Nummer 19.
Donderdag 6 Maart 1890.
13e Jaargang.
De blinde Gravin
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN
Bekendmaking.
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
U 1 T GEVER:
Waalwijk.
30 Emilie Heinrich's.
De Echo van het Zuiden,
Wiiiilwijksrlic en Limgstraalsclie (oiiranf,
Dil olau verschijni Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Frauco per pos' door liet geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Ad verleunen 17 regels J 0,60 daar bo/en 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Adrertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adot/p Steinhr, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk
brengt ter nlgemeene kennis, dat overeenkomstig
art. 15 der wet op de grondbelasting van 26 Mei
1870, (Stbl. no. 82) ter secretarie der gemeente
van af heden gedurende dertig dagen ter inzage
liggen opgaven van de uitkomsten, bedoeld bij
de artt. 15, 23 en 43 der genoemde wet.
Waalwijk, 12 Februari 1890.
De Burgemeester voornoemd
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
roepen bij deze op den verlofganger dier ge
meente A. J. C. van Laarhoven, nummerverwis-
selaar met J. A. E. Bink, van de lichting 1887,
behoorende tot het 3e Regiment Veld-artillerie,
ten einde tegen 8 April a. s. bij zijn korps, in
garnizoen te Breda, tegenwoordig te rijn.
Waalwijk, 1 Maart 1890.
Burgemeester en Weth. voornoemd.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk ter
afkondiging ontvangen hebbende het kohier der
personeele belasting no 5 en van het Patentrecht
no. 4, beiden overliet Dienstjaar 1889/90.
Verwittigt de belanghebbendendat gezegde
Kohieren door den Heer inspecteur van 's rijks
Directe Belastingen dezer Provincie op den 27
Februari zijn executoir verklaard dat dezelve
op heden *an den Rijks-Ontvanger ter invorde
ring zijn toegezonden en dat ieder verplicht is
zijnen aanslag op den bij de Wet bepaalden voet
te voldoen.
De belastingschuldigen, welke zich met hunnen
aanslag bezwaard achten, kunnen hunne redenen
bij verzoekschrift, binnen drie maanden na
dato der executoir verklaring, indienen bij ge
deputeerde Staten dezer provincie, des verkiezende
door tusschenkomst van den betrokken controleur
van 's rijks belastingen.
Waalwijk, 1 Maart 1890.
De Burgemeester voornoemd.
"De reclaraatiën omschreven bij art 45 dei-
wet op de personeele belasting van den 29
Maart 1833 (Staatsblad No. 4), zijn vrij van
zegel. Die der grondbelasting en het pa
tentrecht zijn aan zegel onderworpen.
DOOR
//Ach ja," zeide Nanette, //dan zoude hij spoe
dig genezen zijnimmers de liefde is de beste
arts."
«Stil, hoort gij niets?/' flrfisterde de gravin,
terwijl zij verschrikt den aim barer kamenier
aangreep.
Zij luisterden beiden met angstig kloppende
harten. In den gang bewoog zich iemand en hield
bij de deur van de ziekenkamer stand. De harten
der luisterenden dreigden stil te staan. Thans
hoorden zij dat de deur geopend werdhaastig
besloten, greep Nanette de hand der gravin en
trok haar mede achter het bed, waar het gordijn
haar voldoende verborg.
Zachte schreden kwamen nader, die alleen door
het ruischen van kleederen hoorbaar waren. De
gravin was half dood; zij sloot de oogen en beval
hare ziel aan den hemel De kleine kamenier was
moediger; zij geloofde niet nan spoken er. zette
hare scherpe oogen, waarmede zij vóörzich ig
door het gordijn gluurde, wijd open. Wat zij
op iit oogeublik zag, was wel in staat om een
moediger hart vrees aan te jagen.
Een lange mar» in een wijden m ntel gewik
keld, met een gelaat zoo bleek als was, dat hem
op een doode deed gelijken, boog zich i ver de
waakster, waarschijnlijk om te zien of zij wel
vast sliep daarna naderde hij het bed, om zich
evenzoo over den zieke te buigen, waarna hij bij
de tafel ging en het eene medicijnfleschje na het
andere in de hand nam. De meesten waren le
dig hij konde dus gemakkelijk datgene vinden,
waaruit de zièke In t laatst ingenomen had. Zon
der zich verder te bedenken, haalde hij een fleschje,
waarin een kleurloos vocht was, te voorschijn.
Hieruit liet hij eenige droppels in de medicijnen
vallen, kurkte het laatste zorgvuldig en verwij
derde zich even zacht als hij gekomen was.
Stijf van ontzetting, waren de twee vrouwen
in langen tijd niet in staat zich te bewegen, tot
dat eindelijk de gravin, die het verontrustende
geval eveneens had aangezien, met een kramp
achtige beweging opstond, en met zenuwachtige
De Burgemeester van Waalwijk maakt be
kend, dat bij aanvrage om verlenging van werk
uren, die in dringende omstandigheden door den
commissaris des konings en mij kan worden ver
leend, moet worden opgegeven
a. de naam van den fabrikant of werkgever,
b. de aard van de fabriek of het werk,
c. de redenend:e aanleiding geven om de
verlenging van arbeidsuren te vragen.
Waalwijk, 1 Maart lb93.
De Burgemeester v. Waalwijk.
De gevolgen der plaats gehad hebbende
verkiezingen voor de vernieuwing van den
rijksdag blijven de gemoederen bezig houden,
zoowel in Dui'schland als in gansch Europa.
Prins Bismarck wiens binnenlandschc
staatkunde door de meerderheid der kie
zers van het keizerrijk is afgekeurd en
die het op dat punt ook met den keiler
niet eens schijnt te zijn, heeft zijn ontslag
aangeboden niet alleen als voorzitter van
den Pruisischën ministerraad, maar ook als
rijkskanselier. Dat hij er niet over voldaan
is, zijn parlementaire meerderheid vernietigd
te zien en dat hij zich niet wil vernederen
om de tweede rol te spelen, na onder de
vorige regeering almachtig te zijn geweest,
dit is zeer natuurlijk. Maar dat de man, die
Oostenrijk en Frankrijk overwonnen heeft en de
macht van zijn land zoo hoog heeft opge
voerd, verdwijnen zou tegenover veel gerin
ger moeielijkheden, dan die hij reeds over
wonnen heeft, dat is al heel onwaarschijnlijk.
Duiischland heelt nog te zeer zijn genie en
zijn groot gezag in de wereld noodig en de
jonge keizer, hoe gaarne hij zich ook zou
willen emancipeerenbehoeft nog te zeer
zijnen raad om zich zoo maar goedsmoeds
van hem te scheiden. Er is trouwens niemand
in staat om hem te vervangen. Ook is zijn
ontslag geweigerd.
Maar, welke concessies zijn hem nu gedaan
drift naar de tafel toetrad, om het fleschje in de
hand te nemen en den inhoud er uit te gieten.
«Neen, neen," fluisterde Nanette, die Tiaar ge
volgd was, „dat moet de dokter onderzoeken de
zieke mag geen nacht langer in het kasteel door
brengen. Wij nemen het fleschje medekom
met mij, gravin."
«Ei als de vreeselijke man terugkeert vroeg
deze huiverende. Kunnen wij hem alleen daar
laten, waar hij door moordenaars beloerd wordt?"
„Voor dezen nacht zal het gevaar voorbij zijn,"
merkte de verstandige kamenier aan met het
aanbreken van den dag zal de juffrouw in de
pastorie bericht ontvangen hebben die zal dan
wel voor het overige zorgen. Als de waakster
eens wakker werd, als zij ons eens herkende
en verried
„Ja, ja, dat zou verschrikkelijk zijn," zuchtte
Hildegard, „laat mij hem nog slechts eenmaal
zien."
//Nu, gauw dan. gravin
«Hilda, mijne Hilda!" klonk hot plotseling als
eei>e geestenstem van zijne lippen. „O, blijf bij
mij, liefelijk droombeeld
Hij had de oogen geopend en zag haar wee
moedig smeekende aan hij dacht zeker dat hij
droomde.
//Geliefde," fluisterde zij; .ik kom terug. Beloof
mij geen drank uit vreemde handen aan te ne
men."
//Wilt gij hem mij toedienen, geliefde
„Ja," sprak zij ang-tig en drukte een kus op
zijne lippen; //vertrouw op de liefde; zij waakt
over uw hoold
Nanette trok lianr angstig met zich mede; toen
zij op hare kamer terugkwamen, viel de gravin
half bewusteloos neer. Wie was de geheimzin
nige persoon in de ziekenkamer geweest?....
Noch de gravin, die door de trouwe kamenier
als een kind te bed gebracht werd, noch de
laatste wa; gde hare gedachten daarover uit te
spreken.
Hij iroeg een masker, fluisterde Nanette, die
beslont in een grooten leunstoel naast het bed
harer jonge meesteres het overige van den nacht
door te brengen.
*0, Nanette, zwijg over den vreeslijke," steunde
deze, terwijl zij beide handen tegen het bleeke
gelaat drukte, het is mij alsof ik van al de ge
dachten, die mijn hoofd doorkruisen, waanzinnig
worden zal. De lange gedaante herinnerde mij
doch stil, ik mag niet langer denken. O konde
ik slechts een uur rustig slapen."
om hem over te halen van zijn terugtreden
af te zien, en welke middelen zal hij aan
wenden om de hem in den weg staande
hinderpalen te overwinnen Dit is moeilijk
te zeggen. Toch mag men aannemen dat
hij alvermogend zal blijven en dat hij ten
slotte over zijne tegenstanders zal zegevieren
Hij heeft middelen te zijner beschikking, die
vroeger gelukt zijn, en waarschijnlijk zal hij
ze nogmaals gebruiken. Niets belet hem, bij
voorbeeld, den rijksdag te ontbinden en
nieuwe verkiezingen uit te schrijven, na eenige
internationale verwikkelingen te hebben in 't
leven geroepen, die aan het Duitsche volk en
aan zijnen meester zullen bewijzendat hij
hun onmisbaarder is dan ooit.
Welke vorderingen de socialisten mogen
gemaakt hebben in de openbare meening,
hun invloed zou direct verdwijnen, als het
rijk eenige buitenlandsch gevaar scheen te
loopen.
Gekozen zijn nu 63 vrijzinnigen (32 vorige
rijksdag), 99 centiumleden (99 vorige rijksdag),
35 sociaal-democraten (11), 34 nationaal-li-
beralen 1"3,) 83 conservatieven (119,) 5 Wel-
fen 13 Elzassers (15), 2 anti semieten (0),
14 Polen (13), 1 Deen (1), zoodat de cartel
partijen zijn gedaald tot 117 zetels en de
oppositie is gestegen tot 244 zetels; van
ruim 3'i is _de uitslag ons nog niet bekend
(21 vrijzinnigen en 13 socialisten hebben nog
kans).
Het resultaat der herstemmingen is-boven
alle verwachtingen der oppositie gunstig, der
oppositie in 't algemeeen, als geheel genomen
en den vrijzinnigen in 't bijzonder. Zij toch
zien het aantal van 21 zetels, door hen 2«
Februari verworven, stijgen tot 63, wat, in
vergelijking met hun vertegenwoordiging in
den rijksdag van 1887 (32) nog al zooiets wil
zeggen. 't Is dus vooreerst uit met de
macht, bijna zou men kunnen zeggen almacht
van het cartelde rijksdag heeft een zwen
king naar links gemaakt en de kanselier
Zij hield de hand der kamenier krampachtig
vast en angstig smeekte deze haar zich bedaard
te houden. Goa had immers zichtbaar over het
lpven van den zieke gewaakt, daar Hij haar de
grootsche taak had opgelegd, om de misdaad te
verijdelen.
«God zal den moordenaar weten te /inden."
vopgde zij er vertrouwelijk bij, „en de onschul-
digen redden Laat ons verheugd zijn, dierbare
gravin, dat Hij ons juist dezen nacht een licht
straal toegezonden heeft."
Op die wijze sprak de verstandige en vlugge
kamenier tot hare jonge meesteres, tot dat deze
langzamerhand rustiger werd en eindelijk zacht
insluimerde. Ook Nanette konde ten laatste den
slaap niet weerstaan, en toen zij uit angstige
droomen ontwaakte, scheen de zon reeds helder
door de gordijnen der hooge vensters.
De gravin sliep nog. Zonder gedruisch te ma
ken, stond Nanette f p. Na kort beraad plaatste
zij zich aan de schrijftafel harer meesteres om
eenige ophelderende woorden aan de juffrouw in
de pastorie te schrijven en deze, verzegeld en van
een adres voorzien, met het zorgvuldig ingepakte
medicijnfleschje, haar door den jager toe te zen
den.
Voorzichtig verliet zij daarmee het vertrek en
sloop naar de haar welbekende kamer van den
ji'ger. Onwillekeurig, als bevond zij zich op een
verboden pad, ontstelde zij hevig, toen zij bijna
onhoorbare schreden op de trap vernam en ver
borg zich daarom haastig achter den vooruit-
springendi'ii hoek van de muur.
De schreden naderden de plaats, waar zij stond;
het was graaf Weil burg, die in jachtkostuum, met
het geweer op den schouder/haar, zonder haar
te bemerken, haastig voorbij ging.
Aan de deur van des jagers kamer bleef hij
staan en klopte aan. Na eenige oogenblikken
werd de kamerdeur geopend en het trouwhartig
gelaat van den ouden Claus zichtbaar.
„Ah," klonk het verrast van zijne lippen, „gij
hie zoo vroeg, mijnheer de graaf?"
„De morgen is zoo schoon, oude! Ik wil een
weinig ronddolen, om hier en daar een vogel
neer te schieten, waarvoor ik Tiras bij mij moet
hebben."
„Ja ja, ga maar vooruit naar den tuin, mijn
heer de graaf; ik volg u in een paar minuten.''
De graaf ging verder. Dit oogenblik maakte
Nanette zich ten nutte, om naar den jager bin
nen de kamer te sluipen, die haar ziende geheel
on t9 telde.
schijnt besloten den nieuwen rijksdag maar
„in zijn sop te laten gaar koken", wat een
even verstandig als onvermijdelijk besluit is.
Misschien denkt de pers van het cartel het
woordje koken weg en zet er smoren voor
in de plaats, tenminste de officieuse K 1 n
Ztg. zegt iets in dien zin en voegt er bij zich
gelukkig te achten dat de keizer en de
bondsraad nog immer het bevel en bestuur
over de regeeringszaken in handen hebben.
De vrijzinnigen zijn uiterst gelukkig ge
weest, zoo in de hoofdstad des rijks als in
de provincie. Te Berlijn, waar 20 Februari
waren gekozen 2 socialisten en4 vrijzinnigen
in herstemming kwamen met 3 socialistenen
1 conservatief, zijn Zaterdag de vrijzinnigen
met over 't geheel groote meerderheden ge
kozen, zoodat dus de geruchten van een Bis
marck crisis eigenlijk weinig hebben gebaat;
de cartel-politiek is door de natie ge- en
veroordeeld.
De hoofdvraagstukken, die aan den nieu
wen rijksdag allereerst zullen worden voor
gelegd zullen zijn voorstellen ter bescher
ming van arbeid, over welke de oppositie,
bestaande uit vrijzinnigen,sociaal-democraten
en centrum, 't reeds lang eens is, zoodat
daarover geen strijd zal ontstaan met de
vroegere meerderheid.
In Frankrijk heeft men weer eens een mi-
nisterieelc crisis gehad, ditmaal niet tenge
volge van verdeeldheid tusschen de regeering
en het parlement, maar ingevolge verdeeld
heid tusschen de ministers onderling en wel
tusschen den premier Tirard en den minister
van binnenlandsché zaken Constans (den
boulangisten-Fresser) over de benoeming van
den president van het het hof van cassatiëT
Tirard hield aan zijn voorstel vast en Con
stans verliet de zaal en bood zijn ontslag aan.
Zaterdagavond kwam de ministerraad bijeen
en spoedig had men een plaatsvervanger ge
vonden voor Constans in den radicaal Bour
geon afgevaardigde, wiens benoeming om
„Is er een ongeluk gebeurd, juffrouw?"
„Dat juist niet, maar er had spoedig zoo
iets kunnen plaats hebben, ClausDit briefje
en dit fleschje moet ge terstond naar de juffrouw
in de pastorie brengen. Maar voorzichtig, oude
vriend, wij zijn door vijanden omringd."
„Ik weet er alles van," knikte de oude jager
„die daar zoo even wegging, is juist ook geen
vriend. Ik ga mede om den graaf in 't oog
te houden."
„Goed zoo, maar breek om 's hemels wil liet
fleschie niet.»
„Wees onbekommerd, het zal wel in de rechte
handen komen."
„Breng mij antwoord terug, Claus!"
„Dat zal gebeuren, juffrouw Nanette!"
Haastig sloop zij ae kamer uit, terwijl Claus
zijn geweer nam en zich insgelijks naar het plein
begaf, om met den graaf op de vogeljacht te
gaan, helgeen de laatste, die den oever van den
stroom onderzoeken en tot dit einde Tiras, die
een goed zwemmer was, gebruiken wilde, niet
zeer aangenaam was. De morgen n.. het onwe-
der was prachtigals een heldere spiegel lag
de Rijn zich te blakeren in het eerste zonlicht.
De graaf vestigde een misnoegden blik op den
9troom, die zijn geheim verborg, als wilde hij
hem gebieden het voor eeuwig in zijn schoot te
bewaren.
De schipper voer met zijne kleine sloep den
Rijn af.
„Zie eens, die oude Jacob Elvers is ook reeds
in de weer," merkte Claus aan „in lang zag ik
liera zoo vroeg niet
De graaf antwoorde niets, maar liep haastiger
langs den oever.
„Waarheen loopt deze weg?" vroeg hij ver
strooid.
„We1 naar Rothensee, mijnheer!"
„O zoo, het is goed, wie komt daar ginds
aan
„Te drommel, dat is de predikant van Rothen
see.—Wel, wel, heden morgen schijnt alles vroeg
uit de veeren te zijn."
„Ja, dat schijnt» antwoordde de graaf kortaf;
„ik houd niet van zulke geestelijke ontmoetingen
in den vroegen morgen. Laat u niet storen,
Claus, ik zal mijn weg alleen wel voortzetten.
Gode bevolen, oude!"
Hij sloeg een anderen weg in en was spoedig
achter eene kromming verdwenen.
(Wordt vervolgd.)