde ik niet ver moeden." „Wanneer is het gebeurd, wanneer?" riep Jacques U-et een heesche stem. „Het zal even voor middernacht geweest zijn; dat kan ik niet zoo precies zeggen „Welnu, gij hebt een fraaie daad verricht, monsieur Claus!" riep Jacques de trap opvlie gende, terwijl de jager zich knorrende verwij derde. Thans liep de graaf haastig door den gang geen woord van het gesprek was hem ontgaan. votum van vertrouwen ingebracht in het be leid van den minister van oorlog naar aan leiding van een interpellatie over de slechte ligging der soldaten. De werkstakers in het land van Charleroi reeds meer dan 12000 beloopend namen Zaterdag zulk een dreigende houding aan dat versterking voor de troepen is gezonden en de regeering alle maatregelen heeft geno men tegen mogelijke uitbarsting. De patroons houden vast aan een werkdag van 10 uur en de werklieden willen heden de algemeene slaking zien afgekondigd, terwijl hun houding van dien aard is, dat eiken dag het ergste kan worden gevreesd. Ook in Westfalen begint het weer te broei en, maar de eischen van het comité namens de werklieden zijn zóó hoog, dat men eer aan een aardigheid dan aan ernst gaat denken. De hoofdeisch, is 50 percent loonsverhooging en een arbeidsdag van 8 uur, alles inbegrepen. Gisteren is de Duitsch-Tzechische confe rentie voor 't laatst te Weenen saam geweest om het protocol op te maken, waaraan spoe dig openbaarheid zal worden gegeven, op de a. s. Zondag te Praag te houden partijdagen. Uit Creta komen over Athene onrustbarende tijdingen. Op het eiland moet geen rechterlijk ambtenaar in functie meer zijn, daar behalve de rechters van eerste instantie nu ook de leden van de rechtbank van appel hun man daat neerlegden. Uit de Fransche kamer. Maandag inter pelleerde Dechire de regeering over het vernietigen van de kredieten, door den mu- nicipalen raad van Parijs toegestaan voorde werkstakers in andere departementen. De minister Coustans antwoordde, dat het „Ah, mijnheer de graaf, ontvang mijn eerbie digsten groetriep de kamerdienaar hem hijgende toe. „Het is alsof de hel op het kasteel losge broken is, moord en doodslag in onze vreed zame landstreek „Ja, inderdaad, het is afschuwlijk," antwoordde de graaf zeer ernstig; zijn de heeren van liet ge recht nog bij het lijk „Thans zullen zij zich nnar het park begeven." De graaf knikte voornaam vriendelijk en liep haastig de trap at. Een oogenblik keek Jacques hem na en vertrok toen zijn gelaat tot een spotachtigen glimlach. „Die beschouwt zich reeds als heer en meester in het kasteel," prevelde hij, „zacht wat, geheim zinnige graaf, wij zullen wel middelen en wegen vinden om uwe macht te fnuiken Haastig steeg hij de tweede trap op nanr Ma- thilde's kamer, waarvan hij den sleutel in zijn zak droeg. Met onbesehaamde onverbiddelijkheid, zonder dat hij eerst klopte, opende hij de deur en trad binnen. Het venster stond open zij moest dus reeds opgestaan zijn. Terwijl hij een haas tigen, onderzoekenden blik door het kleine ver trek liet gaa -, beving hem een verontrustend voor gevoel. „Juffrouw Tomsdorf!" riep hij op luiden toon. Geen antwoord. Met steeds toenemende ontstel tenis ging hij naar het geopende venster en trad met een uitroep van toorn terug. Een hooge ladder, die tot aan het raam reikte, stond tegen den muur; hij kon er niet langer aan twijfelen, dat de gevangene op deze wijze ontvlucht was. Eenige oogenblikken stond Jacques als vernietigd door deze verpletterende waarheiddaarna ech ter richtte hij zich op en deed een spottenden lach hooren. „Thans weten wij waar het gerecht de moor denaars moet zoeken," sprak nij zegevierende. „Ik wensch ii geluk op uw weg naar het tucht huis of naar het schavot, trotsche mamsel Haastig verliet hij het stille vertrekje, waarin zoo menige verborgen traan geschreid was, om zich tot zijn gebiedster te begeven, die deze nieuwe ontdekking met de grootste kalmte, ja zelfs met stille zelfvoldoening vernam. „Gij zwijgt er over, Jacques," sprak zij, na even nagedacht te hebben, „en laat het aan mij over, aan de heeren van het gerecht de bedoelde mededeeling te doen.Indien gij prijs stelt op uw dienst, houdt dan het nieuws voor u zelve!" eenen gemeenteraad niet geoorloofd kan zijn zich met werkstakingen te bemoeien, en dat alle besluiten van gemeenteraden, die hunne bevoegdheid overschrijden, vernietigd zullen worden. Joffrin, die vervolgens op de tribune het woord voerde, verwekte een hevig tumult aan de rechterzijde en onder de boulangisten. Dugué de la Fauconnerie en Cuneo d'Ornano werden tot de orde geroepen. Déroulède en Millevoye wisselen heftige woorden. De gehee ie linkerzijde staat overeind, er worden vuisten gebald en scheldwoorden gebezigd; Déroulède wordt door den president met den censuur gestraft omdat hij, op Joffrin wijzende, zegt dat het individu daar op de tribune het recht niet heeft om mee te praten. Daarop wordt op Déroulède de censuur met tijdelijke uit sluiting van de zitting toegepast. De president verzoekt alle leden de zaal te verlaten. Bij het hervatten der beraadslaging heeft Mille voye het woord, maar Déroulède, in plaats van heen te gaan, is weder komen zitten. De president zet nu zijn hoed op en verlaat den voorzittersstoel waarbij hij de rechterzijde verwijt dat zij de souvereiniteit des volks ge krenkt heeft. Het spektakel begint opnieuw en de zitting wordt andermaal opgeheven. Bij de heropening verzoeken de questoren Dé roulède de zaal te verlaten, hetgeen deze niet verkiest te doen. Nu verschijnt kolonel Elie rnet een peloton soldaten, begeeft zich naar Déroulède en zegt hem aan dat hij zich heeft te verwijderen. Daarop gaat Déroulède, door zijne vrienden gevolgd,de zaal uit, waarbij Orange: Leve de Commune! schreeuwt. De zitting werd toen weder hervat. Nu echter was aan Millevoye de beurt om zich het woord ontnomen en zich met de censuur en tijdelijke uitsluiting gestraft te zien. Weder werd de zitting geschorst, weder kwam kolo nel Elie met zijne soldaten binnen om Mil levoye te verwijderen. Nogmaals werd de geschorste zitting her opend. Thans kwam Laguerre verklaren dat hij Joffrin niet aan het woord zou laten komen. Nadat nu ook Laguerre gecensureerd en met Jacques beloofde de gravin stilzwijgendheid en verwijderde zich, om te zien hoe ver de heeren met het gebeurde gekomen waren. HOOFDSTUK X. Intusschen had het gerechtelijk onderzoek zijn voortgang gehad. Met nng9tige nauwgezetheid was de plaats van de bloedige misdaad doorzocht en van het gebeurde procesverbaal opgemaakt, zonder dat men een spoor tot ontdekking had gevonden. De oude jager had bevestigd, dat de sleutel, waarmede de tuindeur geopend was, een vreemde en voor het .'lot te klein was, en tot be wijs den sleutel uit zijn kamer gehaald, waar door de verdenking van een helper onder de dienstboden der blinde gravin bijna geheel haar kraclit verloor. Dat de sleutel er van binnen in zat, kon met voorbedachten rade gebeurd zijn welke vooronderstelling door graaf Weilburg, die intusschen ook gekomen was, nog versterkt werd. Als een speurhond doorsnuffelde de oude Claus het kreupelhout om een spoor van den dader te vinden, daar zijn door oefening scherp geworden blik dadelijk bemerkt had, dat iemand daar langs zijn weg had genomen. Plotseling hoorden de heeren een uitroep van hem, waarbij de graaf onwillekeurig ontstelde. Met een gou den ring in de opgeheven hand keerde de jager zegevierende terug. „Hij hing aan een takje," zeide hij, „ik wil er een eed op doen, dat iemand, die zijn weg door het kreupelhout nam, den ring heeft verloren." De commissaris van politie nam hem haastig en bekeek hein nauwkeurig van alle kanten. Het wa3 een eenvoudig ringje, een zoogenaamde trouwring „Ah, hij draagt een naamcijfer: M. T. 1852. Dat i9 een kostbare vondst een voortreffelijk spoor, laat ons verder zoeken, wellicht vinden we meer zulke sporen Graaf Weilburg's blik vestigde zich somber op den ring; bij den aanblik er van konde hij een zekere onrust niet onderdrukken, daarna hanlde hij minachtend de schouders op. „Wie weet hoe lang deze ring in het kreupelhout gelegen heeft, mijne heeren," merkte hij onverschillig aan. „Ik kan aan zulke bewijsstukken niet veel waarde hechten, ze zijn gevaarlijk en kunnen gemakkelijk onschuldigen doen verdenken en in 't verderf storten." (wordt vei volgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1