Nummer 54, Zondag 6 Juli 1890. 13e Jaargang. De kamer waar het spookte. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELBN, FEUILLETON Staatkundig overzicht. UITGEVER: Waalwijk. 22 Uit het Engelsch. Waalwpscüie en Langstraatsclw Courant, Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden fl,00. Frauco per post door het gelieele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. 't Gerucht wordt bevestigd, zonder dat iemand er zich over verwondert, dat de Duitschen minister van oorlog, generaal de Verdy-Duver- nois, zijn ontslag heeft ingezonden. De stuk ken zouden opgezonden zijn aan den keizer, die in het Noorden op reis is't zou dus kunnen gebeuren, dat er nog eenigen tijd verloopt voordat zijne beslissing bekend is, tenzij de ontslagaanvraag van ouderen datum ware, dan het publiek veronderstelt. Velen in de militaire kringen, zien niet gaarne generaal de Verdy zijnen post verlaten, omdat men hem een groot talent teekent. als organisateur. Mannen van het vak beweren, dat hij meer gedaan heeft voor het leger ge durende de 15 maanden zijner ministerieele loopbaan, dan zijne beide voorgangers in evenveel jaren. Daarbij, de generaal had een „groot denkbeeld" dat heel bijzonder aange naam moest zijn aan de voorstanders van wapening tot het uiterste, aan hendie Duitschland in staat willen zien om alleen, dat wil zeggen: zonder te moeten rekenen op Oostenrijk en Italië, weerstand te bieden aan een eventueel verbond van Frankrijk met Rusland. Dat groote denkbeeld bestond in de inlijving van alle weerbare mannen. Generaal de Verdy was van plan het be ginsel van den algemeenen dienstplicht te verwezenlijken, dat men te danken heeft aan Scharnhorst, en niet alleen koesterde hij dit uitgebreide plan, maar hij is het ook in het parlement komen ontsluieren! Deze „onhan dige oprechtheid" heeft den afgevaardigden den schrik op het lijf gejaagd. Men heeft een oogenblik gevreesd dat, om niet de deur voor eene zoodanige hervorming open te zetten, de meerderheid de eerste vermeerde ring van 18000 man zou gaan weigeren, door de regeering gevraagd. De kanselier, de uitwerking ziende van 's generaals „nuttelooze" of ten minste „ontijdige" openbaringen, heeft zich, om het aanhangige ontwerp te redden, genoodzaakt gezien aan de militaire commissie van den rijksdag te verklaren, dat de plannen, waarover gesproken was, nog niet onderzocht waren, dat men ze zelfs nog niet aan zijn oordeel had onderworpen, dat ze hem bij ge volg onbekend waren, dat de toekomst niet verbonden was, dat de later te nemene of niet te nemene maatregelen in hoofdzaak zouden afhangen van die, welke in Frankrijk en Rusland zouden genomen worden. De minister van oorlog kan zich door 's kanseliers verklaringen gedesavoueerd ach- „Ik weet werkelijk niet wat ik moet raden'-' zegt Dora verstrooid. Als wij aan ieder mede- deelen wat wij vermoeden, dan vindt Arthur Dynecourt misschien nog gelegenheid om zich bijtijds uit de voeten te maken. Daarenboven wij mochten ons eens vergissen. Het mocht eens zijn dat hij er niets mee te maken had, en „In dat geval als je ook van oordeel bent dat wij de zaak moeten geheim houden, laten wij dan samen Sir Adrian gaan opsporen." Alleenzoo laat! in die vreeselijke kamer!" roept Dora vol afgrijzen. «Ja, dadelijk" klinkt het op vasten toon «zonder een oogenblik te verliezen." «O, ik kan niet I" verklaart Dora terwijl zij hevig siddert. «Dan ga ik alleen En tegelijk grijpt Florence de kaars en loopt naar de deur. «Wacht, ik ga mee," zegt Dora, nog altijd be vende. Maar zij zijn genoodzaakt even te wach ten, want zij worden gestoord. Ethel Villiers komt afscheid nemen van mrs. Talbot, want haar vader is van plan den vol genden morgen vroeg heen te gaan. Zij kijkt Florence en Dora verwonderd en angstig aan, daar zij duidelijk bespeurt dat er iets hapert. „YVat scheelt er aan?" vraagt zij vriendelijk. Miss Delmaine aarzelt even, doch aangemoe digd door eenen blik op het ontstelde gelaat van ten en dit is waarschijnlijk de beweegreden, waarom hij zal besloten hebben zijne bediening neder te leggen. 't Schijnt dat er ook nog een ander punt was, waarop de generaal voorzag, dat hij geslagen zoude worden: de inkrimping van den diensttijd. De openbare mcening, ge plaatst tegenover steeds toenemende wape ningen en ziende dat men niet alleen de ka nonnen en paarden vermeerdert,en voortdurend het oorlogsmaterieel vernieuwt, maar dat men zelfs en in nog grootere mate het aantal soldaten wil vermeerderen, vraagt als scha deloosstelling een diensttijd van twee in plaats van drie jaren. Generaal de Verdy, die niet voor diplomaat schijnt te willen spelen, heeft op dien volkswensch geantwoord, dat het niet doenbaar was in twee jaar een goed in fanterist te vormen, dat men dus, over 't geheel genomen den diensttijd van drie jaar moest handhaven, en duidelijk heeft hij aan 't parlement te verstaan gegeven, dat hij weerstand zou bieden tot het einde toe. Deze houding heeft zijn standpunt meer dan moeilijk gemaakt. De generaal heeft als man van overtuiging geweigerd gebruik te maken van de gewone uitvluchten; hij heelt de pillen aangeboden zonder ze vooraf te willen vergulden en 't is hem niet gelukt ze zoo te doen slikken. Dat wil niet zeggen, en het publiek begrijpt •lit zeer goed, dat de door den minister aan gekondigde plannen van algemeenen dienst plicht verlaten zijn. Als de tijden niet ver anderen, als de overeenstemming tusschen Frankrijk en Rusland een bedreiging blijft voor Duitschland, zullen we, misschien reeds binnen het jaar, den nieuwen minister van oorlog nog eens 15000 a 20000 man zien vragen. Men zal bij gedeelten te werk gaan. Daarom wordt het heengaan van generaal de Verdy niet beschouwd als eene verlichting. Zijn opvolger zal, evenals hij, trachten niet toe te geven op den duur van den diensttijd, of de staatkunde handhaven om aan het par lement alles te ontrukken waartoe men kans ziet. Wat men zou moeten kunnen veranderen, dat is het gevoelen van den czar. Door zich van Duitschland los te maken heeft Alexander III het FranschRussisch bondgenootschap mogelijk gemaakt en dit noodzaakt Duitsch land steeds meer te wapenen en Frankrijk en Rusland dit voorbeeld te volgen. Duitschland beweert slechts te wapenen Dora, besluit zij Ethel in vertrouwen te nemen. Met een paar woorden vertelt zij alles wat er is gebeurd, en wat zij vermoeden. YVel verbleekt Ethel van schrik en verbazing, doch zij verliest hare zelfbeheersching niet. „Ik ga mee," zegt zij dapper. «Maar neemt mij niet kwalijk," voegt zij er bij, „ik geloof niet dat het verstandig is, dien tocht zonder manne lijke hulp te ondernemen. Als wij werkelijk nog bijtijds komen om dien armen'sir Adrian van eenig nut te zijn altijd voorondersteld dat hij werkelijk in die kamer is opgesloten dan geloof ik dat wijniet sterk genoeg zouden zijn om hem de trap af te dragen; en als hij daar al die dagen honger heeft geleden, bedenk dan eens hoe zwak hij zal zijn." „O maar dat zou ontzettend zijn I" roept Florence, terwijl zij de handen wringt. „Maar je hebt gelijkEn wien zou je denken dat wij liet best zouden kunnen vertrouwen om ons te hel pen „Ik ben er zeker van," zegt Ethel met een vluchtig blosje, maar hoog ernstig, „dat, als gij kapitein Ringwood zoudt willen vertrouwen, hij u niet teleur zou stellen en ons onschatbare dien sten zou kunnen bewijzen.* Dit voorstel vindt instemming. Zij laten Ring wood roepen, en na eenige minuten'is hij bij de dames en wordt deelgenoot gemaakt van hare hoop en vrees. Doodstil, uiterst voorzichtig, zonder eenig licht, maar niet lantarentjes, die oogenblikkelijk aan gestoken kunnen worden, gaan zij naar de gang waar de bewuste trap op uitkomt. Als kapitein Ringwood haar wil opendoen, blijkt het dat zij op slot is, doch hij laat zich niet afschrikken en ruktj er zoo hevig aan, dat liet slot, door de jaren roestig geworden, wijkt en de deur openspringt. Zij gaan eerst staan in het portaal onder aan voor zijne verdediging; Frankrijk en Rusland zeggen hetzelfde, en zonder twijfel zijn alle drie oprecht; maar, daar men zich hoe langer hoe meer verdedigt, gaan de wapeningen steeds hun ganghet wantrouwen neemt voortdurend toe en in vollen vrede zijn wij getuigen en zullen dit hoe langer hoe meer zijn van een financieel en oorlog tusschen de verschillende staten. Hoe een einde te maken aan dezen voor allen verderfelijken staat van zaken? Als de czar er in toestemde de vroegere betrekkingen met Duitschland weder aan te knoopen, zou de vrees voor het FranschDuitsch verbond verdwijnen, en de wapeningen zouden in lange niet meer met hetzelfde vuur worden voort gezet. Maar de czar wil niet. Hij wil vrij blijven van elke verbintenis en zal zich ge dragen naar omstandigheden. Duitschland verkeert in de onmogelijkheid om Ruslands vriendschap door staatkundige diensten te winnenwant de diensten, die Alexander III er van verwacht, heeft het hem moeten weigeren op het congres van Berlijn en moet die nog weigeren in 't belang van OostenrijkHongarije, een bondgenoot van 18 jaar. Het ontslag van generaal de Verdy is dus eene gebeurtenis zonder belang; of hij of een ander minister is, is juist hetzelfde. Zoolang Duitschland van Rusland zeker was, heeft Duitschland slechts behoeven te wapenen tegen Frankrijk; thansnu het ook Rusland te vreezen heeftmoet het zijne strijdmacht verdubbelen. 't Is een vreeselijke opoffering. In plaats van twee millioen geweren heeft men er vier millioen noodig en alles in evenredigheid. Men vreest niet zoo zeer meer den oorlog als de kosten. Men voorziet, dat vóór het einde dezer eeuw de oorlogsbudgetten eene verschrikkelijke hoogte zullen bereikt hebben. Maar wat er aan te doen? In Spanje is eene ministerieele crisis uit gebroken. Sagasta en de overige leden van het kabinet hebben hun ontslag ingediend, dat de koningin-regentes aannam. De regentes heeft verscheiden personen geraadpleegd over de vorming van een nieuw kabinet. de trap, sluiten de deur uiterst behoedzaam, ka pitein Ringwood haalt lucifers voor den dag, steekt de twee lantarentjes aan, en nu gaan zij haastig, met angstig kloppend hart, de trap op. Zij komen aan de tweede deur, en nu biijft er niets meer over dan de steenen trappen op te gaan en de deur der beruchte kamer open te duwen. In dit beslissende oogenblik dreigt de moed hun te ontzinken. Zij zien elkander in het doods- bleeke gelaat, terwijl zij te vergeèfsch eenige hoop daarop trachten te lezen. Eindelijk legt Ringwood zijne hand op Ethel's arm en zegt fluisterend. „Kom, wees moedig misschien is alles neg niet verloren Ringwood gaat de trap op, en de anderen vol gen hem. Hij grijpt naar de deur, en daar hij aan de dames geen enkel oogenblik voor angstige overdenkingen wil laten, duwt hij de deur on middellijk open. In het eerst is het zwakke licht der lantarentjes niet voldoende om de sombere duisternis van het vertrek te verlichten. Bij eenen eersten vluchtigen blik schijnt de kamer leeg te zijn. Angstig klopt hun hart. Zouden zij werkelijk te vergeefs gehoopt hebben Dora schreit bitter. Ethel houdt hare oogen strak op Ringwood's gelaat gevestigd, en vindt daar hare teleurstelling weerspiegelddoch eensklaps uit Florence eenen doordringenden kreet. Zij vliegt vooruit, en knielt bij iets, dat de anderen zelfs als zij dichterbij komen, te nau- wernood kunnen onderscheiden. Het heeft veel van een hoopje kleeren, maar als zij zich bukken, zien zij ook dat het werkelijk het lichaam van een mensch isnaar het schijnt reeds door den dood verstijfd. Doch de kreet, die Florence als uit de ziel Men spreekt van een ministerie Canovas (conservatief). 't Is deze week wel weer de week der onderteekening van belangrijke stukken en overeenkomsten tusschen twee of meer staten. Dinsdag toch is te Berlijn door den rijks kanselier en den Britschen gezant, sir Mallet, de Duitsch-Engelsche conventie betreffende Afrika-Helgoland, onderteekend, die dus nu alleen nog maar door de beide parlementen moet worden bevestigd (moeielijkheden zullen zich daarbij van geen van beide zijden voor doen) en Woensdag hebben de leden der anti-slavernij-conferentie te Brussel ook de generale acte onderteekend of juisterde acte is geteekend zonder geteekend te zijn. De zaken staan namelijk zoo: allen hebben geteekend Woensdagmiddag om drie uur, uitgezonderd Nederlands gevolmachtigde ba ron Gericke van Herwijnen, doch het protocol blijft zes maanden open, ten einde hem tot de onderteekening in de gelegenheid te stellen en dat wel op voorstel van baron De Lam- bermont, president der conferentie. Lord Vivian (Groot-Brittanie) had eerst de verklaring afgelegd, dat zijn regeering hem wel wilde toestaan de acte te teekenen maar onder voorbehoud, dat zij alleen van waarde is, als alle vertegenwoordigde landen ter conf„ eveneens tot de onderteekening overgingen. Deze verklaring baarde volgens de„Ind. Beige" groot opzien, wijl het gerucht had geloopen dat zekere mogendheden er aan gedacht hadden maar van Nederlands toetreding af te zien. Tijd bepaalde lord Vivian niet. Nederland staat alleen, want wel heeft de Turksche gevolmachtigde zijn handteekening nog niet gezet, maar die wacht alleen het definitieve antwoord van zijn regeering en dat is niet twijfelachtig meer. Veel verder dan Zaterdag, toen men dacht dat alles in orde was en er alleen inkt noo dig was om de zaak tot een einde te brengen, is men dus niet gekomen, doch de heeren behoeven nu niet langer te Brussel te blijven. De Times verklaart, dat nu de geheele conferentie nutteloos wordt; het blad vergeet te melden, dat het verdrag financieel nadeel aan de Nederlanders brengt, zonder eenige vergoeding. De invoer van jenever wordt verboden in een groote streek, ja het halve werelddeel Afrika, terwijl de ruilhandel, die dit algemeen gewenscht artikel moet ter zijde stellen, daarenboven nog het invoerrecht moet betalen, dat, behalve een bemoeilijking van kwam, heeft de weinige levensgeesten van dezen ongel'ikkigen man nog gewekt. Langzaam en met de grootste moeite heft hij het hoofd op en opent hij zijne oogendie glazig staren. Werk tuigelijk ziet hij haar aan. Zijn mond beweegt zich, een zweem van eenen glimlach speelt om zijne uitgedroogde, zwarte lippen. „Florence!" zucht hij meer dan hij spreekt, en hij valt achterover, oogenschijnlijk dood. „Iiij is niet dood 1" roept Florence hartstochte lijk uit. „Het kan niet 1 O, red hem, red hem! Adrian kijk mij aan zeg iets tegen mij! O, Adrian geef mij eenig teelten dat ge mij kunt hooren Doch hij geeft geen teeken. De adem schijnt hem te hebben begeven. Florence neemt hem teeder en voorzichtig in hare armen, drukt zijn vermagerd, hol gelaat tegen hare borst en strijkt het haar van zijn voorhoofd naar achteren. Hij is zóó veranderd, dat slechts de oogen der liefde hem konden herkennen. Zijne wangen zijn in gevallen, zijne oogen staan hol. Zijn baard is gegroeid en is nu ruw en vol stoppels; zijn haar is ongekamd; gebrek, wanhoop en wreede honger hebben de schoonheid zijner trekken doen ver dwijnen. Zijne kleederen hangen hem los om de ledenzijne armen liggen hem slap langs het lijf. Wie zal zeggen welk eenen doodstrijd hij daar in de laatste dagen heeft gestreden welk eenen hopeloozen kamp met den hem besluipen- den, ijselijken dood? Eene ijzingwekkende stilte lieerscht er, als het kleine groepje vol weemoedigen ernst staart naar die onbeweeglijke gestalte. Florence houdt hem nog altijd tegen hare borst geklemd en schudt hem zachtkens heen en weer, alsof zij het zich niet wil laten ontnemen dat hij nog leeft. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1