Nummer 45» Donderdag 5 Juni 1890. 13e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De kamer waar het spookte. ANTOON TIELEN Stiihtuiudig overzicht. FETJILLETOJS. BUITENLAND. Frankrijk. UITGEVER: Waalwijk. 13 Uit het Engelsch. Echo van het Zuiden, Wadwfjhscto fa Langstraatscbe (Jonrant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00. franco per pos', door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adol? Steinek, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Zelden heeft Europa op staatkundig ge bied eene kalmte genoten, zooals op dit oogeublik. De lokale belangen, welke de parlementen bezig houden, schijnen de open bare meening tamelijk onverschillig te laten, behalve de sociale quaestie, die meer dan ooit aan de orde van den dag blijft. Het aftreden van prins Bismarck schijnt eene volkomene bevrediging gebracht te heb ben in de betrekkingen der mogendheden onderling cn er bestaat geene enkele reden om te veronderstellen, dat het plan van toe nadering tot den czar, dat men den keizer van Duitschland toedicht gedurende zijn aan staand verblijf in Rusland, niet overeenstemt met den wensch om het behoud des vredes meer en meer te verzekeren. Ongetwijfeld begrijpt Duitschland, dat het drievoudig verbond in 't verschiet geen ge noegzame zekeiheid geeft en zoekt het van den czar eenige stellige verbintenis te krijgen aangaande zijne plannen voor de toekomst. Zal dit gelukken? Onwaarschijnlijk is 't niet. Natuurlijk staat Alexander er op, zijne vrij heid van handelen te behouden in 't oosten zoowel als in 't westen. Hoe 't ook zij, geene enkele mogendheid heeft op 't oogenblik be lang bij een oorlog en dit is de soliedste waarborg voor de handhaving van den vrede. De berichten omtrent de aanhouding van nihilisten te Parijs, worden bevestigd en aan gevuld door mededeelingen uit Genève. 't Schijnt zeker dat de Russische revolu- tionnairen een nieuwen en monsterachtigen aanslag voorbereidden. Den laatsten tijd had het nihilistisch comité van Parijs uit het buitenland belangrijke sub sidies ontvangen, waardoor het in staat was gesteld talrijke revolutionnaire proclamaties en bommen naar Rusland te zenden. Was het complot gelukt, dan zouden oproerige bewegingen zijn uitgebroken in alle groote steden. De uitgewekenen moesten achtereen- Lady Fitz Almont geeft hare troepen weer bevel om den aftocht te blazen en kapittelt de snikkende lady Gertrude heftig, wegens baar ge mis van zelfbeheerscbing. Ook de heeren blijven niet lang meer en gaan één voor één naar hunne kamers terug. Kapitein Ringwood en Maitland, de officier van gezondheid, zijn de laatste die gaan. //Wie is de naaste erfgenaam van sir Adrian vraagt de laatste, terwijl hij, als in gepeins ver zonken, met zijne vingers op eene tafel staat te trommelen. „Dynecourt, de man, die hem van avond bijna het hoekje deed omgaan/ herneemt Ringwood kalm. Ah zoo „Het zou een aardig buitenkansje voor Arthur geweest zijn als het schot geraakt had," zegt Ringwood, terwijl hij den ander met een zon derlingen blik aanziet. //Het zou een moord geweest zijn, mijnheer antwoordt de dokter kortaf. //Beste sir Adrian," zegt Dora Talbot, terwijl zij haren bat op eenen tuinstoel legt en een oogenblik het spel tennis, waarmee zij bezig is, in den steek laat om haren gastheer te gaan begroeten, «waar zijt gij toch geweest? Wij hebben u zoo gemist I Florence" en zij wendt zich tot hare nicht //wilt gij mijnen bat even overnemen, lieve? Ik ben moe gewor den van al die pogingen om lord Lisle te ver slaan." Lord Lisle, een door de zon gebruind man van middelbaren leeftijd, tracht zijne blijdschap niet te verbergen bij die verandering in het spel. Hij is gehuwd, bezit een aantal veelbelovende zoons en koestert eenen grooten hartstocht voor tennis. Daar mr. Talbot hem eene zeer onbeduidende tegenpartij is gebleken, voelt hij zich aangenaam volgens weder naar Rusland komen. Men gelooft dat op 't oogenblik zich daar reeds een twintigtal nihilisten bevinden. Allen zijn in 't bezit van ontplofbare stoffen. Als er niets ontdekt was, zou de maand Juni niet afgeloopen zijn zonder catastrofe. De te Ge nève vertoevende Russische uitgewekenen zijn overtuigd, dat de te Parijs aangehoudene ni hilisten geen enkele bekentenis zullen doen. Tot dusverre loochenen dezen alle deelne ming aan een ol andere samenzwering, maar voorts zwijgen zij; alleen schijnen zij de uit levering te vreezen van de in beslag geno men papieren aan den Russischen gezant, want de enkele handteekening van personen in Rusland, die met uitgewekenen in brief wisseling staan, is voldoende om de betrok kenen in het ongeluk te storten. De arrestatien zijn geschied op grond van de Fransche wet, die de ven aardiging of berging van ontploffingsstoffen vei biedt, van welken aard of met welk doel dan ook. Het is dus een misdrijf, begaan op Fransch ge bied, en zal door de correctioneele politie worden geoordeeld (de hoogste strai is 5 iaar gevangenis). De mededeeling van de arrestaties aan den Russischen gezant is een gewoon gebruik. Met bezorgde aandacht slaat de Duitsche pers alle bewegingen gade van den kluize naar van Friedrichsruhe. Vooral heeft indruk gemaakt het door hem te kennen gegeven plan om zijne denkbeel den te komen verdedigen in het parlement, en daar is reden voor. Waar ook de ex- kanselier zetelt, of hij zich belangloos toe legt om de taak van generaal Caprivi te vergemakkelijken, of dat hij zich door zijn temperament laat medeslepen om eene meer onalhankelijke houding aan te nemen, die weldra in oppositie zou ontaarden, het feit alleen, dat hij een volksmandaat aanneemt zou een zeer groote vermeerdering van kracht zijn voor de nationale vergadering. Ongetwij feld heeft de tijd zijn werk gedaan en de bijna tachtigjarige staatsman zal niet meer het onbedwingbare vuur, de buitensporigheid verrast nu hij op deze wijze van ha r bevrijd wordt. Florence neemt de partij van Dora over en het spel wordt met vernieuwde kracht hervat. Als echter lord Lisle eene groote overwinning heeft behaald en al de spelers verklaren dat zij doodmoe zijn en graag eens een oogenblikje zou den rusten, gaat sir Adrian miss Delmaine aan spreken, tot groot verdriet van Dora. Arthur Dynecourt is inwendig woedend, z/U hebt mij zoo dikwijls gevraagd om de kamer te zien, waar het spookt," zegt hij, „waarom zouden wij dat dan nu niet eens doen Er is niet veel aan te zien, dat heb ik u al gezegd, maar misschien is het interessant uit een spoken- oogpunt." „Laten wij dan allen met elkander gaan stelt Dora voor, terwijl zij opgewonden in de handen klapt haar gelieidkoosd gebaar, wanneer zij blijdschap wil veinzen. Zij is vast besloten ook in deze een rol te vervullen en niet minder staat het bij haar vast, dat Florence geen oogenblik met sir Adrian alleen zal zijn. „Eene uitstekende idee!" vindt Arthur Dyne court, terwijl hij miss Delmaine nadert en schijn baar het woord tot haar alleen richt, met een air alsof hij een onvervreembaar recht op haar had. „Allerliefst," betuigt eene jonge dame, die dicht bij hem staat en zoo is de zaak beslist. „Het is een vermoeiende tocht, dat is celeer," zegt kapitein Ringwood in vertrouwen tot Ethel Villiers. „Ik weet niet hoeveel trappen het wel niet zijn. Ik ben er eens geweest, dus ik weet er alles van het is erger dan de tredmolen." „Bent u daar dan ook wel eens geweest?" vra?gt miss Ethel ondeugend, terwijl zij hem van onder hare lange wimpers aankijkt. „Nog niet," antwoordt de kapitein lachend. „Maar zonder gekheid u moest er eigenlijk niet heengaan." „Neen ik moet en ik zal er heen gaan/ verklaart Ethel. „U hoeft volstrekt niet mee te gaan, ik kan het best een half uurtje buiten u stellen." „Ik geloof dat u het wel altijd buiten mij zoudt kunnen stellen," antwoordt de kapitein ietwat verdrietig. Hij moet zichzelvc bekennen, dat dit meisje met die kastanjebruine lukken en die blauwe oogen de macht heeft om met hem te doen wat zij wil. in zijne uitdrukkingen hebben van „den in specteur der dijken, afgevaardigde van Bis marckSchoenhausen," van 1848-49 maar men zal rekening moeten houden met een vertegenwoordiger, die zoo lange jaren rijks dag, bondsdag, ministerie en vorsten voor zich heelt doen sidderen. Hoe meer de datum nadert, dat de socia listenwet in Duitschland buiten werking treedt, des te angstiger worden de conservatieven en vele nationaal-liberalen, want zij meenen dat de regeering daarmede een wapen uit de hand legt ter verdediging van de open bare orde en veiligheid, zonder er iets an ders voor in de plaats te krijgen. Men vreest vooral, dat de socialistische pers zich danig zal gaan roeren. Zaterdag is in de Italiaansche kamer de discussie over de motieBovio, betrekkelijk de schending door de regeering van het recht van samenkomst, tot een gunstig einde ge komen voor de regeering. Velen hebben geen weerstand kunnen bie den aan den aandrang der ijdelheid om ook eens zich zeiven te hooren spreken en ten slotte nam Crispi, de premier, het woord nog vóór de beslissende stemming. Hij weder- legde de beschuldiging als zou hij verraad hebben gepleegd tegen elkeen, zijn programma is immer hetzelfde geweest en nimmer heeft hij Italie's instellingen in gevaar genoemd. De dictatuur verlangt hij niet maar een mach tige regeering en een machtig parlement, hij zal immer de vrijheid voorstaan. De sociale quaestie dringt op den voorgrond den finan- cieelen toestand achtte Crispi onder gunstige vooruitzichten te verkeeren en de betrekkin gen van Italië tot alle staten van Europa noemde hij nimmer hartelijker dan nu, zoo wel tot Petersburg als Parijs. Crispi eindigde als volgt„Ik heb mijn plicht gedaan, ik verwacht van de kamer een votum van vertrouwen als ik ooit het ver trouwen des konings, der kamer of van het land mocht verliezen zou ik zonder verhitte ring het bewind nederleggen." Het votum van vertrouwen in de regeering werd aan- Dora en sir Adrian, die door de handige we duwe geprest is om haar te geleiden, vormen de voorhoede. Florence en Arthur Dynecourt volgen hen. Arthur praat zeer opgewekt, alsof hij vast besloten is niet te willen opmerken hoe onwel kom hij is aan Florence, die bedaard naast hem loopt zonder hem met eenen enkelen blik te verwaardigen. Men gaat door de groote zaal, door den corri dor, de trap op, door galerijen, door nog meer gangen, vroolijk pratend en schertsend, tot dat men eindelijk komt in een oud en blijkbaar zeer verwaarloosd gedeelte van het huis. Nog meer gangen, waar het stof duimen dik ligt. Ten slotte staat men voor eene met ijzer beslagen deur. „Nu beginnen wij zoowat in de buurt te ko men," zegt sir Adrian tot troost, terwijl hij, zooals hij altijd doet wanneer zich de gelegen heid aanbiedt, zich alleen tot Florence wendt. „Wordt gij nog niet griezelig?" vraagt Ethel Villiers met een gesmoord lachje, terwijl zij kapitein Ringwood -aankijkt. Sir Adrian opent de bewuste deur en men ziet eene steile steenen trap, die naar eene andere deur leidt. Deze is eveneens met ijzer beslagen. "Dit is nu de toren," vertelt sir Adrian Ieder kijkt nieuwsgierig rond. Dora Talbot doet alsof zij bijzonder zenuwachtig was en klemt zich angstig vast aan Sir Adrian's arm. Bij zichzelve overlegt zij of het niet geschikt zou zijn om met een Tdein flauwtetje gracieus in zijnen arm te vallen. „Daar is de deur van de kamer," vervolgt sir Adrian. „Komt, nu zullen wij eens kijken." Zij kloutèren de laatste treden op. Eensklaps doet hun gastheer de deur open en ontsluiert voor hunne blikken alle mogelijke geheimen, die in deze kamer verborgen mogen zijn. Hij is de eerste die binnentreedt, en allen volgen hem, maar alsof hij zich plotseling iets gewichtigs her innert, draait hij zich om en roept kapitein Ring wood luide toe om de deur niet achter zich in het slot te laten vallen. •,Er is eene bijzondere veer in het slot", ver klaart hij een oogenblik later, „en als de deur toeslaat, zou het onmogelijk zijn haar von binnen te openen, en wij zouden hier eeuwig opgesloten kunnen blijven, als de bedienden ons niet kwa men bevrijden." genomen met 329 tegen 61 stemmen een volslagen succes. Panitza's straf zal door prins Ferdinand wel gewijzigd worden, er zijn er zelfs die van gratie spreken. De rus Kalobbkoff zal namens de Russische regeering wel opge- eischt worden door den Duitschen gezant. De discussien in den Boheemschen land dag over de verschillende voorstellen be treffende het Duitsch-Czechisch compromis worden onder gunstige verschijnselen ver volgd. De regeering zal binnen kort voorstellen aan de kamer doen, om den duur van den arbeidsdag in fabrieken en werkplaatsen op tien uur te stellen. Jules Roche heeft een voorstel dienaan gaande in bewerking. De correctioneele rechtbank te Bessèges heeft vijf der leiders van de werkstaking, aldaar, tot gevangenisstraffen van een tot vijf maanden veroordeeld, wegens het belemmeren van de vrijheid van personen om hun beroep uit te oefenen en wegens het veroorzaken van samenscholingen. In December 11. werd te Hautteville (Fransch departement Eure) een boschwachter doodgeschoten. Twee stroopers, Alfred Pic- ton en Gaston Qneulvée, werden als verdacht van den moord gevat en stonden den 23 April terecht voor het gerechtshof van Eure dat na levendige debatten Queulvée vrijsprak en Picton veroordeelde tot twaalf jaren dwang arbeid. Picton, die voortdurend bleef verzekeren, dat hij onschuldig was, kwam in hooger be roep; maar eenige dagen geleden ontving het openbaar ministerie een brief van den vrijgesproken Queulvée, waarin deze bekende de eenige schuldige aan den moord te zijn. „O, kapitein Ringwood, pas dan vooral opl* roept Dora verschrikt. „Van uwe oplettendheid hangt ons leven af!" „Toe, Miss Villiers, komt u bij mij staan om mij aan mijnen plicht te herinneren?' vraagt kapitein Ringwoodterwijl hij met zijnen rug tegen de deur gaat leunen, om te verhinderen dat deze toeslaat. De kamer is rond, en lieeft, in plaats van ven sters, drie smalle openingen in den muur, waar door men een heel, heel klein stukje lucht kan zien, maar meer ook niet. Deze openingen zijn juist groot genoeg om er de hand door te steken. In de kamer is geen meubel te bekennen. Op de muren zijn duidelijk donkere bloedvlekken zichtbaar. Dynecourt vertel nu eens een paar mooie spook geschiedenissen", roept Ringwood. „Als je dat niet doet.gelooven zij toch niet dat het hier spookt". Maar allen protesteeren heftig. Zij willen zulke geschiedenissen volstrekt niet hooren, zoo dat Sir Adrian lachend weigert om Ringwood's verzoek in te willigen. „Zijn wij nu ver van het andere gedeelte van het huis?" vraagt Florence eindelijk, die met de meeste aandacht eenige opschriften op de muren heeft bekeken. „Zoo ver dat, als gij hier waart opgesloten, geen enkele kreet, hoe luid ook, daar zou kun nen doordringen," herneemt Sir Adrian. „Hoe interessant merkt Dora met een gil letje op. „De bedienden zijn zoo bang voor deze kamer, dat zij zich hier zelfs niet overdag zouden wagen, vervolgt Adrian. „Gij kunt wel aan het stof zien dat hier in langen tijd niemand geweest is. Iemand zou hier eenen langzamen hongerdood kunnen stervenzonder dat zijne vrienden er iets van merkten." Hij lacht, terwijl hij dit zegtmaar lang lang daarna herinneren zijne hoorders zich hui verend deze woorden. „Ik begrijp mij niet, waarom gij dit gevaarlijke slot niet laat wegnemen zegt kapitein Ring wood. „liet maakt de kamer tot een muizenval. Later zult gij er nog eens spijt van hebben!" Profetische woorden „Ja ik wou ook wel dat het er niet meer was", zegt Florence met eene zonderlinge lichte hui vering. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1