Nummer 97 Zondag 7 December 1890.
13e Jaargang.
1
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
BEGRAFENIS
UITGEVER:
Waalwijk.
sciie en Laiigsiraatsclie Courant,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uilgever.
Advertentiën 17 regel» j 0,60 daarboven 8 cent per regeJ,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
VAN
's Gravenhage 4 December 1890.
De bevolking der residentie is heden mis
schien meer dan verdubbeldman aan man
verdringt men zich in straten en op pleinen,
in huizen en winkels; allerwegen zijn de uiter
lijke rouwteekenen zichtbaar; in aandoenlijken
wedstrijd hebben pieteit en kunstgevoel zich
vereenigdom door rouwversieringen een
hooger gevoel op te wekken; van heinde en
verre hebben de Europeesche vorstenhuizen
afgevaardigden gezonden, om hen te verte
genwoordigen op den gang naar het mauso
leum der Oranje's, wie twijfelt clan nog op
dezen dag van nationalen en internationalen
rouw, aan de nationale trouw, de gehechtheid
en de liefde voor de historische traditie
Nu eerst recht beseft men de plaats, die
de ontslapen Oranjevorst in de harten zijner
onderdanen innam om zooveel eerebetoon,
zooveel liefde, zooveel genegenheid waardig
te zijn geworden. Geen baatzucht drijft tot
al die eerbewijzen belooning noch gunst
kunnen ze verschaffen. Het gemoed alleen
spreekt hier, rein en zuiver, bij het grafwaarts
voeren van den koning, evenzeer, en sterker
misschien nog dan vroeger bij vreugdbetoon
en feestgejubelToen juichte men mee uit
volle borstop die talrijke zonnige Oranje-
dagen, die we thans met weemoed herdenken,
als de vorst en de zijnen door hun persoon
lijke verschijning de geestdrilt deden ont
vlammen. Thans wordt hij uitgedragen uit
het welbekende witte paleis in den killen
Decemberochtend. Slechts de droevige echo's
van de galmen der doodsklok weerkaatst thans
de verlaten ruimte voor het paleis in het
Noorrleinde, waar vaak blijdschap en vreugde
zich uitten in de ondubbelzinnigste klanken.
Maar ook op dezen dag der rouwe is Neder
land Oranje nabij. Tiendubbele rijen vormen
zich van trouwe Nederlanders om den Oranje
vorst vaarwel te zeggen en in dichte drommen
gaan ze op van de droeve plek van 'skonings
paleis naar de grafstede in de oude prinsen-
stad, door ladingen eerekransen gevolgd.
In het hoogereinde van het Noordeinde
verzamelen zich de koetsen het militair es
corte verschijnt en de troepen, die in het
Willemspark en de aangrenzende straten zijn
aangetreden, marcheeren op naar het paleis
waarheen zich de vorsten, voorzoover ze niet
reeds aldaar vertoefden, en de andere hooge
personen, die officieel zijn uitgenoodigd, zich
spoeden. Een compagnie van de artillerie-
schutterij, onder bevel van kapitein Gregory,
en een compagnie grenadiers, ondercommando
van kapitein Evenwel, ridder M. W. O., be
zetten de eerewacht aan het paleis, waarover
het opperbevel is opgedragen, beurtelings aan
den luitenant-kolonel der grenadiers Le Bron
de Vexela, en aan den majoor der artillerie
schutterij Van Weideren baron Rengers, bei
den te paard.
In de rouwkamer staat de opperceremonie-
meester en zijn staf van hovelingen gereed
om den meester voor 't laatst uitgeleide te
doen.
Het eerste kanonschot valt. De lijkbaar
wordt met passende zorg van de rouwestrade
afgenomen en door dragers, begeleid door
24 onderofficieren, stilzwijgend gedragen tus-
schen de rijen der hooge hofdignitarissen naar
den lijkwagen. Aangrijpend is de indruk
van het oogenblik waarop de woning zich
voor 't laatst ontsluit om den gestorven mo
narch doortocht te verleenen.
Bij de overbrenging van het stoffelijk over
schot van haren gemaal naar den rouwwagen
was de koningin-regentes in de vestibule van
het paleis. Toen de kist door de onderoffi
cieren-dragers naar voren werd gebracht
werd het hulsel onmiddellijk gevolgd door
de koningin-regentesondersteund "door de
groothertogin van Saksen-Wei mar en daar
achter de hofdames.
H. M. was geheel onder den indruk van
dit pijnlijke oogenblik.
Nauw is de kist geplaatsten hebben de
heeren slippendragers, die de hoogste rangen
aan 't hol bekleedenen de kamerheeren
dragers hunne plaatsen ingenomenof de
rouwstoet zet zich in beweging en voert zoo
langzaam mogelijk den Doode langs Hoog
straat, Veenestraat en Wagenstraten buiten
het grondgebied van Den Haag. De weg
dien, bij zijn leven de koning bij voorkeur
in enkele minuten placht af te leggen, eischt
thans wel het twintigvoud van dien tijd.
Lang is de optocht, langer dan ooit. Nim
mer waren bij eenige begrafenis van leden
van het koninklijk huis en er zijn er in de
laatste tienlallen van jaren, helaas! vele ge
weest zooveel prinsen bijeen als heden
nu het geldt een regeerend vorst ten grave
te brengen. Zet die stoet van prinsen van
koninklijken bloede groote luister bij aan deze
plechtigheid, tevens toont die krachtiger dan
woorden vermogen de solidariteit aan tusschen
de regeerende vorsten.
Een sterke troepenmacht opent den trein.
Van de Haagsche schutterij is de staf van
het regiment aanwezig met den luit.-kolonel
kommandant jhr. mr. Baud en den kapitein
adjudant Meijwert, zoomede het 2e bataljon,
onder bevel van majoor Van Frank. De
infanterie is vertegenwoordigd door twee
bataillons van het regiment grenadiers en
jagers, het geheel onder commando van luit.
kol. Scheltus Van IJseldijke, en verder onder
jhr. Van der Wijck en majoor De Bocken
een bataillon van de infanterie uit Leiden
de staf met kolonel Alings en het 2e bataillon
onder luit. kol. Bloem.
De marinetroepen zeldzaam als ze :n
de residentie worden gezien trekken vooral
de aandacht. Een atdeeling der kon. Ned.
zeemachtsterk 200 geweerdragende man
schappen, schepelingen en mariniers onder
generaal bevel van kapt. luit. ter zee A. P.
Tademahet gedeelte schepelingen onder
bevel van den luit. ter zee le kl. J. Cardinaal
en het gedeelte mariniers onder den luit.
kolonel der mariniers J. L. Cadet, mocht
niet ontbreken in den rouwstoet van den
opperbevelhebber van land- en zeemacht
wien de adminiraalsuniform in de lijkkist
volgde.
De troepenmacht, die voorafgegaan wordt
en gevolgd door hu*aren, maakt plaats voor
het eigenlijke hotpersoneel. De hofbeambten
en officianten vormen er het middelpunt van.
De jongsten voorop, volgen zij in rouwgewaad
den meqster, dien zij met trouw en toewijding
hebben gediend. Vlak achter het met twee
paarden bespannen rijtuig van den heer De
Constant Rebecque, den hofmaarschalk, die
geëscorteerd wordt door 's konings stalmeester
den heer Van der Oudermenlen, aan wien
de leiding van den stoet is opgedragen en
daartoe door vier bereden officieren wordt
bijgestaande luit. D'HamecourtRutgers
Van Rosenburg, Michelhoff en Kamerling-
Helmolt.
Karakteristiek is de heraut van wapenen
wiens verschijning aan de tijden der ridder
schap doet terugdenken, en die alleen bij de
begrafenis van regeerende vorsten of vorstin
nen optreedt. Ditmaal is de heer baron Van
Hardenbroek belast met die eerebetrekking
en treedt hij voor Luxemburg op. Zijn klee
ding bestaat uit fluweelen broek met zwarten
vederbos. Over de zwarte onderkleeding
draagt hij een wapenrok met het Luxemburg-
sche wapen. Het paardendek draagt de kleur
van het wapen. Een breed lint, met zilveren
penning, draagt hij om den hals. Hem. be
geleidt een wapendrager in 't zwart en met
grooten rouwmantel, den hoed met krip.
Nu volgen in rijtuigen de geneesheeren dr.
Roessingh, wiens hulp den laatsten nacht
van 's konings leven werd ingeroepen; dr.
Coerttoegevoegd aan de hofhouding te
's Gravenhage; de heer Vlaanderen, die in de
laatste jaren onafgebroken zijn trouwen bij
stand aan den hoogen lijder bood; de Leid-
sche hoogleeraar dr. Rosensteindie als
consultatief geneesheer zoo vaak opiraden
eindelijk dr. C. W. Vinkhuijzen, de man, die
niet enkel geneesheer, maar in den waren zin
des woords vriend en vertrouwde van den
koning was, en het voorrecht heeft gehad
den grijzen vorst gedurende diens langdurig
lijden zoo vaak te mogen opbeuren en be
moedigen.
De hoogere ambtenaren des konings in
rijtuigen komen nu aan, de rentmeesters en
intendanten van 'skonings paleizen in Neder
land en Luxemburg, de directeur der zaken
van weldadigheid, de administrateur van het
kroondomein, 'skonings jagermeester in'Gel
derland, en 's konings stalmeester, terwijl een
aantal jagermeesters te voet zich* daartusschen
bewegen.
Een afzonderlijk rijtuig is bestemd voor
den graaf De Villersdie zoovele jaren in
Den Haag de zaken van Luxemburg als
secretaris leidde, ten behoeve van den koning
groothertog en voor jhr. mr. Alewijn, den
directeur van 's konings kabinet.
Treffend is de verschijning van 'skonings
adjudanten, die de teekenen met zich voeren
van zijn militaire en ridderlijke grootheid. De
veldmaarschalksstaf, de buitenlandsche or-
deteekenen en de ridderorden van Nederland,
Luxemburg en Nassau, welke alle op rood-
fluweelen kussens worden gedragen door
dragers, die de daarvoor aangewezen gepen-
sionneerde opper-officieren luit.-gen.Max-Leod,
gen.-majoors Van Bel en jhr. Storm De Grave,
vice-admiiaal Binkes, de luit.-generaals Bou-
meester en Van der Heyden. en den vice-
admiraal Geerling vergezellen.
Een tweede heraut, Nederland voorstellende,
in den persoon van mr. W. B. R. Van Wei
deren baron Rengers is nagenoeg eveneens
gekleed als die van Luxemburg, behalve dat
hij en zijn wapendrager de Nederlandsche
kleuren vertoonen. Hij scheidt die oud
gedienden met hoogen militairen rang van
een andere groep, die de kenteekenen der
koninklijke waardigheid met zich voert: den
standaard des rijks, het ontbloote rijkszwaard,
den rijks-appel, den koninklijken scepter en
de koninklijke kroon. Aan de heeren ridder
Alewijn, baron Klerck, baron Van Nagell van
Ampsen graaf Van Lynden en baron Van
Pallandt van Beijerland is de zorg voor die
rijkversierde symbolen van het koninklijk gezag
opgedragen.
Het met vier paarden bespannen rijtuig van
den opperceremoniemeester, den heer baron
Du Tour van Bellinchave, is de aankondiging,
dat de lijkwagen in aantocht is, waarnaar
aller blikken zich richten. Eene beschrijving
van den wagen zelf te geven is overbodig
daar het voertuig hetzelfde is, dat Maandag
den tocht maakte van 't station naar 't paleis
en evenzoo is gedrapeerd. Ook na is de
indruk bij daglicht een hoogst plechtige, en
het zwarte fluweel met de zilverversiering
waarmede de wagen is gestoffeerd en dat het
achtspan, dat den wagen voortbeweegt, bedekt,
vormt een sterke tegenstelling met de bonte
uniformen en het verguldsel der hofkoetsen.
De wagen is omstuwd door een aantal per
sonen. Als slippendragers loopen links en
rechts de grootmeester van 's konings huis
graaf Schimmelpenninck Van Nijenhuis de
chef van het militaire huis jhr. Van Capellen,
de adjudant-generaal jhr. Verspijck, de opper
hofmaarschalk graaf Dumonceau en de opper
schenker baron Van Hardenbroek van
's Heeraartsberg en Bergambacht en de bui
tengewone adjudant jhr. De Casembroot.
Zes en twintig kamerheeren fungeeren als
dragers, bijgestaan door 24 onder-officieren
vjin zee- en landmacht.
Omringd door de hooge hofdignitarissen
gevolgd door een schitterenden ruiterstoet
van gewone en buitengewone adjudanten en
officierenvervolgt de lijkwagen rustig
zijn weg door de straten en duizenden bij
duizenden ontblooten, waar hij voorbij trekt,
het hoofd.
Wekt dit deel van den stoet hoogst wee
moedige aandoeningen op, de reeks van nu
volgende hofrijtuigen getuigt van het hooge
aanzien, waarin de afgestorvene bij buiten
landsche hoven stond. Toch kan dat groote
aantal helaashet gemis niet vergoeden van
een rechtstreekschen mannelijken afstamme
ling als eerste rouwdragende.
Thans wordt die taak vervuld door den
bejaarden vader der koningin-weduwe, den
vorst van Waldeck en Pyrmont, die met den
schoonbroeder des konings, den groothertog
van Saksen, en den opvolger van den over
ledene op den Luxemburgschen troon, den
hertog van Nassau, thans groothertog van
Luxemburg, in het eerste rijtuig heeft plaats
genomen.
Het tweede rijtuig bevat de vertegenwoor
digers van de keizers van Rusland, Oostenrijk,
Duitschland en de koningin van Engeland
keizerin van Indie, nl. den grootvorst Alexis
van Rusland, den aartshertog Frederik van
Oostenrijk, prins Albert van Pruisen en prins
Eduard van Saxen -Weimar.
De afgezanten van de koningen van Italië,
van BelgieWurtemberg en Denemarken
prins Victor Emanuel van Savoye, de graaf
Van Vlaanderen, prins Wilhelm van Wurtem
berg en prins Waldemar van Denemarken
vullen het derde rijtuig.
Het vierde rijtuig is bezet door de erf-
groothertogen van Saksen en Luxemburg en
den hertog van Mecklenburg-Schwerin.
De prins van Schaumburg-Lippe, de prins
Von Wied en de prins van Bentheim und
Steinfurt eindelijk sluiten den vorstenstoet
in een vijfde rijtuig, dat evenals de vier voor
afgaande, met vier paarden bespanuen is en
door lakeien wordt begeleid.
Doch onmiddellijk sluiten zich daarbij aan
de vertegenwoordigers en buitengewone ge
zanten van andere mogendheden en hoven.
Graat Von Rosen als afgezant van den
koning van Zweden en Noorwegen, met graaf
Von der Schülenberg, door den hertog van
van Saksen-Altenburg afgevaardigdden
Portugeeschen gezant, burggraat De Pindella
en den heer Von Btllow, door den groothertog
van Mecklenburg-Strelitz gezonden, volgen
het eerst; dan de gezanten van Turkije, prins
Karadja Pacha, van de Fransche republiek
Legrand en van Spanje De Villa Urrutia;
daarna de Grieksche en Rumeensche gezanten
Gennadius en Vacaresco met den vertegen
woordiger van de zuster der koningin-weduwe,
de hertogin van Albany, sir Collins, en ein
delijk de vertegenwoordigers van de Fransche
republiek en van haren president, den gene
raal Derrécagaix, de admiraal Des Essarts, de
kolonel Chamoin en de luitenant-kolonel Le
Bon.
Zijn al deze rijtuigen met vier paarden
bespannen, in gewone koetsen met twee paar
den bespannen rijden vervolgens de leden
van het gevolg der vorstelijke personen, de
leden der deputatien van het Oostenrijksche
infanterieregiment, het Russische grenadiers
regiment en het Pruisische huzaren-regiment,
waarvan de koning eere kommandant was, en,
te paard, de adjudanten van of toegevoegd
aan de vorsten.
Deputatiën van officieren van laud- en zee
macht en van het Indische leger, zoomede
van.de Haagsche afdeeling van het metalen
kruis besloten den optocht. Van de zeemacht
waren gedeputeerd 2 officieren, 3 adelborsten
van het koninklijk instituut van de marine en
15 onderofficieren en minderen, aan het hoofd