Nummer 36.
Zondag 4 Mei 1890.
13e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De kamei waar het spookte,
ANTOON TIELEN,
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
De achtuursche Arbeidsdag.
5 Uit het Engelsch.
en Lanjptraatschc Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regeJ,
groote letters naar plaatsruimte. Adverted tien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolp Steinbr, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Verkorting van den arbeidstijd! Werkdag
van 8 uren! Ziedaar de eischen, die thans,
luider dan ooit, uit het kamp der ontevredene
arbeiders weerklinken.
Soms hoort men antwoorden: „De vaders
en grootvaders der tegenwoordige arbeiders
hebben bij lagere loonen nog langer gewerkt,
dan thans gebruikelijk is en toch niet gemord."
Dit antwoord is iuist, maar eischt nadere ver
klaring. Waarom mag de moderne werkman
niet meer zoo lang arbeiden als zijne voor
gangers?
De hoofdoorzaak is daarin gelegen, dat de
met hun lot ontevredene werklieden en
met deze hebben wij bij de achtuursbeweging
hootdzakelijk te doen grootendeels de
wereld beschouwen met het oog van den
materialist, die den arbeid niet lief heeft als
zijn beroep, maar veeleer haat, omdat hij hem
den tijd ontrooft om 's levens vreugden te
genieten.
Eene tweede oorzaak is, dat de moderne
werkman vele genietigen kent van het wer
keloos leven, waarvan zijne voorvaders geen
vermoeden hadden. Deze wisten niet goed
wat met hun ledigen tijd, aan te vangen
maar hunne zonen kennen vele bezigheden,
goede en slechte, waarvan zij houden. Hoe-
velen haken er naar goede boeken te lezen,
zich verder te bekwamen in hun vak of al-
gemeene kennis, waarvoor de leerzucht in de
volksschool bij hen is opgewekt! Mag men
het hun euvel duiden, dat zij strijden voor
den werkdag van 8 uren?
Eene derde oorzaak is het onderscheid
tusschen de tegenwoordige en de vroegere
wijze van voortbrengen. Vroeger arbeidde
de werkman wel zeer lang, maar verrichtte
niet lang hetzelfde werk. Hij maakte een
heelen schoen, een heele tafel enz., 't eene
oogenblik spande hij zijn hoofd in, 't andere
de hand of het oog en als een werk hem
had afgemat, kon hij dikwijls iets anderster
hand nemen, terwijl de ingespannen zin of
„Mag ik zoo vrij zijn?" vraagt Arthur zoo
vriendelijk als hij maar kan. „Gij kent, geloof ik,
mijn geheim. Na die laatste ontmoeting te Brighton,
toen ik mij door mijne liefde liet verleiden om
openlijk en in uwe tegenwoordigheid blijk te
geven van mijne gevoelens, kent gij den hope-,
loozen hartstocht die mij verteert. Misschien is
het krankzinnig, maar ik blijf nog steeds hopen,
dat na verloop van tijd miss Delmaine mij ten
minste zal dulden. Wilt gij mij helpen Wilt gij
mij de gelegenheid geven om mijne zaak bij haar
onder vier oogen te bepleiten? Als gij dit doet"
een veelbeteekenend glimlachje speelt hem om
de lippen „zult gij tegelijkertijd mijnen neef
de gelukkige kans geven om u alleen te spreken."
Dora begrijpt maar al te goed zijne bedoelirg.
In de laatste dagen zijn sir Adrian en Florence
haast onafscheidelijk geweest. Zij vindt het aller
aangenaamst nu eens iemand te ontmoeten, wiens
belang meebrengt hen zooveel mogelijk van el
kander verwijderd te houden.
„Ik zal u helpen." zegt zij zachtjes.
„Doe dan uw best om miss Delmaine over te
halen morgen in de noordergalerij met mij af
zonderlijk te repeteeren", fluistert hij haastig,
daar hij kapitein Ringwood en miss Villiers ziet
naderen. „SstGeen woord meer over die zaak
Ik reken op u. Maar vóór alles; bedenk dat die
zaak geheel tusschen ons beiden moet blijven.
Dit is onze kleine intrige/' zegt bij met een zon
derling glimlachje, dat mrs. Talbot zij weet
zelve niet waarom onwillekeurig doet hui
veren.
Niettemin doet zij haar woord gestand, en laat
in den avond, als ieder naar zijne kamer is, stuurt
zij hare kamenier naar bed, sluipt op hare tee-
nen over den corridor en klopt zachtjes aan de
deur van Florence's kamer.
Als zij „binnen" hoort roepen, doet zij de deur
open, sluit die voorzichtig en treedt op Florence
toe, wier kamenier bezig is met heur lange haar
het vermoeide lichaamsdeel uitrustte. De
moderne werkman echter verricht dikwijls
van vroeg tot laat denzelfden arbeid, dien hij
ten slotte heel machinaal uitvoertmaar die
hem meer inspant, omdat hij zijne belang
stelling niet kan boeien. Zoolang de arbeids
verdeling zoo ver gedreven wordt, dat op de
gezondheid der lieden niet gelet wordt, wordt
zelfs een arbeidsdag van 8 uur voor vele
werklieden dikwijls zeer zwaar.
Van den anderen kant is voor sommige
beroepen een arbeidsdag ook van 16 uren
niet te veel. Honderdduizenden huisvrouwen
en arbeidsters werken, met heel geringe tus-
schenpoozen, van ze opstaan tot ze naar bed
gaan, zonder dat hare gezondheid en geest
kracht daaronder lijden. Het geheim zit in
de afwisseling van het werkjuist als bij
vele studenten en geleerden, die hunnen in-
spannenden arbeid uren lang kunnen volhou
den, wijl zij bijna alle uren iets anders ter
hand nemen. Het behoort tot het wezen
eener machine dat zij eene en dezelfde werk
zaamheid immer door kan blijven verrichten,
het wezen des menschen echter heeft behoefte
aan afwisseling en waar deze niet bevredigd
wordt, kwijnt zijn lichaam en geest ofwel
hij komt in verzet en zoekt zijn heil in
korteren werktijd.
Twee zaken volgen uit deze beschouwingen:
Ten eerste moeten de werkgevers ernstig
overwegen of zij het beginsel der arbeids-
verdeeling (waartegen verzet nutteloos schijnt)
soms niet zoo ver gedreven hebben, dat zij
daardoor de werkkracht en de gezondheid
der werklieden verminderen.
Ten tweede volgt daaruit, dat het verlangen
naar een gelijkmatigen werktijd voor alle
werklieden onzinnig is.
Slechts dan, als alle menschen juist den
zelfden arbeid verrichtten, zouden zij denzelf
den arbeidstijd kunnen hebben. Iedere arbeid
moet op zich zelve beschouwd wordenen
met het inkrimpen van den werktijd behoort
daar begonnen te worden, waar de arbeid,
in zijnen tegenwoordigen omvang, zonder
twijfel de gezondheid en levenskracht der
te borstelen, dat bijna tot den grond reikt nu
zij op eenen stoel zit.
„Laat mij dat van avond eens doen, Flo,* zegt
zij opgewekt. „Laat mij eens voor je kamenier
spelen. Weet je nog wel hoe ik dat verleden jaar
in Zwitserland dikwijls voor je deed P"
„Best je moogt liet doen/ zegt Florence
lachend. „Parkins, je kunt gaan slapen.J Dat heb
je aan mrs. Talbot te danken."
Als Parkins zich in alle stilte verwijderd heeft,
neemt Dora het borsteltje met fraai ivoren hand
vat en begint zoetjes het haar van hare nicht te
borstelen,
Na eenige oogenblikken over koetjes en kalfjes
gepraat te hebben, weet zij behendig het gesprek
in de gewenschte richting te leiden, en zegt dan,
schijnbaar onverschillig:
„Wat ik zeggen wou, Flo vindt je zelve niet
dat je wel wat heel onbeleefd bent tegen Arthur
Dynecourt?"
„Onbeleefd
-,Ja zeker. Een ander woord weet ik niet voor
je gedrag tegenover hem. Ziet ge, ik ben bang
dat sir Adrian het gemerkt heeft; en zou je ook
niet denken dat hij het nog al zonderling nog
al onheusch, bedoel ik zal vinden Bedenk
dat het zijn neef is."
„Toch geen neef waar hij bijzonder op gesteld
is, geloof ik."
„Ja, wat dat betreft de menschen vinden het
toch nooit aangenaam als Ten hunne familie on
beleefd behandelt. Ik ken iemand die altijd kwaad
van zijnen broeder sprak, maar als iemand an
ders in zijne tegenwoordigheid ook maar het
minste of geringste ten naaeele van dienzelfden
broeder zei, wera hij razend van woede. En trou
wens de arme Arthur heeft toch niets gedaan
waardoor hij die behandeling van uwen kant
verdient.'
„Ik heb eenen afschuw van hem. En buiten
dien is het alleronbeschaamdst, iemand zoo overal
te vervolgen, zooals hij mij doet. Ik wil mij dit
maar niet lijdelijk laten welgevallen. Het schijnt
dat hij aan vervolgingswoede lijdt."
„Maar lieve, je kunt toch niet boos op hem
zijn, als hij zijn hart aan je verloren heeft. Het
is veeleer een compliment."
„Ik ben volstrekt niet op zoo'n compliment ge
steld."
„Maar hij is toch een zeer net man en koestert
werklieden aantast. Daarentegen moet men
gezonde menschen, die met vreugde werken,
niet door eenvormige vaststelling van een
korteren werktijd verhinderen, hunne persoon
lijke vrijheid, hunnen aanleg en hunne zucht
om te verdienen dienstbaar te maken om zelf
beter vooruit te komen en tot bevordering
van grootere productie, in 't belang der men-
schelijke beschaving.
Zij echter die eene verkeerde levens
opvatting hebben en den arbeid slechts voor een
noodzakelijk kwaad houden, zijn ook met
de grootst mogelijke inkrimping van den
werktijd niet te helpen.
Zoo is hij dan toch eindelijk gekomen, de
groote dagwaarmee weken en maanden
lang reeds, zonder ophouden, de pers der
gansche wereld zich heeft beziggehouden; 1
Mei is gekomen en met dien dag de proef
neming van een socialistische werklieden
mobilisatie, een poging, die eigenlijk op zich
zelve genomen niets verontrustends heeft.
De werklieden van de groote Europeesche
centra en zelfs van de Vereenigde Staten
hebben zichzelven dezen dag als een rust-,
een feestdag toegekend, de eerste Mei is
hun dag en op enkele uitzonderingen na
hebben de leiders hun voornemen te kennen
gegeven om niet alleen de orde en rust niet
te verstoren, maar zelfs met kracht tegen
wanordelijkheden of geweldplegingen te velde
te trekken.
Het arbeiders-vraagstuk moet de quaestie
van den dag zijn, dat was de overdenking,
die keizer Wilhelm II leidde tot de samen
roeping van een internationaal congres en
de bedoeling van de manifestatie op Donder
dag wasaan de wereld te toonen wat de
kracht is der werklieden.
Alles samengenomen is er reden om te
gelooven dat, afgezien van enkele incidenten,
die met zulk een omvangrijke beweging
steeds samengaan, het betoog over 't alge-
eene innige vereering voor je. En het is een
knap man ook, vindt je niet? Men kan zoodade
lijk aan hem ziendat hij gewoon is in gezel
schappen een eerste rol te spelen/
„Hij heeft je toch hoop ik niet omgekocht, om
zijr.en lof uit te bazuinen vraagt Florence
lachend; maar hare woorden hebben bijna zoo
juist het doel getroffen, dat er een pijnlijke blos
op Dora's gelaat verschijnt.
„Ik bedoel" verklaart zij eindelijk gejaagd
„dat het niet tot de goede vormen behoort, om
in een huis waar men gast is éénen der andere
bepaald onbeleefd te behandelen. Je geeft aan
al de anderendie in het stuk met je spelen
ruimschoots gelegenheid om samen met je te re
peteeren. Er is mij al een paar malen de opmer
king gemaakt, dat je met opzet mijnheer Dyne-
court schijnt te vermijden."
„Dat doe ik ook", stemt Florence uiterst kalm
toe, en voegt er bij„Ik muet zeggen dat die
vrienden, die het opmerkten, eenen zeer juisten
blik hebben."
„Zij gaven mij zelfs te kennen", vervolgt Dora,
„dat je al keer van hem eenvoudig voortspruit
uit het feitdat hij in dit stuk ae rol van je
minnaar moet vervuilen, en niet Sir Adrian,"
Het kost haar eenige moeite deze woorden te
uiten, maar de uitwerking die zij hebben beloont
die moeite volkomen.
Florence wordt doodsbleek, rukt heur haar uit
de handen van hare nicht los en staat ijlings op.
„Ik weet niet wie het zijn die dergelijke praat
jes verzinnen", zegt zij langzaam, „maar in elk
gevalzij vergissen zich zij vergissen zich
schromelijk, verstaat gij De afkeer, dien ik van
mijnheer Dynecourt heb, is aan heel andere din
gen toe te schrijven. Hij is mij om verschillende
redenen zeer onaangenaammaar daar ik niet
gaarne zou willen dat mijn gedrag aanleiding
zou geven tot dergelijke veronderstellingen als
die van zooeven zal ik hem in de gelegenheid
stellen zijne rol met mij alleen te repeteeren
zoo spoedig hij maar wil."
„Ik geloof ook dat dit het verstandigst is," ant
woordt mrs. Talbot vriendelijk. Zij is eenigszins
bang voor hare nicht, maar blijft toch dapper op
haar stuk staan. „Het is altijd heel dwaasde
publieke opinie te trotseeren. Wacht niet tot hij
je weer vraagt om eens samen met hem te repe
teeren maar zeg hem morgen zelve dat je hem
meen een vreedzaam karakter heeft gedra
gen de eenige manier om het van eenig
nut te doen zijn.
Wij geven hier een uittreksel van het
nieuws ons door de telegraaf gebracht
Te Brussel trok een stoet van 10,000 werk
lieden door de stad, eischende een werkdag
van 8 uren. Zij waren zeer bedaard. Geen
enkel incident heeft er plaats gehad. Eene
talrijke menigte bewoog zich in de straten
waar de stoet voorbijkwam.
Blijkens de laatste berichten van 's avonds
was het, evenals te Brussel, ook in de pro
vinciën kalm. Er zijn overal bijeenkomsten
gehouden, waarin geeischt werd den werkdag
op acht uren te stellen.
Te Parijs heerschte in den voormiddag
volkomen kalmte; de stad zag er uit als
gewoonlijk. Alleen in het centrum waren
eenige winkelhuizen en magazijnen gesloten.
Overal werd gewerkt.
Blijkens de uit de departementen ontvangen
telegrammen hebben overal kalme betoogin
gen plaats gehad. Nergens in de orde ge
stoord.
In den namiddag is te Parijs een geducht
tumult ontstaan, met het gevolg dat de politie
en de garde eene charge hebben gemaakt,
waarin een honderdtal personen gekwetst
zijn.
Omstreeks 5 ure heeft er in den toegang
naar het Elysée eene nieuwe botsing plaats
gehad tusschen eene bende, met dikke stok
ken gewapend en 50 politie-ageuten, die
overrompeld werden, maar versterking kregen
en toen zijn ontzet. Er hebben op verschil
lende punten eenige arrestatien plaats gehad
wegens weigering om door te loopen.
Te Parijs en Marseille zullen gedelegeer
den uit de werklieden protest indienen tegen
de weigering om drie gedelegeerden te ont
vangen.
Blijkens mededeeling van de prefectuur
zijn er een honderdtal personen gearresteerd.
Te 8 ure was alles rustig.
Het „gouverner c'est prévoir" had de
Fransche regeering geleid tot de samenbren-
met dat doel op den eenen of anderen tijd in de
noordergalerij wilt ontmoeten."
„Goed", zegt Florence; maar men kan haar
duidelijk aanzien dat zij slechts met weerzin den
raad van Dora opvolgt. „Och, Dora, ik zou mijn
haar nu verder maar zoo laten. DaRk je wel,
ik heb eene vreeselijke hoofdpijn."
Dit is een wenkdat zij blij zal zijn als mrs.
Talbot zoo spoedig mogelijk heengaat. Deze vat
dien wenk, en zoodoende is Florence spoedig aan
hare eigene gedachten overgelaten.
Den volgenden morgen onmiddellijk na het
ontbijt, vindt zij gelegenheid om den heer Dyne
court te zeggen, dat het toch eigenlijk beter zou
zijn als zij eens een half uurtje samen repeteer
den. De opvoering van het stuk zou er bij win
nen, als zij van te voren een beetje op de hoogte
waren van elkander's manier van spelen.
Dyneeourt geeft een passend antwoord en be
paalt eenen tijd voor de bijeenkomst. Miss Del
maine zegt stijfjes, dat die schikking hare goed
keuring wegdraagt, en gaat heen.
Een paar minuten later ontmoet Dynecourt mrs.
Talbot in de groote zaal, ziet haar met eeneu
veelbeteekenenden blik aan en verzekert haar
fluisterend dat hij haar zeer, zeer verplicht is.
„Gij komt laat", zegt Arthur Dynecourt verwij
tend. Er spreekt uit zijnen toon geen boosheid,
maar wel de wensch, haar te laten zien hoe lang
hem de tijd v;el, dien hii buiten hare tegenwoor
digheid moest doorbrengen.
„Hebt gij uw boek meegebracht? of zijt gij
van plan zonder boek te repeteeren vraagt
Florence, terwijl zij doet alsof zij niet hoort wat
hij zegt, en zich niet verwaardigt voor iets anders
belangstelling te toonen dan voor de zaak die
hen hier samen bracht.
„Ik ken mijne rol uit het hoofd', antwoordt
hij met iets vreemds in zijne stem.
„Begin dan", zegt zij op bevelenden toon. De
trotschc uitdrukking op haar gelaat verhoogt hare
buitengewone schoonheid des te meer, en prikkelt
zijnen hartstocht.
„Gij wenscht dat ik zal beginnen vraagt hij
weifelend.
„Als gij wiltl"
„Verlangt gij het P"
„Ik verlang niets liever dan dat deze repetitie
zoo spoedig mogelijk is afgeloopen," herneemt
zij ongeduldig. Wordt vervolgd.