Nummer 96 Donderdag 4 December 1890. 13® Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
EE1 WAARSCHUWING TEGEN BESCHERMING.
31 Naar het Hoogduitsch.
ïsck en Langstraatselie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden J 1,00.
Franco per post door liet gelieele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te eenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 1—7 regel» J 0,60 daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb
land worden alleen aangnomen ioor het advertentiebureau van
A.DOLF Steiker, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De Britsche consul generaal te Frankfort
a/'M maakte in zijn laatste verslag eene ver
gelijking tusschen den handel van Duitsch
land, Frankrijk en Groot-Brittannie gedurende
de eerste heltt van het loopende jaar. Over
het geheel verkeert de Duitsche uitvoerhan
del in ongunstigen toestand. Er is toeneming
in den invoer van provision vooral van
zulke, welke onder de bepalingen van het
tarief komenterwijl verder vermindering
merkbaar is in vele belangrijke artikelen van
uitvoer. Wel is waar wijst de uitvoerhandel
enkele verbeteringen aandoch deze zijn
nog van te weinig belang bij de sterke ver
mindering in de vorige jaren.
De belangrijkste toeneming bestond in de
invoeren van graan, koffie, rijst, eieren, vet,
wijn, onbewerkte tabak en varkens. „Deze
bestendige vermeerdering van de invoeren,"
zegt de consul, „ondanks buitensporige rech
ten, bewijst ten duidelijkste, dat het denk
beeld, Duitschland vrij te maken van andere
landen door middel van een tot het uiterst
gedreven beschermend tarief, belachelijk is."
In de ijzer-industrie zijn de invoeren aan
merkelijk toegenomen, en hetzelfde kan ge
zegd worden van haver, maïs, ruw koper, tim
merhout en katoen.
Wat de uitvoeren betreft, vermelden de
cijfers, dat de industrie der geweven stoffen,
welke een der belangrijkste uitvoer artikelen
van Duitschland verschaft, herleefttoch is
de voorspoed van dezen nijverheidstak nog
geenszins bijzonder groot. Men hoopt in
Duitschland, dat de regeering alle hinderpa
len zal wegruimen, welke der ontwikkeling
van deze industrie in den weg staan, waar
onder in de eerste plaats moeten genoemd
wordende buitensporige rechten op de
eerste levensbehoeften, die door het verhoo-
gen der prijzen zwaar drukken op de con
sumptie der arbeidende klassen.
De toestand der ijzerindustrie werd in de
eerste helft van 1890 weder slechter. Alleen
//Ik ben zeer blij u te zien. lieve Elfriede/
sprak liij, maar een voorgevoel zeide hem dat er
iets verschrikkelijks gebeurd was, dat hetgedaan
was met de dagen zijner grootheid. //Kom bin
nenwat ik u bidden mag, kom binnen beste
Elfriede blijf daar niet langer staan. Hoe zon
derling ziet gij er uit! Waar is uw man Hoe
vreemd is dat alles Maar vóór alles, kom toch
binnen, wat moeten de dienstboden er wel van
zeggen, als zij u zoo zagen Zij trad de kamer
binnen, naderde hem in haar trotsche houding en
zeide ernstig.*
„Dit is het eind van mijn huwelijk, vader, van
het huwelijk, waarvan gij mij gezegd hebt, dat
het ook zonder liefde gelukkig kan zijn. Het
eind is, dat ik weer naar huis kom."
Zij ontdeed zich van haar zwaren reismantel
en vertoonde zich dus in haar gele atlaskleed
met de zwarte kanten, waarop nog eenige ver
welkte roode rozen gehecht waren. Met onver
holen verbazing staarde de advocaat haar aan.
Dit wanordelijk toilet bewees meer dan woor
den zeggen konden, dat er iets verschrikkelijks
was voorgevallen.
Gezelschapstoilet, Elfriede I Doe uw mantel
weer snel om, mijn kind. Ik wist niet was
er niet op voorbereid doe hem snel weder
om, voordat een der dienstbuden binnenkomt.
Wat beduidt dat, wat is er voorgevallen P"
//Niet veel, vader,* antwoordde zij treurig;
„mijn huwelijk is niet gelukkig geweest en zoo
als gij ziet ben ik weer thuis gekomen
Maar dat is onzin gij kunt niet thuis blij
ven. Wat is er toch gebeurd Zee het mij/
en de advocaat nam een afwachtende houding
aan, ten einde zijne dochter aan te hooren.
„Ik hoop toch niet dat gij met den graaf ge
twist heb ik bedoel, dat ge hem toch niet
verlaten hebt P"
„Hij heeft mij weggestuurd/ antwoordde zij,
in machinerie en spoorstaven was eenige ver
betering. In naaimachines bleef de omzet op
dezelfde hoogte, die van ruw ijzer, bewerkt
ijzer en ijzeren platen is aanzienlijk achter
uitgegaan, van bewerkt ijzer zelfs verbazend.
Ook de vraag naar ijzerdraad, locomotieven
en naar de artikelen, geclassifieerd als „alle
andere ijzerwaren," was weder veel minder.
't Is opmerkelijkdat Duitschland niet al
leen met zekere klassen van goederen terrein
verloren heelt op vreemde markten, maar
dat ook de buitenlandsche industrie met goe
den uitslag in dezelfde artikelen in Duitsch
land heeft geconcurreerd. De toestand van
andere metaal-industrien is alles behalve be
vredigend. Alleen de handel in ruw zink is
bepaald verbeterd, hoewel hij nog niet tot de in
1888 bereikte hoogte is teruggekeerd. De
omzet in koper en zink in bladen is op de
zelfde hoogte gebleven, vergeleken, met 1889
doch bij vergelijking met 1887 verminderd;
ook die van lood was weder aanmerkelijk
minder. De glas-industrie is eénigszins ver
beterd, maar nog beneden het peil van 1888
gebleven. In ledergoederen was achteruitgang
doch in leder zelf eenige verbetering, In den
uitvoer van bier en papier bestond weder een
zeer merkbare vermindering. In spiritualiën,
alsook in boter en margarine, zijn de uitvoe
ren grooter geworden, maar deze verbetering
was van niet genoegzaam belang, met het
oog op de groote vermindering in het vorig
jaar.
In het algemeen is dus de toestand van
den Duitschen handel ver van voldoende.
Dit krijgt te meer beteekenis door het feit,
dat de handel der voornaamste mededingers
van Duitschland op de wereldmarkten
Frankrijk en Groot-Brittannie in de eerste
helft van 1890 weder meer uitgebreidheid
verkreeg.
De radicalen in Frankrijk steken 't hoofd
weder eens op. Vrijdag zou men de discus
sie openen over de leening van 700 millioen,
waarop Scharff's gezicht zeer donker werd.
//Er valt niet veel meer te zeggen,* gir.g zij
op doffen toon voort. „Gij hebt mij op een
een dwaalweg gevoerd gij zeidet dat een hu
welijk zonder liefde ook gelukkig kon zijn. Ik
heb nu ondervonden, dat liefde alleen het ge
luk er van kan uitmaken. Ik, de zwakkere, de
mindere, wa9 de eerste, die leerde liefhebben.
Ik hield van mijn man hem was ik onver
schillig.
„Gij zijt weer te sentimenteel,* zei de ndvo-
kaat driftig.
„Ik heb voor mijn man gedaan wat ik doen
kon,* ging zij voort, „en wij werden minder
ongelukkig. Ik hoopte steeds dat hij mij lang
zamerhand lief zou krijgen; maar toen kwam een
andere vrouw, mevrouw von Heiberg, een schoone
blondine, haar heelt hij lief en
„Ik weet het al/ viel de advokaat haar in de
rede, „het is weer de oude geschiedenis, jaloezie
en strijd. Elfreide, ge hebt den graaf toch niet
vertoornd door uw dwaze ijverzucht
„Ik heb erger gedaan, veel erger. Ik was ja-
loersch op mevrouw von Heiberg en geloofde dat
mijn man en zij samen over mij lachten. Ik
volgde ze, toen zij naar de rivier gingen, om
datfr den ondergang der zon te zien. Ik verborg
mij achter de struiken, om te hooren hoe zij over
mij spraken en toen hoe het gebeurde weet
ik niet stond mijn man plotseling voor mij.
Hij was zeer boos en zeide dat ik zijn huis nooit
weer betreden mocht, maar oogenbli'kkelijk nasr
u terug moest keeren.*
Het gezicht van den advokaat klaarde merke
lijk op.
„IIcbt ge mij de volle waarheid gezegd
vroeg hij.
„Ja, zeker. Wat zou ik te verbergen hebben?
Het is een harde straf, voor een dwaling welke
meer uit onnadenkendheid dan uit iets anders
voortkwam. Ik zeide den graaf, dat ik hem lief
had en dat de ijverzucht mij waanzinnig gemaakt
had."
„Hebt ge hem dat gezegd? Reken er dan maar
op dat binnen een paar dagen alles weer in orde
is. Zijn boosheid zal wel zakken, en dan zal hij
wel hier komen om u te halen.*
„Dat geloof ik niet.*
„En ge zijt zeker Elfriede, dat ge niets voor
mij verborgen hieldt? Ge hebt gelijk, het is een
maar Pelleton stelde voor het ontwerp tot
na de behandeling der begrooting uit te stel
len, hoewel de president der begrotingscom
missie de gronden aanvoerde ten gunste van
de behandeling vóór het budget van financien.
Rouvier nam zelf ook 't woord, vertelde dat
door besparingen het evenwicht niet kon
worden hersteld, voegde er bij, dat deze lee
ning eigenlijk geen nieuwe leening was, maar
een veranderde vorm voor een andere lee
ning, werd toegejuicht en geslagen. Pel-
leton's voorstel verdaging der discussie over
de leening werd aangenomen met 303 tegen
248 stemmen, doordien radicalen en rechter
zijde hand aan hand gingen.
Ernstige gevolgen zal dit votum wel niet
hebben, maar 't teekent toch van een coa
litie tusschen radicalen en republikeinen
schijnt op den langen duur toch maar niets
te kunnen komen. Het is de eerste maal
sinds den val van het boulangisme, dat de
uiterste linkerzijde zich afscheidt van de re
publikeinen.
Vox populi, vox Dei
Allen hebben zich reeds doen hooren in
de zaak Parnell, die thans het Britsche rijk
in beroering houdt, bevoegden en onbevoeg
den, Gladstone vóór allen en boven allen,
Parnell zelf, nu weder de grand old man en
nog is men even ver van een oplossing
als eenige dagen geleden of eigenlijk is men
nog verder van den goeden weg afgeraakt.
Of nu de volksstem, die het bekende, door
ons aangehaalde spreekwoordde stemme
Gods noemt zal zegevieren of m. a. w. de
Ieren Parnell zullen veroordeelen om zijn
zonden of wel aan zijn uitnoodiging om aan
zijn belangen die van gansch het Iersche
vaderland ten offer te brengen, zullen ge
hoor geven
Op onbevooroordeelden heeft Parnell's Za
terdag openbaar gemaakt manifest een droe-
vigen indruk gemaaktde ongekroonde ko
ning van Ierland draait om de kern der aan
gelegenheid heen, van de uitspraak in het
proces-O'Shea wordt met geen woord mel-
harde straf voor zulk een klein vergrijp.
Zij keek hem verbaasd aan.
„Wat zou ik voor u te verbergen hebben, va
der Ik heb u het ergste verteld, daar ik u mijn
liefde en mijn ijverzucht bekend heb.*
„Dan zal alles zich wel schikken. Maar ga nu
naar uw kamer tot uw koffers aangekomen zijn.
Ik zal aan de dienstboden zeggen, dat ge veran
dering van lucht noodig hadt en nu hier een
paar dagen komt logeeren. Verlies den moed
maar niet, mijn kind, alles komt weer in orde.*
„Ik ben zoo vermoeid, dat ik op mijn kamer
zal blijven/ zeide zij op zwakken toon.
„Goed, mijn kind, doe wat ge wilt; gij weet
natuurlijk het beste, wat u goed doet. Ik geloof
dat ge wat overspannen zijt. Het zal wel weer
gauw beter zijn als ge maar eerst tot rust komt.
Ge moet u zelve maar wat opvroolijken; ik zal
wel in uw plaats met uw man gaan spreken.*
Trotsch keek zij hem aan.
„Gij moogt u niet in mijn zaken mengen, va
der 1 Ik zal nooit tot hem terugkeeren."
Hij zag haar meelijdend aan.
„Ge schijnt zeer ziek te zijn, kindlief. Kan ik
niets voor u doen?*
„Niets," antwoordde zij op koelen toon. Zij was
bitter jegens haar vader gestemd. Zij had hem
vertrouwd, hij had haar oedrogen. Zij gaf hem
geen ku9, geen hand, maar ging, zonder verder
iets te zeggen, de trappen op naar haar kamer,
terwijl hij zeer onaangenaam te moede achter
bleef. Te vergeefs beproefde hij zich zelf ge
rust te stellen en te zeggen dat hij zich niets be
hoefde te verwijten. Hij had niets met de ijver
zucht zijner dochter te maken, want dit toch al
leen was de oorzaak van haar verwijdering.
Hij schreef den graaf oogenblikkelijk, dat zijn
vrouw behouden aangekomen was, maar er zeer
ziek uitzag. Elfriede bleef op haar kamer, zij
kwam den volgenden morgen niet beneden.Tegen
den middag klopte haar vader aan de denr en
vroeg om binnengelaten te worden. Zij ontsloot
de deur en zag haar vader, die met een geopen-
den brief binnenkwam. Zij herkende dadelijk
het schrift van haar man.|
„Ge hebt mij bedrogen.zeide haar vader
kort, „ge hebt mij gezegd dat uwe raededeeling
de volle waarheid was. üw man schrijft mij nu
dat hij u hierheen gestuurd heeft, omdat gij dien
avond op mevrouw von Heiberg geschoten hebt,
ging maar een lasterlijke aantijging aan het
adres van den ouden Gladstone, dezen een
verrader van de home-rule zaak heetend. Dat
is niet de politiek van een eerlijk man, maar
van den eerzuchtige a outrance, van hem,
wien eigen roem en aanzien boven en vóór
alles ga:t en wee hem, die hem in den weg
treedt.
Zou dit het begin van het einde zijn van
den bond tusschen Ieren en liberalen, te za«
men vormend de home rule partij, of zou 't
het einde zelf reeds zijn
Gladstone, de onvermoeide Gladstone, heeft
een contra manifest doen verschijnen als ant
woord op Parnell's onthullingen. Daarin be
strijdt de grand old man de juistheid van de
door Parnell gedane mededeelingen met be
trekking tot door hem, Gladstone, gedane
aanbiedingen bij gelegenheid van Parnell's
bezoek op Hawarden- Castle. Gladstone be
weert in een strikt vertrouwelijk gesprek eenige
punten te hebben behandeld, die dienen
konden tot verbetering der home-rule-voor-
stellen hij heeft Parnell geen enkel officieel
voorstel gedaan. Ook heeft Parnell geen te
genwerpingen gemaakt met betrekking tot
Gladstone's denkbeelden. Aan het slot van
zijn schrijven zegt Gladstone, dat hij steeds
van opinie is geweest, dat de Iersche natio
nalistische partij volkomen onafhankelijk moet
zijn van de Engelsche liberale partij.
Of Parnell onwaarheid heeft gesproken zul
len wij niet beslissen, onbescheiden is hij even
wel zonder twijfel geweest. Parnell's lot zal be
slist zijn door de Iersche leden van het par
lement maar daarmede is de zaak nog niet
uit, want is hun uitspraak ongunstig, wordt
hem het vertrouwen der partij ontzegd, wordt
hij uitgenoodigd, af te treden, dan zal hij in
hooger beroep komen bij de Iersche natie,
maar daarmee speelt hij dan ook zijn laatste
troef uit.
De lagere Iersche geestelijkheid kiest partij
tegen Parnell, hoewel de hoogere geestelijken
alsook kardinaal Manning, weigeren zich er
over uittelaten. De Iersche afgevaardigden
O'Brien en Dillon, die op 't oogenblik een
met het plan haar te dooden, en dat gij uw 9chuld
bekend hebtl*
Zonder een woord te spreken, of eenig geluid
te doen hooren, viel de ongelukkige vrouw als
dood voor zijne voeten neer.
XXV.
Toen de jonge vrouw achter de boomen stond
had zij een schot hooren vallenzij werd echter
te zeer beheerscht door hartstocht, door haar
kommer en ellende, om er over na te denken,
vanwaar het kwam. Dat schot echter had me
vrouw von Heiberg in den schouder getroffen.
In het eerste oogenblik was de graaf te ver
schrikt om te begrijpen, wat er gebeurd was; hij
had zijn gast juist gezegd, dat hij den meisjes
naam zijner vrouw liever had dan eenigen an
deren en de jonge weduwe, die zoo iets nooit
gaarne hoorde, had haar naam voluit genoemd:
„Elfriede Sch rff," vooral om het onadellijk
Scharff te doen uitkomen, en dat waren onge
lukkig juist de woorden geweest, die de gravia
verstaan had. Nauwlijks had zij dit gezegd, toen
het schot viel en mevrouw von Heiberg met een
zwakken kreet tegen hem aanviel. De graaf be
greep dat het schot haar getroffen had, maar van
wien of van waar het kwam, kon hij niet be
grijpen. Hij bracht mevrouw von Heiberg snel
naar een nabijzijnde bank en verliet haar toen
om den dader te zoekeu, en daar ontdekte hij
het bleeke gelaat zijner vrouw. Hij maakte dade
lijk de gevolgtrekking, dat zij het gedaan had,
want anders was er in den geheelen omtrek nie
mand te zien. Zij had hem immers vroegerirecds
bekend hoe ijverzuchtig zij op mevrouw von
Heiberg was, zij was haar nu gevolgd en had in
dollen waanzin op haar geschoten. Hij was op
haar toegeloopen en had haar gevraagd of zij de
schuldige was. Zij had bekend.
Toen hij Elfriede beval op hem te wachten,
was hij naar de gewonde vrouw terug geijld; hij
vond haar bewusteloos en droeg haar naar huis.
Daar bracht het ongeval een verschrikkelijke
verwarring te weeg. Hij had tegenwoordigheid
van geest genoeg aan de dienstboden te zeggen,
dat er stroopers in het park waren; een hunner
had bij ongeluk op de dame geschoten.
(Wordt vervolgd.)