Nummer 49. Donderdag 19 Juni 1890.
13e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
J
De kamer waar het spookte,
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
UITGEVER:
Waalwijk.
17 Uit het Engelsch.
naalwijksciic cd Langstraatsclie Courant
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 1 7 regels f 0,60 daarboven 8 cent per rcgeJ,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, morden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Nimmer zijn de tegenstellingen, of laat ons
liever zeggen de inconsequenties, sterker ge
weest dan juist in dezen tijd terwijl de vor
sten en eerste ministers als om strijd her
halen, dat in langen tijd de wereldvrede er
niet zoo gunstig heeft bijgestaan als juist nu,
wordt de gewapende vrede maar steeds op
gedreven, voornamelijk door de mogend
heden der triple-alliantie. Wie alleen zou
willen afgaan op de woorden van een Ca-
privi of een Kalnokyzou allicht tot de
heugelijke opinie komen, dat er geen vuiltje
aan de lucht is en menigeen, die met zoo
genaamde vredespolitiek niet volkomen ver
trouwd is, zou allicht in, zijn onnoozeligheid
gaan meenen, dat voorstellen om alle staande
legers af te schaffen, reeds in voorbereiding
zijn, maar de werkelijkheid doet zich gansch
anders aanzien.
Pas heeft Duitschland's regeering den rijks
dag in kennis gesteld met haar behoeften
(18,000 man meer onder de wapenen) of Oos
tenrijk volgt dat voorbeeld; minister Rauer ver
klaart kort en bondig dat hij minstens 100
millioen gulden moet hebben om het leger
naar de eischen des tijds en die zijn nogal
hoog tegenwoordig in te richten.
Verwondering of verontwaardiging baat
nietsgeld moet er zijn en 't komt er ook
zoo in Duitschland, waar de oppositie van
het centrum tegen de nieuwe kredieten niets
dan schijn was, als in Oostenrijk.
lil de commissie uit de Oostenrijksche
delegatie, met militaire zaken betrouwd,
heeft de minister van oorlog zijn plannen nog
eens nader toegelichthij noemde de legers in
onzen tijd concurrentie-inrichtingen en troostte
de eventueele tegenstanders met de heuge
lijke en troostbrengende mededeeling, dat hij
veel meer had willen eischen, maar rekening
heeft moeten houden met de financien. Ves
tingen moeten worden versterkt artillerie
magazijnen moeten nieuw voorzien worden
nieuw rookvrij buskruit moet worden aange-
//Het is zeer wel mogelijk. Je bent mooi de
meeste heeren bewonderen je," merkt Florence
koeltjes op. Nog altijd kijkt zij Dora niet aan.
#Neen, ondeugende meid, je wilt mij vleien 1
Nu, hoe dwaas net ook klinke, hij was werkelijk
jaloersch en gal' mij bepaald een standje. Ik kreeg
er de tranen van in de oogen en raakte er heel
en al door overstuur. En zoo zijn wij, om je de
waarheid te zeggen, als kwade vrienden geschei
den en nu geloof ik dat hij, om zich te wreken,
mij verder op den dag met opzet verwaarloosde."
Weer zwijgt Florence, hoewel het zeer duidelijk
is, dat haar kwelgeest wacht of zij niets zal zeg
gen. Dóch daar dit niet het geval is, vervolgt
Dora
//Je hebt zeker ook wel opgemerkt hoe koel
en teruggetrokken hij tegen mij was, toen wij
met ons allen in die vreeselijke kamer waren."
En ,zij huivert bij die woorden, ten spijt van
zichzelve. Het is haar alsof zij weer dien kouden
wreeden blik van Arthur Dynecourt cp zich ge
vestigd zag.
„Ik heb niets gemerkt," antwoordt Florence
op ijskouden toon.
//Werkelijk niet? Nu, maar hij was het toch
wel. Maar het moet je toch wel getroffen
hebben, dat hij zoo bijzonder veel attenties voor
u had Dat deed hij eenvoudig om mij te toonen
hoe boos hij was."
//Ik geloof niet dat hij boos op iemand was
en ik vond juist dat hij bijzonder opgewekt
was," herneemt Florence bedaard.
Op Dora's gelaat verschijnt een allerliefst blosje.
„Och, die lieve sir Adrian kan zoo uitstekend
komedie spelen/ zegt zij „en hij is zoo trotsch!
Hij zal zijne gevoelens weten te verbergen voor
iedereen, hoeveel hem dat ook moge kosten. En
dus lieve, je zoudt mij stellig aanraden te doen
wat hij vraagt?"
„Ik raad je niets aan. Ik zeg alleen dat ik er
maakt en dat alles omdat andere naties
het ook doen en omdat men den vrede zoo
lief heeft.
't Geld komt er natuurlijk, omdat elkeen
schijnt terug te deinzen voor de verantwoor
delijkheid een er verwerping van wat de re
geeringen of meer in 't bijzonder de minis
ters van oorlog noodig en heilzaam achten.
Windthorst b.v. nam een aanloop, wat storm
voorspelde, maar lang nog voor hij en met
hem het centrum den grooten sprong zal
doen slaat hij den terugweg in, hij is bang
voor de zakendie allicht zouden kunnen
volgen en buigt de knie voor den machti
gen Mars.
Einde dezer maand reeds, kan het nieuwe
militaire wetsvoorstel in Duitschlands rijksdag
in tweede lezing komen.
Italiëwelks financieele toestand zooveel
te wenschen overlaat, staat op het punt om
het effectief des legers met Ö0.000 man te
vermeerderen.
Om niet achter te blijven heeft de czar
een decreet geteekend tot vorming van nieu
we regimenten infanterie, 14 regimenten ca
valerie en 44 batterijen artillerie.
Waarachtig, men moet bekennen, dat de
vrede, dien Europa geniet, heel duur is. Ten
slotte zullen de volkeren misschien nog wel
er toe komen om een oorlog te verlangen,
ten einde te geraken uit een toestand die
hen geheel uitput.
De commissie uit de Italiaansche kamer,
welke de nog al sterk geamendeerd uit den
senaat teruggekomen wet op de liefdadige
instellingen moest onderzoeken, heeftCrispi's
aanmaning, om naar een vergelijk te trachten,
in den wind slaand, het oorspronkelijk ont
werp der kamer weer hersteld.
De Serviers zijn nog niet bekomen van
hun ontzetting over Kalnoky's woorden in
de delegatien ja men vreest zelfs dat de
hooge heeren te Belgrado wel eens het kind
van de rekening zouden kunnen worden, want
de bevolking is zeer ontdaau over Oosten
rijks maatregelen tegen den veeinvoer, voor
niets in zie, als je nietje gastheer wat in die laan
op en neer wandelt."
„Wat weet je de zaak alleraardigst voor te
stellen Eu nu neem ik voor een oogenblik af
scheid van je, lieve en ik dank je duizendmaal
voor den tijd, dien je aan mij hebt besteed. Ik
ben het werkelijk niet waard" en tegelijk
drukt zij Florence eenen hartelijken kus op de
hand.
Die laatste woorden bevatten waarheid. Zij is
het werkelijk niet waard, dat Florence ceiiige
oogenbliklcen van'haren tijd aan haar heeft op
geofferd; en toch, als zij schijnbaar zoo onschuldig
als een klein kind de kamer is uitgetrippeid,
volgen de gedachten van miss Delmaine haar
steeds, zij het ook met weerzin.
Zij is heengegaan om hem te ontmoeten, zonder
twijfel om teedere woorden en liefdesbetuigingen
met hem te wisselenOm te vergeven, om ver
giffenis te erlangen voor de eene of andere niets-
beteekenende woordenwisseling, die minnenden
ter wille van de verzoening des te liever wordt.
Zij luistert naar hare voetstappen als Doi-a over
den cori-idór terugkomt, zonder twijfel in haar
mooiste japonnetje, dat zij voor den dag heeft
gehaald om er in zijne oogen des te schooner
uit te zien.
Een onweerstaanbaar verlangen om te zien hoe
Dora zich voor deze gelegenheid heeft gekleed,
drijft Florence om naar de deur ie gaan en haar
op de trap r-a te kijken. Zij kan Dora nog even
zien, juist als deze den hoek omslaat en tot hare
groole verbazing bespeurt zij dat zij zich volstrekt
niet bijzonder keurig gekleed heeft, maar eenen
donkeren regenmantel heeft omgeslagen. Florence
vraagt zichzelve verbaasd af wat dit wel kan
beteekenen en komt tot het pijnlijke besluit, dat
Dora zoo zeker is van zijne liefde, dat zij het
volstrekt niet noodig oordeelt, hare fraaiste japon
aan te doen ten einde hem te behagen. In zijne
oogen ziet zij er natuurlijk zelfs in het eenvou
digste toilet allerliefst uit.
Spoedig, heel spoedig zal zij hem ontmoeten.
Hoe zouden zij elkander wel begroeten Zal hij
Dora in de dogen staren met dienzelfden blik
waarmee hij haar, Floi'ence, nog niet zoo lang
geleden placht aan te zien Arthur Dynecourt
zag volkomen juist, toen hij begreep dat zij niet
in staat zou zijn weerstand te bieden aan den
wensch om Dora te volgen en ooggetuige te zijn
namelijk moet Paschitz niet gerust zijn.
De Servische gezant is zich bij den mi
nister-president Kalnoky komen beklagen
over het verbod van den varkensinvoer en
heeft bij die gelegenheid verklaard, dat, hoe
zeer ook geneigd met Oostenrijk op vrien-
denvoet te staanServie zich zou moeten
verdedigen wanneer bedoelde verbodsmaat
regel bleek te wezen het begin van een
douanen-oorlog en grensplagerij. En Servie
zou voor Oostenrijk zeer lastige tegenmaat
regelen kunnen nemen.
In zijn antwoord gaf Kalnoky natuurlijk
niet toe, dat plagerij bedoeld was. Het was
een gezondheidsmaatregel geweest, zeide hij
eene verklaring echter, die in het ware
licht werd gesteld door de bijvoeging, dat
het van Servie's houding zou afhangen of
met de maatregelen zou worden voortgegaan.
Alsof die houding eenigen invloed zou kun
nen hebben op de al of niet gezondheid vau
een transport varkens
De zaak isdat de Oostenrijksche regee
ring er boos^om is dat Servie, ondanks de
beloften zijner regeering en ondanks dat het
Hongaarsche zout goedkoop is, het zout be
trekt uit Rumanie en niet de Hongaarsche
zoutgroeven.
De Servische regeering zou. wanneer het tot
tegen - maatregelen kwam, kunnen en willen
verbieden den doorvoerdoor Servie, van
goederen uit Oostenrijkvoor Bulgarije be
stemd. Maar zij hoopt nog op intrekking
van het verbod der Oostenrijksche regeering.
Te Sofia is men bijster in zijn schik over
Kalnoky's woorden men ziet in zijn uitla
tingen de beste beloften voor de toekomst
en ook te Petersburg hebben de redevoerin
gen zoo van Oostenrijks keizer als van diens
kanselier een gunstigen indruk gemaakt. Men
noemt ze gematigd en vredelievend wel
een bewijs hoe één zin verschillend gelezen
en uitgelegd kan worden
van haar gesprek met sir Adrian. Haastig zet zij
eenen grooten Rubbenshoed op, slaat zich een
zacht doekje van zwarte kant om den hals, ijlt
naar beneden en langs eenen anderen weg dan
zij vermoedt dat Dora naar alle waarschijnlijk
heid zal inslaan, bereikt zij de kastanjelaan bijna
even spoedig als hare nicht.
Zij durft zich niet al te dicht in de nabijheid
vertoonen en verbergt zich achter een perk van
rhododendrons, dat wat hooger ligt dan de laan.
Ja, nu kan zij Dora zien en ook den man die
blijkbaar vol verlangen haar tegemoet komt. Zijn
gelaat kan zij niet goed onderscheiden, want hij
wendt het een beetje den anderen kant uit, maar
in die slanke gestaite met die loshangende lichte
overjas kan zij zich niet vergissen. Hij nadert
Dora vlug en steekt haar de beide handen toe.
Het schijnt dat zij even terugdeinst, dan grijpt
hij hare handen, buigt er zich overheen en bedekt
ze met kussen.
Het is alsof er een nevel voor Floi'ence's oogen
komt. Zij smoort eenen kreet en ijlt naar huis.
Als zij weer alleen is in hare kamer en de denr
op slot heeft gedaan om niet gestoord te worden,
valt zij op haar bed neer en barst in een luid
snikken uit.
Eerst als zij weer lang op hare kamer is, herin
nert Dora zich dat de brief bij hare nicht is
blijven liggen. In. het vuur van het gesprek had
zij het vergeten, maar nu bekruipt haar eensklaps
de vrees: als Florence dien brief eens aan iemand
liet zien Zij snelt de trap op en tikt tegen
de deur van Florence.
„Binnen roept deze langzaam,
Het is drie uren geleden sinds zij dien onzali-
gen tocht naar de kastanjelaan maakte. Zij is
nu weer kalm, en wacht tot de gong het teek en
zal geven dat het diner gereed is. Zij siddert
bijna als zij denkt dat zij zoo aanstonds sir
Adrian zal ontmoeten. Buitengewone zorg heeft
zij aan haar toilet besteed, al ware het slechts
om alle sporen van smart, die de drie laatste
uren op haar schoon gelaat hadden achtergelaten,
te verbergen. Wel is de uitdrukking op haar
gelaat nog altijd droevig, doch tevens kalm en
waardig
Dora heeft zich ook reeds gekleed voor he}
diner, maar zij ziet er buitengewoon zenuwach
tig uit.
//Neem mij niet kwalijk," zegt zij, „maar mijn
Stanley heeft volgens den Londenschen
berichtgever der Indépeudance Beige thans
den post van gouverneur-generaal van den
Congo-Staat aangenomen. Hij zal zich in het
begin van het volgend jaar naar dat land
begeven en eerst nog een tocht door de Ver-
eenigde Staten ondernemen om voordrachten
te houden. Zijn contract betreffende die voor
drachten is echter zoo ingericht, dat hij van
zijne verplichtingen ontslagen is als dringende
omstandigheden koning Potarko (Leopold II)
nopen, hem vroeger naar zijn post te roepen.
Te Feignies, aan de Belgische grens,
is een tweegevecht met doodelijken afloop
gehouden. De 27-jarige advocaat Duval is
daarin doodgeschoten door den 22-jarigen
publicist Marcel. De aanleiding tot het duel
was een politieke twist te Bergen, waar Mar
cel ijverde voor de verkiezing van den socialist
Defuisseaux en Duval voor den liberalen
candidaat Hary.
Marcel, die terstond op Fransch grondge
bied vluchtte, evenals de getuigen, moet zoo
zeer geschokt zijn door den noodlottigen af
loop van het duel, dat hij sinds eenige dagen
met hevige koorts te bed ligt.
Bij gelegenheid van het Zondag jl. te
Brussel gehouden festival, waaraan ruim ne
gentig gezelschappen deelnamen is aan het
muziekgezelschap „De Harmonie", uit Hulst,
bij loting de tweede prijs, 200 francs met
verguld zilveren medaille, ten deel gevallen.
De toestand in het Loire-bekken is nog
steeds dezelfde. Een groot aantal mijnwer
kers zijn echter in de mijnen afgedaald. Tot
nog toe schijnt er van een toenadering tus-
schen patroons en werkstakers geen sprake
te zijn.
brief dien brief dien ik u van morgen liet
zien hebt gij dien ook
„Neen," antwoordt Florence bedaard, „ik dacht
dat ik hem u had teruggegeven, maar als dat
niet het geval is, dan moet hij hier op tafel lig
gen" en tegelijk licht zij een paar boeken op
van het tafeltje, waarbij zij zat toen Dora bij
haar kwam.
Dora zoekt mee naar het briefje, op eene iet
wat zenuwachtige, verschrikte manier, doch het
zoeken helpt niets, en zij zijn verplicht zonder
het briefje naar beneden te gaan, daar de luide
klank der gong verkondigt dat zij zich moeten
haasten.
„Nu het doet er niet veel toe," zegt Dora, die
bang is dat zij hare ongerustheid reeds veel te
veel heeft blootgegeven, „Werkelijk het komt
er niets op aan. Ik had het alleen maar graag
gehad, omdat nu, zie je, weer moet Flo
rence dat lachje zien, dat haar bijna krankzinnig
maakt „omdat hij het schreef."
„Ik zal aan mijn kamenier zeggen dat zij er
eens naar moet kijken, en als zij het vindt, zult
gij het van avond nog hebben," antwoordt Flo
rence. Dat zij even de wenkbrauwen samentrekt
ontgaat Dora.
Tot Florence's groote teleurstelling geleidt Ar
thur Dynecourt haar naar tafel. Op hunnen weg
van de ontvangkamer naar de eetzaal drukt hij
de hond, die zeer los op zijnen arm rust, en zegt
met eenen schijn van oprechte belangstelling in
zijnen toon
„U is niet wel, geloof ik. Gij ziet er bleek en
ontdaan uit, en vergeel' mij 'zoo ik mij vergis
maar ik geloof werkelijk dat gij hebt geschreid."
„Ik moet u verzoeken, mijnheer," antwoordt
zij uit de hoogte, terwi.,1 zij haastig hare hand
van zijnen arm neemt, als brandde zijne aanra
king haar als kolen vuurs „ik moet u ver
zoeken het uzelven niet lastig te maken door
mijn uiterlijk te 'oestudeeren. Uwe handelwijze
is voor mij uiterst beleedigend."
„Het is mij onmogelijk u bedroefd te zien en
niet tevens te verlangen n te mogen helpen of
troosten," vervolgt Dynecourt onverstoorbaar.
„Peinst gij nog altijd over het verleden over
het onherroepelijke Hebt gij van daag soms
nieuwe redenen gehad om er over te denken.
(Wordt vervolgd.)