Nummer 34. Zondag 27 April 1890. 13e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Gemeenteraad van Waalwijk. ANTOON TIELEN, UITGEVER: Waalwijk. De Echo van het Zuiden, f aalwpsclie en Langstraatselie Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post door het geheeie rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentien 1 7 regels J 0,60 daarbo /en 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, morden 2maal berekend. Advertentien voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. OPENBARE VERGADERING op Woensdag 23 April 1890, namid dags 6V2 ure. Afwezig de heer Mombers en de burge meester. Voorzitter de wethouder Timmermans. De voorzitter opent de vergadering met de verklaring, dat het hem even onverwacht was een convocatiebiljet te ontvangen voor eene urgente raadsvergadering, als nu op het oogen- blik een schrijven te krijgen van den burge meester, meldende dat deze die vergadering niet zal presideeren. Het schrijven des burgemeesters wordt voorgelezen. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen. Op de vraag van den voorzitter ol iemand aanmerking op de notulen heeft, zegt de heer Baijens „Het voorstel der teekenschoolcommissie was om een schoolgeld te heffen van f 2.50 en f5.—; in de notulen nu staat f2.en f 1.- dit is niet conform. De secretaris verklaart dat er een abuis heeft plaats gehad, maar de schoolgeldhef fing geschiedt zooals thans is voorgelezen. De heer Baijens „het voorstel der school commissie is geweest f 2.50 en f 5.—; dit is door den raad goedgekeurd. Ik ben nooit tegen de teekenschool geweest en ook niet tegen den zomercursus, maar ik heb mij ver zet tegen de wijze van exploitatie; ik wenschte alleen het schoolgeld door de gemeente te zien geïnd." De voorzitter„als ik het rapport voor mij had, dan zou ik de juiste woorden kunnen weergeven; maar welke ook de daarin ge noemde prijs zij, zeker is het dat de onder wijzers zich hebben voorbehouden dien lager te stellen, als zij dat in 't belang van het onderwijs achten." De heer van der Heijden „ik weet niet waarover we hier praten de raad heeft daar mede niets te maken; 't gaat uit den zak der onderwijzers." De heer Verbunt„ik wensch er op te wijzen, dat in de notulen niet voorkomt, dat door den voorzitter de toezegging is gedaan mijn voorstel, betreffende de politieverorde ning, in de volgende vergadering ter tafel te brengen." De heer Baijens „wat is de bedoeling van den heer Verbunt daarmede De voorzitter „de bedoeling van den heer Verbunt doet niets ter zake. Hij maakt eene bemerking op de notulen en als de leden daarmede instemmen wordt zij daarin aan- geteekend. Verder zullen wij de volgorde van het convocatiebiljet volgen." Aan de orde is dus I. Mededeeling van ingekomen stukken. De heer van der Heijden „mijnheer de voorzitter, ik meende dat volgens de ge meentewet een voorstel, de vorige vergade ring gedaan in de volgende het eerst moest behandeld worden." De voorzitter„'t kan zijn, mijnheer van der Heijden, dat daartoe aanleiding bestaat; maar wij zijn nu bezig met No. 1 van de agendaik zal u later gelegenheid geven om op die zaak terug te komen." Ingekomen zijn a. Schrijven van ged. staten betreffende verhooging van de jaarwedde van den ge meente ontvanger, 't Collegie wenscht hier over 's raads gevoelen voor 15 Mei te ver nemen en wel of verhooging wordt noodig geacht en zoo ja, tot welk bedrag. Aangehouden. b. Goedkeuring van ged. staten op de door den raad gemaakte wijzigingen in de begroo tingen van 1889 en 1890. c. Exploitatierekening der gasfabriek over 1889, (ter visie voor de leden). d. Verslag over den toestand der ge meente. (idem). De voorzitter„thans is het woord aan den heer van der Heijden." De heer van der Heijden „ik heb niet veel meer te zeggenik meende dat het voorstel, door den heer Verbunt de vorige vergadering gedaan, om de oude politieveror dening in te trekken en een ontwerp voor de nieuwe ter tafel te brengen, nu het eerst aan de beurt was." De voorzitter „ik wil u alleen opmerken dat een urgente vergadering slechts dient tot behandeling van de punten, op het convo catiebiljet aangegevenals dit geen reden genoeg is, dan wil ik hierbij voegen, dat ik geheel onverwacht geroepen ben deze ver gadering te presideeren en dus niet in staat die zaak te verdedigen, die ook in 't geheel niet door het dagelijksch bestuur is behan deld." De heer van der Heijden„als ik moet zal ik mij onderwerpen, maar ik verklaar ronduit niet te begrijpen, waarom deze ver gadering urgent moet zijn misschien ben ik er te lomp toe, maar ik vat niet waarom za ken, die reeds zoo oud zijn, nu in een ur gente vergadering moeten behandeld wor den." De voorzitter„als ik zeg over de ur gentie geheel het gevoelen te deelen van den heer van der Heijden, dan zal het wel zeker zijn dal ik hem niet voor te lomp houd. Maar ik geef in overweging die zaak later te be handelen; op 'toogenblik komt mij dit on mogelijk voor." De heer Verbunt„dan stel ik voor mijn in de vorige vergadering gedaan voorstel thans op te nemen, teneinde zeker te zijn dat het in de volgende behandeld wordt." De voorzitter„u zult het dan toch ee- nigszins moeten wijzigen. Ik geloof niet dat het in 't belang der gemeente zoude zijn eene zaak van ingrijpenden aard zoo te be handelen. Uw voorstel diende dan behoor lijk op papier te worden gebracht met een toelichting, waarom een dergelijke verande ring wordt noodig geacht en wat voor het afgeschafte in de plaats zal komen. Als u bij uw voorstel volhardt, moet het schriftelijk gedaan en behoorlijk toegelicht worden." De heer Van Schijndel ,,'t Is de vorige vergadering genoeg besproken waarom? om de proces-verbalen die er opgemaakt zijn en dergelijke." De voorzitter„ik zou den heer van Schijndel hetzelfde antwoord moeten geven als den heer Verbunt en voeg hier nog. bij, dat we de zaak niet kunnen behandelen in deze urgente vergadering. De heer Van Schijndel »als 't niet anders kan moet ik mij wel onderwerpen." De heer Baijens „ik steun het voorstel van den voorzitter." De heer Verbunt„'tis wel een ingrijpend voorstelmaar 't was mij alleen te doen om daardoor den voorzitter te provoceeren om een nieuwe politieverordening in te dienen." De voorzitter „u stelt u dus tevreden met een gewijzigd ontwerp.» De heer Verbunt: „ja, daarom was 't mij alleen te doen." De voorzitter „we mogen het er dus voor houden, dat de raad de wenschelijkheid uit spreekt dat een herziene politieverordening worde ingediend De heer van der Heijden: verleden jaar reeds is een nieuw ontwerp in den raad gebracht en in handen gesteld eener com missie van onderzoek twee der leden van die commissie zijn, misschien wel tot nadeel der gemeente, uit den raad gevallen en het derde lid, de heer Quirijns, verklaart zelf zich er niets meer van te herinneren, daar de zaak sedert geheel versloft is. Daarom heb ik Verbunt gesteund ten einde de indiening te bevorderen van een herzien ontwerp politie verordening." De voorzitter«ik doe de toezegging dat ik deze aangelegenheid in het dagel. bestuur zal ter sprake brengen." II. Uitslag aanbesteding trottoirs. De voorzitter „vooraf wensch ik omtrent dit punt den raad eenige mededeelingen te doen met gesloten deuren. De deuren worden gesloten. Na opening wordt met algemeene stemmen besloten het leggen der trottoirs en banden op te dragen aan den minsten inschrijver voor de massa, M. Schonk alhier, voor f891. III. Verbouwing schoollokaal. De voorzitter«hierbij komt te pas het rapport der schoolcommissie, welker advies gevraagd is. Het rapport luidt als volgt Bij apostille dd. 2 dezer No. 478, werd door uw college in onze handen gesteld, om daarop te dienen van bericht en raad, een ontwerp leerplan en een voorstel van het hoofd der openbare school om nog een onder wijzer te benoemen en in verband daarmede de hoogste klasse te splitsen, zoodanig dat van twee- drie lokalen worden gemaakt. Onder terugzending dezer stukken, zij be richt, dal wij daarin opmerken dat vormleer, hoewel niet opgenomen in de wet op het lager- onderwijs, laatstelijk gewijzigd dd. 8 Dec. 1889, evenwel tot de leerstof aan onze school zal blijven behooren. Waar het hoofd der school dit nuttig schijnt te achten en waartegen van het hoogere school-toezicht geen bezwaar schijnt te be staan, kunnen ook wij ons met de aanhouding vereenigen. Moesten wij eenige bedenking maken dan zou het zijn tegen de 14 vacantiedagen in de maand Juli (feitelijk 16 dagen) daar Vrij dag namiddags de school reeds wordt ge sloten, te meer omdat met het oog op de normaalschool des Woendags namiddags slechts tot 3l/2 uur en des Zaterdags in het geheel geen onderwijs wordt gegeven. En verder tegen het niet houden van avondlessen, waaraan echter wordt te gemoet gekomen door het geven van onderwijs op Maandag, Dingsdag, Donderdag en Vrijdag tot vijf uur namiddags. Hoewel wij ons deze opmerkingen veroor loven, kunnen wij het leerplan, zooals het daar ligt, evenwel ondersteunen ais bij wijze van proef en werkende tot 1 Mei 1891. Als gevolg daarvan zal het schoollokaal eene wijziging moeten ondergaan; het aan brengen van eene scheiding, waardoor een apartement te meer tot het geven van onder wijs volgens het leerplan noodzakelijk wordt, mag onze instemming dus niet missen. Het getal schoolgaande kinderen (ruim 280) en het belang van het onderwijs vorderen naar onze meening de benoeming van nog een onderwijzer, bedoeld bij art. 27 der wet op het lager onderwijs en houden bovendien geheel verband met het nieuwe leerplan en de voorgenomen verandering in het school gebouw, alzoo wij ook daartoe meenen te kunnen adviseeren. Nog een ander punt, niet in uwe boven genoemde missive aangeduid, wenschen wij even aan te stippen. Het is ons namelijk gebleken, dat het voornemen bestaat tot het oprichten of daarstellen van eene gedeeltelijk overdekte speelplaats achter het schoolge bouw. Van ganscher harte dit denkbeeld toejui chende kunnen wij ons van omslachtige aan beveling in deze onthouden, overtuigd als wij zijn, dat het nut van zoodanige inrichting door niemand zal weersproken worden, maar allerwege sympathie ontmoeten. Wij maken van deze gelegenheid gebruik den raad aan te bieden het beredeneerd verslag van den toestand van het lager- onderwijs over 1889, in onze gemeente. De Plaatselijke School- Commissie. De voorzitter „Uit het voorgelezene blijkt, dat ook de commissie schoolverbouwing noo dig acht. B. en W. stellen voor in het Noor delijk gedeelte eene afscheiding te maken waarvan de kosten geraamd zijn op onge veer t 180. Aangenomen. IV. Oproeping onderwijzer en bepaling van 't salaris. De voorzitter„de oproeping van een on derwijzer en de bepaling van 't salaris is een gevolg van de verandering in het schoollo kaal. Het dag. best. adviseert tot benoe ming en heeft het voorstel gedaan het sala ris te bepalen op f 450." De heer van der Heijden „'t verwondert mij na de besprekingen der vorige verga dering, dat nog f450 voorgesteld wordt; een onderwijzer vraagt t 50 gratificatie omdat f 450 te weinig is; stelt men nu in eens het salaris op f500 dan krijgt men ook meer aanbod van flinke lui dan voor f 450. De heer Baijens: „mijnheer van der Heij den, mag ik u opmerken De heer van der Heijden: „ge hebt mij niets te zeggen; spreek tot den voorzitter." De heer Baijens: «de bedoeling is niet f 50 meer uit te loven voor den op te roepen onderwijzer, maar aan den onderwijzer Bloem- aerts f 50 meer te geven, opdat er een zeker onderscheid zou zijn.» De heer van der Heijden: „mijnheer Baijens stelt de zaak scheef voor. Bloemaerts vraagt f50 meer, omdat hij aan f450 niet genoeg heeft om latsoenlijk te leven." De voorzitter: „de heer van der Heijden wenscht dus als amendement voor te stellen, het salaris van den op te roepen onderwijzer te bepalen f500. 't Beste zal zijn eerst uit te maken of er een oproeping voor een onderwijzen zal ge schieden. Daar niemand zich hiertegen verklaart, breng ik in omvraag ten minste als er geen ander voorstel meer gedaan wordt of het salaris zal zijn f450 of 500." Voor f500 verklaren zich de leden van der Heijden, van Schijndel, van Tilburg en Quirijns, voor f450 de zes andere leden, zoodat dit laatste aangenomen is. De voorzitter: „de zaak van den onder wijzer Bloemarts staat niet op het convocatie- biljet, maar als de raad kan goedvinden die nu meteen te behandelen, dan zou daar niets tegen zijn; zooals de raad weet heeft hij reeds vroeger eene gratificatie van f 50j gevraagd." De heer van Tilburg: „ik ben niet voor een gratificatie." De voorzitter: „wij dienen eerst te be spreken of de za.:k nu behandeld zal worden; mijnerzijds is daar niets tegen." De heer van der Heijden: «ik ben er tegen. Niet omdat Bloemaerts zich zoo bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt zou men hem een gratificatie geven, maar omdat hij ze noodig heett. Maar wat een nonsens. Men heeft hem aangesteld op f 450 en wil hem thans f50 meer geven, omdat men begrijpt dat hij ze noodig heeft; en nu gaat men toch weer een nieuwe oproeping doen aan f450. Later komt die arme jongen weer' om f 50 gratificatie en dan kunnen we ze hem ook niet weigeren." De voorzitter: „we zullen dus de behan deling maar tot later aanhouden Thans zijn de in de openbare vergadering te behandelen punten afgedaan; heeft iemand van de heeren nog iets te zeggen?" De heer van Schijndel: „nu men toch trottoirs gaat leggen, wenschte ik voor te stellen ook klinkers te laten leggen in de Stationsstraat vanaf de gasfabriek aansluitende met die op de markt, en wel aan beide zijden, ter breedte van b.v. 2 M." De voorzitter: „uw voorstel zal in over weging genomen worden. Verder wenschte ik nog even terug te komen op het in de vorige vergadering genomen besluit om geen trottoirs en geen banden te leggen voor huizen van eigenaars, die onwillig blijken hunne boomen te laten opruimen. Ik zal er niet veel over spreken, de zaak is ge noegzaam bekend; maar er behoorden toch minstens banden te worden gelegd; dan be stond er toch eenig verband." De heer van der Heijden: „ik ben bij de meerderheid geweest die dat besluit genomen 1

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1