Nummer 15, Donderdag '20 Februari 1890. 13e Jaargang.
De blinde Gravin
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
UITGEVER:
Waalwijk.
26
Emilie Heinrich's.
cn Ijiiiigstraalsflic Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per posi door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Ad verten tien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnoraen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Parijs en de parijzenaars bekommeren zich
over het geheel weinig meer om den hertog
van Orleans en Zondag genoot men van het
heerlijke weder op de boulevards alsof er
geen prins van Orleans in de wereld bestond
en alsof er geen zestal verkiezingen moesten
plaats vinden in zes districten, zoo te Parijs
zelf als in de omgeving van de hoofdstad.
Men meende in regeeringskringen met
grond te mogen verwachten, dat de zes bou-
langisten, wier verkiezing ongeldig is ver
klaard door de kamer, drie zetels zouden
moeten alstaan aan de republikeinen, dat de
heeren boulangisten dus drie partijgenooten
en voorvechters minder zouden tellen in de
kamer, dan 22 September.
Zoo meende men te mogen verwachten en
waarlijk, men had reden tot die vermoedens
maar wat is er gebeurd
Parijs heeft weder eens voor de zooveelste
maal den regel willen bevestigen, dat op de
politiek geen berekeningen te maken zijn
vijf boulangisten zijn gekozen en een komt
er in herstemming en dan nog hebben de
meesten der ongeldigverklaarden en herko-
zenen veel aanzienlijker meerderheden ver
kregen dan bij de algemeene verkiezing van
22 September. Zoo is Laur gekozen met 10191
stemmen, terwijl zijn tegencandidaat, de re
publikein Lissaga ray slechts 4953 stemmen
op zich vereenigdete Sceaux is herkozen
De Belleval met 11022 stemmen tegen 9829
stemmen op minister Goblet.
Een treurige uitslag voor de republikeinen en
nu mag men zeggen, dat hun candidaten-
keus niet gelukkig is geweest, dat de gevan
genneming van den hertog van Orleans niet
zonder invloed is gebleven en men moge
heel wijsgeerig verkondigen, dat zulk een on
verwachte nederlaag juist voert tot nadere
aaneensluiting van de republikeinen een
niet te loochenen feit is het toch, dat met
Parijs nog maar sieeds geen rekening kan
worden gehouden; de voorspellingen falen
doorgaans, men weet nimmer wat men aan
Parijs heeft.
De carnaval vierende parijzenaars hebben
den uitsbg rustig opgenomen en de repu-
blikeinsche bladen van Maandagmorgen con-
stateeren het feit en leveren er eenig com
mentaar op, maar blijven kalm en stellen zich
voor een deel tevreden met schijnredenee-
ringen, die echter hun teleurstelling laten
doorschemeren.
Daar eerst Zaterdag a.s, de termijn afloopt,
den hertog van Orleans door de wet toege
staan om appèl aan te teekenen, heeft de
regeering tijd over om de gevangenis aan te
wijzen, waarin de prins waarschijnlijk eeni-
gen tijd zal gevangen gehouden worden tot
over zijn persoon en zijn belangen geen woord
meer gerept wordt en dat kan spoedig
genoeg zijn.
In de Spaansche Cortes is door Sagasta
andermaal verklaard dat de regeering het
oog houdt op Engeland's handelingen om en
bij Gibraltar en de bewegingen der F.ngelsche
vloot in den omtrek der Canarische eilanden.
Te Lissabon is thans de rust hersteld, dank
zij de maatregelen, door de jegeering geno
men.
Daaronder behoort o.a. de ontbinding der
studenten-vereeniging met inbeslagneming
der papieren.
Bij de plechtige opening van den staatsraad
die, zooals wij reeds mededeelden, verleden
Vrijdag heeft plaats gehad, noemde de Duit-
sche keizer de taak,den staatsraad opgedragen,
een ernstige die grondig onderzoek eischt.
De aan werklieden te verleenen bescherming
tegen een willekeurige en grenzenlooze exploi
tatie der werkkrachtde beperking van den
kinderarbeidde aanwijzing van de positie
der vrouw in het werkmansgezin en andere
toestanden in den werkmansstand zijn voor
een betere regeling vatbaarwaarbij echter
in overweging moet worden genomen tot
welke hoogte de industrie de verhooging der
DOOR
De ernstig gekwetste lag voortdurend in
koortsachtige droomen en was nog geen enkel
oogenblik tot helder bewustzijn gekomen.
Een ding echter vernam de sluwe Jacques uit
de voor 'tj meerendeel onsamenhangende woor
den, dat graaf Ulrich von Waldstein gravin Hil—
degard von YVildenfels beminde en dat deze
liefde van haren kant insgelijks zonder twijfel
beantwoord werddaar de kleine Nanette niet
moede werd naar den toestand van den gekwet
ste zeer belangstellend te vragen.
Het laat zich denken, dat Jacques dit kostbare
geheim dadelijk onder vier oogen meêdeelde
hetgeen de trotsche blinde dame zoo sterk ver
raste dat zij er bijna hare zelfbeheersching
door verloor.
rGij vergist u, Jacques 1* sprak zij na een korte
poos; //fantasieën van koortslijders zijn verwarde
droomen die niets te beduiden hebben en wat
het gedurig vragen van de kamenier betreft, dat
is niets anders dan nieuwsgierigheid ik wil er
niets meer van hooren."
De slimme kamerdienaar vroeg vergiffenisin
dien hij zijn plicht te ver gedreven had en hij
ontving deze met een vriendelijk lachje. Hij had
zijn doel om wantrouwen tegen de jonge gravin
te verwekken, bereikt, en hoopte nu zooveel te
gemakkelijker met den Amerikaan klaar te zul
len komen.
De blinde gravin zat een tijd lang in diepe
f;edachten, om het gedrag harer achternicht in
ïaar geheugen de revue te laten passeeren. Het
tooneel, dat zij haar in tegenwoordigheid van
de zuster van den predikant van Rothensee, toen
zij de verwonding van graaf von Waldstein hoor
de, bereid had zweefde haar nog levendig voor
den geest; het was haar toen reeds zeer opval
lend voorgekomen. Heden echter zag zij de zaak
in een ander licht en was zij van de waarheid
van 't geen haar door Jacques meegedeeld was
ten volle overtuigd. Nadat zij een vast besluit
productiekosten zal kunnen dragen die er
het gevolg van zal zijn en zonder dat der
Duitsche industrie op de wereldmarkt schade
wordt toegebracht.
De instelling van werkliedenvertegenwoor
diging schijnt niet minder belangrijk. De
staat aan de eene kerk en school aan de
zijde, moeten samenwerken aan de uitvoering
van deze maatregelenopdat zij vruchten
mogen dragen.
Nadat de keizer in dien zin had gesproken,
gaf hij als zijn wensch te kennen dat com-
missien met de behandeling der wetsvoorstel
len worden belast en hij benoemde tot rap
porteur den eersten-burgemeester Miquel en tot
onder rapporteur den raadsheer Jencke, nadat
nog was medegedeeld dat 26 dezer de com
missiën, waaraan een aantal deskundigen zul
len worden toegevoegd, moeten samenkomen.
Een tachtigtal leden van den raad waren
aanwezig, waaronder vorst Bismarck en graaf
Von Moltke.
De redevoering, door Duitschlands heerscher
Vrijdagmiddag bij de opening van den staats
raad uitgesproken wordt natuurlijk door de
Duitsche pers tot in het oneindige besproken
en het even heugelijke als ongewone ver
schijnsel doet zich daarbij voor dat bijna
alle richtingen hun tevredenheid en blijdschap
betuigen over 's vorsten nieuwe proclamatie.
Dat de beslissing van Frankrijk en van
Zwitserland, de loop der. werkzaamheden en
het ten slotte op te maken programma heel
de politieke wereld in'spanning houden, valt
te begrijpen.
In verscheidene voorname bladen wordt
gesproken over de mogelijkheid dat prins
Bismark den wensch koestert ook zijn ambt
als Pruisisch minister-president neer te leggen.
De meeningen loopen echter uiteen of dit
geschieden zou tengevolge van werkelijke
behoefte aan rustdan wel dewijl Bismarck
met de verdere uitbreiding der wetgeving op
den arbeid die spoedig in Pruisen aan de
orde zal komen, zoo weinig mogelijk te maken
wil hebben. Deze geruchten worden tot dus-
genomen hadschelde zij haar kamenierdie
terstond verscheen.
//Is de gravin van haar rijtoer te huis geko
men?"
„Zij rijdt juist met den graaf het kasteel plein
binnen," antwoordde Laurette.
„Dan laat ik haar verzoeken, nadat zij een wei-
nig uitgerust zal zijn bij mij te komen,"
Laurette ging en een oogenblik later verscheen
Ilildegard, bleekvermoeid overspannen, een
beeld van het diepste zielelijden.
„Gij hebt mij late roepen, lieve tante," sprak
zij zacht, terwijl zij de hand der blinde vatte
en kustte.
„Gij schijnt vermoeid te zijn, Hild!" antwoord
de de gravin, hare hand vasthoudende, „het rij
den schijnt u al te veel in te spannen."
„O neer.," verzekerde de jonge gravin „inte
gendeel is het een behoefte voor mij, tante!"
„Dus rijdt gij gaarne met den graaf! Waar
lijk, hij is een hoogst interessant, beminnenswaar
dig cavalier, in wiens gezelschap de tijd wonder
baar snel voorbij vliegt. Vindt gij dat ook niet,
mijn kleine Hilda?"
„Ja tante, en toch maakt de graaf niet altijd
denzelfden aangenamen indruk op mij; er ligt
iets in zijn oogen, dat mij soms zelf met huive
ring vervult. Heden scheen het mij, alsof hij een
valsch, dubbelhartig spel speelde
„Hoe kan men zich aan zulke dwaze inbeel
ding toegeven viel de gravin haar op strengen
toon in de rede. „De graaf is mij door iemand
aanbevolen, die het volste \ertrouwen verdient.
Gij bezit nog in 't geheel geen menschenkennis.
Het is zeer tegen mijn zin," voegde zij er na een
korte pauze bij, „dat wij door het onaangename
voorval in het park gedwongen zijn, een mensch
als dezen Ulrich, die onze familie bij voortduring
te sch nde maakt, in mijn kasteel op te nemen
„Hij kan het toch niet helpen dat hij geen fortuin
bezit," waagde Hilda schroomvallig in 't midden
te brengen.
„Waarom heeft hij geen diplomatische loopbaan
gekozen? Ik zoude hem in elk geval daarbij onder
steund hebben, zoowel door geld als voorspraak.
Maar hij is even als zijn vader bedorven en
verliederlijkt; het beste voor ons allen zou de
dood zijn."
„Om Godswil, tante.
„Gij hebt geen reden u op te wii.den, kleine
gravin I" ging de blinde op kouden toon voort.
„Of is het geen schande voor onze familie, dat
de laatste afstammeling van 't eeuwenoude ge
slacht der Lörach's tot de broodschrijvers behoort?
Is het geen schande, dat hij hier in den omtrek
rondslentert om geheime minnarijen met land
loopsters en met mijne dienstbode aan te
knoopen
„Tante!" riep de gravin, buiten zich zelve,
„hoe kunt gij zulke afschuwelijke lastertaal ge-
looven
„Het is bewezen," ging de blinde op ijskouden
toon voort, „dat deze Waldstein met een vreemde
avonturierster eene samenkomst in mijn park
gehad heeft, dat hij met mijne voormalige ge
zelschapsjuffrouw, die slang, die ik tien jaren
lang aan mijn boezem gekoesterd heb, evenzoo
een liaison had, om door een vervalscht testa
ment, of God weet welke slechte plannen, mij
uit den weg te ruimen. Het is zoo klaar als het
daglicht, dat dit gemeene sujet met mijn dood
vijand in betrekking gestaan en in elk geval
dé brutale hoop gekoesterd heeft, niet alleen
gravin Waldstein maar ook meesteres
van het kasteel Löracli te worden, waarschijnlijk
als loon voor hare medehulp in de booze daad,
waarvan nu waarlijk niet ik, maar een vreemde
avonturierster, die de moderne graaf wie weet
waar opgedaan heeft, het slachtoffer geworden
is. De woeste Ulrich, van een en dezelfde natuur
als zijn afschuwelijke vader,.heeft de gezelschaps
juffrouw zeker voor inschikkelijker gehouden
en niet aan hare ijverzucht gedacht."
„Neen, neen, het i9 niet waar, het kan niet
waar zijn," riep de jonge gravin met een uitbar
sting van hartstochtelijke wanhoop. „Zoo vrees
lijk kan een menschengelaat niet bedriegen."
„Arm kind," sprak de gravin op zachter toon,
„niets is bedriegelijker dan een menschengelaat.
Ik had ook nooit van juffrouw Tomsdorfgedacht,
dat achter zulk een z cht uiterlijk zulk een zwarte
ziel huizen konde, indien niet reeds haar dag
boek, dat mij bij toeval in handen viel, mij een
diepen blik in haar valsch hart had doen slaan.
Zij zal hare straf niet ontkomen, dewijl zij reeds
door zeer klare, onomstootelijke bewijzen van
de verschrikkelijke daad overtuigd is geworden.
De rechters willen slechts de herstelling van den
gewonde atwachten, inzonderheid om te weten
te komen wie de vermoorde is."
„Dat de ongelukkige Waldstein dan insgelijks
de verdiende strat ondergaan zal, staat vast,"
ver door niets bevestigd en door sommigen
ook alleen als verkiezings-manoeuvres be
schouwd.
Met het oog op de verkiezingen is ook
een hoofdartikel in de Nordd. Allgemeine
ZeitungvanMaandaggeschreven,waarin ander
maal verzekerd wordt dat er in 1887 van
de zijde van Frankrijk gevaar voor oorlog
dreigde, welk gevaar alleen afgewend is ge
worden door de toenmalige verkiezingen voor
den rijksdag, waaruit de Franschen zien kon
den hoe krachtig het bewustzijn der nationale
eenheid in Duitschland was. Bij de ophanden
zijnde verkiezingen, heet het, moet het Duit
sche volk daaraan indachtig zijn.
Zondag hebben overal in het rijk ontelbare
voorbereidende kiezersvergaderingen plaats
gehad voor de verkiezing op Donderdag.
Over het geheel is de beweging echter veel
kalmer dan anders. Te Berlijn bij voorbeeld
is er nauwelijks iets van te bemerken.
Er wordt veel meer over de verschillende
jongste bekendmakingen des keizers gespro
ken dan over de stembusofschoon bijna
iedere partij de mogelijkheid voorziet van
onberekenbare verrassingen.
Zooals te wachten was, heeft de premier
Tisza in den Hongaarschen rijksdag de ge
ruchten, als zou hij plan hebben af te tre
den, tegengesproken, al was zijn taal niet
zoo beslist als men anders gewend is.
De instructie in de zaak Panitza wordt
door den Bulgaarschen premier Stambouloff
zeiven geleid, maar er lekt niets nieuws uit.
De benoeming, of deftiger de proclamatie
van maarschalk Fonseca tot generalissimo van
het Braziliaansche leger, dat met 10.000 man
is versterkt, doet velen vreezen, dat in het
vroeger zoo rustige rijk alles militairement zal
worden geregeld, en een tijd van militair
despotisme aanstaande is, dat ernstige ge
volgen kan hebben.
ging de gravin voort. „God zij dank, dat hij den
moord van mijn hoofd afgewend heeft, dat mijne
familie sedert lang niets met dezen ellendeling
uit te staan had; want wa rlijk, ik zweer het bij
mijn onbevlekten naam, onverbiddelijk konde
ik haar, ook, al ware zij mijn eigen dochter,
zien vcroordeelen en in het verderf storten, als
zij met dit moordenaars gebroed in een of andere
betrekking stond."
Doodsbleek, alsof zij werkelijk een groote mis
dadigster was, zat Ilildegard als vernietigd on
haren stoel en kon geen antwoord, geen woord
ter verdediging in het midden brengen voor den
man, aan wien hare geheele ziel met warme liefde
toebehoorde. De redeneering harer oude tante
toch was te beslist, te scherp, dat het arme meisje
er een verstandige aanmerking tegen in had
weten te brenger. De ongelukkige had zich
werkelijk ingebeeld, dat de gravin door de vrees
lijke daad, die den armen Ulrich op den rand
des grafs gebracht had, zachter en verzoenender
jegens hem gestemd zou zijn geworden en hem
na zijne genezing werkelijk zelf zou aanhooren,
zoodat zii dan niet twijfelde of zijne onweer
staanbare beminnenswaardigheid moest den haat
der blinde gravin geheel verstoren.
De slag was daarom dubbel zwaar en geheel
lijdelijk lioog zij het hoofd, zonder tegenstand,
wilskracht, met de onverschilligheid van een
stervende: zij liet zich alles aanleunen, wat de
gravindie op dit oogenblik haar noodlot in
persoon was, voor haar bestemde, daar zij zich be
wust moest zijn dat zij bedrogen en verraden
was in hare heiligste gevoelens.
De blinde gravin gevoelde instinctmatig, dat
zij Hildegard doodelijk getioffen had met haar
zeker gevoerd wapen maar dat ook nu oi nooit
het juiste oogenblik gekomen was om haar lie
velingsplan ten uitvoer te brengen.
„Geef mij uw hand, mijn kina", spralc zij na
een pauze op ongewoon vriendelijken toon, „wij
zullen deze onpleizierige geschiedenis laten rus
ten en ons verheugen dat wij er volstrekt niet
in betrokken zijn. Doch ik zie het helaas! te
helder in, welk voortdurend gevaar mij, de al
leenstaande oude vrouwvan alle kanten be
dreigt cn steeds zal bedreigen, ofschoon ook deze
vijanden door de wrekende hand der wet achter
haald zijn geworden.
(Wordt vervolgd.)