Nummer 37.
Donderdag 8 Mei 1890
13e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De kamer waar tiet spookte,
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
UITGEVER:
Waalwijk.
Betrekkelijk kalm en rustig is de eerste
dag der lieve Meimand voorbijgegaan, maar
treurig en onrustbarend is het naspel of lie
ver het indirect gevolg.
In Frankrijks Noorderdepartement is een
algemeene werkstaking uitgebroken, vergezeld
van ernstige onlusten, waarbij ernstige en
talrijke verwondingen en arrestaties zijn voor
gekomen; alleen in Tourcoing staken 7C.000
man in Roubaix 50,000, die verhooging van
loon en een werkdag van tien uren eischen.
Slechts de aanwezigheid der troepen houdt
de bandeloozen in bedwang, die reeds tot
verwoesting en zelfs tot afzettingspraktijken
waren overgegaan, bakkerijen hebben ge
plunderd enz.; alleen te Roubaix liggen 2000
man troepen. Men vreest voor uitbreiding
der grève in de richting van Rijsel en ook
in Frankrijks zuidelijk gedeelte, in Lyon, doet
de houding der stakende mijnwerkers hét
ergste vreezen, terwijl in Parijs de stokers
der gasfabriek den arbeid hebben gestaakt.
In Spanje is de toestand eveneens zeer
treurig, herhaaldelijk heeft de politie te Bar
celona vuur moeten geven, waarbij tal van
gewonden vielen; in gansch Catalonie is de
krijgswet afgekondigd en de arrestatien hou
den aan, daar op de spoorlijnen het goede
renverkeer wordt tegengehouden evenals te
Valencia.
Ook op verscheidene andere plaatsen in
Spanje, te Bilbao b. v., te Sagarossa en in
andere steden, hebben nog manifestaties
•plaats gehad ten gunste van den arbeidsdag
van acht uren.
In Hongarije, te Pest, hebben de kleer
makers en bakkers den arbeid gestaakt en
2000 der laatsten kampeeren in tenten op
een eiland in den Douau, térwijl men voor
Ostrau (kolenmijnen) opnieuw vreest en nieuWe
stakingen plaats vinden te Freiwaldau, Bie-
litz en Niclasdorf.
In Italië loopt men ook al niet vrij rij
tuig-, tram- en omnibus-employé's zijn daar
6 Uit het Engelsch.
aan 'l staken in vereeniging met bakkers,
meubelmakers en werklieden der gasfabriek.
In de Vereenigde Staten in Chicago is
men ook begonnen en reeds hebben inci
denten plaats gevonden; 10,000 wevers heb
ben er den arbeid aan gegeven, en om nu
toch iets te doen, houden zij de omnibussen
aan en vernielen die voertuigen, opdat hun
collega's ook niet kunnen gaan werken.
Frankrijks regeering heeft eindelijk toege
stemd in de conversie der Egyptische schuld
onder zekere voorwaarden.
Boulanger, dien de France tegen Zater
dagavond half zeven per „Houfleur" te Gran
ville verwachtte, is natuurlijk niet gekomen
en hij zal niet komen ook, hij schijnt zelt
overtuigd, dat zijn einde nadert of er eigen
lijk reeds lang is en de uitslag van de her
stemmingen voor den gemeenteraad van Pa
rijs, Zondag gehouden, kunnen hem in die
opinie nog aanzienlijk versterken, want van
de 79 leden van dat lichaam behooren er
nu twee tot het boulangisme, 13 tot de con
servatieve partij en 64 tot de verschillende
republikeinsche fractien, waarvan 41 radi
calen, die, zooals men weet, soms allerlei
dwaasheden doen, alswerkstakers uit de
gemeentekas steunen enz. Toch gaan de
gematigden vooruit.
Gisteren is het Fransche parlement weer
bijeengekomen en reeds nu worden een reeks
interpellatiés genoemd, waaronder een over
Dahomey en één over de houding der po
litie, Donderdag.
In de Spaansche Cortes heeft de minister
van binnenlandsche zaken, in antwoord op
op eene interpellatie, verklaard, dat men zich
overal beijverde om de openbare vrijheden
en de rechten der burgers te doen eerbie
digen, Dank zij dezer liberale politiek, heb
ben zich dan ook nergens gevallen van ern-
stigen aard voorgedaan, en ondanks de werk
stakingen kan gezegd worden, dat in Spanje
rust heerscht.
Door den afgevaardigde Cuastero is een
voorstel ingediend, volgens hetwelk lo. de
werkdag wettelijk vastgesteld wordt op acht
uren2o. eene commissie in elke gemeente
wordt gevormd tot bescherming der arbei
ders 3o. het reizen op de spoorwegen kos
teloos toegestaan wordt aan de arbeiders,
die werk zoeken 4o. het officieele blad da
gelijks het arbeidsloon in elke provincie open
baar zal maken.
Duitschland's rijksdag is gisteren op het
middaguur door den keizer geopend met een
redevoering, die heel belangrijk moet zijn,
maar van ontwapening waarvan in den
laatsten tijd zoo nu en dan eens iets gehoord
zal wel niets gezegd zijn, integendeel heeft
de bondsraad nu een voorstel in behandeling,
ten einde het aantal batterijen van 364 op
418 te brengen, wat een versterking van de
infanterie met 5000 en van de artillerie met
6000 man insluit.
De verkiezing van den president en zijn
adjuncten door den nieuwen rijksdag met
zijn ultramontaansch-progressistisch-socialis-
tische meerderheid, houdt de gemoederen be
zig men noemt v. Levetzow, den oud-pre
sident en conservatief, als de aangewezen
persoon met een vrijzinnig man en een cen
trumlid als adjuncteb.
De Hamb. Nachr. zorgen er voor, dat vorst
Bismarck niet in het vergeetboekje geraakt
en nu weer deelt dat blad aan het hoofd
van zijn kolommen mee, dat de intriges te
gen den ex-kanselier reeds in den aanvang
van den winter begonnen zijn, dat men den
keizer heeft wijsgemaakt, dat de kanselier
morphinist was, zoodat hij zijn gedachten
niet meer bij elkaar had. „Men" schijnt op
minister v. Bötticher te doelen.
De zitting van de Italiaansche kamer van
Zaterdag was eene zeer onstuimige. Imbriani
die het ministerie geen oogenblik met rust
liet, interpelleerde Seismit-Doda over de con
cessie en levering van tabak, waarbij hij den
minister beschuldigde, den grootmeester der
vrijmetselaars in Italië, die vertegenwoordiger
van een Amerikaansch huis moet zijn, voor
te trekken. Seismit-Doda weerlegde een en
11
andertrouwens, niemand heeft ooit de op
rechtheid zijner handelingen in twijfel ge
trokken. De zitting van Zaterdag was echter
ongelukkig voor hem, daar hij door Crispi's
afwezigheid de zaken min of meer verwarde.
Toen Plebano over hetzelfde onderwerp wilde
spreken, vroeg de minister om de discussies
daarover zes maanden uit te stellen.
Na dit voorstel brak een storm los; Seismit-
Doda begreep, dat hij te ver was gegaan.
Als de zaak in stemming was gebracht, zou
de minister van financien nog geen 20 stem
men gehad. Nicotera kwam den minister
toen ter hulp, die zich haastte zijn voorstel
in te trekken.
Bij de Maandag in den senaat gevoerde
beraadslaging over het wetsontwerp betref
fende de liefdadige stichtingen heeft Crispi
de door de commissie voorgestelde schrap
ping bestreden van het tweede gedeelte van
artikel 96betreffende de overdracht dier
stichtingen, zooals het door de regeering was
voorgedragen. Crispi verklaarde dat het ar
tikel een der grondslagen van het ontwerp
vormde werd het niet goedgekeurd, dan zou
hij een beroep doen op de kiezers die uit
spraak zullen doen over het conflict tusschen
den senaat en de kamer. De senaat heeft
dienondanks met 93 tegen 76 stemmen een
voorstel verworpen strekkende om Tiet
tweede gedeelte van artikel 96 te her
stellen. Crispi heeft daarop den senaat ver
zocht, de beraadslaging te schorsen, opdat
hij de uitspraak van den koning kon in
winnen.
Het Amerikaansche huis van volksverte
genwoordigers heeft met 179 tegen 70 stem
men een wetsontwerp aangenomen, waarbij
een maandelijksch pensioen van 8 dollars
wordt toegestaan voor ieder die, thans ouder
dan 60 jaar tijdens den oorlog ten
minste 90 dagen in het Amerikaansche leger
gediend heeft.
Naar men berekent, hebben bij deze wet
450,000 personen belang, eu zou het geheele
uit te keeren bedrag 40 millioen dollars be-
„Ilc ben zoo blij dat zij het niet elkaar eens
zijn!" vervolgt Dora, terwijl zij Sir Adrian met
teederen blik aankijkt.
liMigslmfsclir ('nuniiil,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00.
Franco per posi door liet geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
A-Gij geeft u werkelijk geene moeite om. te ver
bergen hoezeer gij mij verafschuwt," zegt Dyne-
court op bitteren toon.
„Het spijt mij als ik u soms onbeleefd lieb
behandeld," antwoordt Florence met afgewenden
blik en op steeds koeleren toon. „IJ moet echter
niet vergeten dat gij wat er gebeurd is slechts
aan uzelven te wijten hebt."
„Is het eene misdaad, u te beminnen vraagt
hij vermetel.
„Miinheer," roept zij verontwaardigd en een
oogenblik heft zij hare donkere oogen naar de
zijne op „ik moet u verzoeken mij nooit over
liefde te spreken. Er bestaat tusschen ons geene
sympathie of zelfs maar een zweem van vriend
schap. Gij hebt zeer goed bespeurd welke gevoe
lens ik voor u koester."
„Maar waarom moet ik alleen met zulk eene
verachting behandeld worden?" barst hij eens
klaps hartstochtelijk uit. „Alle andere lieeren, die
gij kent, behandelt gij met de meeste vriende
lijkheid, voor iedereen hebt .gij een goed woord
en een lachje over. Op mij alleen rust uw blik,
als gij u nog soms verwaardigt naar mij om te
zien, met onmièkertbaren afkeer. Iedereen kan dut
duidelijk bespeuren. Het schijnt dat ik de eenige
moet zijn, die vermeden en gehoond mag wor
den.'
„U vergeet uzelven,' zegt Florence minachtend.
„Ik ben hier gekomen om met u te repeteeren
voor aanstaanden Dinsdag en niet om naar be-
leedigingen te lu:steren, die u verkiest mij aan
te doen. Laten wij beginnen' en zij slaat liet
boek open. „Als gij uwe rol kent, begin dan."
„Ik ken mijne rol maar al te goed. Zij bestaat
in u te aanbidden en te vereeren als een waan
zinnige, zonder eenige hoop van verhoord te
worden. Uwe wreedheid prikkelt mijne liefde
slechts meer. Florenee, hoor mij aan!"
„Ik wil nietl" roept zij met vlammende oogen.
Advertentiën 17 regels j 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen loor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
-CtttFIWiXra, W KI
Zij wijst hem terug als hij hare hand tracht te
grijpen. „Is het niet voldoende dat gij mij het
geheele jaar vervolgd hebt met uwe attenties en
dat gij er mij nu zelfs hier mee lastig valt Gij
dwingt mij om u ronduit te zeggen wat gij
eigenlijk reeds lang moest bemerkt hebben
dat ik u in alle opzichten onaangenaam vind,
dat uwe tegenwoordigheid mij hindert ea dat ik
ril van afschuw als gij mij aanraakt."
„O!" roept hij uit, als zij hem deze woorden
in het aangezicht slingert en hij staart haar aan
met een gelaat verwrongen door hartstocht„als
ik hier heer en meester was en niet de arme
neet als ilc sir Adrian was dan zoudt gij
mij heel anders behandelen."
Op het hooren van dien naam wordt zij doods
bleek. Hare lippen trillen, doch zij slaat de oogen
niet neder.
„Ik begrijp u niet," zegt zij trotsch.
„Dan zal ik het u duidelijker maken," antwoordt
Dynecourt. „Denkt gij dat ik blind ben en dat
ik niet zie hoe gij uw hart hebt weggeschonken
aan mijneu neef, dat hij heeft overwonnen
waar zoovele anderen de nederlaag hebben ge
leden, dat gij zelfs, eer hij u heeft gesproken
van liefde, hem, hoe trotsch gij ook moogt zijn,
al uwe genegenheid hebt geschonken
„Gij beleedigt mijroept Florence, trillend
van verontwaardiging en van angst. Als deze man
zoo duidelijk in haar hart heeft gelezen, kunnen
dan al,Ae andere gasten niet hetzelfde hebben
gedaan Bestaat de mogelijkheid nie*, dat Adrian
zelf hare verborgen liefde heeft ontdekt, en er
haar misschien om veracht heeft?
„En daarbij komt nog iets," vervolgt Dyne
court, die zich vermeit in de kwelling welke hij,
zooals hij duidelijk bespeurt, haar doet onder
gaan „gij versmaadt de oprechte liefde van mij
voor eene andere, die voor u slechts eene hersen
schim moet blijven want ik weet dat sir
Adrian geheel andere bedoelingen koestert. Ik
heb mijne goede redenen om te gelooven dat,
wanneer hij trouwt, de naam zijner vrouw niet
Florence Delmaine zal zijn."
„Ga heen, mijnheer," roept Florence uit, terwijl
zij de zwakheid, waardoor zij zich voor een
oogenblik liet overmeesteren, overwint en met
hare gewone kracht en fierheid hem toespreekt
„en waag het nooit meer op eene dergelijke ma
nier tot mij te spreken. Ga 1"
Met uitgestrekte hand wijst zij naar de deur
aan het eind der galerij. ïn die houding, met
flikkerende oogen, ziet zij er verrukkelijk schoon
uit.
Dynecourt verliest al zijne zelfbeheersching als
hij haar zoo aanschouwt. Eensklaps valt hij voor
haar op de knieën en grijpt hare japon vast om
haar terug te houden.
„Heb medelijden met mij smeekt hij„mijne
wanhopige liefde voor u dreef mij er toe om zoo
te spreken Waarom moet Adrian ook alles be
zitten en ik niets Hij heeft eenen titel, lande
rijen, eene positie en wat nog meer is uwe
liefde, terwijl ik alles moet missen. Weès toch
barmhartig wees toch wat vriendelijk
Zij zijn beiden zoo overspannen, dat het geluid
van naderende voetstappen hun ontgaat.
„Laat mij los, mijnheer." beveelt Florence.
„Neen. Eerst eene vraag," zegt Dynecourt.
„Bemint gij mijnen neef?"
„Ik geef niets om sir Adrian!" antwoordt
Florence vrij luid en beslist, nu zij zich in haren
trots gekrenkt voelt.
Twee personen, .die de galerij van den anderen
kant zijn binnengekomenstaren verwonderd
naar het tafereel, dat zij voor zich zien, als zij
deze woorden hooren uiten. Zij aarzelen en op
hetzelfde oogenblik bespeuren zij hoe Arthur
Dynecourth cfe hand van Florence Delmaine grijpt
en die hartstochtelijk kust, terwijl zij hem niet
schijnt af te weren.
„Dan blijf ik hopen," zegt hij op zachten
toon, doeh met nadruk. Het tweetal toeschouwers
verwijdert zich haastig, bevreesd van ontdekt te
worden. De een is sir Adrian, de andere mrs.
Talbot.
„Lieve hemel,' stamelt Dora met een bekoorlijk
verlegen blosje, „wie had dat gedacht? Ik ben
nooit zoo verrast geworden.'
Sir Adrian, die zeer bleek is geworden en zeer
onthutst kijkt, geeft geen antwoord. In ziclizelven
herhaalt hij telkens en telkens de woorden die
hij zooeven hoorde, het is alsof hij niet in
staat of onwillig is ze te begrijpen. „Ik geef
niets oni sir Adrian Zij klonken hem in de
ooren als de doodsklok voor al zijne liefste
droomen. En die man daar voor haars op de
knieën, die hare hand kust en haar zegt dat hij
blijft hopen Hopen waarop Helaas, Hij weet
het slechts al te goed op nare liefde I
„Het eens zijn?" antwoordt hij: yIk dacht dat
ze elkaar nog maar kort en zeer oppervlakkig1
kenden
„Het is al een jaar geleden, dat wij Arthur het
eerst in Zwitserland ontmoetten", ar.twoordt Dora
bedaard. Met opzet r.oemt zij Dynecourt bij zij
nen voornaamiets wat zij vroeger nooit heelt
gedaan Zij weet dat dit Sir Adrian den indruk zal
geven alsof zij op zeer intiemen voet met zijnen
neef was.
„Na dien tijd heeft hij ons als eene schaduw
gevolgd. Het verbaast mij, dat gij reeds niet
in Londen hebt bespeurd hoe hij haar het hof
maakte."
„Ik heb niets bespeurd", zegt sir Adrian met
de wanhoop in liet hart, „of als ik het deed, heb
ik eenen geheel verkeerden indruk ontvangen.
Ik meende vast en zeker uit de houding van miss
Delmaine tegenover Arthur op te maken, dat zij
eenen ingekankerden afkeer van hem had.'
Zij konden het in den laatsten tijd niet al te
best met elkaar vinden," verklaart Dora hem
haastig: „dat kon ieder duidelijk zien. Maar
Florence dat weet gij is een beetje zon
derling zij is het liefste meisje van de 'wereld,
en ik houd dol veel van haar; maar ik wil u
wel bekennen" en weer treft hem een betoo-
verende blik uit hsre bekoorlijke blauwe oogen
dat zij hare kuren heeft. ïJu wel geen booze
kuren" zij kijkt hem schalks aan „maar
zij zijn toch wel van dien aard, dat men er soms
eens bang voor zou worden. Ik heb het dus
maar noi.it gewaagd haar te vragen waarom zij
dien armen Arthur, die werkelijk haar slaaf is
zoo wreed behandelde-."
„En gij denkt nu dat
Sir Adrian voltooit den zin niet.
„Dat zij hem vergeven heeft wat hij in haar
oog heeft misdreven Jana wat wij zooeven
hebben gezien het was bepaald eene idylle,
vindt gij niet? durf ik mij wel met de hoop
vleien dat alles tusschen hen in orde is. Een
ernstige twist is het zeker niet geweest, want
Arthur is er de man niet naar om eene onbe
schoftheid te begaanmaar och 1 die lieve
Florence is zoo capricieus!"
(Wordt vervolgd.)