Nummer 29. Donderdag 10 April 1890. 13e Jaargang De blinde Gravin, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk. 38 Emilie Heinrich's. Langstraatsche Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regel» J 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De staatkundige toestand van Europa^is de laatste weken zeer veranderd. Zelden heeft men zoovele gewichtige gebeurtenissen elkander in een zoo kort tijdsbestek zien op volgen, en dit wel, naar het schijnt, zonder veel ongerustheid in de openbare meening te veroorzaken. En toch, niemand weet of kan zelfs voorzien, wat uit den nieuwen staat van zaken zal geboren worden en wat in de toe komst voor den maatschappelijken en staat kundigen toestand der volkeren zal volgen uit de plotselinge verdwijning van nog kort geleden zoo machtige mannen, die hun lot bestierden. Welke toch zullen de gevolgen zijn van het aftreden van prins Bismarck en in wel ken weg zal de keizer zijn land sturen? Door het maatschappelijk vraagstuk op te halen, zooals hij dit gedaan heeft, heeft hij aan de eischen der werkende k'asse eene hoop gegeven die de te Berlijn vereenigd geweest zijnde conferentie niet bij machte geweest is te vervullen. Weldra zal hij weder staan tegenover de socialistische beweging, tot welker ontwikkeling hij zal hebben me degewerkt en die hij op zijne beurt binnen kort noodwendig zal moeten bestrijden, wil hij er niet door overvleugeld worden. 't Is waar, tegenover het buitenland heeft Wilhelm II zich gehaast de wereld gerust te stellen aangaande zijne plannen, door te ver klaren dat hij den vrede en zijne bondge nootschappen zal handhaven. En toch in weerwil hiervan gevoelt men dat de toestand niet meer dezelfde is en dat de Duitsche staatkunde, door in andere han- DOOR HOOFDSTUK XIX. Spoedig zag men den predikant Ehrhardt dooi de nog eenzame en kale wijnbergen naar het kasteel Lörach wandelen waar Mathilde Tomsdorf hem met een lichten blos in hetzelfde kamertje ont ving, dat zij eens als gezelschapsjuffrouw der blinde gravin bewoond en ook thans weder be trokken had. Sprakeloos en verlegen stond de ernstige man vóór haar en toen zij hem vragend aanzag en hij in het kalme, heldere oog der lijdere9 staarde, ge voelde hij zich plotseliug met moed bezield, om haar te zeggen, dat hij haar reeds lang in stilte bemind had en sedert het oogenblik, waarop hij haar van den stap der wanhoop had terugge houden, van de gedachte vervuld wa9 geweest, dat de hemel alleen haar voor hem bestemd had; hoe hij nooit in zijn vertrouwen op haar gewan keld had en alleen in den laatsten tijd, toen graaf Ulrich von Waldstein zoo lang geaarzeld ad met zijn aanzoek om de hand der gravin Von Wildenfels, eenigen twijfel ontwaard en aan het gerucht, dat haar met den graaf in betrekking bracht, bijna geloof geslagen had. Met terneergeslagen blikken, terwijl zij nu eens bloosde dan weer bleek werd bij de woorden van. den predikant, welke woorden op steeds harte lijker toon zijn mond ontvloeiden., stond Ma thilde voor hem en meende të droomen, toen men haar zoo plotseling een stilvurig verlangd toe vluchtsoord aanbood. Nog altijd zweeg zij of schoon hij opgehouden had met spreken, en hare hand met een inuigen druk in de zijne nam; nog altijd hield zij haar vochtig oog teneergeslagen als vreesde zij te spoedig uit haar zoeten droom te ontwaken. Langen tiid wachtte de predikant op antwoord; daarna liet nij zuchtende hare hand los en vroeg zacht om vergeving, indien hij haar bedroefd of zélfs beleedigd mocht hebben met zijn aanzoek. Eensklaps ontroerde zij. en een warmevvriénde lijke blik trof zijn hart als een lentezonnestraal, Haastig liep zij naar haar commode en nam daaruit haar dagboekdat zij na den dood der blinde gravin terug had Ontvangen. Een purperen blos verschool zich op haar fijn, bleek gelaat, toen zij het boek opsloeg en, met den vinger 0]/«;' de laatste regels wijzendehet hem zwijgend toereikte. den over te gaan spoedig van richting zal veranderen. Want, het komt ons weinig waar schijnlijk voor dat het drievoudig verbond zijne makers langen tijd zal overleven. Te Rome en te VVeenen is men in dit opzicht niet ge rust. Vooral te VVeenen schijnt men eene toenadering van Rusland en Duitschland te vreezen die de Oostenrijksche belangen in het oosten slechts kan schaden. Wat eene toenadering aangaat tusschen Duitschland en Frankrijkwaarover dezer dagen gesproken isdaarvan zal wel niets komen. Elzas-Lotharingen is een onoverko melijke hinderpaalmaar toch er gebeuren wel meer vreemde dingen. Over 't geheel staat men tegenover het on bekende en de handelingen van den jeugdi gen Duitschen souverein zijn tot nu toe niet van nature om een onvoorwaardelijk ver trouwen in te boezemen. Ook heerscht er overal onrust; in Duitsch land dreigen de werkstakingen opnieuw te beginnen; in Oostenrijk-Hongarije is eene ministerieele crisis in 't verschiet; in Rusland heerscht een hevige gisting onder de studen ten der universiteiten, die de ontevredenheid des volks aantoontin Italië zal de econo mische toestand binnenkort het kabinet-Crispi omverwerpen en in Spanje schijnen de mili taire pronunciamento's weder aan de orde van den dag. Onder dit alles schijnen in Frankrijk de gemoederen nog het rustigste te zijn. Alleen de bijeenkomst der verschillende parlementen zal ons uitkomst brengen, zal ons verlossen uit den dool- en dwaalhof van berichten over allerlei onwaarschijnlijkheden, van berichten, die juist aan die onwaarschijn lijkheid hun aantrekkelijkheid ontleenen. Wel Ehrhardt las haastigeen lichte trilling door voer zijne leden. Het slot luidde: „Ik ben vrij, mijne onschuld is bewezen; het laatste en vreeslijkste heb ik moeten verdragen ter wille van den man die mij in mijne jeugd bedroog en mij zoo diep ongelukkig gemaakt heeft; eens offerde ik alles aan hem op,doch niet mijne eer, waarvan hij mij nu ten laatste ook nog berooven wilde; dat mocht ik niet dul den. Ik bleef hem getrouw in mijne liefde en treurde over hem als over een geliefden doode. De vloek is opgeheven mijn hart vrij ik ver geef den ongelukkige, evenals God hem vergeven mogewat hij aan mij en aan de menschheid 'misdaan heeft. „Of dit hartdat na zooveel jaren voor de eerste maal weder ruim ademhaalt, nog op ge luk, op liefde aanspraak raag maken? God, gij alleen weet, welk een stil verlangen in mij sluimert, sedert het oogenblikwaarop de zachte hand van uwen dienaar mij van den rand des afgronds terugtrokhoe zijn beeld sedert dien tijd in mijne ziel leeft en de liefde, die ik lang begraven waande, als een nieuwe offervlam om hoog stijgt voor hem, den goeden predikant van Rothensee, dien ik hopeloos zal liefhebben tot aan het graf." Toen Reinoud Ehrhardt deze woorden gelezen had, sloeg hij zijn arm om de blozende en drukte haar in zalige vervoering aan zijne borst. Beiden gevoelden in het diepst nunner ziel, dat God hen voor elkaar geschapen had en geen vijandelijke macht dan alleen de dood hen weder scheiden konde. In hun stil geluk bemerkten zij niet, dat de deur zachtjes geopend werd, en het doofstomme Netje met eene uitdrukking ven onaangename verrasing op het gelaat hen gadesloeg. Toen Matliilde haar eindelijk bemerkte en zich lachende en blozende uit Reinoud's armen los- "maakte, wilde Netje verschrikt de vlucht neraefi; één blik deed haar stilstaanen langzaam kwam het kind nader, terwijl zij de betraande oogen op den grond gevesligd hield. Mathilde plaatste haar t usschen zich en den predikant en vertelde haar door welsprekende teekenen van haar geluk en hoe zij met haar naar de pastorie zou gaan, om nooit weer van ha- r gescheiden te worden. Eensklaps verhel derden de oogen der doofstomme, en terwiil'zij haar de handen kustte, knielde zij voor haar beschermster neer om met smeekende blikken den predikant om zijne toestemming te vragen. Deze knikte en zeide diep bewogen „En al waart gij het tegendeel van hetgeen gij zijt, dierbare Mathilde, ja al waart gij eene groote zondares, dit kind moest u met God verzoenen." Boven op het balkon van haar oud, voorva derlijk kasteeldat zoo somber en vervallen afstak bij den romantischen omtrek en nauwlijks zijn enkele van die interessante nieuwtjes, waarvan wij er om der curiositeits wille in ons vorig nummer een paar meedeelden, sinds formeel en officieel tegengesprokenmaar voor elk wederlegd en dus vernietigd gerucht, komt een ander (soms zelfs meer dan één) in de plaats, dat met zijn voorganger in zijn onwaarschijnlijkheid een punt van overeen komst heeft. Zoo werd b. v. het gerucht, betreffende 's czaren ernstige ongesteldheidingevolge den schrik over een nieuw ontdekt complot tegen zijn persoon, onmiddellijk tegengespro ken, maar gisteren kwam er weer wat nieuws ter bevestiging van het eerste nieuwtje en ter loochening voor een zeker deel van het tweede dat nl. de czaar opnieuw zou zijn aangetast door de influenza. Dit bericht wordt geïllus treerd door een tweetal andere, dat nl. in het park van Gatschina ontplolbare stoffen zouden zijn gevonden en dat onlangs reeds, een jachttocht is opgegeven moeten worden, nadat men op goede gronden een aanslag op den keizerlijken trein duchtte. Wat een chaos van berichten over een onderwerp en wat wonder dat men er geen weg door weet om het koren van het kaf te onderscheiden Geen wonder dan ook, dat men zijn oogen naar het verre Oosten en naar Afrika wendt, waar ernstige gebeurtenissen in voorbereiding en voor een deel zelfs reeds in uitvoering zijn, die zeer de aandacht vragen. De overgang van Emin, pacha in Duitschen dienst is een gebeurtenis van belang en men zegt niet te veel als men beweert, dat Duitsch land daardoor op een beslissend punt is ge komen Duitschland heeft een evenveel om vattende als gewichtige beslissing genomen zijn naam meer verdiende, stond Hildegarde von Wildenlels en liet hare blikken verlangend over bosschen en velden zweven. Daarbinnen onderhield de gravin hare moeder zich met de oude huishoudster, die juist haar rekening enverantwoording deed over de huis houding en het strenge bevel ontving om in alle opzichten zuiniger te zijn. Ilildegard loosde een diepen smartelijken zucht; zij wist het beste, wat deze overluide en scherpe aanmaning liarer moeder beduidde en waartoe ae steeds aangroeiende verlegenheid.omtrent gelde lijke omstandigheden haar op nieuw zouden dwingen. Hoezeer zij zich ook vasthield aan de hoop en het vertrouwen op Ulrich en Nanette er het hare toe bij mocht dragen, zoo konde zij zich toch niet verhelen, dat het oordeel harer moeder, hare koele, diep doordringende redenen gegrond waren en het gerucht, dat natuurlijk ook tot haar doorgedrongen was, waarheid moe-t zijn. En nu, te midden van dezen strijd en twijfel, kwam een zoogenaamde schitterende partij opda gen een rijk, pas in den adelstand opgenomen grondbezitter, die zijn nieuw diploma aan den ouden stamboom van Wildenfels wilde verbinden. De moeder was natuurlijk met hart en ziel voor deze partij en vorderde rechtstreeks van haar dochter het offer, den ontrouwen bezitter van Lörach te toonen, dat zij zonder hem niet verlaten was. «Moed, lieve gravin, moed!" maande Nanette. «Zal de graaf zulk een slecht begrip van onze trouw krijgen Is het niet zeer waarschijnlijk, ja zeer zeker, dat hij ons slechts op de proef stelt, daar de beproeving met den Amerikaan ons .eigenlijk een weinig onbesloten vond." Eensklaps kwam in galop een ruiter, door een bediende gevolgd, den slottuin binnen. Hij zag op en zwaaide zijn hoed om te groeten. Hildegard was eene bezwijming nabij, doch werd spoedig door Ulrich's armen omvat en vond. zoo een vasten steun. In de stille vreugde liaars harten achtte zij het raadzamer niets aan te roe ren, wat ook slechts eenigzins eene onaangename herinnering kon opwekken, maar rustig op hét zoo welkome aanzoek van den rijken erfgenaam te wachten. Hoe was het haar echter te moede, toen de graaf er aan tafel van sprak om in Lörach fabrieken te bouwen en met een eigen drukkerij ook een dagblad te willen oprichten. „Ik wil al mijne krachten aan het welzijn des volks wijden," sprak hij ernstig, „om den tijd, die de scherpe vooroordeelen als kaf voor den wind zal wegwaaien; te helpen voorbereiden. Wilt gij mij hierin als mijne trouwe vrouw uwe hand leenen, Hildegard voegde hij er bij, terwijl hij haar teeder en ernstig de hand reikt. „Ja, Ulrich, dat wil ik van ganscher harte en met volle toewijding," antwoordde de gravin, met de macht, die het in Oost-Afrika bezit, moet worden uitgebreid, het wordt een koloniale politiek op groote schaal en 't is waarlijk te hopen, dat de beschouwing, die wij dezer dagen over den keizer lazen, blijke niet de juiste te zijn, dat namelijk 's keizers ongeluk is nooit lang te willen, hetgeen hij wil, maar het met woede te willen. Emin-Pacha heeft volkomen volmacht de Duitsche vlag te hijschen, overal waar hij dat wenschelijk acht en een krediet van mil- lioenen, op de begrooting van oorlog gesteld, is te zijner beschikking gesteld, terwijl Wiss- mann de nieuwe expeditie, die lang niet al tijd een vreedzaam karakter zal dragen, moet steunen, en dan ook steeds bezig is met aanwervingen. Dat dit alles te Londen geen gunstigen in druk maakt, valt te begrijpen, John Bull is nog even ijverzuchtig als voor eeuwen en de pers is dan ook geducht op haar paardje. Emin-Pacha wordt a faire genomen, omdat de man even gauw naar de binnenlanden te rugkeert als Stanley er hem van heeft weg gehaald en die terugkeer staat nog wel in lijnrechten strijd met Engelands belangen. Enkele bladen wekken ook Engeland tot han delen op, opdat Emin den Engelschman de vette hapjes niet voor den neus wegkape. Op 't oogenblik is men in Berlijn buiten gewoon in zijn schik over de doortastend heid des keizers, ja zelfs verwijt men Bismarck zijn omzichtigheid in zake de koloniale po litiek, maar of 't zoo zal blijven, moet de toekomst leeren en dat zal afhangen van de meer of minder gunstige resultaten van de onderneming. De Russische gezant te Belgrado, Persiani, doet al 't mogelijke om een conflict tusschen vreugde liare hand in de zijne nederleggende. „En gij, mevrouw de gravin," wendae hij zich tot de sprakeloos neerzittende moeder, „wilt gij mij onder deze voorwaarde, die Hilda goedkeurt, als zoon aannemen liet was een korte, zware strijd voor de hoog hartige gravin, doch haar verstand, door nood gedrongen, zegevierde. Terwiil zij hare kindereu zegende, sprak zij hare blijdschap uit, de beide wettige erfgenamen voor hun geheel leven ver eenigd te zien en zoo door deze verbintenis, deu hemel verzoend te hebben. Dat graaf Ulrich nu ook niet langer wachten wilde, om de geliefde als zijne vrouw mede naar zijn huis te voeren, laat zich denken. Het huwe lijk werd bepaald op de helft van Mei en het programma zoo kort mogelijk gemaakt. En toen de nachtegalen hunne lieflijke liederen lieten weerklinken en bosch en veld rijk met bloemen getooid warentrok ook het kasteel Lörach zijn schoonste kleed aan om de bruilofts gasten te ontvangen. In de kerk te ltothensee werd Ulrich met Hil degard door den predikant Ehrhardt verbonden, die r.a deze plechtige handeling zelf met zijne bruid voor het altaar trad, om zich door een ambtsbroeder te laten trouwen. Het was een dubbel feest, zoo als het kasteel Lörach het nim mer gezien had, daar liefde en geluk de h irten met rozenketenen omstrengeld en rampspoed hen beproefd had in zijn louterend vuur. Wij hebben hier nog slechts bij te voegen, dat juffrouw Armgard voor en na met de geliefde schoonzuster op en neerging en Netje zich als medelid der familie, inzonderheid bij de komst van het eerste zoontje, uiterst nuttig, ja onont beerlijk betoondo. Dat Nanette den boschwachter vsn den graaf werkelijk huwde en somtijds de eer genoot, dat zij hare voorname gebieders op het oude jacht slot te gast mocht zien, mogen wij daarom te minder verzwijgen daar haar slimheid haar tot geen gering persoon in onzen roman maakte, terwijl wij nier ook nog bijvoegen, dat haar broe der als kamerdienaar van von vValdstein-Lörach al zijne wenschen en stoutste verwachtingen ver vuld zag. Laurette kreeg een klein pensioen, terwijl de oude jager Claus, nevens den titel van opziener, door zijn meester op elke wijze onderscheiden werd voor de trouw en gehechtheid, die hij den waren erfgenaam altijd bewezen had. De graaf echter hield woord; hij gebruikte en gebruikt nog heden zijne rijke zedelijke en gel delijke middelen met verstand en wijsheid, tot heil van het volk, tot het ware welzijn der menschheid, en toonde door de daad, dat alleen de arbeidop welk levensgebied het ook zijn moge, den mensch waarlijk adelt 1 EINDE.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1