Nummer 91 Zondag 16 November 1890. 13e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit twee bladen. FEUILLETON. Staatkundig overzicht. UITGEVER: Waalwijk. 27 Naar het Hoogduitsch. De Echo van het Zuiden, en Lufslrulsrfct Conraiit» Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden j 1,00. Frauco per posi door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden uan den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels f 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. In de „GerberZeitung" komen sinds eenigen tijd artikelen voor van L. Hoffmann, ouder het opschrift: //De slechte tijd en zijne oor zaken." In het laatste zegt de schrijver, handelende over de quaestie der tolrechten: t Is duidelijk dat hij schade lijdt, die alleen vrijhandel heeft terwijl alle anderen rondom hem beschermende rechten heffen maar even zeker is het dat eene algemeene invoering van hooge rechten buitengewoon bezwarend op de handelsrelatien en zeer nadeelig voor de beschaving werken moet. De tolbelemmoringen tusschen de be schaafde Europeesche staten zijn eenmaal a priori de zuiverste onzin. Zij produceeren en fabriceeren nagenoeg onder gelijke om standigheden en het verschil, dat men hier of daar mocht aantreffen, wordt rijkelijk op gewogen door kosten van vracht en tusschen- handel. Een Europeesch tolverbond is dus zeer wel denkbaar en zou bepaald een zegen zijn. Het zou de beste waarborg opleveren voor het behoud des vredes, terwijl de uit sluitingvan Rusland van de West-Europeesche graanmarkt en de uitsluiting van West- Europa van de Russische warenmarkt binnen niet al te langen tijd eene verbittering in 't leven moet roepen, die zeer licht tot een hevigen oorlog voeren kan. Als Duitschland maar wil, zou het in alle geval heel gemak kelijk zijn, een tolverbond in 't leven te roepen, daar dit in aller belang is. Natuurlijk zou de Duitsche landbouw voor het goed- kooper worden der vruchten schadeloos dienen Zij lachte tot antwoord zoo vroolijk, dat me vrouw von Heiberg zich verwaardigde dien kant uit te zien, om te weten wat daar voorviel. De weduwe vond dat de overste toch lang niet on knap was en er zeer aristocratisch uitzag. Kon het mogelijk zijn, dat hij aan de gravin het hof maakte. Zij kon niet dulden, dat iemand op haar ter rein kwam. Niemand mocht op eenige beleefdheid derliee- ren aanspraak maken, wanneer zij aanwezig was. Zij moest de gravin een lesje geven en het beste middel om dit doel tc bereiken was wel de op merkzaamheid van haar echtgenoot tot zich te trekken. Op een helderen schoonen Septemberdag zou men op liet slot Frankenstein een bal geven ter eere van mevrouw von Heiberg. Er waren meer malen dergelijke feesten geweest, maar geen hun ner kon in luister en pracht wedijveren met dit bal. Alles wat bloemen, lichten en ruimte doen konden, was aangebracht. De glans van duizen- de kaarsen wedijverde met het daglicht, tusschen de bloemen kletterden kleine welriekende fon teinen. Het geheel deed aan een beschrijving uit de duizend en een nacht denken. Bij de opening van het leest stonden de gast vrouw en de gevierde gast toevallig naast elkan der, en de meeningen waren verdeeld wie van haar de schoonste was. De gravin, die een onbestemd gevoel, als'zou deze avond een keerpunt in liaar leven brengen, niet kon overwinnen, had bijzondere zorg aan haar toilet besteed. Naast haar stond haar mededingster, de schoone blonde mevrouw von Heiberg net ideaal eener prachtige vrouw, zooals haar bewonderaars elk ander toefluisterden. Aller blikken waren op haar gericht. Baron Ilollwitz, die tot bijwoning van dit feest naar Frankenstein gekomen was, verklaarde nog gesteld te worden door vrijstelling van be lasting. Deze belasting had dan de nijverheid, die zich bevoordeeld zag, op eene of andere wijze te dragen. Welke som zou door op heffing der tolgrenzen wel niet bespaard wordenhoeveel gemakkelijker zou daardoor de handel worden in thans aan invoerrechten onderworpene waren? Nu rijst de vraag hoe Europa hierbij zal varen tegenover Amerika, dat in alle geval zijne eenmaal ingenomene stelling zal band haven? Goed, heel goed. Laat ons alleen maar geen schrik hebben voor de Vereenigde Staten. Europa is nog steeds de spil der aarde. Een land met 300 millioen inwoners, dat nog heerscht over 300 millioen andere en de vriend is van nogmaals 200 millioenen, behoeft zoo licht niet bang te zijn voor een jongen staat met 60 millioen zonder eenigen aanhang. Zulk een Enropeesch tolverbond zou eene verkoeling van onze betrekkingen met Noord-Amerika tengevolge hebben, maar die met Zuid-Amerika, Azie, Australië en Afrika zouden er bij winnen vooral van Azie mag men in dit opzicht veel hoper. Het voornaamste echter, en dat bepaald zegen zou aanbrengen, is, dat zulk een verbond aanleiding zou geven tot een inniger verkeer en grootere vriendschap tusschen dc Euro peesche volkeren onderling. De Unie integendeel zal onvoorwaardelijk van de eene crisis in de andere geraken rijzing en daling zullen elkander voortdurend atwisselenwant, de Amerikantn hebben, zooals bekend is, maar eenen God, „den dollar." Zoodra bij hen aan eene ot andere waar gebrek komt, datdoor de hooge in voerrechten slechts door het binnenland gedekt kan worden, er. dus eene buitenge wone stijging der prijzen voor dat artikel moet tengevolge hebben, zullen zij zich met koortsachtigen ijver gaan toeleggen op de nooit iets dergelijks gezien te hebben. Hij na derde den graaf, die naar de dansende paren stond te kijken, en vroeg: yWeet ge wel, Frankenstein, wie hier de schoon ste is De graaf keerde zich lachend tot hem. r Dat is moeilijk te beslissen bij zulk een ruime keus." //Integendeel, zie om u heen en gij zult oogen- blibkelijk bespeuren, dat niemand bij uw vrouw vergeleken kan worden. Zij is verreweg de schoonste vrouw, die ik ooit gezien heb." De graaf keek schijnbaar verwonderd op. „Zoo! dat had ik niet opgemerkt." -/Dan waart ge blind. Kijk nu zelf eens.' De graaf keek op. Hij zag de slanke gestalte, de donkere, schitterende oogen kortom zij maakte een diepen indruk. Maar hij wist reeds dat zijne vrouw schoon was, ofschoon hij zich moeilijk rekenschap zou hebben kunnen geven, sedert wanneer hij dit gezien had. z/Ge hebt gelijk," zeiae hij, «.zij is zeer schoon." vDat zou ik ook gelooven," antwoordde de baron met vuur. „In haar nabijheid verbleekt zelfs de stralende schoonheid van mevrouw von Heiberg. De geheele werèld heeft maar één roep over uwe vrouw gij weet niet, hoevelen u be nijden." De graaf lachte schijnbaar vroolijk. Wan neer de wereld alles wist, dacht hij, zou men hem wel minder benijden. „Zij is inderdaad schoon," herhaalde hij zacht. Terwijl hij haar opmerkzaam beschouwde, kon hij niet begrijpen waarom hij altijd de voorkeur aan blondines gegeven had. Hij moest blind ge weest zijn. Hij ging de zaal door en naderde de jonge gravin, die juist met mevrouw von Heiberg stond te spreken, en zeide eenvoudig: „Elfriede, wilt ge voor mij een dans openhouden?" Zij zag in haar balboekje en keek hem toen opgeruimd aan yVoor de volgende wals ben ik nog niet geën gageerd." //Dan verzoek ik u daarom. „En al had ik dien dans al aan een ander be loofd dan zou ik mijn woord gaarne hebben ingetrokken." Het was mevrouw von Heiberg nu juist niet zeer aangenaam te moede. Twee zonnen konden niet naast elkander schijnen; en wanneer de gra vin het plan had haar te willen verduisteren, dan daarstelling; overal, ook op de Europeesche markten, zullen zij de grondstoffen opkoopen, zeer spoedig het artikel in massa's aan de markt brengen en op deze wijze binnen een kort tijdsverloop eene daling veroorzaken die nog veel abnormaler is dan de stijging was. Millioenen heeft men thans besteed van den veelgeliefden dollar voor uitschot van huiden, om ze, na de bewerking, beneden den kostprijs weder te moeten verschacheren. Nu vraag ik, wie zal het slechtst varen bij overdrevene toltarieven, de „beschermde of de buitenlandsche industrie?" Beiden zulleu schade lijden, maar de vreemde zal gemakkelijker het verlies kunnen te boven komen van een enkelen klant, dan de binnenlanders de crisissen overwinnen, die door de tol belemmeringen in hun eigen land worden veroorzaakt. Ik weet wel, dat de verwoede voorstander van beschermende rechten om mijne woorden zal lachen, maar hebben wij niet reeds iu Duitschlandbij een niet eens overdreven tarief, het bewijs voor de juistheid mijner meening? en ik twijfel niet of Amerika zal, eer twee jaar verloopen zijn, nog meer door slaande leveren, zoodat men daar blij zal zijn, als men dan, na lang gelegen te hebben met schade het slechte leder kan verkoopen, dat men zal vervaardigen van het uitschot van huiden, thans aan hooge prijzen op de Europeesche markten opgekocht. Maar zullen, tengevolge van het opkoopen door Amerika, de huiden niet opslaan, zoodat het in alle geval raadzaam zon zijn nu zijn behoefte te dekken Zeker heel weinig want 60 millioen inwoners zijn slechts een vijf en twintigste deel der bewoners van den ganschen aardbol; die worden gemakkelijk verzorgd, als ze maar overal wat halen. DaaromDuitsche looierslaat u geen angst en vrees aanjagen. Geeft, voor alles de hoop op binnenkort den lederprijs te zien was het beter, dit voornemen zoo spoedig mogelijk te verijdelen. „Hoe zonderling," zeide zij met een der betoo- verendste lachjes, die haar ten dienste stonden „man en vrouw samen te zien walsen men zal gelooven, dat ge nog verloofd zijt.„ ELfriede was op het punt iets te antwoorden toen zij bedacht, dat het verstandiger was niets te zeggen. «.Gij zult uwe belofte niet vergeten?" vroeg de graaf. „Die van de wals neen." „Laat mij zien; dat ge mijn naam opschrijft," zei de graaf, en de gravin nam haar balboekje weer ter hand. Er stonden verscheidene namen in. Achter de wals schreef zij „Mijn man." Zijn blik rustte onafgewend op liaar, en nadat zij geschreven had, nam hij haar het boekje uit dé hand. Hoe vreemd waren die woorden daar! Er storden boven en onder hem verscheidene namen van hooggeplaatste personen. „Mijn man." Het verwonderde hem, dat zij niet: graaf Erich of zijn voornaam geschreven had. Terwijl hij haar het boekje weer toereikte keken zij elkander toevallig aan. Zij wendde zich sterk blozend van hem af, en de graaf, van wien een ongekend gevoel zich meester maakte, sprak eenige onverschillige woorden tot mevrouw von Heiberg. „Dit is mijn wals, Elfriede," zeide hij, terwijl hij haar naderde. Zij hield haar oogen neerge slagen zij waagde het niet hem weder aan te zien. Wanneer zij hem haar geheim eens ver ried? Wanneer hij daarin las, dat zij hem liefhad, meer nog dan zij zelve wist? De graaf glimlachte over het vreemde, het pikante van hun toestand. Deze edele vrouw voor wier schoonheid hem de oogen nog zoo kort geleden geopend waren, was zijn eigen vrouw. Zij hadden samen gezongen, gewerkt, en toch kon hij zich niet herinneren haar ooit omarmd te hebben; en nu omvatte zijn arm de slanke, liefe lijke gestalte en den geheelen tijd door stonden de woorden „mijn man" hem klaar en duidelijk voor den geest. Baron Hollwitz had gezegd dat men hem be nijdde. Het verleden was een treurige vergissing fêweest. Hoe heerlijk danste zijn vrouw! Maar oe zonderling. Zij keek hem geen enkele maal stijgen en laat het denkbeeld varen, dat de huiden te goedkoop zijn, want zij zijn het niet. Niet alleen is het aanbod op de wereld markt groot genoeg, maar 't zal ook nog van jaar tot stijgen, we hebben dus nog tijd genoeg om te kunnen inwerken. Eu al zou nu ook de tegenwoordige overdrevene daling van het leder en de wanverhouding in de prijzen voor ruwe en gelooide waar tengevolge van de Amerikaansche inkoopen van ruwe huiden nog verscherpt worden deor het stijver worden der huidenprijzen, dan nog zal de rijzing niet overdreven groot zijn aan huiden is vooreerst nog geen gebrek te vreezen eu een betere verhouding zal komen; want eene menigte van looiers heeft het werk gestaakt. Tusschen Frankrijk en Engeland moeten op het oogenblik, naar de St. James Gazette verneemt, drukke onderhandelingen loopende zijn over de quaestien ten opzichte van New foundland. Ze moeten zelfs reeds tot een aanvankelijk resultaat hebben geleid en Frank rijk zou zich hebben bereid verklaard van zijne verouderde visscherij-rechten afstand te doen, maar daartegen in het bezit treden van de Engelsche kolonie Gambia, West- Afrika, op lastige wijze geenclaveerd in de Fransche bezittingen in Senegambie. De verouderde bail-act, die aan de New foundlanders zooveel ergernis geeft, zou wor den afgeschaft, zoodat er kans bestaat, dat welhaast wederom eene lastige quaestie uit de wereld zal wezen. Castioni, beschuldigd den staatsraad Rossi te hebben gedood bij de onlusten in het kanton Tessino op 12 September, is, bijna twee maanden na het zoo ernstige feit, op vrije voeten gesteld. Het hoogste Engelsche gerechtshof (de aan, zij sprak niet, lachte niet, zij scheen zijn blik te ontwijken. „Ik ben haar onaangenaam," dacht de graaf; „nu zij heeft daartoe reden." Hij was openhartig genoeg om dit te bekennen. De dans was ten einde, hij leidde zijn vrouw naar een stoel en verliet haar met een buiging. Zij was zichzelve niet meer. Er was maar weinig noodig, om haar gevoelens voor Erich in een innige liefde te veranderen. Deze eene dans met hem had dit bewerkt. Zij had hem lief met haar geheele hart, en de snelhe:d, waarmee zij tot deze overtuiging kwam, verwarde haar. Stil zat zij daar, de zachte muziek, het gekletter der fonteinen,het gedempte geluid van al die stemmen, het klonk haar als verwijderd in de ooren bloemen, lichten, juweelen. alles verblindde hare oogen en zij zeide in zich zelve: „Ik heb mijn man lief." De geheele wereld kwam haar ver anderd voor. Verlegen keek zij raar hem. Hij onderhield zich met verscheidene dames; hij was een man, op wien men trotsch kon zijn wien men lief moest hebben. Helaas! Zij moest haar liefde voor hem geheim houden; hij telde haar immers weinig, omdat zij riet van adellijke ge boorte was. Elfriede was niet langer de verheven, zelfopof ferende figuur, die vóór alles dacht aan hem en zijn belangen maar de trotsche, fijngevoelende vrouw, die liever gestorven ware, dan dat zij hem getoond had dat zij hem liefhad. Bij gevolg was de graaf meer en meer overgelaten aan het ge zelschap van mevrouw von Heiberg. Zijn vrouw sloeg zijn uitnoodigingen, om met hem te gaan rijden, gedurig af. Zij vroeg hem nooit voor haar te zingen, de schoone weduwe deed het echter in haar plaats en zat dan in een sentimenteele hou ding met dwepende oogen voor hem. Zij verstond het om zich Elfriedes schuchterheid ten nutte te maken. Niet dat zij dit met het doel deed om tweedracht tusschen 'man en vrouw te zaaien, of omdat zij den graaf werkelijk liefhad; het was eenvoudig haar gewoonte om de opmerkzaamheid van iederen heer, die in haar nabijheid vertoefde, tot zich te trekken. De jonge gravin verborg haar liefde, zooals zij de ijverzucht verborgen hield, maar het viel haar toch niet gemakkelijk. Meer en meer werd zij er van overtuigd, dat zij ijverzuchtig was op mevrouw von Heiberg. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1