Nummer 90. Donderdag 13 November 1890. 13e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, Onderwijs in het Schoenmaken, ANTOON TIELEN, FEUILLETON. Staatkundig overzicht. UITGEVER: Waalwijk. 26 Naar het Hoogduitsch. uttcslrulsrlf («rail, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,00. Franco per post. door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. iil In ons vorig artikel hebben wij gezien hoe veel er in het buitenland wordt gedaan om de ambachtslieden door vakonderwijs te be kwamen; maar ook in ons land bestaan vak scholen en nog wel in onze onmiddellijke nabijheid: Tilburg heeft reeds sinds jaren zijne weefschool, waaraan het jaarlijks onge veer f1500 ten koste legt. Breda verheugt zich, dank de vrijgevigheid van een zijner edelste zonen, in 't bezit eener uitstekende ambachtschool, met leeraren voor verschil lende vakken, als timmeren, meubelmaken, smeden, verven enz. Het gezamelijk bedrag der salarissen belooptdat van den direc teur niet medegerekend, f4350, en die som wordt nog te laag geacht. Ook te Eindhoven worden pogingen aan gewend om ecne weefschool te krijgen. Hieruit blijkt, hoezeer ook in andere plaat sen de behoefte gevoeld wordt aan eene vakschool. En als er ééne gemeente is, wel ker belangen nauw verbonden zijn met die der hoold-industrie, dan is hét de onze nie mand toch zal ontkennen dat met de schoen makerij Waalwiik staat nf vah A iuq dus gedaan te worden om den bloei en den vooruitgang van dien nijverheidstak te ver zekeren. En dit kan alleen geschieden door mid del van degelijk vakonderwijsonderricht in het teekenen, hoe uitmuntend ook, is daartoe alleen niet voldoende. 't Spreekt van zelf dat iemand, die geld heett, zich elders het noodige vakonclerricht kan verschaften, maar daarmede is het alge meen niet gebaat. Vooreerst zal daarvan zel den of nooit gebruik gemaakt worden. Daarbij zal een fabrikant, geheel op de hoogte van alles wat in de schoenmakerij te pas komt, toch nog steeds op groote bezwaren stuiten, zoolang ook zijn werkend personeel niet be kend is met hetgeen op een vakschool voor de schoenmakerij zou dienen te worden ge- Advertentiën 1 7 regels ƒ0,60 daarboven 8 cent per regeJ, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2raaal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De gravin kon zich geen onaangenamer werk denken, dan dien brief aan mevrouw von Heiberg, maar het moest met de noodige beleefdheid en vriendelijkheid geschieden. De graaf maakte in- tusschen een lijst der gasten, die de jonge, schoone weduwe gaarne bij hem zou aantreften. z/Daar hebben wij," zeide hij, //baron von Ra den, een gunsteling van het hof en millionair, een beroemd professor en een officier. Van deze personen zal hare majesteit hulde genoeg ont vangen. Zij heelt don allerlei soort en kan uit kiezen." Het deed zijne vrouw goed te hooren, dat lnj zichzelf niet meetelde. Het was duidelijk, dat hij niet het minste plan had haar het hof te maken, en toch hadden de woorden //een der jongste, schoonste en rijkste weduwen" een onaangenamen indruk op haar gemaakt, doch er was niets aan te veranderen." Hij was verwonderd, dat haar gelaat plotseling verhelderde, dat zij hem bijna vroolijk aankeek, Hij had haar „lieve Elfriede" genoemd, voor de eerstemaal in zijn leven. Hij had het geheel on bewust gedaan. Het woord, dat voor haar zulk een diepe beteekenis had, was voor hem niets. „Nu kan niets mij meer bedroeven," zeide zij op hartelijken toon, en de graaf, die de oorzaak van deze verandering niet begreep, dacht bij zich zelf, dat vrouwen toch inderdaad vreemde wezens ""Zoo zou hij ook gedacht hebben, had hij ge weten hoe gelukkig dat ééne woord zijn jonge vrouw gemaakt had, hoe zij dat woord honderd maal bij zich zelve herhaalde, dat hij zich niet eens herinnerde uitgesproken te hebben. Hij zou tegen zijn vriend of tegen een kind evenzoo ge sproken hebben; ook al had hij het echter onbe wust gezegd, toch getuigde het van de verander de gezindheid jegens haar. Vroeger zou het hem niet ontsnapt zijn. De uitnoodigingen werden alle aangenomen en leerd. Vakonderwijs is noodig voor eiken schoenmaker, om hem te doen begrijpen, waarom nog door enkelen aan buitenlandsch fabrikaat de voorkeur wordt gegeven. Aan vankelijk zal hij dan slechts het buitenlandsche nabootsen, maar door de op deze wijze op gedane ondervinding krijgt hij ten slotte eigen ideeën, en eerst, als 't zoover gekomen is, kan men met grond zeggen tegen het bui tenlandsch werk geheel te zijn opgewassen. Over 't geheel genomen is 't het gansche jaar door niet al te druk geweest in de schoenmakerij. Dit moet hoofdzakelijk daar aan worden toegeschrevendat de zomer niet gunstig was voor het soort werk dat hier hoofdzakelijk gefabriceerd wordt. Door het slechte weder kwam er weinig vraag naar zomerartikelen, die hier bijna uit sluitend worden vervaardigd. Tengevolge hiervan gaat nu reeds veel werk naar de magazijnen. Een feit is het, dat onze bazen zeer de- degelijk werk leveren, maar ook dat zij, op een enkele uitzondering na, te eenzijdig zijn en altoos aan hetzelfde blijven hangen, hetzij zomer of winter. Voor een goeden gang van zaken is dit zeer hinderlijk, want 't kan haast niet anders als dat de goederen, dour het dik- WaM-a^uW}Yi'ü?euyö4\1;èr Wl] ecne ïaKscnooi krijgen zal wel een der eerste zorgen moeten zijn te leeren, meer afwisseling te brengen in het fabrikaat, zoodat het zomer en winter aftrek heeft. De tijden zijn voorbij dat men kon zeggenwat van 't jaar niet verkocht wordt, vindt het volgend zijn weg wel. De winsten zijn niet te hoog daarom moet gezorgd worden dat onze schoenmakers be kwaam worden om zoowel winter- als zo merartikelen te vervaardigen. Veel wordt er ook geklaagd over het knoeien met de prijzen en dit dan gewoonlijk toege schreven aan bazen, met weinig kapitaal wer kend. Natuurlijk is 't niet aan ons uit te maken of dit juist iswij constateren al leen het feit; maar waarschijnlijk is't onzes inziens, dat ook hierin door eene vakschool de noodige schikkingen tot de ontvangst der we duwe gemaakt. De rijkste kamers van het slot werden voor haar in gereedheid gebracht. Hoe meer de tijd naderde, hoe meer genoegen de graaf erin begon te vinden. Hij was onuitputtelijk in verhaler. omtrent mevrouw von Heiberg en haar toover- macht, waaruit Elfriede opmaakte, dat hij vroe ger veel van haar gehouden had. „Reinhold zegt, dat ik op die vrouw niet ijver zuchtig mag zijn,' dacht zij, en toch Mevrouw von Heiberg zou kort voor het souper aankomen, dat was zoo haar gewoonte. Zij kon zich dan dadelijk in den vollen glans van haar gezelschapstoilet, in al haar stralende schoonheid vertoonen. Wat zou haar het beste staan, welk kleed deed haar gestalte het best uitkomen, welke juweelen voldeden het best in haar blonde lok ken Dat waren hare hoofdgedachten. Eindelijk was de avondwaarop mevrouw von Heiberg verwacht werddaar. Eenige der gasten, die om harentwille waren uitgenoo- digd, waren reeds op Frankenstein, en de jonge vrouw verwachtte met een kloppend hart haar gast. „Ik zou wel eens willen weten," zeide zij tot Reinhold„of sommige menschen werkelijk het ongeluk met zich voeren. Ik heb een voorgevoel dat mevrouw von Heiberg een groot ongeluk over mij zal brengen." De overste lachte en verklaarde op zijn gewone ridderlijke wijze, dat een schoone vrouw slechts geluk en zonneschijn met zich brengt. De jonge vrouw .zuchtte. „Helena bracht niet veel zonneschijn naar Troje, en die was toch schoon genoeg." „Ja, maar dat is een groot onderscheid. De tijden zijn veranderdheden ten dage zal het gezicht eener schoone vrouw geen aanleiding geven tot een Trojaanschen oorlog." De jonge gravin besloot zich in het onvermij delijke te scliikken. Nog nooit was zij verlegen geweest met de keuze van haar toilet; ditmaal was het anders. Geen kleed was mooi genoeg eindelijk bepaalde zij zich tot een japon van don kerrood fluweel. Reinhold was opgetogen toen hij haar zag en dacht „Mevrouw von Heiberg mag een wonder van schoonheid zijn maar zulk edele figuur is zij zeker niet." wel verandering zou komen. Natuurlijk heeft een schoenmaker, geheel op de hoogte van zijn vak, een goed inzicht in zaken en zal dus nauwkeurig kunnen berekenen hoeveel er door den patroon verdiend wordtals goed ontwikkeld werkman zal hij dan wel ernstig overwegen wat het beste is zich voor zijn werk als bekwaam werkfnan goed te laten betalen of a tout prix te bazen. En nu hebben wij wederom, met al de kracht die in ons is, gepleit voor eene vak school voor de schoenmakerij. De raadscom missie schijnt het plan niet ongenegen en zal dus waarschijnlijk wel adviseeren tot aan neming. De kamer van koophandel, die steeds waakt als het de belangen der industrie geldt, heeft zich, zooals uit achterstaand verslag blijkt, de zaak ook aangetrokken. Wij hopen dat de raad de bezwaren, die zich misschien nog zullen voordoen, zal weten uit den weg te rnimen want de belangen der schoenma kerij zijn de belangen der gansche gemeente. Gaat het den schoenmaker goed dan pros pereert de heele gemeenteverdient de schoenmaker geld, dan proftteeren daarvan alle neringdoenden. Helpt men de schoen makerij dan werkt men dus in het alge meen belang, dat de raad in de eerste nlnatg In plaats van den afgetreden Belgischen minister van binnenlandsche zaken DeVolder, is blijkens bekendmaking in den Moniteur, thans benoemd de heer Melot. De heer Melot is een tegenstander van algemeenen dienstplicht en op handelsgebied protectionist. In Frankrijks kamer is men Zaterdag met de discussie over de begrooting van oorlog klaar gekomen en met die van justitie even eens, zonder dat er belangrijke wijzigingen in gebracht werden. Tusschen Engeland en Portugal schijnt het nu werkelijk in orde te zullen komen. De markies van Salisbury gaf er aan den Por- tugeeschen gevolmachtigde te Londen kennis van, dat hij het voorstel om de zaken voors hands nog eens zes maanden haar beloop te laten, aannam. Verder is overeen gekomen dat de vroegere overeenkomst geheel zal vervallen en dat nu te Lissabon onderhan delingen zullen worden geopend over eene nieuwe. Pruisen's landdag belooft veel belangrijks: de opening zou door den keizer geschieden en von Miquel, minister van financien, zou vóór de opening der discussie over de be lastinghervorming een redevoering houden over den financieelen toestand. Terecht heeft Duitschlands kanselier Za terdag te Milaan bij de ontvangst van de Duitsche kolonie gezegd, dat de vrede nim mer meer verzekerd was dan juist nu: er is op 't oogenblik om zoo te zeggen geen vuiltje aan de luchtde verschillende mogendheden houden zich voor 't meerendeel bezig met binnenlandsche aangelegenheden, met verkie zingen, kamerbijeenkomsten, enz., en elkeen vaart er wel bij. sc&ÏPeutatf vMpT ~^eikè~ ViSïte fib réeds weder tot de geschiedenis behoort niet in die mate de aandacht heeft getrokken of de belangstelling heeft gewekt als onder an dere omstandigheden wel het geval zou zijn geweest. Wie nu echter geen kind is in de politiek, weet zeer wel dat zulke voorname heeren als Crispi en von Caprivi geen twee maal vier en twintig uren samen zijn om al leen over koetjes en kalfjes of andere on schuldige diertjes te babbelen. Het feit op zichzelf: de samenkomst van twee leiders van de buitenlandsche politiek van landen, die een eerste viool spelen in het concert van Europa, is reeds voldoende om de be langstelling te wekken en met een bijna angst wekkende zorg wordt aanteekening gehouden van de „faits et gestes" der politici. Met de grootste nieuwsgierigheid ging Elfriede haar gast te geraoet. Men had mevrouw von Heiberg in een klein boudoir gelaten, waar zij haar gastvrouw verwachtte. Elfriede zag een slanke, prachtige blondine voor zich, met oogen die tintelden van vroolijkheid, met prachtige blonde krullen, kortom, eene bepaalde schoonheid. Bij den eersten oogopslag zag Elfriede, dat deze vrouw lijnrecht tegenover haar stond. Nadat zij met een welluidende stem de begroeiing ran haar gastvrouw beantwoord had, vroeg zij of men haar de logeerkamer wilde wijzen. In één opzicht voldeed zij geheel aan de voor stelling, welke Ellriede zich van haar gemaakt had. F.en paar minuten voor dat men aan tafel zou gaan, verscheen zij in de woonkamer en kon de gravin haar nauwkeurig opnemen. Haar binnen komen veroorzaakte groote drukte onder de heeren en Elfriede bemerkte, dadelijk de kunstgrepen der schoone, trotsche kokette, en hoe zij daarmede succes had. Haar. toilet was even schoon als zij zelf atlas van het lichtste blauw, zoodat het bijna wit geleek, rijk gegarneard met witte kan ten en kleine takjes heliotroop. Elfriede wendde zich zuchtend af. Dat was de soort van schoonheid, waarvan haar echtgenoot hield, blond, slank, vroolijk. Haar aanblik be- tooverde de gravin. Zij zelve had geen zweem van koketterie over zich. Bewonderden de men schen haar, dan was dat hun zaak, haar was het onverschillig, het was bij haar alleen de vraag, of zij voor haar man schoon was. Zij kon het niet helpen, maar zij moest de schoone weduwe nauwkeurig bestudeeren, zij wilde weten, waarin de groote aantrekkelijkheid lag, waardoor zij de geheele wereld aan haar voeten bracht, leder dei heeren scheen te verlangen met haar te kunnen spreken; het werd bijna een wedstrijd om met een harer betooverendste lachjes beloond te wor den en zij bezat de kunst ieder voor zich te doen gelooven, dat juist hij het bevoorrechte voorwerp harer bijzondere opmerkzaamheid was. Het ging bover. Elfriedes begrip dat de heeren dit niet an ders begrepen. Zij had een blik voor den een, een lachje voor den ander, een zucht voor een derde, de een hield haar waaier, de ander hare bloemen en een ieder hunner vleide zich met de gedachte, dat hij de gelukkige was, die zich in haar bijzondere gunst mocht verheugen. Elfriede wierp een blik op Reinhold. Hoe be. viel hem, wiens oordeel over de vrouwen zoo fijn en zoo verstandig was, zulk een gedrag? Hij lachte haar vroolijk toe. Toen zocht zij haar man. Hij had zich niét gevoegd bij den kring van bewonderaars, en zij gevoelde zich gelukkig toen zij dit bemerkte. 'Later kwam de overste naar haar toe en sprak op gedempten toon: „Hoe bevalt u onze nieuwe gast ju „Zij is juist zooals ik mij haar had voorgesteld. Zij is van die soort van schoonheid, waarvan de graaf veel houdt." Hij keek ernstig in haar edel, rein gelaat en vroeg: „Hoe weet gij dat?" „11c heb het hem zelf hooren zeggen. Gelooft gil ook niet, dat hij haar bewondert?" „Ja," moest de overste bekennen. „Ieder moet haar bewonderen. Vraagt gij mij echter of zij de minste ijverzucht waard is, dan moet ik u open hartig antwoorden „neen „Ik ben ook niet ijverzuchtig," zeide Elfriede snel. „Waarom denkt gij dat?" „Ik zeg niet dat ik het denk. Ik waarschuw er u slechts voor." „Een ding heb ik bij mevrouw von Heiberg opgemerkt." „En dat is?" „Ofschoon zij bijna zes uur hier in huis is, heb ik haar nog met geen der dames een woord hooren wisselen. Toen wij in de woonkamer kwamen, koos zij zich den gemakkelijksten stoel en leunde daarin, terwijl zij mij even toelachte. „Reizen is iets dat mij altijd vermoeit," zeide zij, sloot toen de schoone oogen en, verbeeld n, opende die niet '-er, voordat de heeren binnenkwamen." „Zij nad, denk ik, weinig lust haar woorden en lachjes aan dames te verspillen." „Maar noemt gij dat dan welopgevoed?' „Beste Elfriede, een vrouw kan zeer elegant, koket, betooverend zijn en toch, zooals gij het noemt, niet wel opgevoed zijn.' „Nu, als ik de keus had, zou ik liever welop gevoed dan schoon wezen," „Wat zoudt ge wel zeggen, als ik beweerde, dat gij beide zijt?" Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1