Nummer 62. Donderdag 7 Augustus 1890. 13° Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, De Bill-Mac-Kinley. FEUILLETON7 Staatkundig overzicht. UITGEVER: Waalwijk. 3. Naar het Hoogduitsch. De Echo van het Zuiden. en liaiiffstraalsclic Courant, Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden /1,00. Franco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels J 0,60 duarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Gansch Europa is in beroering gekomen over de wet op den invoer, thans in behan deling bij den senaat der Vereenigde Staten van Noord Amerika, en bekend onJer den naam van ^Bill-Mac-Kinley". En niets is natuurlijker. Nooit zijn door een land klein- geestigersamengestelder en drukkender maatregelen genomen tegen den invoer van vreemde koopwaren. De voornaamste trek van deze plagende en draconische wetgeving is de opheffing van alle contradictoir onder zoek door deskundigen tusschen de douane en particulieren. Deze zijn geheelbehoudens eenige be lachelijke waarborgenovergeleverd aan de willekeur der beambten van de V. St. Onder de nieuwe wet zal de invoer van koopwaren in de V. St. eene avontuurlijke onderneming worden, niet ter oorzake van het handels risico, maar van het gevaar voor vitterij, vervolging en straffen, dat zij biedt. De wetgevers van Washington hebben een soort vogelverschrikker willen oprichten en 'tis hun volkomen gelukt. Er is echter eene overweging, welke het van nu af aan onmogelijk is niet te maken. De Bill-Mac-Kinley is slechts de overdre vene en heftige toepassing van zekere theo rieën, die niet alleen Amerikaansche theo rieën zijn maar ook elders dan te Washing ton in gunst staan. Wanneer, zooals men dikwijls in Europa zegt en ook in ons land drukt, alle invoer van vreemde voortbreng selen, in staat om de inlandsohe producten concurrentie aan te doen moet be schouwd worden als eene ramp wanneer de eerste plicht van eene regeering en van eene volksvertegenwoordiging is maatregelen te nemen om hun land te verdedigen tegen zoo'n soort invalwanneer men deze leer „Ik zou nooit een schilderij koopen, zonder het vooraf gezien te hebben/ zeide de graaf. Als ik een vrouw zal koopen, geldt dit nog veel meer. Vóór ik besluit moet ik haar dus zien." „Dit kan gebeur.en, graaf zoodra ge wilt." De graaf keek verwonderd op. „Waar dan?" vroeg hij. De advocaat kleurde even. //Ik heb mijn doch ter niet onder papieren en documenten opgevoed, graaf/ zei hij„zij heeft een goede opvoeding gehad en woont in mijn eigen hui«." z/En waar is dat?' vroeg de jonge man. „Even buiten de stad, in de Parkstraat, graaf. Indien gij wilt, kunnen wij er dadelhk heen rijden Graaf Erick zweeg. Ilij voerde een korten strijd met zich zei ven. „Ik wil met u naar huis rijden," zei hij eindelijk. „Zooals gij wilt," antwoordde Scharlf koel. De advocaat begon te bemerken, dat hoe minder hij nu over de zaak sprak hoe beter het was. „Mijn rijtuig staat nog voor de deur," ging de graat voort. „Wij kunnen er dadelijk gebruik van maken." Zonder verder iets te zeggen verlieten beide mannen het kantoor, Graaf Erick met een gevoel, dat veel op beschaming geleekhet wa3 hem, den grootsten verkwister van den dag, toch niet onverschillig, dat hij zijn redding door zulk een huwelijk moest koopen. „De 'dochter van een advocaat van kwade zaken, van eer woekeraarIk kan er niet toe besluiten!" herhaalde hij gedurig bij zich zeil. „Zij is zeker een opgeblazen zottindie er niet beter op zal worden bij de gedachte van gravin te worden. Wat zal ik met zco'n vrouw doen ik, die honderd schoonevoorname vrouwen het hof gemaakt neb II. Graaf Frankenstein was tamelijk verrast toen het rijtuig stil hield. Het huis van den advocaat zag er veel beter uit dan hij gedacht had. Het was een smaakvolle villa, omringd door een aanneemt, heeft men dan wel het recht zich verontwaardigd te toonen over het gedrag der Vereenigde Staten Al wat men kan zeggen is dat de Bill-Mac- Kinley door hare hatelijkheid en ongerijmd heid de gevaren zal aantoouen der protecti onistische theorieën. Maar er zijn zooveel lieden, die den splinter zien in eens anders oog maar niet den balk in hun eigen, dat het uitwerksel van de betooging wellicht verloren zal gaan. In afwachting zijn de Europeesche kan selarijen in rep en roer. In de Eransche kamer van afgevaardigden gevraagd wat hij dacht te doen, heeft de minister van bui- teulandsche zaken, B-ibot, geen afdoende verzekeringen kunnen geven. In werkelijkheid staat hij ongewapend of 't scheelt niet veel. Dit vraagstuk zal behandeld worden in alle parlementen van Oud-Europa; maar zal men iets anders kunnen doen dan het voldongen feit constateerendaar de meeste staten denzelfden weg bewandelen? Toch zal het te bezien wezen of de in dustrie-oorlog, dien Amerika Europa aandoet, nog langen tijd kan worden voortgezet zonder verzet van de Europeesche Staten hetzij door contrabepalingendus een tarieven-oorlog, of door kracht van wapenen. Engeland voerde in het begin dezer eeuw den harduekkigen krijg met Napoleon om het continentale stelsel te verbrekende Japansche havens zijn ook door een ge mengde vloot geopendden Chineeschen oorlog voerden Frankrijk en Engeland om een geschil wegens verbod van invoer; zou een der groote mogendheden niet op gelijke wijze tegen Amerika kunnen optreden? Wij laten hier eenige der voornaamste bepalingen der Bill-Mac-Kinley volgen, om te doen zien, waartoe het protectionisme consequent doorgevoerd, kan leiden grooten schooneu tuin. Ilij zag er prachtige bloe men en boomen, een sierlijke fontein, hooge schaduwrijke cederboomer., alles beschenen door de liefelijke Meizon; en hij moest zich zelf be kennen, 'dat de woning hem verwonderde en daarvan maakte hij tegenover de advocaat geen geheim. Lachend antwoordde deze, dat het hem met zijn dochter misschien even zoo zou gaan als met het huis. "Waar is mijn dochter?" vroeg de advocaat aan een der bedienden. „Ik wenschte haar te spreken." De graaf werd bij zijn intrede in de ontvang kamer opnieuw aangenaam verrast. Men zag er geen opschik, geen schreeuwende kleuren, alles was in harmonie met elkander, kortom een aan genaam vertrek. Er heerschte een getemperd rose licht en een heerlijke bloemengeur kwam u tegen, het maakte den indruk, alsof net geen gewoon meisje, maar een werkelijk fijn beschaafde dame zijn moest, die het beheer over dit vertrek voerde. Hij was aangenaam verrast zonder te weten waarom. Het was een warme dag, hij voelde zich vermoeid en de stilte en oehagelijke koelte gaven hem een gevoel van rust. Men hoorde lichte schreden. De advocaat stond snel op. „Graaf von Frankenstein, mijn dochter." Met deze woorden stelde hij de jongelieden aan elkan-, der voor. De graaf zag haar met zekere nieuws gierigheid aan. Hij had verwacht een echt burger lijk jong meisje te zien, een geaffecteerd wezen, met al de kleine kunstgrepen der coquetterie, die zij op een kostschool van den tweeden rang geleerd had. Hoe vergiste hij zich echter. Voor hem stond een slanke, elegante meisjesgestalte, met schoone, donkere oogen en eenigszins bleek gelaat, wier schoonheid nog niet tot volle ont wikkeling gekomen was. Haar gestalte was nog te hoekig. Het kinderlijke hield bij haar de over hand. „Zij is ten minste niet ordinair," dacht hij, toen hij in die schoone, ernstige oogen blikte. "Ik zou dadelijk heengegaan zijn, als zij zoo geweest was als mijne verbeelding naar had afgeschilderd. - Goddank dat zij anders is! Maarzij is kinderlijk, onervaren, schuw, bijna vreesachtig welk een meesteres voor Frankenstein Ik kan geen fout aan haar ontdekken, maar haar lief krijgen nooit Dit waren de elkaar snel opvolgende ge- uAlle aan invoerrecht onderworpene koopwareneene waarde hebbende boven de 500 frs., zullen niet worden toegelaten dan 'vergezeld van eene factuur, voor conform geteekend door den consul der Vereenigde Staten en afgegeven op de plaats van afzending. Deze gelegaliseerde factuur zal niet ver vangen kunnen worden door verklaringen onder eede dan bij uitzondering. Elke ontduiking wordt gestraft met eene boete, tot een bedrag van 25000 fr. en ge vangenisstraf voor den tijd van 2 jaren, of bet een of het ander, zonder in alle geval de verbeurdverklaring der goederen te rekenen." Heel goed. Maar hoe zal de ontduiking geconstateerd worden? Hieruit blijkt duidelijk de geest, waarin deze draconische maatregel ontworpen is. Voortaan zal de invoerder niet meer het recht hebben tegenwoordig te zijn of zich te doen vertegenwoordigen bij de iverkzaam- heden van de Amerikaansche tolbeambten, belast met de controle van de aan giften, door de importeurs gedaan. Als de Amerikaansche tolbeambten de in Europa gedane aangiften van de waarde onjuist vinden, dan wordt de zaak onder worpen aan eene jurysamengesteld uit Amerikaansche ambtenaren. Deze jury, waarbij de importeur niet het recht heeft zich te doen vertegeniooordigen, beslist ove~ de toe te passen straf. Dit is dus de willekeur tot wet verheven. Want, welken waarborg geeft de thans in 't leven geroëpene toestand den importeurs? Zal de Amerikaansche douane niet altijd vrij zijn de aangiften van den afzender on nauwkeurig te vinden en de aan hare schat ting onderworpene goederen hooger te taxeeren dan ze in Europa genoteerd zijn, aldus ont duiking te constateeren met alle gevolgen dachten van graaf Erick bij de voorstelling. Ofschoon haar manieren schuchter en verlegen waren, was er toch iets dat hem aantrok. Zij beantwoordde de weinige vragen, die tot haar gericht werden, eenvoudig en duidelijk. Haar stem had dien zacliten maar toch zoo helderen klank, dien hij zoo gaarne mocht hooren. Haar vader verlangde in den loop van het ge sprek dat zij eenige harer teekeningen zou laten zien. Toen zij de kamer verliet om de portefeuille te halen, verwonderde de graaf zich over haar elegante en waardige houding. Ook de oude 9eliarff keek haar met een blik vol welgevallen na. Toen zijn dochter de kamer verlaten had, zei hij: „Gij hebt Elfriede nu gezien en moet zelf oordeelen. Zeg ja of neen Laat mij uw antwoord hooren." „Ik geloof werkelijk/ sprak de graaf met een spottenden glimlach, „dat uw dochter in den waren zin des woords mooi is te mooi om opgeofferd te worden." „Het is geen offer, maar haar geluk," antwoordde de advocaat. „Zeg ja of neen, giaaf! bij mij is tijd geld." Graaf Erick zag den onverbiddelijken aanhou der verbaasd aan. „Gij wilt den koop dan wer kelijk sluiten? En moet dit zoo haastig geschieden? Zelfs op de paardenmarkt vergeef mij deze vergelijking laat men iemand nog langer tijd. Geef mij nog een klein uitstel." De advocaat begon te begrijpen, dat hij te haastig geweest was. „Mag ik de eer hebben, u heden middag mijn gast te noemen?" zei hij beleefder. Wij kunnen dan na het eten verder over onze zaken spreken." De jonge graaf zag den woekeraar half verbaasd half verachtelijk aan. „Zeer verplicht," zei hij, maar het is mij bepaald onmogelijk hier te eten. Ik heb „Waarschijnlijk vindt ge bij mij geen uitge zochte spijzen. Maar in mijn kelder heb ik oude Lafitte, die u best zal smaken." „Dat is het niet, mijnheer Scharff. Ik ben geer. gastronoom. Maar laten wij ik heb nu eenmaal mijn eigenaardighedenhetzij op een anderen dag of op een andere plaats den koop, pardon, ik wil zeggen: onze zakenverhandelen." De advocaat was niet van plan zijn buit los te laten. „Op een andere plaats/ zei hij haastig, „mij is het om het even. Wat zoudt gij er van denken als wij samen eens bij Siller gingen van dien en dit wel zonder hooger beroep? We willen hierbij nog eene kleine proef voegen van de wijze, waarop men denkt de invoerrechten op de van Europa afkomstige goederen toe te passen: Van wollen goederen b.v. zou een recht geheven worden, vertegenwoordigende: lo. Driemaal het invoerrecht van ruwe wol en -I-O pet. naar de waarde, als de prijs der wol 2 fr. liet pond niet te boven gaat. Als de prijs hiervan hooger is, zou het in voerrecht 4 maal de prijs zijn van de ruwe wol plus 40 pet. ad valorem. De tarieven, bij invoer op handschoenen toegepast, zouden de volgende zijn: Handschoenen voor dames en kinderen 14 duim en minder, doodgeboren lams, per dozijn 8 fr. 75. Idem lams 11 25. Idem geiten 16 25. Alle andere soorten 50 pet. van de waarde op de markt. Manshandschoenen 50 pet. en daarenboven 5 fr. per dozijn. Manshandschoenen met voering, ten minste 50 pet. en 5 fr. per dozijn. De handschoenen-industrie schijnt nog de minst getroffene van de diverse lederartikelen; men kan dus hieruit opmaken wat de rest zal zijn. In Amerika zelf vreest men de crisis, die ongetwijfeld volgen zal, en te New-York heeft zich een comité van importeurs ge vormd om te Washington een protest-adres in te dienen. De eenparige behoefte aan rust en ont spanning, ongelukkig genoeg kan niet elkeen aan die behoefte voldoen een natuurlijk gevolg van geestelijke en lichamelijke in- 3-L-LL— gggg| dineeren. Ik zal dan het menu maken; het zal er beter zijn dan bij mij thuis." De graaf haalde de schouders op. „Zooals gij wilt, uw energie is bewonderingswaardig." Op dit oogenblik kwam Elfriede terug met haar teckenportcfeuille. Haar schetsen en teeke ningen waren werkelijk niet zonder verdienste. Graaf Erick zag dit zoodra hij ze doorbladerde. „Lief kind/ zei Scharff, „heden zal ik niet thuis eten; de* graaf en ik gaan naar Siller." Nadat de teekeningen gezien waren vertrokken de heeren. Graaf Erick boog en zeide eenige be leefde woorden tot Elfriede. Er was iets in hare oogen, dat hem onrustig maakte, iets dat hem stof tot nadenken zou gegeven hebben, waren niet al zijne gedachten ingenomen door den voor slag van den advocaat. Tien minuten later hield het rijtuig stil voor de restauratie Siller. Hoe bekend was dit huis den graafNog kort geleden was hij een der habitué's geweest. De muren van de kleine zaal zouden, indien zij konden spreken, van zoo me nig schuimende flesch champagne, van menig geestig, overmoedig woord kunnen getuigen; de advocaat was daar een zeldzame gast. Graaf Erick werd door den restaurateur en de kellners met den meesten eerbied ontvangen. „Wij hebben in langen tijd die eer niet gehad, mijnheer de graaf," zei de oppërkellner met een veelbeteekenenden glimlach. „Zeker carte blanche, niet waar, graaf, of heeft mijnheer eenige ver kiezing?" „Heden zijt gij onnoodig bezorgd voor mijn lichamelijk welzijn, Sehulz/ zei graaf Erick met nederbuigende vriendelijkheid. „Deze heer zal heden middag het menu bepalen.'- Tot nu toe was de advocaat onopgemerkt ge bleven. Nu werd ook jegens hem de toon van den kellner eensklaps hoogst eerbiedig, en binnen korten tijd had de oude Scharff, die een echte kenner was, het menu vastgesteld. In den beginne was de eetlust van den graaf niet groot. Maar even goed als men van galgen humor spreekt, kan men ook van galgen-nonger spreken. Hij scheen zijn verdriet te willen ver drijven door het diner. Het was ten minste een welkome afleiding. Tot nu toe had de advocaat slechts over onverschillige zaken gesproken, het eten en den wijn gecritiseerd, zoodat Erick lang zamerhand in een beteren luim kwam. (Wordt vervolgd,)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1