Nummer 9 Donderdag 29 Januari 1891. 1 1' Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, ANTOON TIELEN Staatkundig overzicht. FEUILLETON. ▼aa UITGEVER: Waalwijk. De Echo van kt Zuiden, Wulvyksrkr ei Lanptraalsche Courant Dit. blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond. Abonnetnentsprij'- per 8 maanden 1,0U. Franco per pos; door liet geheel»- rijk f l,.o Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenoen aivn den Uitgever. Advertentiën 1—7 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel groote letters naar plaatsruimte. Advertcntien 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Adrertentiën voor Duitsch landCwordcn alleen aangnomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De vraag wordt gedaan of de kansen voor een verandering van regeeringsvorm in Belgie er niet gunstiger op worden door het feit, dat een nog niet 16-jarige nu de aangewe zen troonopvolger is. Misschien wel: de Bel gische natie is een republikeir.sch gezinde natie tot hart en nieren en daarbij komt, dat reeds sinds lang een politieke en sociale on tevredenheid de onderste lagen den bevol king in beroering brengt, maar voor 't oogen- blik heeft elkeen eerbied voor de diepe smart; allen mogen niet mederouwen en medetreu- ren, men gevoelt iets voor dien vader en die moeder, voor die zusters en dien broeder, die daar om de legerstede staan men moge zich socialist of anarchist noemen, men is mensch in de allereerste plaats en wie meer het eerste is dan het laatste, die ware 't be ter, dat hij niet geboren ware! De overeenkomst, welke het plotseling ver scheiden van den vermoedelijken troonopvol ger in Belgie oplevert met den onverwachten dood van den Oostenrijkschen kroonprins Ru- dolf, nu juist twee jaren geleden, gelijk mede de vreemde geheimzinnigheid, in beide ge vallen van ambtswege aan den dag gelegd, zijn oorzaak geweest, dat te Brussel" allerlei zonderlinge geruchten hebben geloopen en geloof gevonden, zonder dat daarvoor waar schijnlijk eenige redelijke grond bestond. Ter logenstraffing daarvan meldt Reuter thans uit Brussel het volgende Bij een bezoek, dat wij ten paleize van den graaf van Vlaanderen brachten om onze laatste hulde te brengen aan den overleden prins, hadden wij gelegenheid ons te onder houder. met een doorluchtig (auguste) per soon, geplaatst in eene hooge waardigheid aan het hot. Deze deed ons persoonlijk, ten einde onjuiste berichten van sommige bladen eens vooral te logenstraffen, een nauwkeurig en stellig verhaal van 's prinsen ziekte. Prins Boudewijn, zeide hij, is de laatste maal van het paleis uitgegaan op Woensdag den 14 Januari jl. Hij heeft toen koude ge vat en Zaterdagochtend noodzaakte eene gas trische aandoening hem het bed te houden. Doctor Mélis, die hem behandelde, maakte zich volstrekt niet ongerust. Dinsdagochtend vertoonde zich eene schijnbaar goedaardige aandoening van de long. Dr. Mullier werd toen terstond in consult geroepen. De ziekte had een geregeld en zeer bevredigend ver loop en Donderdagmiddag bleek zelfs de koorts belangrijk minder te zijn. Te drie uur 's middags had echter eene bloedstorting in de nieren plaats. De genees- heeren verlangden toen met doctor Rorame- laere te raadplegen, die te halfzes kwam en evenals zijne collega's den toestand ernstig maar in de verte niet hopeloos achtte. Toen echter in den loop van den avond de lijder zwakker werd, gaven de geneeshee- ren zijnen broeder den raad hem het laatste oliesel toe te dienen, hetgeen de prins met volkomen bewustzijn ontving. De koning en koningin, van de omstandigheden onderricht kwamen te halfnegen van Laeken en verlie ten kwart over negenen het paleis weder, na van de geneesheeren zeiven vernomen te hebben, dat er kans op genezing bestond. Tegen middernacht werd de toestand be denkelijk en te kwart over tweeën overleed de prins. Nu het plan van generaal Boo^h van het Leger des Heils, uiteengezet in zijn werk „In darkest England and the way out" op het punt staat gedeeltelijk verwezenlijkt te worden, achten wij het niet overbodig eens op dat werk terug te komen. Het is alsof Booth reeds met den titel zeggen wil, Stanley heeft wel een boek uit gegeven „In darkest Africa", maar men be hoeft niet naar Afrika te gaan om kennis te maken met woestijnen ondoordringbare wouden en kanibalen de oude wereld heeft eveneens haar sociale mysteries haar won den, die genezen moeten worden, en haar volkeren, die beschaving hoog noodig hebben, en nergens is die duisternis tastbaarder, zijn die wonden afzichtelijker en zijn die volkeren I. Bij den //Stock im Eisen.* barbaarscher dan in Engeland. Voor aan Afrika te denken, ziet om u heen. Het le ger des Heils is daar, gereed om op te rukken. Dit moet zoo ongeveer de hoofd gedachte van den generaal zijn geweest toen hij zijn boek samenstelde. Er kan n:ets anders van het werk gezegd worden dan dat het goed in elkander zit. Het is dan ook in Londen voor bijna nie mand meer een geheim, dat de heer Stead hoofdredacteur van de Pall Mall Gazette, zijn medewerking aan den generaal heeft verleend. Onmiddellijk bij zijn verschijnen maakte het boek veel opgang, het verwierf de oflï- cieele goedkeuring van koningin Victoria en van een groot aantal hooggeplaatste personen, en heeft reeds heel wat uitgaven beleefd. De gelden voor de verwezenlijking van het plan stroomen den generaal nog maar voort durend toe, en weldra zal hij de benoodigde som van f 1.200,000 bij elkander hebben, om daarmede dan de groote sociale quaestie op te lossen. Voorwaar een koopje Het in het boek van den generaal uiteen gezette moge niet in alle deelen genoegzaam uitgewerkt zijn, het is eenvoudig en makke lijk te begrijpen, en juist aan dien eenvoud heeft de generaal een groot deel van zijn succes te danken. Door de oprichting van inschrijvingsbureaux, werkplaatsen, boerderij en, landverhuizingsagentschappen, enz. hoopt de generaal er in te zullen slagen, alle be delaars en hen, die geen werk kunnen be komen, onder dak te brengen, ben aan werk te zetten en hen zooveel mogelijk te be schaven. Al slaagde het plan dus slechts gedeeltelijk, dat zou het toch reeds ieders belangstelling en sympathie verdienen. De voornaamste fout, die het plan aan kleeft is dat de generaal dit alles op te uitgebreide schaal wil doen. Beter ware het wellicht, als hij zich voorloopig slechts het lot van onverzorgde kinderen aantrok. Aan het werk is een gekleurde plaat toe gevoegd waarbij de volgende verklaring behoort Vlet dit kistje zoudt ge uw fortuin kunnen maken, zei Bockel. Vorst Lobkowitz zoekt een geschenk voor keizerin Theresin op haar geboor tedag. De Spaansche heeft verstand van kunst werk, en als zij hoort, dat er in Weenen iemand is, die zulk werk kan vervaardigen, dan zult ge weldra een eigen werkplaats kunnen oprichten, en mij niet meer noodig hebben. Meester, hernam Max, zeg dat niet, ik toon u wat ik kan, maar gij zult spoedig zien hoeveel ik nog leeren moet. Dit werk is naar een model gemaakt, en daarom ook niet waardig om tot een geschenk te dienen voor een keizerin; ook is het gemakkelijker te maken dan gij denkt, want het draad is geen zuiver goud, maar een mengsel, waarvan de Venetiaanscue goudwerkers het ge heim afgezien hebben van een kunstenaar, die ook de alchimie beoefent. Het zou bedrog zijn dit voor goud uit te geven. Mijn meester liet mij aan dit werk mijne bekwaamheid beproeven om een model na te' maken, maar hij zei er bij, dat wie met zulk speelgoed zijn fortuin wilde ves tigen, ook talent moest hebben zelf modellen uit te vinden. Ik heb aan zijn opdracht voldaan zoo goed ik kon, maar ik zou liever mijn levenlang groven arbeid in een gewone smederij doen, dan mijn brood trachten te verdienen met het werk, waarbij men de oogen moet inspannen, dat zij tranen, en zoo stil moet zitten als eene vrouw bij het borduren van zijde op fluweel. Bockel knikte goedkeurend. Hij had het kistje met bijzondere belangstelling beschouwd, toen Max gezegd had, dat de grondstof geen zuiver goud was. Ik wil gaarne gelooven, zei hij, dat wie den hamer op gloeiend ijzer heeft geslagen voor zulk werk niet geschikt is, al heeft hij er ook de bekwaamheid toehet bevalt mij echter ook in u, dat gij het onedele metaal veracht. Bij onze keizerlijke majesteit vinden de bed iegers en kwakzalvers, die voorgeven het goudmaken te verstaan, ook open deuren, en bijna altijd zijn het Italianen, die het duivelspook aan het hof brengen. Dan willen zij met elixers en bezwe ringen den goeden God het werk uit de hand nemen. Eerlijk duurt het langst, en ik zal u dubbel hoogschatten, indien gij van de Italianen slechts de bekwaamheid voor den arbeid, maar niet de zucht tot bedrog hebt geleerd. Verlaat u. daarop, meester; steeds hebben mij de Uuitschers aangetrokken, waar ik die aan trof; bij de Turken zelfs is minder valschheid dan bij de Italianen en Grieken. Vader, zei vrouw Emerentia tot haar echt genoot, toen Max zijn zaken weder wegbracht en het vertrek had verlaten, zulk een knecht heb ik nog nooit gezien, die is niet wat hij schijnt. In allen gevalle is er in hem geen valsch heid. Dat bedoel ik ook niet, maar die is geen kind var. geringe lieden. Dat geloot ik ook, maar zwijg daarvan. Hij kent zijne ouders niet, hij is als een verwaaid blad en weet niet van waar hij komt, maar daar wil ik op zweren, dat hij van een goeden stam is. Spreekt er niet over, en ondervraagt hem niet, vervolgde Bockel tot zijn zonen, hij heeft het mij in vertrouwen medegedeeld, en wil niet dat men van zijn ongeluk spreekt. Max trad weder binnen. Wij hebben heden rustdag gehouden, begon Bockel, terwijl de overigen Max heimelijk met nog verhoogde be langstelling aanzagen, morgen moeten wij het verzuimde inhalen. Wilt gij mij een genoegen doen Ik ben op het slot Liechtenstein ontboden, daar zijn Hongaarsche heeren te gast en willen werk bestellen die gang kost mij te veel tijd, wilt gij in mijne plaats gaan Gij deelt het werk uit, meester, hernam Max, en uw helper doet wat gij bevolen hebt, maar werk voor u aannemen kan toch slechts iemand, die uw vertrouwen bezit; ook weet ik uwe prijzen niet. Wees daarom niet bezorgd de Hongaren dingen niet. Het zal ook niet veel te beduiden hebben, de magnaten hebben immers hunne handswerkslieden in Ofen en hunne kooplieden in Belgrado. Ik vertrouw u echter niet alleen daarin, dat gij genoeg van de zaak verstaat om de heeren te bedienen, maar ook daarin, dat gij het handwerk in eere zult houden. De verdienste „Leger des Heils. Sociale campagne. Deze kaart beeft ten doel een overzicht te geven van het in het boek uiteengezette plan en van de resultatendie men met de ten uitvoerlegging van het plan kan ver krijgen. De omlijsting draagt, op twee zuilen, ge tallen, welke aan de officieele statistieken zijn ontleend, en die een overzicht geven van de groote ellende in het Vereenigd Konink rijk: 2297 zelfmoorden, 2157 van uitputting overleden, in één enkel jaar 10.700 kinde ren, gestorven uit gebrek aan voedsel of ten gevolge van slechte behandeling993.000 armen van alle gezindten 190.000 verpleeg den in het werkhuis; 155000 veroordeelden. In het midden der plaat ziet men de drie millioen ongelukkigen, welke in de golven van den socialen oceaan zijn omgekomen,tever geefs trachtend zich er uit te redden. Slechts enkelen bereiken de rots der particuliere liel- dudigheid. Maar de vuurtoren van het leger des heils schemert aan den horizon. Zijn red dingsbooten zijn aan het werk. Zijn officieren van beide seksen hebben zich in aaneenge sloten gelederen op het strand opgesteld om hulp te verleenen, en de geredden te ver zorgen. Links wordt een eerste groep onge lukkigen naar de toevluchtsoorden en werk plaatsen der landbouwkolonie gezonden. Men geeft hun werk; men houdt aanteekening van hun karakter en eigenaardigheden. Iets verder maakt een tweede groep, na op de land bouwkolonie de noodige ondervinding te heb ben opgedaan, zich gereed om de zee over te steken. Stoombooten met landverhuizers begeven zich naar de Britsche bezittingen en brengen daarheen hen, die overbevolking in de steden veroorzaken. Die bakker rechts, en die vriendelijke waschvrouw links toonen het tc bereiken doel aan en den weg, die gevolgd zal worden verstandige gebruikma king van de door de particuliere liefdadig heid verschafte fondsen „werk voor allen brood voor allen, hoop voor allen." Moge het plan spoedig tot algeheele ver wezenlijking komen. is mij onverschillig, indien ik het hoofd dieper moet buigen dan noodig is. Laat u niet belee- digen, maar keer liever zonder bèstelling terug, als de heeren meenen een handswerkman onder de voeten te kunnen trappen. Het gelaat van den jongen man scheen in vuur te staan, zijn oog was stijf op den meester ge richt, alsof hij uit diens trekken wilde lezen, waarom Bockei jnist hem dezen last opdroeg.— Indien er van uwe klanten zoo iets te verwach ten is, meester, zeide hij, dan zult gij door mij niet veel werk krijgen; zend liever een ander. Ik heb u immers gezegd, dat mij aan zulk een verdienste niets gelegen is, hernam Bockel, terwijl hij den jongeling scherp aanzag, en dat het mij slecht zou aanstaan, indien gij u op een onwaardige wijze liet behandelen. Maar gij hebt verteld, dat gij in Venetie met edellieden hebt gestreden. Wilt gij mijn helper zijn, dan moet gij mijne klanten bedienen, en de groote heeren hier te lande beschouwen nu eenmaal een hand werksman niet als huns gelijke. Eere wien eere toekomt dat moet gij leeren; iedere stand heeft zijne eer, en die van den handwerksman is zijn 'deugdelijk werk, zijne rechtschapenheid. Het is geen schande den adel te geven wat hem toekomt. Wees beleefd en eerbiedig, buig liet hoofd, maar blijf daarbij een man. Laten de Hongaren heidens zoeken als zij iemand als slaaf willen behandelenzij beproeven dit gaarne, daarom zei ik u: duld geen smaad. Daarom juist wilde ik gaarne u zenden en geen ander, want ik wil zien of gij voor mijn zaak geschikt zijt. De handwerksman moet zich leeren voegen naar de luimen der grooten; hij kan daarbij een recht- matigen trots in aclit nemen, maar hij raag nooit vergeten, dat het de klanten zijn, die zijn werk betalen. Het was Max aan te zien, Jat hij een hevigen inwendigen strijd voerde. Hij kon er niet meer aan twijfelen, dat hij zelf den meester aanleiding had gegeven tot het vermoeden, dat zijn kunste naarsijdelheid en trots weinig gepast waren voor de werkplaats, maar hij moest ook erkennen, dat Bockel gelijk had. Wilde hij diens medehelper zijn. dan moest hij zich, even als zijn meester, schikken naar die omstandigheden, die hier ge heel anders schenen te zijn dan in Italië. Er verhief zich in hem een trots, waarover hij zich in dit oogenblik schaamde, waarover hij blozen moest. In het Zuiden, waar de volkshoogmoed zich sterk deed gelden, had het hem steeds diep gekwetst als men hem een bastaard had genoemd, die niet wist of zijn vader een Turk, Griek, Duitscher of Italiaan was geweest, en zijn moeder misschien een Turksche slavin; en hier wilde hij het hoofd hooger dragen dan de eerzame, geachte burger, bij wien hij werk en brood zocht? Als goudwerker en misschien ook wel als wapensmid had hij in Italië zijn fortuin kunnen maken, maar een onweerstaanbaar verlangen had hem over de Alpen gedreven, naar het vaderland der Duitsche liederen, wier tonen hem op onverklaarbare wijze de droomen zijner kindsheid in het geheugen terugriepen. Hij was nu in Weenen; hij had het in den handdruk van den Duitschen man gevoeld, dat hij hier een zoo vurig verlangd toevluchts oord, ja een te huis kon vinden en nu zou een ijdele'trots hem dit beletten? Neen, nooit! Hij moest dien overwinnen. Ik zal gaanzei hij en de uitdrukking van een vastberaden wil ver dreef den blos der schaamte van zijn gelaatik wil een echt handwerksman wordenzooals gij meester. Bravo! sprak Bockel, die hem scherp in het oog gehouden had, beproef dat. Wacht het af dat uw werk u de eer brengt, waarnaar de kunst streeft. Aan de jeugd betaamt bescheidenheiden nederigheid onder alle omstandigheden, zoowel in de werkmanskiel als in den kolder van den edelknaap. DE GEBROKEN KETEN. Het oude slot Liechtenstein, niet ver van de beide plaatsen Brunn in het gebergte en Maria- Enzersdorf gelegen, bestaat nog tegenwoordig als ruïne, dicht bij het nieuwe lustslot met zijn heerlijk park. Toenmaals strekte het van tijd tot tijd tot verblijf aan den rijken vorst Karl Euze- bins von Liechtestein gouverneur van Silezie, den vriend van keizer Leopold I, die zijn vader ruimschoots schadeloos had gesteld voor de ver loren bezittingen, die BethTen Gabor bij zijn tocht door Moravie had verwoest. De vorst was een verkwistend heer, die een prachtigen hofstoet voerde en drieduizend paarden hield en met zijn gemalin,een geboren Dietrichstein, de schitterendste feesten gaf. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1891 | | pagina 1