Nummer 92, Donderdag 20 November 1890. 13e Jaargang. WEmmmm. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk. 28 Naar het Hoogduitsch. De Echo van het Zuiden, en Langstraatsclie Courant, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden /l.OO. Franco per posi door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden hhd den Uitgever. Advertentiën 17 regel* J 0,60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Frankrijks kamer heeft de discussie over het marine-budget bijna afgehandeld, nadat de rapporteur had aangetoond dat alies, wat gevraagd wordt, hoog noodig is om zich met de vloot der triple-alliantie te kunnen meten. De verkiezing te Clignancourt leverde het bewijs, dat het boulangisme geheel uitgediend heeft. 18,716 kiezers en uitgebracht 10,133 stemmen: Lavy, werkliedenpartij, 2,343 Lis- sagaray, democraat, 2,045 Lonquet, radicaal socialist, 1,143; Dejeante, possibilist, 1,069 Roques, revolutionnair, 885en Lemel, bou- langist, slechts 203. Aniere candidaten kre gen minder stemmen. Te Barcelona is verleden Donderdag door den leider der Spaansche oppositie, den heer Sagasta, eene groote staatkundige redevoe ring gehouden, waarin hij aandrong op re geling van eenige sociale vraagstukken, en, op handelsgebied, maatregelen aanbeval te genover de nieuwe Amerikaansche tarief wet. Te Madrid zijn ook ettelijke oppositie-ver gaderingen gehouden, die van toenemenden afkeer van het ministerie Canovas getuigden. De overeenkomst tusschen Engeland en Portugal, waarbij voor zes maanden een ma nier om zich te verdragen (modus vivendi) is aangenomen ter zake van Afrika op den grondslag der aldaar bestaande orde van zaken (status quo), is volgens eene half amb telijke mededeeling uit Londen, thans be krachtigd. Ook ten aanzien van Newfoundland schij nen Engeland en Frankrijk goed op gang te wezen, zoodat het alles „peys en vrê" schijnt te zullen worden. Ten overvloede komen uit Italië berichten van toenaderingsplannen tot Frankrijk op tolgebied door afschaffing der difïerentiëele rechten. Het groote handelsverdrag tusschen Duitsch- land en Oostenrijk schijnt ook der sluiting nabij. Het kost aan Duitschland zijn minister Tot nu toe was alles haar onverschillig ge weest, de geheele wereld wist op welk een voet zij met haar man stond, en zij had er nooit iets om gegeven. Nu echter was zij ten hoogste be zorgd dat haar schoone gast het zou opmerken. Zij kwelde zich met de gedachte wat de kokette weduwe wel zeggen zou, indien zij den waren stand van zaken kendehoe de blauwe oogen haar spottend zouden aanzien Liever wilde zij sterven, dan dat haar mededingster de ongeluk kige geschiedenis van haar huwelijk te weten kwam. Zag ze haar man in een druk gesprek met mevrouw von Heiberg gewikkeld, dan vroeg zij zichzelve angstig af, of zij het onderwerp van hun gesprek uitmaakte. Geheel onwillekeurig stonden heide vrouwen tegen over elkaar als me dedingsters zij wisten nauwelijks juist te om schrijven waarom, maar er ontstond een weder- keerige antipathie tusschen haar. Een geheel onbeduidend voorval vermeerderde nog Eliriedes ijverzucht. De graaf stond op ze keren morgen op het punt van uitgaan, toen hij bemerkte dat een zijner handschoenen-knoopjes slechts los aan een draadje hing. Mevrouw von Heiberg zat juist in de kamer met eenig hand werk. Zonder er over na te denken naderde hij haar. „Wilt ge zoo goed zijn even dit knoopje voor mij vast te maken?" Lachend stemde zij toe, doch wilde echter niet, dat hij eerst zijn handschoen uittrok. „Gij kunt u die moeite besparen," zeide zij, „ik kan het best zoo even doen." Met verbleekte wangen zag de jonge gravin dit tooneel aan. Waarom had hij zich voor dezen kleinen dienst niet tot haar gewend. Waarom mocht zij zijn hand niet vasthouden en lachend naar hem opkijken Zij kon het niet langer verdragen en naderde met ie woor den „Ik dank u zeer, mevrouw von Heiberg, ik zal van landbouw, dr. Lucius, die zich niet kan vereenigen met de opheffing van het verbod van den veeinvoer en het verlagen der in voerrechten op graan, welke Duitschland aan Oostenrijk wil toestaan en waartegen ook het „college voor landhuishoudkunde" met na genoeg eenparige stemmen verzet heeft aan- geteekend, maar dat de minister gaat is het beste bewijs, dat hij zijn stelsel niet kan doen zegevieren. Bij deze gelegenheid wordt ook de aan dacht gevestigd op artikel 11 van het trak taat van Frankfort, in welk artikel bepaald wordt, dat Frankrijk en Duitschland elkander, wat invoerrechten betreft, zullen behandelen op den voet van de meest begunstigde natie. Frankrijk zal dus het recht hebben, dezelfde voordeelen te eischen als aan Oostenrijk ver zekerd worden, en het is lang niet onwaar schijnlijk, dat Frankrijk, nu Duitschland jaren lang de grootste voordeelen van die bepaling genoten heeft, streng op zijn rechten in dezen zal blijven staan. Het echtscheidingsproces, dat de kapitein van het Britsche leger O'Shea tegen zijne echtgenoot heeft ingesteld wegens ongeoor loofde betrekking tot Parnell, den leider der Iersche nationalisten, is door den eischer ge wonnen. De jury heeft geen oogenblik geaarzeld, het feit als bewezen aan te nemen. Beiden moeten de gerechtskosten betalen. Het aan Parnell toegeschreven voornemen om alslersch partij aanvoerder af te treden, zal nu wel worden verwezenlijkt. Keizer Wilhelm ontving Zondag het bureau van het Pruisisch huis van afgevaardigden bij zich op audiëntie. Z. M. verklaarde er zich over te verheu gen, dat hij weer dezelfde personen mocht begroeten die de elf laatste jaren door het huis tot bestuurders waren gekozen, en wees vervolgens op den grooten arbeidslast voor deze zitting aan het huis opgelegd. De kei zer hoopte, dat men het over de ingekomen voordrachten zou eens worden. Hij ver liet knoopje wel even voor den graaf vasthech ten". De jonge weduwe keek verbaasd op, maar er lag in het gelaat der gravin iets dat haar noodzaakte, dadelijk toe te geven. Zij trok haar hand koel terug en zeide: „Zooals gij wilt, gravin De graaf begreep dat het voor hem het best was, niets te zeggen Hij keek zij vrouw op merkzaam in het gelaat, toen zij zich over zijn handschoen boog, en hij ontdekte daarop een uitdrukking, die hem bevreemdde. Waarom was zij zoo bleek Waarom fonkelden haar donkere oogen zoo? Waarom trilden die trotsche lippen Vol verbazing keek hij haar zwijgend aan. Zij was klaar. „Zie zoo, dit knoopje zal vooreerst niet weder losgaan." •.Dat hoop ik ook," zeide mevrouw von Hei berg op een zonderlinger, toonmoclit- het echter ooit gebeuren, wend u dan met uw verzoek niet weer tot mij, graaf Erich." Lachend verliet hij de kamer. Het ongeluk was echter eenmaal gebeurdhet gezicht hoe de schoone blondine zich over de hand van haar echtgenoot gebogen hadhad de ijverzucht ten toppunt gevoerd. „Elfriedevroeg hij haar later schertsend „waart ge jaloersch op mevrouw von Heiberg?" Toen kwam deze gedachte hem zoo dwaas voor, dat hij luid begon te lachen. Tot zijn groote verwondering werd zij doodsbleeken beefden haar lippen van ontroering. „Ja, antwoordde zij bitter ik haat de leu gen ik was ijverzuchtig op haar. Ge moogt van mij denken wat gij wilt." Nog steeds kon hij niet gelooven dat de zaak ernstig gemeend was dn zeide schersend „Tot nu toe geloofde ik altijd, dat men, om jaloersch te zijn, ook lief moest hebben." „Dacht ge dat?" vroeg zijn vrouw met trotsche onverschilligheid.. „Ik dacht, dat men, om lief te hebben, eerst elkander volkomen vertrouwen moet." „Gij weet goed te antwoorden, El friede," zeide haar m- n. Toen dacht hij niet verder aan de ge heele zaak. filfriede echter des te meer. Dit nietige voorval was slechts noodig geweest om haar ijver zucht ten toppunt te voeren. Zij wist zelve niet hoe die dag omkwam. Altijd weer zag zij in haar gedachten hetzelfde tooneel: trouwde in deze volkomen op de toewijding en krachts-inspanning van het huis. Hierna weidde de keizer wat breeder uit over den tegenwoordigen algemeenen toe stand, daarbij verzekerend, dat hij met de meeste beslistheid geloofde aan het behoud des vredes. Ook de keizerin, bij wie het bestuur ver volgens zijne opwachting maakte, was aller minzaamst. De thans bij den Bondsraad ingekomen rijks-begrooting 1891/92 sluit in ontvangst en uitgaaf met 1,134.491,942 Mark. Voor leger, marine, spoor-, post- en tele graaf wezen zal eene leening van 64,831,963 Mark worden voorgesteld. De „Moniteur de Rome,« het officieuse blad van het Vaticaan, spreekt in warme be woordingen van de taaldie de kardinaal Lavigerie te Algiers ten gunste der republiek in Frankrijk heeft doen hooren op het feest maal, dat hij aan den staf van het Fransche eskader in de Middellandsche Zee, den pre fect en vele andere autoriteiten heeft aan geboden. Zijne woorden, zegt het blad, zijn meer dan een programmazij zijn eene groote gebeurtenis. Frankrijk verlangt oprecht naar vrede en eendracht. Maar niemand had den moed de verheffende woorden te spreken. Eindelijk zijn ze gehoord. De be roemde prelaat vermag niet alleen Afrika te redden onder de ingering en leiding van Leo XIIIhij geeft tevens de vrijheid aan zijn land terug, tegelijk met den vrede en de eensgezindheid. Wij begroeten met vreugde de groote stem, die uit Afrika komt. In Bulgarije is het ministerie Stambouloff hersteld en versterkt door de benoeming van den heer Grecoff voor buitenlandsche zaken en von Beltchen voor financien. Uit New-York wordt gemeld, dat president Harrisonna onderscheidene besprekingen met den heer Blaine en na de meest invloed rijke afgevaardigden en senatoren geraad pleegd te hebben, tot de benoeming eener commissie heeft besloten, die de noodzake hoe de schoone weduwe zich over de hand van haar echtgenoot boog. De gedachte daaraan was haar onverdragelijk. Al had hij haar niet lief, een andere mocht hij ook niet iiefhebben. Hij mocht niet lachen omdat zij ijverzuchtig was; mocht de schoone vrouw niet bewonderen, terwijl hij haar zoo wreed veronachtzaamde. Zij was een ijverzuchtige de wanhoop nabij, ofschoon zij uiterlijk zoo koud en trotsch was als altijd. Het gezelschap aan tafel was d:en dag niet bijzonder talrijk. Vele der gasten, waaronder ook de baron Hollwitz met zijn vrouw, waren afge reisd; Reinhold bleef op zijn kamer. Gedurende het diner sloeg zij haar man en mevrouw von Heiberg nauwlettend gade. Ver scheidene malen hoorde zij hoe zij lachten en vroolijk samen spraken. Spraken zij van haar, lachten zij over haar? Vertelde de graaf haar dat zijn vrouw ijverzuchtig was? En lacnte zij, omdat zij haar man eigenlijk onverschillig was. Toen schaamde zij zich over zichzelve. Zulke verdenkingen waren harer onwaardig. Zij be proefde ze te vergeten, maar het kwaad had'reeds te diep wortel geschoten. Het was zoo niet langer uit te houden. Eindelijk konden de dames zich terugtrekken. Zij moest alleen zijn met hare gedachten. Ter wille van een der gasten, die dien dag vertrekken zou, hadden zij vroeger dan gewoolijk fedineerd. Toen de dames in de woonkamer wamen en zij van daar uit de stralen der onder gaande zon gewaar werden, vonden zij algemeen aat het zonde was zulk een heerlijken warmen avond in huis door te brengen. De heeren, van gelijke gedachten bezield, hadden hun wijn ver laten en besloten de dames naar buiten te ver gezellen. Vóór zij het huis echter verlieten, verzocht een der heeren den graaf een lied te zingen. „Ik ben bereid tot een duet, wanneer mevrouw von Heiberg de andere partij op zich wil nemen," zeide graaf Erich. Hij aacht er niet aan dit aan zijn vrouw te verzoeken. Toen hij haar de laatste maal gevraagd had met hem te zingen had zij geweigerd. Mevrouw von Heiberg was echter maar al te verheugd over de onderscheiding. Zij zongen van liefde, die nooit zou wankelen, van liefde, die onsterfelijk was. De ongelukkige jonge vrouw zag hoe ae weduwe onder het zingen naar man lijkste wijzigingen in het nieuwe tarief zal moeten voorstellen. Zondag kwamen, onder voorzitterschap van den president van den senaatde beide Braziliaansche kamers in congres bijeen. Ingekomen was een boodschap van generaal Theodoor Da Fonseca, hoofd van het voor- loopig bewind, waarbij hij het bestuur weer in handen stelt van de kamers, daarbij rekenschap afleggend van zijn bewind en aan de kamers de taak aanwijzend, welke zij nu te vervullen hebben. Door het congres zal eene commissie be noemd worden om aan Fonseca dank te betuigen. De eerste verjaardag van de uitroeping der republiek is in de meeste steden met geest drift gevierd. Er hadden daarbij wapenschou wingen en andere feestelijkheden plaats. Uit Buenos-Ayres wordt gemeld, dat pre sident Pellegrini aan eene deputatie heeft te kennen gegeven, nooit te zullen bewilligen in eene schorsing der schuld amortisatie. Generaal Bogram, de president der Mid- den-Amerikaansche republiek Honduras, die, te Tegacigalpa door de troepen van den op- roerigen generaal Sanchez omsingeld, zich er na een bloedig gevecht doorheen sloeg, is sedert met een versterkte legermacht naar de stad teruggekeerd en heeft op zijne beurt er het beleg voor geslagen. Bogram is er daarna toe overgegaan Te gacigalpa te bestormen en het is hem gelukt, onder belangrijke verliezen van weerszijden, de stad te hernemen. Generaal Sanchez en zijne voornaamste officieren werden gevangen genomen en aanstonds zonder vorm yan proces op het marktplein gefusilleerd. 'i—- imm verscheidene malen aankeek. Toen het lied uit was, was liet hoog tijd om naar buiten te gaan, iudien men ten minste nog wilde genieten van het gezicht der ondergaande zon. Elfriede zag hoe haar man niet van de zijde van mevrouw von Heijberg week. „Gaat ge mee, om te zien hoe de zon op de rivier ondergaat?" zeide hij tot haar, „het is ver reweg het indrukwekkendste gezicht dat wij hier op Frankenstein hebben." De gravin kon het lachende antwoord der jonge weduwe niet verstaan. Was het hare op gewonden verbeelding, was het waarheid Zij hoorde haar echtgenoot zeggen „Ja, ik zal u de geschiedenis van mijn huwelijk verhalen." Zij gaf zich geen tijd zichzelve af te vragen of het niet slechts verbeelding geweest was. Zij geloofde stellig, dat zij het gehoord had, en deze gedachte maakte haar bijna waanzinnig. |Zij wilde zien hoe de laatste stralen der zon tus schen bloemen en boomen speelden en daarbij zou de graaf haar de geschiedenis van zijn hu welijk vertellen, hoe hij de dochter van den woekeraar moest huwen, om Frankenstein niet te verliezenhoe hij zich echter gewroken had door haar te veronachtzamen. Elfriedes hoofd gloeide als vuur. Haar man dien zij ondank» alles liefhad, en haar mededingster, die zij veraf schuwde, lachten te zamen over haar. Plotseling kwam der ongelukkige vrouw een gedachte in het hoofd zij zouden niet met haar lachen, haar liefde en haar ijverzucht zouden hun niet tot onderhoud dienen. Zij zou hen on- g -merkt volgen, en wanneer zij over haar begon nen te lachen, zou zij zich vertoonen en ze uit dagen om nu van haar te spreken. De geheele trots van haar natuur kwam in oproer. Liever alles dulden dan juist door die twee menschen uitgelachen te worden. Zij was buiten zichzelve. Reeds van het oogen blik dat zij ontdekte hoe innig zij haar man liefhad, geleek zij niet meer op zichzelve. Haar gedachten waren verward, alleen dat was haar duidelijkhaar man en haar gast mochten niet over haar spotten. Reeds toen het plan geopperd was naar buiten te gaan, had Elfriede zich een sjaal laten halen deze lag nu op een stoel. Zij zag hoe haar man ze opnam. (Word vtrvolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1890 | | pagina 1