Nummer 4. Zondag 11 Januari 1891. 14e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Het Beulszwaard uit Damascus, ANTOON TIELBN, Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Portugal. UITGEVER: Waalwijk. Detlef von Liliencron. in. en LaiigslmIsclK' oiiriiiil, Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden j 1,00. Fianco per post door het geheele rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1 t regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb- land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Zoolang Ferry zijn leven in een betrekke lijke kalmte en teruggetrokkenheid sleet, liet men hem vrij wel met rust, maar nauwelijks is hij door de verkiezing van Zondag 11. we der in de gelederen getreden van hen, die aan den weg timmeren en wier daden dus be- en veroordeeld worden door elkeendie zich daartoe geroepen acht, of 't lieve leven tje begint weer. De radicale bladen en de intransigenten hebben het zwaard of liever de pen weder opgevat en de nieuw gekozen senator voor de Vogezen krijgt er weder geducht van langs. De Touking geschiede nis wordt weer opgerakeld en hem wordt bovendien de vreeselijke misdaad toegedicht indertijd als minister in 1885 plan te hebben gehad stappen te doen tot toenade ring tot Duitschland Hij zou de revanche- politiek een politiek der dwazen hebben ge noemd Die alles vertelde de „Matiir' en in plaats van nu kalm en met minachting die dwaas heden te beantwoorden, publiceert Ferry een stuk, waarin hij alles gelogen noemt, welk schrijven de „Matin" niet belet zijn beweren vol te houden. Politieke vrede in Frankrijk vraag er maar naar Wat is waarheid? mag men wel vragen, als men de tegenstijdige berichten leest be treffende het Engelsch-A merikaansche geschil in zake de vischvangst in de Behnng zee. Op 't oogenblik schijnen de gemoederen weer eenigszins gekalmeerd; Blaine wijkendzegt men, voor de openbare meening zou nu zelfs geneigd zijn eens nader over de zaak te praten en als twee mogendheden zoo'n discours langs diplomatieken weg aanvangen, dan weet men doorgaans wel wanneer 't aan vangt, maar niet wanneer 't eindigt. Nu, dat is in elk geval ver te verkiezen DOOK Hier woonden menschen van Titus stand, voor wie, evenals voor hem, de zon- en feestdagen de vervelendste waren. Achter die buitenplaatsen lag eene ruime grasvlakte. Hier kwinkeleerden de leeuwerikken en de merels floten in de tuinen. Lina had aan Titus beloofd, hem nergens te brengen waar het woest placht toe te gaan en zij schoen ook woord gehouden te hebben. In de uitspanning, waar zij met hem binnentrad, zag het er heel onschuldig en goedaardig uit. Bierdrinkende zundagsheeren zaten er in den tuin, waar Italiaansche verkoopers van luchtballon netjes hunne waar aan den man brachten en een schommel, die door eene gansche joelende kinder schaar belegerd werd. Uit de zaal rechts, aan den kant van den straatweg, weerklonk dansmuziek en het geschuifel van op de maat zich bewegende schoenzolen. Bij deze geluiden was het met de kalmte van Lina Blunck gedaan; geene macht kon haar weer houden. En Titus wat deed hij Hij trok zich de tarnkap over het hoofd en ging mee. De razende danslust der burgerdochters en boerinnen van Hamburg en Sleeswijk-Holstein laat zich slechts hierdoor verklaren, dat deze noordlanderinnen daarin een tegenwicht schijnen te vinden voor de stroefheid en geslotenheid, ja, de dofheid en zwaarmoedigheid van haar karakter. Een mensch moet iets hebben, waarin hij van tijd tot tijd eens zijnen levenslust bot viert. Voor de vrouwen der geringere volksklassen in net Noorden is dit de dans. Welk een gedwarrel aanschouwde Titus, toen hij den drempel van het lokaal overschreed Juist draaiden de paren rond in eenen snellen wals. Maar geen geschreeuw, geen ruwe kreten, geen gebots of verwarring stoorde dit vermaak. En hoe netjes al die deernen dansten De oude baltante en balletmama Terpsichore zou er schik in hebben gehad. Welke eene rhythmische zeker heid iu de passen, welk eene kracht en vaart en boven een formeel conflictniemand die er schade bij lijdt en de heeren hebben er hun pleizier van Aangenomen schijnt Salisbury's voorstel te Washington niet, maar verworpen evenmin de waarheid zal wel weer in 't midden lig gen Blaine zal zelf een voorstel doen om een scheidsgerecht te benoemen en dan komt de zaak nog wel in orde, is 'tniet langs den kortsten weg, dan maar langs een omweg. Broeder Jonathan wil geen conflict en John Buil wil 't ook niet en dan is alles in orde, zelfs al zou de A merikaansche staatssecreta ris Blaine 't tegenovergestelde willen Blaine is geen potentaat en zijn wil is lang geen wet, al zou de man 't nog zoo gaarne wen- schen. Een quaestie, die reeds sinds vier jaar een hangende is, waarover reeds sinds jaar en dag diplomatieke onderhandelingen plaats vinden door middel van nota's, ge volgd door lijvige blauwboeken zoo'n quaestie kan nog wel een jaartje hangende blijven 't Is voor Parnell die in de laatste we ken doorslaande blijken heeft gegeven van een beetje reclame ook niet bang te zijn waarlijk te hopen dat er weer eens wat ge beurt de zaak-Parnell verliest voor de groote massa zoo langzamerhand alle aantrekkelijks, men vecht zoo niet eens meer en dat kalme reizen en trekken van Ierland naar Boulogne, vice versa is toch ook zoo interessant niet voor hen, die buiten de quaestie staan, voor namelijk als er van die conferenties zoo wei nig uitlekt. Van die van Woensdag weet niemand 't ware 3e vertellen of liever er zijn er wel die 't weten, maar die doen 't niet. Gladstone en zijn aanhangers achten die onderhandelingen tusschen O'Brien en Parnell niet alleen zonder eenig nut, maar zelfs hoogst nadeelig voor de Iersche zaakterwijl de meerderheid der Iersche afgevaardigden van Parnell toch niets willen weten. Op een evenlueele liberale meerderheid bij de algemeene verkiezingen, hebben de Glad- lust, welk eene gratie ook bij velen Zonder zich lang te bezinnen, pakte Titus zijn meisje en stortte zich met haar in den maalstroom. Maar hoe vlug en vaardig een danser hij ook was, dit tempo was hem te kras; buiten adem moest hij uitscheiden. En voor de eerstemaal lachte Lina Blunck, die als een veertje in zijnen arm had gezweefd, hem in zijn gezicht uit. Hij gaf het dan ook niet op. De volgende dan sen waren trouwens langzamer. In de pauzen dronk zijn dametje het eene glas limonade na het andere, hij zelf zocht hartversterking in een glas warmen grog en zoo werden zij beiden al vergenoegaer eu vroolijker. Straks, toen er een contredans werd opgespeeld, deed hij ook daaraan mee. Hij vermoedde niet, dat zijne drie partners hem herkend hadden. Zijn vis-a-vis, een jonge huisknecht, diende bij eenen oom van hem. Rechts trippelde en knipoogde een winkelbediende uit Blankenese, die hem vaak genoeg, daar hij niet ver van dit heuvelige stadje woonde, gezien had; en links strompelde de stoker van een dier kleine Elbe-bootjes, waarmede hij dikwijls de vaart van Hamburg naar Teufelsbrück had af gelegd. Een oogenblik kwam het in hem op, dat hij dit laatste gezicht, met kolengruis besmeerd, wel eens ergens had ontmoet; maar neen hij ontgaf het hem weer. Overigens moet gezegd worden dat het drietal zich bij deze gelegenhaid zeer kiesch en fatsoenlijk gedroeg. Zij dachten alle drie: /Ei ei, is dat niet de fijne, rijke meneer Titus Althaus Hoe komt die hier verzeild Ah! een avontuurtje! Nu, waarom ook nietl Zoo 'n heer is ook een mensch, en wil er ook wel eens met een lief kind zijn plesier van nemen, net zoo goed als wij hoewel wij 't op dit stuk heel wat vrijer hebben en 't ons heel wat ge makkelijker kunnen doen I" Zij lieten dus aan Titus niets merken. Tot dusver had hij slechts met Lina gedanst. Terwijl echter zijn lust al toenam en zijn hart al moediger werd, kon hij aan de verzoeking niet weerstaan om de kleine eens te laten zitten en met eene slanke blondine, die, naar hij ge merkt had, al lang haar oog op hem had laten vallen, een toertje te maken. Juist begon er weer zoo'n vliegende wals. Hemel, hoe heerlijk die blonde dam-te. Terwijl de kleine Lina hem slechts tot den schouder reikte, was deze slanke schoone even groot als hij zelf. En hoe zij zweefde, hoe licht zij was in zijn arm. Zoo had hij wel zonder rust willen voortwalsen, tot dat de violen zwe- stonianen weinig hoop meer. Parnell's hoofdoel op 't oogenblik is Mac Carthy als leider te doen afzetten en hem te doen ver vangen door O'Brien. Dan zou Parnell al treden, met Kitty O'Shea in den echtelijken staat treden en een maandje of zes later de leiding over de partij weer ter hand nemen, als ware er niets geschied. Dat wenscht en hoopt Parnell, maar of dat alles werkelijkheid zal worden, ligt nog in 't duister. Als 't niet gelukt, is 't toch aardig uitgedacht. Maandag kwamen op bevel van Turkije's sultan te Constantinopel bijeen de minister van justitie Riza-pacha en Vaham-Effendi met de leden van den patriarchalen-raad van de Orthodoxe kerk. Vijf uur beraadslaagde men en toen had men een programma klaar, dat beide partijen bevrediging schonk en waar bij de hoofdzaak was opening der kerken op Dinsdag (2e Kerstdag) waartegenover de sul tan zijn eerewoord gaf, dat alles naar wensch zou worden geschikt. Eind goed, al goed. Dinsdag waren al de kerken open en de geloovigen konden hun godsdienstplichten waarnemen. Erg doordrongen van de weldaden der alliantie met Duitschland, zoo op economisch als op politiek gebied, schijnt men in bene den-Oostenrijk toch nog niet te zijn, want met de zwakke meerderheid van 4 stemmen (met 29 tegen 25 stemmen) heeft de landdag van Beneden-Oostenrijk Woensdag een besluit aangenomen, waarbij de toenadering tusschen beide landen een gelukkig verschijnsel wordt geheeten en de beste wenschen worden geuit voor de onderhandelingen op econo misch gebied. Dat had men nu met algemeene stemmen moeten aannemen In het Zwitsersche kanton Tessin zal 't tegen Zondag a. s. weer levendig worden. Gekozen moet worden een constituante voor de grondwetsherziening en de liberalen schij nen de zaken nogal donker in te zienzij en. Het was hem eene zaligheid, zoo onophou- uelijk rond te zwieren //Is u met Lina Blunck hier gekomen?" fluis terde zijne danseres hem toe. Zij had hem zoo gaarne voor zichzelve gehad Opeens echter geschiedde er iets ongehoords. De kleine Lina, verteerd door jaloezie, had zich meer en meer voorovergebogen, hare bleeke lip pen opeendrukkend hare donkerblauwe violen- oogen tot een spleetje dichtknijpend en toen een sprong in den dwarrellenden krir.g, een wegrukken van het meisje uit Titns armen, het toebrengen van eenen vuistslag in het aangezicht der blonde deern, en een driftig voortsleuren van den geheel verbluften Althaus, -- dit alles was het werk van eene seconde. De muziek bleef met eene gruwelijken dissonant plotseling steken, de dansmeester kwam als een briesende leeuw aan geschoten, gelach en geschreeuw vermengden zich met het schreien van het mishandelde blondje. Maar de kapelmeester kende zulke tooneeltjes; hij hief den stok weder op, en daar vatte, als met eenen langzamen aanloop lalalala, lalalala, la, la, la ae muziek de afgebroken wijze weder op. En alles ging weder lustig zijnen gang. Al leen de slanke blondine was nog niet tot zichzelve gekomen en had eenen op wraak zinnenden vrien denkring rondom zich verzameld bij het naast- bijzijnde buffet. Ondertusschen had de van toorn ziedende Lina onder eenen vloed van zeer onfraai klinkende scheldwoorden haren Titus ijlings naar buiten getrokken. Thans stonden zij samen, zonder ei genlijk recht te weten hoe zij er gekomen waren, een heel eind ver op den straatweg, tegenover eene groote, oude buitenplaats Hoe rustig hier! De nachtegalen sloegen. Eene fontein klaterde hoorbaar. Uit de verte hoorde men het dreunen van den Hamburg-Berlijner nachttrein. In de villa was het donker; slechts door een wijd geopend venster zag men daarbin nen eene dame met wit haar, die bij eene lamp zat te lezen. Toen eindelijk Titus eenigszins tot bezinning gekomen was, sprak hij dof: «Ga heen, Lina. Ik wil alleen naar huis, en wij zien elkander niet terug. Ik heb van dit ééne avontuur voor altoos genoeg. Ga heen ga heen nu maar!" Eerst bleet zij nog eene wijle stokstijf staan toen begon zij zacht tesnikken, en ging. Maar nog eenmaal keerde zij zich om, en zeide tot hem spreken tenminste van volkomen onthouding van deelneming. De hooge oomes in Rusland vinden de houding van de Servische Skuphtina tegen over koningin Nathalie heel correct, ondanks de bekende sympathie van Rusland voor de ex koningin. Men moet 't van zijn vrienden ook maar hebben, Rusland was de laatste hoop en toe vlucht voor Nathalie de Kesko. Uit Brussel schrijft men dat Woensdag middag bij het Zuiderstation aldaar een vree- selijk ongeluk heeft plaats gehad. Vier ar beiders aan den weg, uitwijkende voor een trein plaatsten zich op de naastliggende rails, toen juist van de andere richting een trein in volle vaart kwam aanstoomen. Een hunner kon nog op zijde springen, maar de drie anderen werden vreeselijk gewond. In Frankrijk wordt een onderzeesch vaar tuig aangebouwd dat eene lengte krijgt van 131 voet. Het is ontworpen door den marine ingenieur Romazotti, die reeds een onder- zeesche boot, de Gymnote, gebouwd heeft. Op het werklieden-congres waren driehon derd afgevaardigden tegenwoordig uit alle vakken; met algemeene stemmen werd be sloten den lsten Mei niet te werken en dan meetings te houden voor den werkdag van acht uur. «Je moet dezen weg verder gaan, totdat je aan de blauwe brug komt, en dar over Horn. Ala we denzelfden weg naar de stad teruggingen, dan zouden we door aat tuig van volk nog overval len worden," Hierop schreed zij voort, eerst aarzelend, toen sneller, zonder naar hem om te zien. Titus bleef, volslagen ontnuchterd, eene wijle staan. Het gebeurde stuitte hem geweldig tegen de borst. Hij was niet luchthartig genoeg om dit onaangename voorval dat trouwens, indien het ruchtbaar mocht worden, zeer onverkwikke lijke gevolgen voor hem zou kunnen hebben zoo maar terstond van zich af te zetten. Zeer beslist nam hij zich voor, zich met dit meesje dat hem op zoo ruwe wijze aan de kaak gesteld en bespottelijk gemaakt had, verder niet in te laten. Toen hij over de brug was gegaan, hoorde hij achter eenen boom iemand snikken. Daar zat in het gras gehurkt, het meisje. Blijkbaar had zij hem hier opgewacht dit had' hij in elk geval moeten bedenken. Maar ach vrouwe- t ran en welke man is daartegen bestand? Hij hief haar teeder op, en zwijgend liepen zij naast elkander voort. Voor eene herberg stond eene ledige droschke. Titus wilde trachten die te huren, want het was nog een lange weg naar de stad. Toen hij in de gelagkamer keek, om den koetsier te vinden zag hij de keerzijde van de vroolijke zondagspret Drie arbeiders speelden, met vreeselijke kneukel slagen op de tafel, het heilige nationale spel der Duit9chers, skat; eene jonge vrouw met een sla pend kind zat geeuwende en doodmoede tegenover hen; en daarnaast lag een zwaar beschonkene met het hoofd op de tafel te ronken. Weg! weg! Voor een twintigmarkstuk rukte de koetsier verheugd het portier open, en Titus Althaus en Lina Blunck reden, zonder dat er een woord tusschen hen gewisseld werd, naar de Pal- maille te Altona. liier, zonder elkaar de hand tot afscheid te reiken, gingen zij uiteen. Titus had nog een uur noodig om naar zijn buitengoed te komen. Lina Blunck was reeds binnen enkele minuten waar zij wezen moest. Tehuis klaagde zij aim hare moeder haar leed en beiden beraadslaagden tot laat in den nacht' hoe de zaak zich nog weder ten goede zou kun nen wenden. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1