Nummer 14,
Zondag 16 Februari 1890. 13e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De blinde Gravin
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Frankrijk.
UITGEVER:
Waalwijk.
25 Emilie Heinrich's.
en Langslraatsclie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00.
Franco per posr door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen loor het advertentiebureau van
Adolf Steikeb, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Het Orleans-proces heeft Woensdag om
kwart over twaalf een aanvang genomen,
maar of de zaak is geëindigd, korten tijd
later na de veroordeeling van den jongen
prins tot twee jaar gevangenisstraf, „in aan
merking genomen dat de rechtbank niet
heeft te onderzoeken welke motieven den
hertog van Orleans aldus hebben doen han
delen," valt te betwijfelen, al was de mani
festatie na de uitspraak er geene van ernstige
beteekenis en heeft de zitting zelf en de
toebereidselen er toe tot geen buitengewone
voorvallen aanleiding gegeven.
(Zie onder Frankrijk.)
Om kwart over twaalf begon het verhoor.
De voorzitter zeide„Gij valt onder de ter
men van de uitzonderingswet." De aange
klaagde vroeg verlof zich in onomwonden
bewoordingen tot het hof te mogen richten.
„Ik ben aldus sprak hij „naar Frank
rijk gekomen om als gemeen soldaat te
dienen, aan politiek doe ik niet, daarmede
bemoeit zich alleen mijn vader, wiens onder
worpen zoon en getrouwe dienaar ik Ben."
De prins zeide te weten wat hem te wach
ten stond en stelde de vraag of het een
misdaad is zijn vaderland te willen dienen,
of het een misdaad is zijn vaderland le be
minnen. De prins achtte ziehzelve niet
schuldig, verzocht zijn advocaten hem niet
te verdedigen en beloofde zich bij 't vonnis
der overheden te zullen nederleggen, alleen
clementie hopende.
Daverende toejuichingen vielen die woor
den ten deel en toen de president zeide,
dat de rechtbank de wet niet heeft te be-
oordeelen maar alleen ten uitvoer te leggen,
ontstond er eenig gemurmel dat na de uit
spraak, volgende op de korte verdediging van
den advocaat Rousse, ten gunste van den
prins, ondanks dezen, overging in een geroep
van „Leve de hertog van Orleans" en „Leve
de Republiek."
DOOR
Ehrhardt staarde den assepsor met onderzoe
kenden blik aan. «Hoe draagt gij kennis van de
liefde der gravin Wildenfels voor mijn armen
Waldstein?" vroeg hij.
«Spaar mij het antwoord daarop, waarde
heer 1 Genoegdat ik het weethetgeen mij
zeer veel waard is. Wat denkt gij van den Ame
rikaan
«Ik heb hem slechts vluchtig gezien."
//Hoe jammer 1 Men heeft mij hier 'en daar me
degedeeld, dat de gravin hem tot haren erfgenaam
wil maken.'
«Onmogelijk
«Bij deze vrouw is niets onmogelijk. Dat heeft
zij jegens haar gemaal getoonddie door haar
schuld, zooals algemeen bekend is, ongelukkig
werdevenals ten opzichte van het nagelaten
testament van den overleden graaf, waarin graaf
Ulrich tot universeel erfgenaam benoemd werd.
Zij toch heeft bewerkt, dat het testament geheel
vernietigd werd, om den wensch van haar ge
maal aan haar eigen bizonder belang dienstbaar
te maken, terwijl hij haar op zijn sterfbed, zoo
als bekend is, als universeele erfgenaam aanwees,
en zijn naaste bloedverwanten intusechen met
ledige handen liet heengaan, tengevolge waarvan
de «dolle Waldstein," de vader van den jongen
graaf, zoo als gij weten zult, een zelfmoord be
ging. Er loopen vele wegen naar hethemelrijk
misschien ontdekken wij er een, die ons tot het
geweten der blinde gravin geleidt. Indien zij tot
verzoening geneigd is, geeft de gewonde haar
thans juist ae beste gelegenheid daartoe het tes
tament van haar gemaal wijst haar duidelijk ge
noeg den weg. Zij zon aan graaf Waldstein als
met het omdraaien van hare hand het leven kun
nen teruggevenindien zij de jonge gravin tot
zijn verpleegster benoemde. Doch d artoe behoort
in allen gevalle een wonder, waarop ik sedert
het laatste uur vast rekenofschoon ik anders
Buiten het gebouw had een manifestatie
plaats, die natuurlijk eindigde met eenige
arrestatien, maar overigens is de zaak vrij
onopgemerkt voorbijgegaan in Parijs, zoodat
de uitgebreide voorzorgsmaatregelen, door
de regeering over geheel Parijs genomen,
vrij wel overbodig zijn geweest.
Aangaande de plannen der regeering valt
weinig te zeggen dat de prins onmiddellijk
begenadigd zal worden, is niet te wachten,
daarvoor hebben zijn vrienden te veel lawaai
geschopt en de zaak wel degelijk tot een
politieke gemaakt; misschien hebben de bou-
langistische bladen wel gelijk, dat namelijk
een cel in de gevangenis te Clairvaux voor
den prins in orde wordt gemaakt. De prins
wordt dan in veler oog een martelaar van
zijn plicht, van zijn vaderlandsliefde, en dan
kan de regeering er nog wel eens geducht
last van krijgen.
De toestand in Portugal is door het verbod
van de regeering betreffende een republi-
keinsche manifestatie, in het Colyseum te
houden, weer meer gespannen geworden.
Woensdagavond werd er op de straat te Lis
sabon zooveel gemanifesteerd en geprotes
teerd, dat de troepen de politie moesten te
hulp komen en een 140tal personen werden
gearresteerd en onmiddellijk ian boord ge
bracht van de kanonneerbooten „Vasco de
Gama" en „India." De kooplieden te Lissa
bon hadden den ganschen dag hun winkels
half gesloten als teeken van rouw over het
ultimatum van 11 Januari, juist een maand
geleden.
Het conservatieve ministerie wordt meer
en meer impopulair.
Thans heet het overal rustig te zijn.
Gister namiddag om drie uur is de Duit-
sche staatsraad bijeengekomen onder presi
dium van den keizer; de den leden toege
voegde deskundigen zijn een waarborg dat
de arbeids-quaestie grondig zal worden on Ier
zocht ter opmaking van een wetsvoorstel in
den geest van 's vorsten rescript.
De uitnoodiging tot de Duitsche conferen-
juist niet tot de geloovigsten behoor. De hoofd
zaak voor ons blijft thans voor alles, dat wij
den doodelijk kranke uit de handen zijner vijan
den verlossen; de gravin haat hem en de Amerikaan
houdt zeker ook niet van hem."
«Daarover heb ik met den dokter gesproken
hernam Ehrhardt; «deze houdt liet vervoeren
van den lijder voor uiterst gevaarlijk."
«Zijn leven wordt veel erger bedreigd," sprak
de assessor zeer ernstig. «Was de gewonde maar
eerst zoover, om hem een verhoor te doen onder
gaan. Hebt gij geen bekende op het kasteel, dien
gij geheel vertrouwen kunt?"
«De eenige zou de oude jager zijn."
„Ah, stel n met hem in betrekking; hij is
zeker de meest geschikte persoon om op dien
Araerikaanschen graaf een wakend oog te hou
den."
«Mijnheer de assessor,' viel de predikant hem
ernstig in de rede, «ik mag niemand tot iets slechts
verleiden."
„Ei wat, gij vat de zaak al te nauwgezet op
met een zoo bescheiden man als gij zijt, kan ik
mij, als man der wet, wien elk middel tot uit-
vorsching eener misdaad geoorloofd zijn moet
niet onbezorgd verbinden. Welaan, is er u niets
a;»n gelegen om den moordenaar te ontdekken en
daardoor de volle onschuld der gevangene aan
het licht te brengenhare eer voor de wereld
gerechtvuardigd te zien
«O zeker, mijnheer de assessor!" riep de predi
kant levendig; «ik wist intusschen niet, watdit
met het, om zoo te zeggen als politieagent, be
waken van den Amerikaan te maken heeft."
De man der wet liep eenigeoogenblikken zwij
gende naast hem en tuurde in de verte, waar zich
tusschen slanke boomen en groene wijnstokken
het roode dak der pastorie zien liet.
„Als gij het goedvindt, mijnheer predikant,"
sprak hij ten laatste, „dan vergezel ik u tot in
uw woning."
„Daarmee doet ge mij een groot genoegen,
mijnheer de assessor, de zaak gaat mij zeer ter
harte."
„Ik heb veel van uwe zuster gehoord," ging
de assessor, zijn schreden verhaastende, voort; „ik
verheug mij, kennis met haar te kunnen maken."
Beide mannen liepen thans haastig en zwij
gende voorttotdat zij de pastorie bereikt had
den, waar juffrouw Armgard hen vriendelijk ont-
tie is reeds toegekomen aan Frankrijk en
Zwitserland en naar men meentook aan
Italië en Oostenrijk.
Ook ons land zal, naar 't schijnt uitgenoo-
digd worden.
In het Engelsch hoogerhuis zeide Salisbury
het conflict met Portugal te betreuren, maar
voegde er bij, dat er niet anders gehandeld
is kunnen worden als geschied is. In het
lagerhuis zeide de minister van buitenland-
sche zaken, dat de diplomatieke correspon
dentie de zaken in een gansch ander licht
plaatst en dat Engeland Portugal's voorstel
aangaande een scheidsgerecht onder de
gegeven omstandigheden niet heeft kunnen
aannemen.
Veel opzien maakt in Italië de ontbinding
bij koninklijk besluit van de besturen der
Banca di Napoli en der Banca di Sicilia en
de vervanging daarvan door koninklijke com
missarissen. Als reden wordt opgegeven, dat
malversatiën zijn ontdekt maar de ware
reden schijnt te wezen, dat der regeering de
tegenstand verdroot, welke beide bankbestu-
ren toonden tegenover het bij de kamer
ingediend regeeringsontwerp tot vestiging
eener nieuwe bank voor grondcrediet.
In de zaak-Panitza komt weinig licht
meer, alleen meldt men, dat de algemeene
toestand des lands zeer bevredigend is.
Nadat het vonnis uitgesproken was, werd
terstond een „Leve Philips van Orleans!"
aangeheven, wat door Bravo! leve de Repu
bliek!" beantwoord werd, waarop de voor
zitter zich dekte en bevel gaf de zaal te
ontruimen. Bij de ontruiming der rechtszaal
ontstond een vreeselijk tumultdaar allen
tegelijk naar den uitgang drongen, wat her
haaldelijk opstoppingen veroorzaakte. Midde
lerwijl was de hertog naar de conciergerie
terug gebracht.
ving en, terwijl haar broeder binnentrad om het
zich gemakkelijk te maken, den assessor naar
den grooten lindeboom bracht, waar de koffie
tafel reeds gereed stond en behagelijk uitnoo-
digde.
„Hoe gaat het mijn arme gevangene?" was haar
eerste vraag aan den rechter van instructie.
De assessor deelde Armgard in korte trekken
het wetenswaardigste mede, voor zoover het met
de voorzichtigheid van een rechterlijk ambtenaar
overeenkwam, en waaruit de fijngevoelende Arm
gard met stille vreugde genoeg belangstelling
voor de beschuldigde opmerkte.
„Gij gelooft niet aan hare schuld, mijnheer,"
sprak zij toen met die opene hartelijkheid,die haar
in zoo hooge n. ate eigen was.
//Als rechterlijk ambtenaar moet ik eiken aan
geklaagde voorshands voor schuldig houden," ant
woordde hij lachend.
Dat zou inderdaad verschrikkelijk zijn, omdat
dikwijls het toeval evenveel bewijzen voor de
schuld als voor de onschuld weet aan te voeren."
„Dat is waar, daarom meen ik, dat het ieders
plicht is, belang in de beschuldigde te stellen,en
geene gelegenheid voorbij te laten gaan, om het
moeilijke ambt van den rechter, die met een
onderzoek belast is, te verlichten, in één woord
bewijzen aan te voeren voor de onschuld van
een persoon, wier eer en leven op het spel staan,
om zoodoende een gerechtelijken moord te ver
hinderen."
„Daarmee stem ik van harte in, mijnheer de
assessor!" sprak Armgard op vasten toon. „Ware
het mij door God vergund het arme, verlaten
schepsel te redden, dat het toeval op zoo vrees
lijke wijze in 't verderf wil stoeten
„Goed, ik heb mij dus niet vergist, toen ik bij
u op de noodige hulp rekende, juffrouw Ehr
hardt Wij moeten den ouden jager Claus zoe
ken over te halen, dat hij een wakend oog op
den Amerikaan houdt."
„Dat zal mij niet moeilijk vallen...."
„De oude jager moet u dageliiks bericht bren
gen aangaande alles, wat er op het kasteel voor
valt. Verder moet gij u met de gravin Wildenfels
in betrekking stellen," vervolgde de assessor.
„Dat zal zeker moeilijk gaan,' zeide Armgard
nadenkende, „en waartoe zou dat moeten dienen,
mijnheer de assessor
„Zij moeten den gekwetste bewaken, dewijl hij
Na afloop der zitting begaf zich een twee
honderdtal personen naar het standbeeld
van Henri IV onder de kreten: „Leve de
hertog van Orleans!" Zij hadden twee kransen
bij zich, een van rozen en een van klimop.
De politie joeg hen echter uit elkander. De
quai de l'Horloge, nabij de pont du Change
en de place Dauphine werden eveneens door
politie afgezet. Drie en vijftig manifestanten,
waaronder een officier in uniform, die de
politie niet gehoorzaamden, werden gearres
teerd; de beide kransen werden eveneen in
beslag genomen. De krans van rozen bevatte
geen opschrift; op den krans van klimop stond:
„Aan den kleinzoon van Henri IV" terwijl
er tevens twee visitekaartjes aan bevestigd
waren, waarvan op het eene stond: „Niort
advocaat bij het Hof van appelop het
andere: „baron Tristan Lambert, oud-afge
vaardigde."
Onder de gearresteerden bevonden zich:
Niort en Tristan Lambert, Moyol de Luppé,
de Gontaud Byron de zoon van Picot, die
student is, en verder eenige journalisten, een
werkman en een koopman. Negentien per
sonen zijn in arrest gehouden.
De organisateur dezer ongeregeldheden is
gebleken te zijn een man van bedaagden
leeftijd. In de rechtszaal werd hij bijgestaan
door netgekleede jongelieden, alle van wan
delstokken voorzien, in voorkomen Parijsche
dandy's; op straat evenwel was een troep van
het minste soort volk bijeen. Het herken-
ningsteeken bestond in een nummer van het
blad Le Troupier. Uit het onderzoek der
politie is gebleken dat 500 man gehuurd
waren doch dat slechts 150 waren opgekomen.
Betaald was 3 francs voor een gewoon man,
4 francs voor een aanvoerder, terwijl den
hoofdaanvoerders 8 francs werden uitbetaald.
Ook werden vele lotelingen opgemerkt onder
de manifestanten, en bleek het, dat daaronder
8 valsche warendie voor 20 francs zich
hadden laten werven om, met een nummer
der lotiug op den hoed en de driekleurige
cocarde op de borst, de lotelingen aan te
zetten.
op het ka9teel meer dan ergens anders in gevaar
verkeert, zonder dat de wet bij machte zou zijn
den schuldige te vatten, terwijl hare kamenier
den bediende van der. Amerikaan zou moeten
uithooren. U durf ik geheel en al vertrouwen
gij bezit evenveel geestkracht als zedelijke be
ginselen, een energiek karakter, dat erkennen
moet dat voor eene geoorloofde taak ook onge
wone middelen geoorloofd zijn, vooral omdat net
hier evenzeer te doen is om het wel en wee van
goede menschen, als om de ontmaskering van
een doortrapten schurk!"
Armgard keek hem verwonderd aan. Gij be
doelt...."
«Ik heb geen naam genoemd en hoop dat ook
gij, zonder verdere gemoedsbezwaren, mijn trouwe
bondgenoote zult worden.
,11c heloot u, mijnheer de assessor 1 sprak zij
hem hare hand reikte.
Het gesprek was hiermede geëindigd, terwijl
de predikant nader kwam, om met zijn gast te
gaan koffiedrinken. Deze begon nu over onver
schillige diggen te praten en liet zich verder niet
uit over de zaak, die den armen Ehrhardt zoo
zwaar op het gemoed lag.
HOOFDSTUK XIII.
Veertien dagen w ren sedert de bekende ver
schrikkelijke gebeurtenis voorbijgevlogen, zonder
dut de rusteloos zoekende politie een ander 9poor
ontdekken konde dan hetgeen de inhechtenisne
ming van de gezelschapsjuffrouw tengevolge had
gehad.
De vermoorde vrouw, wier signalement men in
alle dagbliden lezen kon, was wel hier en daar
gezien geworden, doch haar spoor verdween plot
seling aan den Rijn waar zij op zoo gruwelijke
wijze haar leven moest eindigen.
Op kasteel Lörach mocht het bloedige voorval
met geen enkel woord aangeroerd worden. De
vreemde vrouw sluimerde op het kerkhof te
Rothensee en had het geheim met zich in het graf
genomen; en wat graaf Ulrich von Waldstein be
trof, hij lug in een afgelegen kamer van den
eenen vleugel, door den kamerdienaar bewaakt,
en door een eenvoudige dienstmaagd verpleegd.
Dat zijne genezing onder zulke omstandigheden
niet kon vooruitgaan was te begrijpen, ofschoon
de geneesheer niet zeggen kon, dat zijn bevelen
zonder gevolg bleven. Wordt vervolgd.